Weerbaarheid tegen ondermijnende activiteiten vanuit het buitenland

30 mei 2024, debat - Kunnen we als Nederland meer doen om ondermijning vanuit het buitenland tegen te gaan? De Kamer debatteert met de ministers De Jonge (Binnenlandse Zaken), Ollongren (Defensie), Adriaansens (Economische Zaken) en Yesilgöz (Justitie en Veiligheid).

De fysieke en digitale infrastructuur. Het betalingsverkeer. Afhankelijkheid van grondstoffen uit andere landen. Alle woordvoerders wijzen op de kwetsbaarheid van onze samenleving voor ondermijning vanuit landen als Rusland, China en Iran.

Er staat veel op het spel, zegt De Jonge: ook Nederland kan slachtoffer worden van bijvoorbeeld cyberaanvallen en desinformatie. Maar er ligt al wel een solide basis voor het tegengaan van buitenlandse inmenging, het beschermen van de vitale infrastructuur en de cyberveiligheid, benadrukt Yesilgöz. Adriaansens wijst op de aanpak kennisveiligheid.

Integrale veiligheid

Veiligheid zou een integraal onderdeel moeten zijn van het beleid, betoogt Boswijk (CDA), en daarom moeten alle ministeries hun rol pakken. Zowel de overheid als bedrijven en burgers zijn belangrijk, zegt Erkens (VVD). De overheid moet scenario's ontwikkelen, bedrijven moeten strategische voorraden aanhouden en burgers moeten zich bewust van gevaren en zich wapenen tegen desinformatie.

De dreiging van ondermijnende activiteiten gaat de hele overheid en de hele samenleving aan, benadrukt Timmermans (GroenLinks-PvdA). De Nationale Veiligheidsraad zou daarom meer en structureel de leiding moeten nemen in het versterken van de weerbaarheid, om versnippering en verkokering te voorkomen.

Iedereen moet zijn steentje bijdragen, zegt Yesilgöz: overheid, burgers en bedrijven hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Er wordt volgens haar hard gewerkt aan een actieplan voor bescherming van de infrastructuur op de Noordzee.

Digitaal

Het vergroten van de weerbaarheid tegen ondermijning is een opdracht voor de hele samenleving, zegt Six Dijkstra (NSC), niet alleen voor de Haagse politiek. Hij vraagt specifiek aandacht voor digitale gevaren, zoals het lekken van data, desinformatie en deepfakes. De Europese Digital Services Act (DSA) speelt daar volgens Adriaansens op in.

Ondermijning en sabotage stoppen niet bij de grens, benadrukt Paternotte (D66). Als Europa geen actie onderneemt, zo waarschuwt hij, wordt het een "Disneyland voor hackers". Europese landen moeten dan ook meer samenwerken.

We moeten onze cybersecurity op orde krijgen, beaamt Yesilgöz. Ollongren denkt dat cyberreservisten daar een rol in kunnen spelen.

Buitenlandse voorbeelden

We moeten leren van hoe andere landen omgaan met de dreiging van ondermijning, oppert Dassen (Volt). Hij wijst op de Civil Contingencies Agency (MSB) in Zweden, het Security Committee in Finland en de National Preparedness Commission in Groot-Brittannië.

Ook Tuinman (BBB) wil een voorbeeld nemen aan andere landen, met name Zweden. Hij stelt voor om een rijksnooddienst op te richten, die taken oppakt die eerder door het Korps Mobiele Colonnes en de dienst Bescherming Bevolking werden uitgevoerd. Dit kan bijdragen aan het versterken van de civiele veiligheid en weerbaarheid, denkt ook Ceder (ChristenUnie).

Het is belangrijk om van elkaar te leren, erkent De Jonge. Er zijn contacten met bijvoorbeeld Zweden, zegt Yesilgöz, om kennis uit te wisselen en te bezien wat we kunnen overnemen.

Migratiestromen

Migratie wordt gebruikt als wapen om westerse samenlevingen te ondermijnen, zegt Deen (PVV). Het aanwakkeren van immigratiegolven heeft volgens hem tot doel sociale voorzieningen te overbelasten en spanningen te laten ontstaan tussen de lokale bevolking en nieuw binnengekomen migranten.

Kwetsbare mensen worden in het kader van hybride oorlogsvoering inderdaad ingezet om landen te destabiliseren, zegt Ollongren, en met een dilemma op te zadelen.

De Kamer stemt op 4 juni over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort.
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct.