Brief regering : Verslag bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 13 februari 2025
28 676 NAVO
Nr. 486
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2025
Hierbij stuur ik u het verslag van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) op 12 februari en de bijeenkomst van de NAVO-ministers van Defensie (DMM) op
13 februari in Brussel. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren
over de verlenging van de MQ-9 missie in Roemenië en een non-paper over de Nederlandse
prioriteiten ten aanzien van de aanstaande White Paper van de Europese Commissie over
de toekomst van EU-defensiesamenwerking.
Afschrikking en verdediging
De Russische dreiging is onverminderd groot. Bondgenoten, SACEUR en SG-NAVO benadrukten
het belang van het leveren van capaciteiten ter invulling van de militaire verdedigingsplannen.
Met name vanuit de VS kwam heldere taal: de NAVO moet krachtig en gereed voor eventueel
conflict zijn. De VS zal zich niet terugtrekken uit de NAVO of Europa, maar verwacht
wel dat Europese bondgenoten meer verantwoordelijkheid voor de Europese veiligheid
dragen. Er was consensus over de noodzaak voor een eerlijkere lastenverdeling en dat
de afschrikking en verdediging van het bondgenootschap juist nu versterkt moet worden.
De NAVO moet klaar staan om «peace through strength» af te dwingen. Hiervoor moeten de in het NATO Defence Planning Process (NDPP) vastgelegde concept-capaciteitsdoelstellingen met hoge urgentie worden ingevuld,
wat unaniem werd onderkend. In deze sessie werd ook gesproken over het vastleggen
van een hogere Defence Investment Pledge (DIP). Ook hier was consensus dat het volledig invullen van de capaciteitsdoelstellingen
meer dan 2% van het BBP zou vragen. Deze discussie zal zich in de aanloop naar de
NAVO-top in Den Haag in juni verder ontwikkelen. Zoals toegezegd in het Commissiedebat
NAVO van 5 februari zal ik hierover in aanloop naar de NAVO-top in Den Haag verder
in gesprek gaan met uw Kamer.
Uiteindelijk zijn de capaciteiten die we beschikbaar kunnen stellen doorslaggevend
voor onze afschrikking en verdediging, niet het percentage dat wordt uitgegeven. Om
de benodigde capaciteiten op de mat te kunnen brengen, is een sterke defensie-industrie
cruciaal. Onze investeringen in de defensie-industrie zullen we zo efficiënt mogelijk
moeten besteden, bijvoorbeeld via concrete aggregatie van de vraag onder bondgenoten,
meer lange-termijn contracten en meer standaardisatie. Nederland zet hier in zowel
NAVO- als EU-verband sterk op in. Binnen de NAVO spelen onder andere het NATO Support and Procurement Agency en het NATO Standardization Office hier een rol in.
De mondiale veiligheidssituatie is complex. Het Europese theater is via de steun aan
Rusland van Iran, China en Noord-Korea onlosmakelijk verbonden met het Midden-Oosten
en Azië. In deze context is het bovenal belangrijk dat bondgenoten eensgezindheid
uitstralen en dat iedereen zijn eerlijke bijdrage levert aan onze collectieve veiligheid.
Dat betekent dat we inderdaad als Europeanen meer verantwoordelijkheid moeten nemen
voor de veiligheid in onze regio, maar wel in nauwe samenwerking met de VS.
Oekraïne
Voorafgaand aan de DMM vond er een Ukraine Defence Contact Group plaats, voor het eerst onder voorzitterschap van het Verenigd Koninkrijk en in het
bijzijn van de recent aangetreden Amerikaanse Minister van Defensie. Deze laatste
begon de bijeenkomst met enkele ferme uitspraken: terugkeren naar de Oekraïense grenzen
van pre-2014 en Oekraïens NAVO-lidmaatschap zouden beide onrealistisch zijn. In de
vergadering bespraken de leden daarna hoe invulling te geven aan de urgente noden
van de Oekraïense krijgsmacht. Nederland bevestigde hierbij de recente levering van
aanvullende F-16 toestellen, evenals YPR-gewondentransport voertuigen. Dit bovenop
de constante stroom van goederen zoals munitie, rantsoenen en reservedelen.
Zowel tijdens de Ukraine Defence Contact Group als tijdens beide sessies van de DMM heb ik uitgedragen dat de beste investering in
onze veiligheid op de korte termijn het optimaal steunen van Oekraïne blijft. In het
afgelopen jaar hebben bondgenoten meer dan 50 miljard euro aan militaire steun aan
Oekraïne geleverd, ruim 10 miljard meer dan de in juni afgesproken Washington Pledge van 40 miljard. Het sterke Europese aandeel (waaronder het Nederlandse co-leiderschap)
binnen de Air Force Capability Coalition laat ook zien dat Europa zijn verantwoordelijkheid neemt in het steunen van Oekraïne.
De uitkomst van de oorlog in Oekraïne zal de veiligheidssituatie in Europa voor de
voorzienbare toekomst bepalen. Oekraïne verdient een duurzame, rechtvaardige vrede.
Dit is ook in ons belang. Daarom moeten we door onze onverminderde steun Oekraïne
in de sterkst mogelijke positie aan de onderhandelingstafel kunnen laten plaatsnemen.
Ook hier geldt het gezegde peace through strength.
Bondgenoten waren het met elkaar eens dat robuuste veiligheidsgaranties onderdeel
moeten zijn van elk vredesverdrag. Over de vorm van deze veiligheidsgaranties zal
nog verder gesproken moeten worden. Nederland blijft, net als vele andere bondgenoten,
achter de Washington Summit Declaration staan. Ook heb ik uitgedragen dat enkel met Oekraïne over Oekraïne gesproken kan worden en dat, zeker waar een hoofdrol voor Europa verwacht
wordt, Europa ook aan tafel moet zitten.
Air Shielding Roemenië
Het kabinet informeert uw Kamer in deze brief ook dat Defensie de inzet van twee MQ-9»s
in Roemenië met een jaar (tot 31 maart 2026) verlengt voor de uitvoering van Air Shielding-taken
ten behoeve van enhanced Vigilance Activities (eVA) voor de NAVO. Het nu aanwezige derde MQ-9-systeem wordt teruggehaald naar Nederland.
Hierdoor komt meer ruimte voor nationale en niet-eVA-activiteiten. Over het doel en
de missie van deze systemen bent u met een Kamerbrief op 17 oktober 2023 geïnformeerd
(kenmerk 2867630806, nr. 442). Deze blijven ongewijzigd. De kosten voor de verlenging
van de MQ-9»s voor de inzet van één jaar worden geraamd op 7,8 miljoen euro en komen
ten laste van het BIV.
Non-paper EU-defensiesamenwerking
Tot slot stuur ik u als bijlage bij deze brief een non-paper toe over de Nederlandse
prioriteiten ten aanzien van de aanstaande White Paper on the Future of Defence van de Europese Commissie. De plannen van de Commissie in het White Paper zullen
de basis vormen van de onderhandelingen over het EU-defensiebeleid van de komende
jaren.
In het non-paper zet Nederland in op het versterken van de defensie-industrie via
het opzetten van Europese flagshipprojecten. Prioriteiten hierbij zijn ruimte(vaart),
maritime domain awareness en luchtverdediging. Daarnaast pleit Nederland voor het wegnemen van juridische barrières
voor de gereedstelling en inzet van de krijgsmacht. Tot slot hecht Nederland veel
belang aan samenwerking met de NAVO en belangrijke partnerlanden zoals het VK en de
VS.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie