‘Interne Raadsdocumenten van de EU vaak onterecht geheim’
De regels voor de geheimhouding van interne documenten van de Raad van Ministers van de Europese Unie, waaronder stukken over nieuwe Europese wetgeving zijn in strijd met het Verdrag van Lissabon. Dat concludeert de parlementair advocaat in een advies. Omdat een sterke informatiepositie van Kamerleden één van de belangrijkste speerpunten van de Tweede Kamer is, heeft de Kamer de parlementair advocaat verzocht om een juridische analyse over de openbaarheid van interne Raadsdocumenten. Dat gebeurde naar aanleiding van het rapporteurschap over EU-informatievoorziening van Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA).
Veel interne Raadsdocumenten worden niet openbaar gemaakt. Dat gebeurt op basis van interne regels van de Raad van Ministers van de EU. Het gaat dan bijvoorbeeld om nieuwe wetgeving over terrorismebestrijding, migratie of internationale handelsovereenkomsten. Volgens de parlementair advocaat moet bij elk intern Raadsdocument beoordeeld worden of dit vertrouwelijk moet blijven of gepubliceerd kan worden. Op dit moment schrijven de interne regels juist voor dat zogeheten ‘limité-documenten’ (documenten die bedoeld zijn voor interne verspreiding) automatisch vertrouwelijk zijn.
De Tweede Kamer krijgt bijvoorbeeld interne onderhandelingsdocumenten over EU-wetgeving alleen vertrouwelijk onder ogen; er mag niet uit geciteerd worden tijdens debatten. Volgens een rapport van de commissie voor Europese Zaken over EU-informatievoorziening kan de Kamer de Brusselse besluitvorming zo niet goed controleren. Ook kunnen burgers de onderhandelingen niet volgen. Daarom heeft de Tweede Kamer in januari 2017 de parlementair advocaat gevraagd om de EU-regels over de openbaarmaking van interne Raadsdocumenten tegen het licht te houden. Zij concludeert dat deze interne EU-regels niet langer houdbaar zijn gelet op de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie. De parlementair advocaat onderzocht ook of de Kamer de regels juridisch kan aanvechten. Haar conclusie is dat de Kamer deze mogelijkheid niet heeft. Wél zou de Nederlandse regering in Europa voor een wijziging van de regels kunnen pleiten.
De parlementair advocaat noemt daarnaast nog een aantal andere mogelijkheden om de transparantie van het Europese wetgevingsproces te vergroten. Zo kan een individueel Kamerlid wel verzoeken om toegang tot interne Raadsdocumenten door een beroep te doen op de zogeheten Euro-Wob (het Europese equivalent voor de Nederlandse Wet openbaarheid van bestuur), en kunnen Kamerleden het probleem aan de orde stellen bij hun collega’s in het Europees Parlement of er aandacht voor vragen bij de Europese Ombudsman.
Download het advies van de parlementair advocaat hier
Na de verkiezingen van woensdag 15 maart 2017 besluit de nieuwe Tweede Kamer welke actie moet volgen op het advies van de parlementair advocaat.
Noot voor de redacties:
Voor vragen kunt u contact opnemen met de rapporteur EU-informatievoorziening, Pieter Omtzigt, op telefoon 06 – 1830 5974.
Achtergrond: rapporteur EU-informatievoorziening
Voor het thema EU-informatievoorziening is CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt rapporteur namens de commissie voor Europese Zaken. Om de informatievoorziening over Europese dossiers te verbeteren, heeft Omtzigt namens de Kamer een aantal voorstellen gedaan. Deze zijn terug te lezen in het position paper ‘Vier voorstellen voor meer transparantie van de regering richting het parlement over besluitvorming in de Europese Unie’.
De commissie voor Europese Zaken heeft op 16 november 2016 over het rapport gedebatteerd met minister Koenders van Buitenlandse Zaken. Tijdens dat debat werd afgesproken dat de Kamer voortaan deskundigen van buiten mag raadplegen over vertrouwelijke EU-documenten en dat het kabinet opnieuw de noodzaak voor meer transparantie over Europese wetgeving aan de orde zal stellen in de EU.