Parlementaire verkenning
De Commissie J&V heeft twee parlementaire verkenningen uitgevoerd: over verward/onbegrepen gedrag en veiligheid en over de strafrechtketen. Een parlementaire verkenning is een nieuw instrument waarmee de Tweede Kamer haar kennis over een bepaald onderwerp snel en grondig verdiept. Een vaste commissie verkent een complex beleids- of uitvoeringsvraagstuk dat grote impact heeft op burgers, op gestructureerde wijze. Het instrument van de parlementaire verkenning komt voort uit het rapport Versterking functies Tweede Kamer uit december 2021. In dit rapport onder leiding van voormalig Kamerlid Kees van der Staaij (SGP) worden praktische middelen beschreven die de Kamer kan inzetten om onder andere haar kennispositie te versterken.
Onderzoeksvragen
Bij een parlementaire verkenning brengt de commissie de inzichten van deskundigen, belanghebbenden en betrokken ambtenaren in kaart aan de hand van gerichte onderzoeksvragen.
De commissie kan de onderzoeksvragen op verschillende manieren uitzetten: bijvoorbeeld door schriftelijke input te vragen bij deskundigen of organisaties, of door het organiseren van rondetafelgesprekken waarin deskundigen en/of betrokkenen hun kennis en visie delen. Een combinatie van die middelen is ook mogelijk. De parlementaire verkenning wordt toegesneden op het onderwerp, zodat de Kamerleden relevante, diepgaande kennis van het vraagstuk kunnen opdoen.
Hoe werkt een parlementaire verkenning?

Parlementaire verkenning over verward/onbegrepen gedrag en veiligheid
De commissie voor Justitie & Veiligheid heeft in 2024 een parlementaire verkenning uit te voeren naar verward/onbegrepen gedrag en veiligheid. De afgelopen jaren is er een aantal ernstige incidenten geweest waar personen met verward/onbegrepen gedrag bij betrokken waren. Daarnaast is er een toename van het aantal meldingen van overlast door personen met verward/onbegrepen gedrag bij de politie. Dat baarde de commissie J&V zorgen. De commissie wilde inzichten verkrijgen om de inzet van de politie bij personen met verward/onbegrepen gedrag te verminderen. De Kamerleden Ingrid Michon-Derkzen (VVD) en Songül Mutluer (GL-PvdA) zijn door de commissie J&V als rapporteurs benoemd om deze verkenning voor te bereiden en uit te voeren.
De parlementaire verkenning bestond uit meerdere activiteiten. Er is aan twaalf organisaties in de uitvoering schriftelijke input gevraagd. Daarnaast is door wetenschapper Bauke Koekkoek een wetenschappelijke factsheet geschreven. Op 29 mei 2024 vond een technische briefing plaats door de betrokken ministeries, gevolgd door een rondetafelgesprek met deskundigen en vertegenwoordigers van organisaties op 30 mei 2024. De vergaarde informatie en inzichten zijn gebruikt voor de eindrapportage die op 4 juli 2024 verscheen. Op 18 november 2024 is de beleidsreactie van het kabinet op het eindrapport Parlementaire Verkenning verward onbegrepen gedrag en veiligheid aan de Tweede Kamer gestuurd. Een plenair debat over het eindrapport en de beleidsreactie is aangekondigd voor de zomer van 2025.
Parlementaire verkenning over de strafrechtketen
De commissie J&V wilde inzicht krijgen in wat er nodig is om de strafrechtketen goed te laten functioneren. De commissie had daarbij bijzondere aandacht voor doorlooptijden, sepots, plankzaken, de samenwerking tussen ketenpartners, doelstellingen en bekostiging. Om dit inzicht te krijgen is in 2023 een parlementaire verkenning naar prestaties in de strafrechtketen uitgevoerd. De verkenning is gedaan door de rapporteurs Ulysse Ellian (VVD) en Songül Mutluer (GL - PvdA). Elf organisaties uit de strafrechtketen hebben hiervoor schriftelijke informatie aangeleverd aan de commissie. Het eindrapport van de parlementaire verkenning verscheen in juli 2023. Naar aanleiding van de uitkomsten van de parlementaire verkenning is kamerbreed een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht meer te sturen op de bedrijfsvoering van de politie, het Openbaar Ministerie (OM) en de Raad voor de rechtspraak. Het kabinet heeft op het rapport een reactie gegeven.