3 juli 1918: eerste vrouw gekozen als Kamerlid
Op dinsdag 3 juli 2018 was het precies honderd jaar geleden dat Suzanna (Suze) Groeneweg gekozen werd tot Tweede Kamerlid. Ze stond op de lijst voor de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en was de eerste vrouw die zitting nam in de Kamer.
Passief kiesrecht
Groeneweg was 43 jaar toen ze in de Tweede Kamer werd gekozen. Haar kiezers waren allemaal mannen; vrouwen hadden alleen nog maar passief kiesrecht. Ze mochten niet kiezen, maar wel gekozen worden. Het zou nog een jaar duren voordat, op 10 juli 1919, vrouwen actief kiesrecht kregen. Tot 1921 zou Suze Groeneweg de enige vrouw tussen 99 mannen blijven.
Onderwijs en moederschap
In de Tweede Kamer hield Suze Groeneweg zich vooral bezig met onderwijs, drankbestrijding, zuigelingen- en moederschapszorg en ontwapening. Ook bepleitte ze als Kamerlid een wettelijke verlofregeling bij zwangerschap en bevalling.
Onrust
De komst van Groeneweg veroorzaakte behoorlijk wat onrust in de Kamer. Veel mannelijke Kamerleden hadden moeite met een vrouw in de Kamer. Dat uitte zich in allerlei flauwe uitspraken. Over die flauwiteiten werd gedicht:
Kijk, nu zitten jullie knusjes
In de Kamer bij elkaar
‘k Hoor je al interpelleren
Suze, is de koffie klaar?
Kijk, nu wordt het pas gemoed’lijk.
Jullie zitten net als thuis.
Zij zit achter de verstelmand
Of ze stopt een sok van Duys*.
*Duys was een (mannelijk) Kamerlid
Ook op praktisch vlak zorgde de komst van Suze Groeneweg voor veranderingen. Er moest bijvoorbeeld een damestoilet worden aangelegd. Zelfs de troonrede veranderde. Die opende niet langer met ‘Mijne Heeren’. Sinds 1918 opent de troonrede met ‘Leden der staten Generaal’.
Algemeen kiesrecht
Tot 1917 mochten alleen bemiddelde en goed opgeleide mannen stemmen. In 1917 kregen álle mannen vanaf 25 jaar kiesrecht. Het aantal stemgerechtigden nam hierdoor toe met 40 procent. Ook in 1917 kregen vrouwen het recht om zich verkiesbaar te stellen (het passieve kiesrecht). Deze grondwetsherziening van 1917 was een belangrijk moment in onze parlementaire geschiedenis. In 1919 volgde een nog grotere uitbreiding van het aantal kiezers: toen kregen vrouwen ook het recht om zelf te kiezen en steeg het aantal kiezers met 117 procent.
Nederland was er vroeg bij
Het Presidium van de Tweede Kamer ziet het honderdjarig jubileum in 2019 als een uitgelezen kans om de aandacht te vestigen op het thema algemeen kiesrecht. Daarbij kan de bijzondere positie van Nederland worden benadrukt. Als het gaat om vrouwenkiesrecht was Nederland er relatief vroeg bij. Een paar landen gingen ons voor, zoals Nieuw-Zeeland, Finland en Rusland. In België werd het actief vrouwenkiesrecht pas in 1948 in de wet verankerd; in Zwitserland duurde het zelfs tot 1971.