Participatiewet in balans

17 april 2025, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met staatssecretaris Nobel (Participatie en Integratie) over een wijziging van de Participatiewet.

Het kabinet wil de Participatiewet minder streng en ingewikkeld maken, zodat professionals meer ruimte krijgen om mensen die afhankelijk zijn van bijstand, persoonlijk te ondersteunen en maatwerk te bieden. Het gaat er daarbij vooral om mensen aan werk te helpen, of anders te zorgen voor een toereikend inkomen en andere vormen van participatie. We schrijven mensen niet af, zegt Nobel, en laten ze niet aan hun lot over.

Mensbeeld

De herziening van de wet is een verbetering, maar het fundament blijft "rot", constateert Lahlah (GroenLinks-PvdA). Ze ziet nog altijd een "wantrouwend mensbeeld": we controleren mensen kapot terwijl we ze actief zouden moeten helpen om op eigen benen te staan. Zie mensen niet als potentiële fraudeurs, benadrukt Ceder (ChristenUnie). Het mensbeeld van het kabinet moet veranderen, vindt hij.

Rikkers (BBB) onderstreept dat er een cultuurverandering nodig is: de wet was te hard en er moet meer oog komen voor de menselijke maat. Maar "de menselijke maat" wettelijk vastleggen is lastig, denkt ze. Hoe gaat het kabinet hiermee om?

Met de wetswijziging zetten we een stap richting een wet die eenvoudiger en duidelijker wordt en ook meer uitgaat van vertrouwen en de menselijke maat, verzekert de staatssecretaris. Zo hoeven mensen minder stukken aan te leveren bij de aanvraag voor een uitkering.

Ruimte voor gemeenten

De wet geeft gemeenten met kan-bepalingen meer vrijheid om af te wijken van strenge regels als dat beter is voor iemand. Zo mag een gemeente in bijzondere gevallen bijstand met terugwerkende kracht geven, bijvoorbeeld als iemand eerder recht had op hulp maar die niet meteen heeft aangevraagd. Maar leidt dit niet tot te veel gedetailleerde gemeentelijke regels en dus tot meer complexiteit, vraagt Van Dijk (CDA).

Het is onwenselijk als er heel veel verschillende regelingen zijn die maar in één gemeente gelden, vindt Nobel. Hij wil hierover in gesprek gaan met de gemeenten.

Het is goed dat gemeenten meer ruimte krijgen om maatwerk te bieden, betoogt Paulusma (D66). Ze is tegelijkertijd bezorgd over de effecten van de bezuinigingen op het Gemeentefonds per 2026 en vraagt zich af of gemeenten straks wel genoeg middelen hebben om mensen in de bijstand te begeleiden.

Taaleis

Het kabinet houdt vast aan de taaleis. Die houdt in dat je voldoende moet kunnen lezen, schrijven, spreken en luisteren in het Nederlands om een bijstandsuitkering te ontvangen. Maar een taal leren op straffe van een boete werkt niet, stelt Saris (NSC). Ze stelt voor om verschillende soorten taaleisen te hanteren bij verschillende soorten werk. De staatssecretaris vindt dat echter onverstandig: het is in de praktijk niet uitvoerbaar.

Circa 55,6% van de mensen in de bijstand heeft een niet-westerse achtergrond, zegt De Kort (VVD), en die groep heeft vaak moeite met de Nederlandse taal. Hij is daarom voorstander van de taaleis en wil mensen ook verplichten om bij het aanvragen van een bijstandsuitkering hun cv in te leveren. Dan kunnen ze sneller aan werk worden geholpen.

Taal is niet alleen belangrijk voor het vinden van een baan, maar ook voor integratie en het meedoen in de maatschappij, betoogt Nobel. Iedereen die de taal kan leren, moet die daarom ook leren. Wel gaat hij met de gemeenten bespreken welke uitzonderingen voor de taaleis gemaakt kunnen worden.

Giften

Een uitkeringsgerechtigde mag straks €1.200 per jaar aannemen als gift. Administratie is niet nodig, maar de persoon moet wel kunnen aantonen wat die ontvangen heeft als de gemeente ernaar vraagt. Hoe werkt dat, wil Van Kent (SP) weten. Wie bepaalt bijvoorbeeld de waarde van de oude fiets die je van je oma krijgt? Hij oppert daarom de €1.200 te beperken tot financiële giften en giften in natura buiten beschouwing te laten.

Het lijkt erop dat bijstandsgerechtigden wel degelijk een giftenlijstje moeten bijhouden, concludeert Flach (SGP). Hij vreest voor een "boete op barmhartigheid": buren, diaconieën of maatschappelijke organisaties moeten niet geremd worden om hun naasten bij te staan.

De nieuwe regeling gaat uit van vertrouwen, zegt de staatssecretaris: mensen hoeven niet meer elke gekregen tas met boodschappen te melden. Als dat vertrouwen gegeven wordt, mogen we volgens hem ook verwachten dat men er geen misbruik van maakt. Hij belooft om bij de invoeringstoets nog eens te kijken naar giften in natura.

De Kamer stemt op 22 april over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort.
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct.