Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Welzijn over het artikel 'De Raad van State versnelt de bezwaarprocedures woningbouw'
Vragen van het lid Welzijn (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het artikel «De Raad van State versnelt de bezwaarprocedures woningbouw» (ingezonden 5 november 2024).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
22 januari 2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 718.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het NRC-artikel «De Raad van State versnelt de bezwaarprocedures
woningbouw»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom maakt u nu toch verschil tussen de aanpak van het actuele tekort en de rest
van de bouwprojecten in tegenstelling tot wat u tijdens het begrotingsdebat aangaf,
namelijk dat u geen verschil wilde maken in de aanpak van het actuele tekort en de
rest, zoals NSC u verzocht?
Antwoord 2
Het realiseren van 100.000 woningen per jaar is ons gezamenlijk doel. Daarbij maak
ik geen onderscheid tussen het actuele tekort en de rest. Want, uiteindelijk hebben
we het over dezelfde woningen, locaties en bouwvergunningen. Als Minister beschik
ik over instrumenten en bevoegdheden om de woningbouw als geheel te versnellen. Dat
zijn financiële instrumenten – als bijvoorbeeld de Woningbouwimpuls (Wbi) en Startbouwimpuls
(Sbi) – en juridisch instrumenten. Met het programma STOER zet ik in op het schrappen
van tegenstrijdige en overbodige regelgeving. Over het geheel van bevoegdheden die
ik tot mijn beschikking heb, heb ik de toezegging gedaan om uw Kamer een brief te
sturen. De brief zal onderdeel zijn van de tweede nota van wijzigingen van het wetsvoorstel
«Versterking Regie Volkshuisvesting». Bovengenoemd zet ik in om de woningbouw als
geheel te versnellen.
Vraag 3
Wat is ervoor nodig om, zoals NSC heeft verzocht via het begrotingsdebat, een projectmatige
aanpak te verbreden naar het hele actuele tekort van 400.000 woningen in plaats van
een aanpak, die zoals u tijdens het debat aangaf, geen verschil maakt?
Antwoord 3
Woningbouw vindt plaats op duizenden locaties in Nederland, groot en klein. Veel van
de projecten (kunnen) worden versneld door een lokale aanpak via de versnellingstafels.
Dat werkt het beste omdat het meestal gaat om specifieke situaties als bijvoorbeeld
het uitplaatsen van een bedrijf of lokale ontsluiting.
Het idee om projecten gebundeld voor te leggen voor een vergunning (bijvoorbeeld een
omgevingsvergunning) gaat verder dan in de voormalige Crisis-en herstelwet mogelijk
was. Dit is juridisch niet eenvoudig, omdat de vergunningen uiteindelijk per locatie
door de betrokken gemeente als bevoegd gezag wordt verleend. Met de Kamerbrief2 over de Woontop van 11 december heb ik u geïnformeerd over de door mij gemaakte wederkerige
afspraken die gericht zijn op de concrete uitvoering. Concrete oplossingen om de woningbouw
als geheel te versnellen. Uiteraard betrekken we de ervaringen van de Crisis- en herstelwet
bij de uitvoering van de Woontopafspraken.
Vraag 4
Welke andere belemmeringen, naast het vastlopen van bezwaarprocedures, zijn er nog
meer voor de woningbouw?
Antwoord 4
In de Kamerbrief3 «Voortgangsrapportage programma woningbouw» en specifiek in het hoofdstuk over de
kritische succesfactoren in de bijgevoegde voortgangsrapportage wordt nader ingegaan
op de belemmeringen. Samen met betrokken partners zet ik in op het komen tot een vermindering
hiervan door bijvoorbeeld waar mogelijk de regels te vereenvoudigen, of zelfs te schrappen.
Voor een deel vraagt dit aanpassing van regelgeving om conflicterende, tegenstrijdige
en overbodige bouw- en ruimtelijke regels te schrappen en procedures te versnellen.
Dat doe ik via het programma STOER. Andere belemmeringen kunnen aangepakt worden zonder
aanpassing van regelgeving. Dat doe ik bijvoorbeeld via de realisatiestimulans, het
voorzetten van de Woningbouwimpuls en extra investeringen in infrastructuur.
Vraag 5 en 6
Kunt u van elke bouwlocatie aangeven welke belemmering(en) er spelen?
Welke belemmeringen die er nu spelen kunnen gebundeld aangepakt worden?
Antwoord 5 en 6
Elke bouwlocatie heeft zijn eigen combinatie van belemmeringen. In elk van de 35 Woondeals
is een inventarisatie van de specifieke lokale en regionale belemmeringen opgenomen.
Het adresseren van belemmeringen wordt gedaan aan lokale en regionale versnellingstafels.
Regio-overstijgende knelpunten kunnen worden ingebracht op bijvoorbeeld de landelijke
versnellingstafel. Over de werkzaamheden en aanpak van de landelijke versnellingstafel
woningbouw heb ik u onlangs geïnformeerd via het jaarverslag zoals opgenomen in de
Kamerbrief4 over «Voortgang financiële regelingen woningbouw» van 19 december 2024. Daarnaast
blijf ik actief in gesprek met mijn medekabinetsleden als het gaat om landelijke belemmeringen
als bijvoorbeeld netcongestie.
Vraag 7
Heeft u voldoende bevoegdheden om snelheid aan te brengen in disputen die spelen tussen
verschillende overheden en/of waterschappen?
Antwoord 7
Deze vraag beantwoord ik samen met vraag 8 en 9.
Vraag 8
Kunt u specifiek aangeven bij welke woningbouwprojecten sprake is van een dergelijk
dispuut en hoe lang dit al gaande is?
Antwoord 8
Deze vraag beantwoord ik samen met vraag 7 en 9.
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe snel u deze disputen gaat oplossen?
Antwoord 9
Het mag duidelijk zijn dat het voorkomen van disputen tussen overheden en/of waterschappen
altijd de voorkeur heeft. Al staat het overheden en/of waterschappen vrij om bezwaar
te maken of beroep in te stellen tegen plannen in hun omgeving of die hun bevoegdheden
raken. Bestuurlijk interveniëren is vaak sneller dan formele bevoegdheden op deze
wijze in zetten. Voor de gebiedsontwikkeling van het Middengebied in de Zuidplaspolder
heb ik de heer Wim Kuijken gevraagd om een rol te vervullen als onafhankelijk adviseur.
De afgelopen periode heeft hij verkennende gesprekken gevoerd met de betrokken partijen.
Zijn bevindingen hoop ik binnenkort van hem te ontvangen. Op basis hiervan zal op
korte termijn in samenspraak met de betrokken partijen een vervolgstap worden bepaald.
Vraag 10 en 11
Kunt u aangeven bij hoeveel projecten er momenteel sprake is van afschalen door oplopende
kosten veroorzaakt door vertraging?
Kunt u aangeven hoeveel projecten er in 2024 afgeblazen zijn en/of op het punt staan
om afgeblazen te worden door oplopende kosten veroorzaakt door vertraging?
Antwoord 10 en 11
In de Kamerbrief5 over «Voortgang financiële regelingen woningbouw» heb ik u geïnformeerd over de eerder
beschikbaar gestelde middelen van het huidige kabinet en de vorige kabinetten. Zo’n
driekwart van de projecten die een bijdrage ontvingen verlopen volgens afspraak. Bij
de projecten die een wijzigingsverzoek hebben ingediend gaat het in vele gevallen
om een combinatie van specifieke lokale factoren als ingewikkelde infrastructurele
ingrepen, tijdrovende uitplaatsingen van bedrijven en versnipperd grondeigendom die
vaak spelen bij complexe gebiedsontwikkelingen. Tijdens mijn bestuurlijke gesprekken
in het kader van de Woondeals blijf ik hierover in gesprek met betrokken partijen.
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één, onderbouwd en binnen drie weken beantwoorden
Antwoord 12
Een uitstelbericht is reeds naar u verzonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.