Esmah Lahlah

Samenvatting
Esmah Lahlah is geboren in Helmond op 13 oktober 1979 en woont in Tilburg. Zij is in totaal 507 dagen actief in de Tweede Kamer.
Links naar sociale media
Meer info
Kameractiviteiten
Schriftelijke vragen
-
Het ondermijnen van de forensische geneeskunde door de recente aanbesteding van de medische arrestantenzorg
Gericht aan: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
-
Het bericht 'Vaker advies om van strafzaken af te zien bij jongeren zonder migratieachtergrond'
Gericht aan: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
-
Huisbezoeken aan demonstranten en de gegevensverwerking van demonstranten
Gericht aan: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
-
De berichten 'Toegang tot het recht krimpt, terwijl maatwerk faalt' en 'Maatregelen regeerprogramma inkomenszekerheid: waarom de gemeente aan zet blijft'
Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
-
De vergoeding van hulpmiddelen aan kinderen
Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
-
De gaten in de Nederlandse rechtsbescherming en het effect daarvan op het vertrouwen in de overheid
Gericht aan: T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
-
Het bericht dat het aantal gemeentelijke meldpunten (kliklijnen) voor uitkeringsfraude blijft stijgen.
Gericht aan: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
-
De vrees van gevangenispersoneel voor meerpersoonscellen
Gericht aan: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
-
Onderwijs in justitiële jeugdinrichtingen
Gericht aan: I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Mondelinge vragen
-
Het bericht ‘Kinderhulp: stijging aantal aanvragen, steeds vaker basale producten’ (Nos.nl, 17 april 2025)
Gericht aan: J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
-
2025
2024 -
Het bericht ‘‘Rampzalig’ ict-probleem teistert het Openbaar Ministerie: ‘Het is een veelkoppig monster’’ (Nrc.nl, 22 april 2024)
Gericht aan: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid