Verzamelwet gegevensbescherming

15 april 2025, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) over het stroomlijnen van de wetgeving over persoonsgegevens.

De bedoeling van het wetsvoorstel is om de regeldruk te verlagen door de privacywetgeving te verbeteren en te verduidelijken. Ook wetgeving over de bescherming van onlinegegevens, zoals over digitale nalatenschap en toezicht op cookies, wordt bij de tijd gebracht.

Wetgeving biedt niet altijd de gewenste oplossing en kan ook leiden tot meer regels, benadrukt Struycken, maar hij noemt het belangrijk om de wetgeving over de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) te actualiseren.

Regeldruk

De Kamer is kritisch over beperkingen door een strenge interpretatie van de AVG. Dat levert veel extra regeldruk op en maakt dingen onnodig ingewikkeld.

Omdat gegevensbescherming zo veel terreinen beslaat, is er volgens Dral (VVD) geen goed overzicht van de knelpunten. Er zijn wel dertig gevallen waarin de wettelijke grondslag geüpdatet moet worden, denkt ze. Dat creëert onduidelijkheid en werkt verlammend.

Draghi concludeert in zijn rapport over concurrentievermogen dat Europese regelgeving innovatie belemmert, stelt Valize (PVV). In Europa lijkt nu een andere wind te waaien, dus kan de staatssecretaris pleiten voor een herziening van de Europese richtlijn over persoonsgegevens?

De Europese privacywetgeving en de AVG waren nooit beperkend bedoeld, maar juist om het vrije verkeer van persoonsgegevens te bevorderen, zegt Struycken. Toch kan er vaak al meer dan wordt gedacht, benadrukt hij, want de normen worden soms onnodig strikt geïnterpreteerd.

Biometrische gegevens

Van Waveren (NSC) haalt het verbod op biometrische gegevensverzameling aan. Deze gegevens, bijvoorbeeld foto's van iemands gezicht of vingerafdrukken, mogen wel verzameld worden als er een zwaarwegend algemeen belang bestaat, stipt hij aan. Maar hoe wordt dat bepaald en behouden mensen het recht op weigering?

Ook El Abassi (DENK) heeft zijn bedenkingen bij de brede formulering. Zulke algemene gronden worden te vaak gebruikt en niet altijd uitgelegd, meent hij. Moeten we niet veel nauwkeuriger vastleggen wat er wel en niet onder valt?

Mensen behouden het recht om te weigeren, zegt de staatssecretaris. Gezichtsherkenning in winkels of stadions wordt dus niet toegestaan zonder expliciete toestemming vooraf, stelt Struycken. De regel is volgens hem bewust breed, zodat er ingespeeld kan worden op specifieke situaties.

Inspraak minderjarigen

Minderjarigen van 12 tot 16 jaar mogen straks zelf toestemming voor gegevensdeling intrekken. Maar pas vanaf hun 16de kunnen zij de gang naar de rechter maken, zegt Kathmann (GroenLinks-PvdA). Wat gebeurt er in geval van conflict?

Jongeren van 12 tot 16 jaar worden zelfstandig genoeg geacht om te beslissen over het intrekken van toestemming, stelt de staatssecretaris. Bij conflict moet het belang van het kind vooropstaan, onderstreept hij. Gegevensverwerkers hebben dan de plicht om te kijken of er echt sprake is van instemming, voegt Struycken toe.

Toezichthouder

Krul (CDA) vraagt aandacht voor de brede evaluatie van de werkwijze van de Autoriteit Persoonsgegevens, die op eigen verzoek gedaan is: het handhavingsbeleid is onduidelijk, de communicatie verloopt stroef en de autoriteit heeft enorm veel taken. Moeten we de toezichthouder wel nieuwe taken geven?

De staatssecretaris herkent de druk op de toezichthouder. Het kabinet gaat nog voor de zomer met de Autoriteit Persoonsgegevens in gesprek over de aanbevelingen. Daarbij wordt ook kritisch bekeken of nieuwe taken, zoals cookietoezicht, haalbaar zijn.

De Kamer stemt op 22 april over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct