Herdenking bij Erelijst van Gevallenen op vrijdag 4 mei
Op vrijdag 4 mei 2018 herdenkt Nederland zijn oorlogsslachtoffers. Daarom legden Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib en Eerste Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol vrijdagochtend een krans bij de Erelijst van Gevallenen in de hal van ingang Binnenhof 1A van het Tweede Kamergebouw. Ook minister-president Mark Rutte en staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport waren bij de herdenking aanwezig.
Gedichten en toespraak
Op de Erelijst van Gevallenen, een nationaal monument, staan de namen van bijna 18.000 Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. De herdenking op vrijdag 4 mei begon met het voordragen van gedichten door leerlingen van de Johan de Witt Scholengroep uit Den Haag. Daarna hield de Voorzitter van de Tweede Kamer, Khadija Arib, een toespraak. Hierin stond zij stil bij de ‘fakkeldragers van onze vrijheid’ en een aantal plekken op het Binnenhof die herinneringen oproepen aan de oorlogsjaren.
Arib: "Juist hier, in dit levende bolwerk van verhit debat, van campagne, van politieke strijd, is het belangrijk af en toe stil te staan bij die fakkeldragers van onze vrijheid. Zodat ook wij die morele toorts brandend kunnen houden. Zodat we kunnen staan voor een democratie die niet alleen een
stem geeft aan de meerderheid. Maar ook gebouwd is op het respect voor andersdenkenden, het beschermen van minderheden. Omdat dát de kracht van je samenleving ten diepste bepaalt."
- Lees de volledige speech van Kamervoorzitter Arib.
- Bekijk ook de digitale versie van de Erelijst van Gevallenen.
Kranslegging
Na de kranslegging door beide Kamervoorzitters, legde minister-president Mark Rutte, samen met staatssecretaris Paul Blokhuis, een krans namens de Raad van Ministers van het Koninkrijk. Vervolgens stond het gezelschap uit eerbetoon kort stil bij de nieuwe Gerrit Kastein-plaquette en de Englandspiel-plaquette.
Gerrit Kastein-plaquette
Dit jaar werd voor het eerst stilgestaan bij de Gerrit Kastein-plaquette. Verzetsheld Gerrit Kastein werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse Sicherheitsdienst vastgehouden in het Tweede Kamergebouw. Hij was zich ervan bewust dat de Sicherheitsdienst verzetsstrijders martelde om achter informatie te komen. Kastein sprong daarom op een onbewaakt ogenblik uit het raam, om te voorkomen dat hij zijn kamerraden zou verraden in de martelkamer. Hij overleefde deze sprong niet. Kastein werd 32 jaar en werd postuum onderscheiden met het Verzetskruis.
Het hoekkamertje op de tweede verdieping van Binnenhof 7 waar Kastein verhoord zou worden in de Tweede Wereldoorlog, is in 2017 omgedoopt tot de 'Kasteinkamer'.
