Debat over Europa
Nationaal wat kan, Europees wat moet. Dat is volgens het kabinet het uitgangspunt van Europese samenwerking. Op donderdag 9 februari 2017 debatteerde de Tweede Kamer met buitenlandminister Koenders en premier Rutte over de Staat van de Europese Unie. Ook Nederlandse Europarlementariërs spraken tijdens dit jaarlijkse debat in de plenaire zaal van de Tweede Kamer.
Voorafgaand aan het debat gingen de Kamerleden van de commissie voor Europese Zaken in gesprek met de aanwezige Europarlementariërs. Ze praatten onder andere over de toekomst van Europa, de Brexit en migratie.
Debat over Europa
Lees het kort webverslag van het debat: Staat van de Unie besproken.
Bekijk het debat terug via Debat Gemist.
Het debat ging over een brief van minister Koenders over de Staat van de Europese Unie. Daarin geeft het kabinet zijn visie op Europese samenwerking. Een samenwerking waarvan Nederland tot nu toe zonder twijfel heeft geprofiteerd, aldus het kabinet. Zo heeft Nederland meer invloed gekregen op het wereldtoneel en kunnen we in EU-verband – gemakkelijker dan als land alleen – het hoofd bieden aan grote maatschappelijke vraagstukken als klimaatverandering en migratie. Wel wil het kabinet Nederland blijven beschermen tegen bijvoorbeeld het verlies van onze ‘eigenheid’. Niet ieder probleem hoeft op Europees niveau te worden opgelost: lidstaten kunnen ook veel zelf aanpakken.
Migratie, veiligheid en interne markt
In zijn brief bespreekt minister Koenders ook de gevolgen van de Brexit en enkele belangrijke thema’s van de EU, zoals migratie, veiligheid en economische en sociale ontwikkeling. Ook gaat Koenders in op initiatieven die de Tweede Kamer heeft ondernomen om bijvoorbeeld de samenwerking tussen nationale parlementen in Europa te versterken.
Europarlementariërs
Het debat met minister Koenders en premier Rutte was in de plenaire zaal. De deelnemende Nederlandse leden van het Europees Parlement zitten op de stoelen van hun partijgenoten in de Tweede Kamer. De Europarlementariërs hebben tijdens het debat veel minder rechten dan Kamerleden. Ze mogen wel het woord voeren, maar mogen de leden van de Tweede Kamer, het kabinet en elkaar niet interrumperen. Ook kunnen ze geen moties indienen of moties van Tweede Kamerleden ondertekenen.