Wet voor verlenging transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel
23 april 2025, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) over het wetsvoorstel dat de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel verlengt. Maar vooral het voorstel van Joseph (NSC) om pensioendeelnemers inspraak te geven roept veel discussie op.
In 2022 heeft de Kamer uitgebreid gedebatteerd over de Wet toekomst pensioenen, onder andere op 2 november, 10 november en 15 december. In het nieuwe stelsel is de kans op indexatie groter, maar de pensioenuitkering kan ook sneller dalen. Er werd verschillend over gedacht, maar uiteindelijke stemden Tweede en Eerste Kamer ermee in.
De wet trad op 1 juli 2023 in werking, maar pensioenfondsen kregen tot 1 januari 2027 de tijd om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Met het wetsvoorstel wordt die uiterste transitiedatum nu verlengd naar 1 januari 2028, zodat de overgang zorgvuldig kan verlopen.
Individueel bezwaar of referendum
Mensen moeten zelf kunnen bepalen of het geld dat ze in het oude pensioenstelselgespaard hebben, overgaat naar het nieuwe stelsel, vindt Joseph (NSC), want anders is er onvoldoende draagvlak. Haar amendement regelt daarom dat pensioenfondsen hun deelnemers de optie zouden moeten geven om individueel bezwaar te maken. En als ze dat niet doen, moet er een referendum gehouden worden over het overstappen naar het nieuwe stelsel.
Het nieuwe stelsel leidt tot een "casinopensioen", betoogt Van Kent (SP). Het zou volgens hem "krankzinnig" zijn als geld dat mensen zelf hebben opgebouwd, zonder inspraak wordt overgeheveld naar het nieuwe stelsel. Hij steunt daarom het amendement. Ook pleit hij voor een uiterste transitiedatum van 1 januari 2029.
Pensioen is uitgesteld loon, benadrukt Mulder (PVV), en is daarmee eigendom van degenen die het hebben opgebouwd. Het is daarom redelijk en rechtvaardig dat pensioendeelnemers inspraak krijgen. De burger wordt buitenspel gezet als pensioenfondsen zonder inspraak van deelnemers kunnen besluiten om over te gaan naar het nieuwe stelsel, vindt Vermeer (BBB). Hij waarschuwt dat dan mogelijk veel mensen naar de rechter zullen stappen.
Kritiek op amendement
De behandeling van de Wet toekomst pensioenen is een van de meest zorgvuldige in de geschiedenis geweest, zegt Van Dijk (CDA), en het past niet om dit nu met een amendement aan te passen. Haage (GroenLinks-PvdA) sluit zich daarbij aan: nu hierop terugkomen met een "prutsamendement" getuigt van onbehoorlijk bestuur.
Hogere kosten voor pensioenfondsen. Negatieve gevolgen voor alle generaties. Onbehoorlijk bestuur en onuitvoerbaar. Vijlbrief (D66) herhaalt de kritische oordelen van experts als de Pensioenfederatie, De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiƫle Markten over het amendement van Joseph. In zijn ogen is het een kernbom onder het nieuwe stelsel.
Bij de invoering van het nieuwe pensioenstelsel zijn rust, stabiliteit en zorgvuldigheid, belangrijk, betoogt Aartsen (VVD), maar het amendement zorgt juist voor chaos, onzekerheid en onrust. Ceder (ChristenUnie) is het daarmee eens: nu de Wet toekomst pensioenen is ingevoerd, zou de Kamer de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel moeten ondersteunen en niet moeten verstoren.
De Raad van State heeft negatief over het amendement geadviseerd. Het amendement heeft ingrijpende gevolgen en zal leiden tot vertraging, en daarom ontraadt Van Hijum het. Maar tegelijkertijd wil hij tegemoetkomen aan zorgen en kritiek van deskundigen en Kamerleden, maar ook van pensioendeelnemers. Daarom wil hij pensioenfondsen verplichten om goed te onderbouwen dat een overgang naar het nieuwe stelsel geen onrechtvaardige nadelen oplevert. Ook de communicatie moet volgens hem worden verbeterd.
Twijfel
Het wel of niet steunen van het amendement is voor Ergin (DENK) een groot dilemma. Zijn partij was niet voor de Wet toekomst pensioenen, maar het is volgens hem onverstandig om om de paar jaar het pensioenstelsel ter discussie te stellen. Hij ziet voor- en nadelen aan het amendement: de DENK-fractie moet nog een beslissing nemen.
Eerste Kamer
Het wetsvoorstel om de transitietermijn een jaar te verlengen was nogal technisch, zegt Flach (SGP), maar met het amendement van Joseph is het politiek geworden. Gaat de minister het wetsvoorstel verdedigen in de Eerste Kamer als het amendement wordt aangenomen? En wat gebeurt er als er daar geen meerderheid voor is?
Als de Tweede Kamer het amendement aanneemt, zegt de minister, dan accepteren we dat. Maar er is volgens hem dan wel aanvullende wet- en regelgeving nodig om ervoor te zorgen dat het in de praktijk uitvoerbaar is. Hij werkt dit nog schriftelijk uit voor de stemmingen.
De Kamer stemt op 13 mei over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.
Zie ook
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
- Kijk debatten terug via Debat Direct