Verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen COVID-19

1 februari 2022, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over een verlenging van de geldingsduur van de Tijdelijke wet maatregelen COVID-19 tot 1 maart aanstaande.

De tijdelijke wet die de basis vormt voor de diverse coronamaatregelen moet tot 1 maart verlengd worden, vindt Kuipers. Het is volgens hem te vroeg om te zeggen dat corona zich ontwikkelt tot iets wat vergelijkbaar is met het verkoudheidsvirus, maar de kans daarop wordt groter. Overigens is het ook nog steeds mogelijk dat er een ernstig ziekmakende nieuwe variant opduikt.

Is verlenging noodzakelijk?

Rechtvaardigt de huidige stand van de pandemie verlenging van de wet nog wel, vraagt Omtzigt zich af, verwijzend naar de ingrijpende impact op een aantal grondrechten. Agema (PVV) constateert dat de prognoses die aan de verlenging ten grondslag liggen, veel te somber zijn geweest. Het land snakt naar het einde van de maatregelen, zegt Pouw (JA21). Zij wil daar een harde datum voor.

Van Baarle (DENK) ergert zich eraan dat de regering "zo'n beetje per decreet" vrijheidsbeperkende maatregelen kan nemen. Het indammen van de pandemie is met de omikronvariant een illusie geworden, constateert Van Haga (Groep Van Haga). Hij wil dat alle restricties van tafel gaan.

Balans

Den Haan (Fractie Den Haan) bepleit voorzichtigheid met het loslaten van alle beperkingen. Zij wijst op de mentale gevolgen als maatregelen eerst worden losgelaten en dan toch weer moeten worden ingevoerd.

We moeten niet halsoverkop alle maatregelen afschaffen, zegt Tielen (VVD), maar eenduidig, voorspelbaar en stap voor stap handelen. Paulusma (D66) is het daarmee eens. Zij noemt de huidige versoepelingen risicovol nu het aantal besmettingen oploopt.

We versoepelen maximaal, maar we houden vooralsnog vast aan bepaalde beperkingen, benadrukt minister Kuipers. Hij wijst op de delicate balans tussen de inperking van de grondrechten en de snelle verspreiding van het virus, de toegang van mensen tot andere behandelingen in de gezondheidszorg en de wens van het zorgpersoneel om te komen tot een normale werkdruk.

Coronatoegangsbewijs

De geldigheidsduur van het coronatoegangsbewijs wordt gelijkgeschakeld met andere Europese landen. Voortaan is een vaccinatiebewijs 270 dagen geldig en een herstelbewijs 180 dagen. Bikker (ChristenUnie) vraagt aandacht voor de half miljoen mensen die door deze beperking opeens zonder geldig coronatoegangsbewijs komen te zitten.

Van Meijeren (FVD) wil het coronatoegangsbewijs helemaal afschaffen en in ieder geval het gebruik ervan zo veel mogelijk beperken. Ook Van Esch (PvdD) ziet "meer redenen dan ooit" om met het coronatoegangsbewijs te stoppen. Het onvoldoende effectieve en niet proportionele instrument moet zo snel mogelijk weg, vindt Van der Staaij (SGP).

Het coronatoegangsbewijs is voor de minister "een brug tussen het openstellen van sectoren en het beperken van het aantal besmettingen". Het is niet langer nodig op het moment dat met het volledig loslaten van alle maatregelen de toegang tot zorg overeind blijft en de uitval van personeel binnen de perken blijft.

Democratie en de lange termijn

We moeten terug naar normale democratische besluitvorming, zegt Westerveld (GroenLinks). Zij hekelt het feit dat de Kamer de verlengingswet vandaag behandelt, terwijl de wet reeds vanaf 1 december geldt.

We moeten minder afhankelijk worden van de dagkoersen waardoor sprake is van een jojobeleid, zegt Simons (BIJ1). Zij pleit voor een heldere langetermijnstrategie. De politiek moet uit de crisisstand, zo sluit Hijink (SP) zich daarbij aan. Hij wil snel komen tot een aanpassing van de Wet publieke gezondheid. De Tweede Kamer moet weer vooraf gaan beslissen en niet achteraf, zegt Van der Plas (BBB).

Het kabinet kiest er niet voor om een aantal of alle bepalingen van de tijdelijke wet op te nemen in de Wet publieke gezondheid, zegt Kuipers. Gezien de epidemiologische situatie acht hij het beter om vooralsnog de tijdelijke wet te verlengen. Maar het is "absoluut niet zijn bedoeling om de tijdelijke wet langer te handhaven dan nodig is".

In maart 2022 komt de minister met een langetermijnaanpak, waarin onder meer aandacht zal worden geschonken aan sociaal-maatschappelijke factoren, de economie, de vitaliteit en het toegankelijk houden van de zorg voor iedereen.

De Kamer stemt op 2 februari over het wetsvoorstel en de ingediende moties.

Zie ook: