Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs afgerond

29 juni 2022, wetsvoorstel - Bij misstanden moet sneller kunnen worden ingegrepen bij onderwijsinstellingen. De Kamer bespreekt het wetsvoorstel van minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) dat dit regelt.

De minister van OCW en de Inspectie van het Onderwijs krijgen met het wetsvoorstel meer mogelijkheden om toezicht te houden op en te handhaven bij scholen en onderwijsinstellingen die (ernstige) overtredingen begaan.

Aanpassingen

In de eerste termijn van het debat op 16 juni waren een aantal woordvoerders kritisch over onderdelen van het wetsvoorstel, met name over de mogelijkheden voor het geven van een (spoed)aanwijzing. De minister heeft daarom alsnog enkele punten aangepast:

  • er moet bij een spoedaanwijzing een wezenlijk vermoeden van wanbeheer zijn in plaats van een redelijk vermoeden
  • een zwaar middel als de (spoed)aanwijzing mag pas worden ingezet als er geen minder vergaande opties zijn
  • een aanwijzing dient altijd te berusten op een inspectierapport waaruit volgt dat sprake is van wanbeheer

De wijzigingen hebben de zorgen over incidentenpolitiek grotendeels weggenomen, vinden Segers (ChristenUnie) en Peters (CDA), en het wetsvoorstel meer in balans gebracht. Ook Van Baarle (DENK) is blij met de aanpassingen van Wiersma, maar die maken niet dat hij nu wel voor het wetsvoorstel is. Er is ruis weggenomen, oordeelt Bisschop (SGP), maar hij blijft kritisch over het verloop van de wetsbehandeling.

Academische vrijheid

De academische vrijheid is een groot goed, benadrukt De Hoop (PvdA). Hij wil daarom dat bij het besluit of een spoedaanwijzing proportioneel en gewenst is, altijd expliciet de bescherming van de academische vrijheid in de afweging wordt betrokken.

De academische vrijheid van studenten, docenten en onderzoekers blijft gewaarborgd, verzekert minister Wiersma. Een spoedaanwijzing kan volgens hem alleen gegeven worden indien dit gezien de omstandigheden een proportionele maatregel is. Daarbij moet een afweging worden gemaakt tussen de ernst van het wanbeheer en de autonomie van de instelling.

Medezeggenschap

Als we de medezeggenschapsraad meer invloed geven, kunnen we voorkomen dat de minister moet ingrijpen, denkt Westerveld (GroenLinks). De medezeggenschapsraad zou wat haar betreft moeten instemmen met de beloning van toezichthouders en het recht moeten krijgen om het bevoegd gezag op te dragen een lid van het bestuur te ontslaan bij wanbestuur.

Wiersma vindt het te ver gaan om de medezeggenschapsraad de mogelijkheid te geven de opdracht te geven een bestuurder te ontslaan. Wel reageert hij positief op Westervelds pleidooi om bestuurders te verplichten om de medezeggenschapsraad proactief te wijzen op zijn advies- of instemmingsbevoegdheid.

Maatschappelijke verantwoordelijkheid

Bestuurders van onderwijsinstellingen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid, betogen Van Meenen (D66) en Paul (VVD). Dit betekent onder andere dat ze zich moeten onthouden van discriminatoire gedragingen en uitlatingen, ook buiten de schoolcontext. De minister zou volgens hen de mogelijkheid moeten krijgen om uitlatingen te laten beoordelen door een commissie.

Wiersma begrijpt de wens om in te grijpen als onderwijsbestuurders op dit vlak over de schreef gaan. Maar hij denkt dat daarvoor nu al genoeg mogelijkheden zijn.

De Kamer stemt op 5 juli over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: