Kamervoorzitters leggen krans bij Erelijst van Gevallenen
Vanwege de zeventigste herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog legden de Voorzitter van de Eerste Kamer, Ankie Broekers-Knol, en de Voorzitter van de Tweede Kamer, Anouchka van Miltenburg, maandag 4 mei een krans bij de ‘Erelijst van Gevallenen’ in het gebouw van de Tweede Kamer.
De herdenking bij de Erelijst van Gevallenen begon met de voordracht van gedichten door leerlingen van de Johan de Witt Scholengroep uit Den Haag. Daarna volgde een toespraak van de Voorzitter van de Tweede Kamer, waarin zij aan de hand van een persoonlijk familieverhaal inging op de rol die de koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog heeft gespeeld. De vader van haar moeders hartsvriendin was namelijk zeeman - kapitein - in de oorlog. “Pas in het najaar van 1945, na de capitulatie van Japan, zette kapitein Meijer weer voet op Nederlandse bodem. Zijn familie had niet lang daarvoor een pakketje van hem ontvangen, uit Amerika - toen pas wisten ze dat hij nog leefde”, aldus Van Miltenburg.
Koopvaardij
Zonder de bijna 300.000 kust- en lange afstandskonvooien hadden de geallieerde strijdkrachten niet kunnen opereren, vertelde Van Miltenburg. “In totaal voeren er tussen 1940 en 1945 850 koopvaardijschepen over de zeeën. 421 van die schepen zonken; zo’n 3.500 zeelieden kwamen daarbij om het leven, onder wie 2.100 Nederlanders. Van hen zijn er 2.085 opgenomen in de Erelijst van Gevallenen, die vandaag open ligt bij het hoofdstuk ‘Koopvaardij’.” Lees de volledige toespraak van Anouchka van Miltenburg.
Na de kranslegging door beide Kamervoorzitters legden minister-president Mark Rutte en staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een krans namens de Raad van Ministers van het Koninkrijk.
Nieuwspoort
Aansluitend volgde een herdenking in Internationaal Perscentrum Nieuwspoort, waarbij zowel de Kamervoorzitters als de minister-president aanwezig waren. De bijeenkomst werd afgesloten met een kranslegging door vertegenwoordigers van de pers, bij het monument aan de gevel van Nieuwspoort aan de Lange Poten.