Herdenking bij Erelijst van Gevallenen

De jaarlijkse 4 mei-herdenking bij de Erelijst van Gevallenen heeft plaatsgevonden in de Statenpassage van de Tweede Kamer. Voorzitter Vera Bergkamp hield een toespraak en legde samen met Jan Anthonie Bruijn, Voorzitter van de Eerste Kamer, namens de Staten-Generaal een krans bij dit nationaal monument. Minister-president Mark Rutte en Maarten van Ooijen, staatssecretaris van VWS, legden namens de Raad van Ministers van het Koninkrijk een krans.

Elvira Jungslager tijdens haar toespraak bij de Erelijst van Gevallenen.

Toespraak

De herdenking begon met de toespraak van Vera Bergkamp. Daarin stond ze stil bij het feit dat de Tweede Wereldoorlog steeds verder achter ons in de tijd ligt, waardoor we meer moeite moeten doen om de herinneringen te behouden. "Er zijn Nederlanders voor wie de oorlog nooit verleden tijd is. De herinnering is nog levend, elke dag. Dat geldt echter niet voor iedereen. En dus moeten we meer moeite doen om inhoud te geven aan de herdenking, om de vervagende kleuren weer sprekend te maken. Vooral als het gaat om jongeren. Het idee om de jonge generatie uit te nodigen iets te vertellen over een grootouder, oudtante of overgrootvader draagt daar aan bij. Zo krijgen de namen een gezicht. Zo komen de namen tot leven – door de mond van iemand van de jongere generatie."

Ook sprak de Kamervoorzitter over het dagboek van Anne Frank, dat zij onlangs opnieuw las. "De piepjonge schrijfster had ons veel te zeggen over hoe je met elkaar moet leven, over de grondslagen van een rechtvaardige samenleving. Nederland is een democratische rechtstaat. Het fundament daaronder is stevig verankerd. We hebben vrije verkiezingen, een sterke Trias Politica, vrijheid van drukpers, van vergadering, van meningsuiting."



"Tastbare voorwaarden voor een echte democratie. Maar dat is niet voldoende. Een democratische rechtstaat begint met hoe mensen zelf leven. Wat ze vinden, wat ze zeggen, wat ze doen. Hoe ze met elkaar omgaan. Dat we de ander in zijn of haar waarde laten. Dat we bereid zijn te luisteren naar elkaars opvattingen. Dat we bereid zijn ons eigen handelen kritisch te bekijken, te reflecteren op wat we dagelijks doen."

Bladzijde omgeslagen

Aansluitend hield Elvira Jungslager een toespraak over haar grootvader, Eduard Carel Frederik Hellendoorn. Hij staat in de Erelijst vermeld en was in februari 1941 één van de organisatoren van de Februaristaking. Hij werd verraden, opgepakt, gevangen gezet en ter dood veroordeeld. Samen met zeventien andere verzetsmensen werd hij op 13 maart 1941 op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Bij de herdenking werd een bladzijde van de Erelijst van Gevallenen omgeslagen. Op die pagina staat Eduard Carel Frederik Hellendoorn. 

Vervolgens droegen leerlingen van de Johan de Witt Scholengroep uit Den Haag gedichten voor, gevolgd door de kransleggingen namens de Staten-Generaal en de Raad van Ministers van het Koninkrijk. De leerlingen van de Johan de Witt Scholengroep legden ook een krans. Daarna werd een minuut stilte in acht genomen.

Herdenking op de Dam

De Kamervoorzitter is 's avonds aanwezig bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Zij legt daar samen met Voorzitter Jan Anthonie Bruijn van de Eerste Kamer een krans namens de Staten-Generaal. Bekijk het programma van de Nationale Dodenherdenking.

Erelijst van Gevallenen

De Erelijst van Gevallenen is te vinden in de Statenpassage van de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer. Op het Binnenhof was deze sinds 1960 te vinden bij ingang Binnenhof 1A van de Tweede Kamer.

De Erelijst bevat van bijna 18.000 gevallenen de familienaam en voornamen, plaats en datum van geboorte, beroep of militaire rang, plaats en datum van sneuvelen of overlijden – voor zover bekend. Iedere dag wordt een bladzijde van de Erelijst omgeslagen. U kunt de digitale Erelijst hier bekijken.