Wijziging van het Reglement van Orde in verband met het als ongeoorloofd gedrag aanmerken van het bedreigen van een persoon

29 september 2022, debat –De Kamer debatteert over een aanscherping van de eigen gedragsregels. Paternotte (D66) en Segers (ChristenUnie) stellen voor dat Kamerleden tijdens debatten geen personen mogen bedreigen.

Met het voorstel wordt het bedreigen van een persoon in het Reglement van Orde expliciet aangemerkt als ongeoorloofd gedrag tijdens de vergadering. De voorzitter kan Kamerleden die zich aan dit gedrag schuldig maken, een waarschuwing geven. Als zij niet bereid zijn terug te komen op een bedreiging of doorgaan met bedreigen, kan de voorzitter hun het woord ontnemen en uiteindelijk uitsluiten van de vergadering.

Bedreigingen

Als gevolg van uitspraken in de Kamer hebben sommige politici te maken met geweld, bedreiging en agressie, constateert Sneller (D66) en dat klimaat kan met dit wetsvoorstel gekeerd worden. Want woorden die in de Kamer uitgesproken worden doen ertoe, zegt Ceder (ChristenUnie). Het is zorgelijk dat uitingen in de Kamer tot bedreigingen in het echte leven leiden, vult Ephraim (Groep Van Haga) aan.

Van Dijk (CDA) "schaamt zich kapot" dat gedrag in de Kamer leidt tot een toename van bedreigingen en vindt het goed om een norm vast te stellen. Simons (BIJ1) wijst op de grenzen aan de vrijheid van meningsuiting: je gaat te ver als de consequentie is dat anderen worden geraakt in hun veiligheid.

Treurig

Voor de wijziging bestaat brede steun in de Kamer, want wie kan hier nou tegen zijn, zegt Mohandis (PvdA). Tegelijkertijd geeft het veel woordvoerders een dubbel gevoel. Bromet (GroenLinks) noemt het "treurig" dat dit in het Reglement van Orde moet worden opgenomen. Den Haan (Fractie Den Haan) vindt het "beschamend dat we het hierover moeten hebben". En Dassen (Volt) vindt het "best absurd, want dat je elkaar niet moet bedreigen snapt een kind van 4".

Tegen

Markuszower (PVV) vindt juist dat je Kamerleden niet moet beperken in hun uitingen: "daarmee hamer je het debat dood". Ook volgens Van Meijeren (FVD) worden Kamerleden op deze manier belemmerd om het debat te voeren. Daarnaast signaleert hij "selectieve verontwaardiging": waarom wordt FVD regelmatig aangesproken en mogen andere opmerkingen gewoon passeren?

Noodzaak

Sommige woordvoerders zetten vraagtekens bij de noodzaak van de wijziging. Volgens Leijten (SP) gaat deze toevoeging de praktijk niet veranderen. Wassenberg (PvdD) kan meegaan met de intenties achter het initiatiefwetsvoorstel, maar vraagt zich af of de voorzitter niet al voldoende instrumenten heeft om in te grijpen.

Kamminga (VVD) wijst erop dat de Kamer vooral zelf bereid moet zijn naar het voorstel te handelen. We kunnen niet zonder scherp debat waarbij de randen worden opgezocht, maar dat moeten we altijd met respect voor elkaar doen, vindt zij. "Boven de gordel debatteren", noemt Eerdmans (JA21) dat.

Personen

Welke "personen" bedoelen Paternotte en Segers? Geldt het alleen voor Kamerleden of voor personen in het algemeen, vraagt Van der Plas (BBB). Ook Van der Staaij (SGP) wil meer weten over de reikwijdte: is het beperkt tot Kamerleden, het kabinet en andere deelnemers aan het debat? Of geldt het breder, bijvoorbeeld ook voor wetenschappers en journalisten?

Kabinet

Verschillende sprekers verwijzen naar het moment tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen waarop het kabinet wegliep na woorden van Baudet (FVD). Het kabinet zou niet moeten bepalen wat in de Kamer gezegd mag worden, vindt Leijten (SP). Die streep zou de voorzitter volgens haar moeten trekken.

Gündoğan is juist blij dat het kabinet wegliep. Ze vond het een goed signaal, dat liet zien dat het belangrijk is om de democratie te beschermen.

De indieners zullen op een later moment op de vragen van de Kamer reageren.

Zie ook: