Kinderen voelen kabinet aan de tand tijdens eerste kindervragenuur
Ruby Moll uit groep 8 van basisschool Het Avontuur in Almere mag dinsdag 20 november 2018 het spits afbijten tijdens het allereerste kindervragenuur ooit. Ruby wil weten waarom kinderen onder de 18 jaar niet mogen stemmen. “Er is toch vrijheid van meningsuiting?”
Minister-president Rutte is onder de indruk van de vraag: “Wat een ontzettend goede vraag is dit!” Hij wijst erop dat je bijvoorbeeld in Oostenrijk wel al vanaf je zestiende mag stemmen. Ook herinnert hij eraan dat je in Nederland pas sinds 1972 vanaf je achttiende mag stemmen. Toch is hij geen voorstander van het verlagen van de leeftijd waarop je naar de stembus mag.
Eerste kindervragenuur
Op dinsdag 20 november 2018 was het allereerste kindervragenuur. Het is ingesteld naar aanleiding van een motie van Kamerlid Rens Raemakers (D66). Kinderen hebben volgens Raemakers vaak het gevoel dat hun mening niet op prijs wordt gesteld. Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib ziet het kindervragenuur als de start van een traditie. Ze vindt het goed dat volwassenen inzicht krijgen in wat kinderen bezighoudt.
Enthousiasme
Voorzitter Arib constateert aan het begin van het kindervragenuur dat niet alleen de kinderen, maar ook de bewindslieden er zin in hebben. “Normaal moet ik altijd bellen of de ministers willen komen. Dit is de eerste keer dat de ze met enthousiasme in vak-K zitten.” Op de publieke tribune zitten Tweede Kamerleden zichtbaar te genieten van de vragen die de kinderen in de zaal stellen.
Als minister-president Rutte klaar is met zijn antwoord op de vraag van Ruby, komen Luna en Sofie naar de interruptiemicrofoon. Zij willen hun vervolgvraag met zijn tweeën stellen. Dat mag van de Voorzitter. De één begint: “Hoe kun je dan …”. De ander vult aan: “… je stem uitbrengen?” Je kunt bijvoorbeeld invloed uitoefenen door lid te worden van een vereniging, suggereert de minister-president. Na deze eerste vragenronde moedigt Voorzitter Arib de kinderen aan om nog meer vragen te stellen. “Dat ga ik niet invoeren in de Kamer, hoor!”
In de blauwe stoelen
Alle leerlingen uit groep 7 en 8 van Nederlandse basisscholen konden een vraag insturen. In hun groep hebben zij vragen bedacht voor de ministers en staatssecretarissen. Tot 1 november konden de leerlingen hun vraag insturen, via hun juf of meester. In totaal werden 151 vragen ingestuurd, waaruit vijf vragen zijn geselecteerd. Deze vragen zijn bedacht door de groepen 8 van Het Avontuur in Almere, de St. Josephschool in Lisse, de ABS in Middelburg, de Alfonsusschool in Enschede en de Nieuweschool in Panningen. De leerlingen uit deze groepen mochten dinsdag op de 150 blauwe stoelen van de vergaderzaal plaatsnemen. Vijf kinderen mochten de vragen stellen, aan de ministers en staatssecretarissen in het kabinetsvak (‘vak-K’).
Vragen
De kinderen hebben nog vier vragen. Waarom wordt er op scholen zo weinig aandacht besteed aan sporten en bewegen? Hoe lossen we het gebrek aan pleeggezinnen op? Wat gebeurt er met mensen met een gasfornuis, nu er geen gas meer wordt geboord? Waarom krijgen mensen op vmbo-niveau minder salaris, terwijl ze meer doen?
Sport en bewegen
Fons Peereboom uit Lisse wil meer aandacht voor sport en bewegen. Hij sleept er zelfs de toezegging uit dat minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) langs zal komen op zijn school. De minister voelt minder voor de suggestie van een klasgenootje van Fons: meer uren besteden aan bewegen, minder aan lezen.
Voor Estée Pattipeiluhu uit Middelburg heeft minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) een warm advies: “Wees ontzettend lief voor pleegkinderen, want het zijn vaak kinderen die heel veel hebben meegemaakt.” Hij is het eens met Estée, die zegt: “Ieder kind heeft recht op liefde en een veilig thuis.”
Geen gas
Elin de Vries uit Enschede wil van minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) weten wat er gebeurt met mensen met een gasfornuis, nu er straks geen gas meer wordt opgeboord. Over vier jaar komt het gas inderdaad niet meer uit Groningen, antwoordt de minister. Maar pas in 2050 komt er echt geen gas meer uit de kraan. “Dan ben jij midden veertig en ik ver boven de tachtig!”
Meer geld voor mensen op vmbo-niveau
“Het antwoord is ongeveer wat ik had gedacht, dus ik wil u bedanken.” Sam van de Bovenkamp uit het Limburgse Panningen is gauw tevreden met het antwoord van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zijn vraag gaat over mensen die werken op vmbo-niveau. “Zij werken harder, maar krijgen minder geld.” Sam vindt dit niet rechtvaardig. De kinderen krijgen een compliment van de minister: “Wat ontzettend knap dat jullie allemaal uit jullie hoofd spreken. Dat lukt ons meestal niet!”