De Tweede Kamer door de eeuwen heen

Ruim vierhonderd jaar geleden beslisten deftige heren aan het Binnenhof over het lot van de burgers in de Nederlanden. In de eeuwen daarna hebben steeds meer Nederlanders steeds meer rechten gekregen. Door organisaties, dankzij de inzet van bewegingen, belangengroepen en politieke partijen, maar ook door moedige personen. Dankzij hen mag nu iedere Nederlander boven de 18 stemmen én gekozen worden als Kamerlid.

7. Tweede Kamer - Geschiedenis van de Tweede Kamer met ondertiteling.mp4

Laden
00:00
00:00

  1. Wel een Staten-Generaal, geen democratie: tot 1795

    Als we het vandaag hebben over de Staten-Generaal, bedoelen we de Eerste Kamer en de Tweede Kamer samen. Maar de Staten-Generaal bestaan al veel langer: ooit werden ze opgericht als adviesraad voor Filip de Goede, de hertog van een aantal Nederlandse provincies. Daarna waren zij meer dan 200 jaar een overlegorgaan van de provincies.

  2. De eerste gekozen parlementen: 1796-1848

    Er zijn allerlei momenten waarop je de geschiedenis van de Tweede Kamer kunt beginnen. De Staten-Generaal bestaan al sinds de zestiende eeuw: het was heel lang een overlegclub voor de provincies, die heel onafhankelijk waren. Pas in 1796 kreeg Nederland voor het eerst een gekozen volksvertegenwoordiging, die een klein beetje leek op de Tweede Kamer van vandaag: de Nationale Vergadering.

  3. 1848-1940: Strijd voor rechten

    Ook onder de nieuwe Grondwet van 1848 mochten alleen rijke mannen stemmen. Rond 1900 wilden veel mensen dat veranderen. Er ontstonden steeds meer politieke partijen. In 1922 mochten voor het eerst alle Nederlanders – mannen én vrouwen – stemmen.

  4. 1940-1945: De Tweede Kamer in de oorlog

    Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. Op die dag was ook de laatste vergadering van de Tweede Kamer. Pas in september 1945 kwam de Tweede Kamer weer bij elkaar. Vanaf 1941 waren de meeste politieke partijen verboden.

  5. 1945 – 1967: De wederopbouw en de verzuiling

    In de periode na de oorlog was de samenleving sterk verzuild: verdeeld tussen groepen op basis van geloof of politieke ideologie. In de Tweede Kamer werkten de partijen van verschillende zuilen wel samen, bijvoorbeeld om de verzorgingsstaat op te bouwen.

  6. 1966 – nu: Nieuwe partijen, nieuwe kiezers

    Vanaf de jaren ’60 nam de verzuiling geleidelijk af. Nederlanders voelden zich minder verbonden met traditionele politieke partijen. Er ontstonden nieuwe partijen, zoals D66 en DS’70. Bestaande partijen gingen samen: zo ontstonden bijvoorbeeld het CDA en GroenLinks. Kiezers werden gemiddeld jonger en wisselden vaker van partij. En de media werden belangrijker voor het werk in de Tweede Kamer.