Wet toekomst pensioenen, eerste termijn Kamer

2 november 2022, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) over het wetsvoorstel dat de basis moet vormen voor het nieuwe pensioenstelsel.

Transparanter, persoonlijker en beter aansluitend bij de ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Het in 2019 gesloten pensioenakkoord moet leiden tot een modernisering van het pensioenstelsel. De bedoeling is onder meer dat het pensioen koopkrachtig is, dat de premies voor ondernemers stabiel blijven en dat zelfstandigen gemakkelijker pensioen opbouwen.

Steun

We gaan onze pensioenen toekomstbestendig maken, zegt Smals (VVD), met behoud van de sterke elementen van het bestaande stelsel. De huidige regels benadelen jongeren, en dat verandert met het afschaffen van de zogeheten doorsneesystematiek. Verder krijgen mensen in het nieuwe stelsel een eigen potje, waarmee het pensioen inzichtelijker wordt. Pensioendeelnemers krijgen bovendien meer vrijheid.

Een nieuw pensioenstelsel is hard nodig vanwege onder meer de vergrijzing, betoogt Van Beukering (D66). Hogere pensioenen voor ouderen komen met het nieuwe stelsel dichterbij. Met het nieuwe stelsel kunnen werkenden hun pensioen bovendien makkelijker meenemen naar een nieuwe werkgever.

Ook Palland (CDA) heeft een "positieve grondhouding" ten opzichte van het nieuwe stelsel. Zij wil wel dat de overgang naar het nieuwe stelsel en de naleving van de geformuleerde doelen gemonitord worden.

Kritiek en vragen

Essentiële cijfers ontbreken, een actuele onderbouwing is er niet en deskundigen waarschuwen voor de gevolgen. De Jong (PVV) betoogt dat het gaat om een historische pensioenhervorming die tot in lengte van dagen zal doorwerken. Die mag niet door een kleine politieke meerderheid worden doorgedrukt, vindt hij.

Wordt het beter dan in het huidige pensioenstelsel? Azarkan (DENK) vindt het belangrijk dat pensioenen weer geïndexeerd gaan worden, maar betwijfelt of dat met het nieuwe stelsel gaat gebeuren. En wordt het pensioengeld bij de overgang naar het nieuwe stelsel wel eerlijk verdeeld?

De invoering van het nieuwe stelsel kent grote risico's, waarschuwt Omtzigt. Volgens hem is het parlement "geblinddoekt" omdat het advies van de Commissie Parameters over mogelijke scenario's er nog niet is. Het nieuwe pensioenproduct is vele malen risicovoller dan het huidige, verwacht hij. Pensioenen van jongeren kunnen namelijk verdampen als er belegd mag worden met geleend geld.

Ook Ephraim (Groep Van Haga) heeft zorgen over de uitvoering van de nieuwe wet. Hij wijst erop dat de Raad voor de rechtspraak een grote hoeveelheid rechtszaken verwacht. Ook kunnen er grote problemen ontstaan bij uitvoeringsorganisaties.

Het nieuwe stelsel is zo ingewikkeld als een mummie, oordeelt Van der Plas (BBB). Met een systeem van individuele pensioenpotjes verdwijnt volgens haar de solidariteit uit het systeem. Zij wil daarom dat het huidige stelsel ook wordt opengesteld voor zzp'ers.

Koopkracht, inflatie en zekerheid

Gepensioneerden hebben behoefte aan zekerheid over hun pensioen, betoogt Den Haan (Fractie Den Haan). Zij denkt dat de nieuwe wet die onvoldoende gaat bieden. Het systeem biedt ook geen bescherming tegen de hoge inflatie.

Mensen willen op tijd stoppen met werken, zegt Van Kent (SP), met een koopkrachtig, geïndexeerd pensioen. Het nieuwe stelsel heeft minder buffers en beweegt mee met de financiële markten. Dat zorgt voor onzekerheid en leidt tot een "casinopensioen".

Onzekerheid is er ook voor jongeren, analyseert Pouw (JA21). In het stelsel komt het accent van de pensioenopbouw meer op het begin van de loopbaan te liggen, maar het is allesbehalve zeker dat jongeren vroeg een stabiel pensioen opbouwen.

Over het zogeheten invaren, dus de overdracht van pensioenrechten naar het nieuwe stelsel, is ook heel veel onzeker, constateert Stoffer (SGP). Hoe het precies uitpakt, is koffiedikkijken. Zijn daarover voldoende waarborgen opgenomen in de wet? Lopen deelnemers geen onnodige risico's op kortingen?

Wat gebeurt er in extreme situaties, bijvoorbeeld als het hele financiële stelsel instort, vraagt Maatoug (GroenLinks). Wie moet er dan een keuze maken? Wie bepaalt dan dat het niet wenselijk is om in te varen? Is dat de toezichthouder, het pensioenfonds of een andere instantie?

Dit is het slechtst denkbare moment om naar een nieuw stelsel over te gaan, oordeelt Dekker (FVD). Voor het huidige inflatie- en renteniveau is het nieuwe systeem niet geschikt. Als er veel geld bij moet, moet dat dan in de reserves van pensioenfondsen gevonden worden, wil hij van de minister weten.

Nabestaandenpensioen

De nieuwe wet brengt volgens Ceder (ChristenUnie) verbeteringen aan in het nabestaandenpensioen. Dat wordt eenvoudiger en er komt helderheid over de dekking. Het is wel belangrijk om de regelingen voor het nabestaandenpensioen goed in de gaten te houden en indien nodig aan te passen, zegt Ceder.

Pensioenplicht

Nijboer (PvdA) constateert dat steeds meer werkenden überhaupt geen pensioen opbouwen. Dat betreft niet alleen zzp'ers, maar ook werknemers in het mkb. Hij wil binnen vijf jaar zeker de helft van die werknemers een fatsoenlijk pensioen laten opbouwen. Ook wil hij een algehele pensioenplicht, waar ook zzp'ers onder vallen.

Het debat gaat op een later moment verder met de reactie van de minister op de vragen van de woordvoerders over het wetsvoorstel.

Zie ook: