Naar een evenwichtiger pensioenstelsel
15 oktober 2014, wetsvoorstel - Er komt meer evenwicht tussen de generaties met enkele wijzigingen in de pensioenwetgeving. Dat vindt een ruime Kamermeerderheid.
Tegenvallers mogen over een langere termijn worden uitgesmeerd, en in betere tijden worden er buffers opgebouwd. Staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaat het beheer van de pensioenvermogens stabieler maken en de risico's evenwichtiger verdelen. Door strengere maatregelen groeien de pensioenen minder snel mee met de lonen; minder indexatie dus. Maar hierdoor zijn de pensioenfondsen beter bestand tegen tegenslagen zoals financiële crises of een verdere stijging van de levensverwachting en wordt de kans op een plotselinge verlaging van de pensioenen kleiner. "Broodnodig onderhoud van het stelsel", oordeelt Lodders (VVD). Ook Van Weyenberg (D66) is blij met deze "goede balans".
Is dit nadelig voor ouderen?
"We ruilen een minder zeker pensioen in voor een pensioen dat zeker minder is", zo vat Krol (50PLUS/Baay) zijn mening samen. Ook Ulenbelt (SP) en Madlener (PVV) vinden dat ouderen te veel moeten inleveren. Door minder indexatie verliezen zij koopkracht. Klein (50PLUS/Klein) kiest naar eigen zeggen juist voor een breder perspectief: "Het nominale pensioen wordt gegarandeerd en daarom is het helemaal niet zo slecht voor ouderen". Deze operatie is in het belang van ouderen én jongeren, vindt Vermeij (PvdA). Voor ouderen wordt weliswaar minder geïndexeerd, maar is de kans op grote kortingen ook veel kleiner, en het pensioen van jongeren raakt beter bestand tegen economische tegenwind.
Enkele veranderingen aan het wetsvoorstel
De Kamer heeft met verschillende amendementen en moties "de harde kantjes van het wetsvoorstel afgehaald", aldus Vermeij. Onder aanvoering van Schouten (ChristenUnie) wil een Kamermeerderheid de termijn waarbinnen pensioenfondsen kunnen overgaan tot inhaalindexatie van tien naar vijf jaar verkorten. Ook de wens van Klaver (GroenLinks) om pensioenfondsen te laten rapporteren over hun reële dekkingsgraad, wordt breed gedeeld. Een voorstel van Vermeij kan eveneens op ruime steun rekenen: pensioenfondsen die over het minimaal vereist eigen vermogen beschikken, krijgen de mogelijkheid om hun beleggingsbeleid eenmalig aan te passen. Omtzigt (CDA) waarschuwt voor de verliezen die de pensioenfondsen vanwege derivaten kunnen lijden bij een forse rentestijging.
En de Nationale Pensioendialoog dan?
Het wetsvoorstel wordt door veel fracties gezien als noodzakelijk onderhoud aan het huidige pensioenstelsel. De staatssecretaris benadrukt dat hiermee niet vooruit wordt gelopen op de Nationale Pensioendialoog, die de regering in 2014 is gestart. Klaver (GroenLinks) en Van Weyenberg geven beiden aan dat zij uitkijken naar een stelselwijziging en dit wetsvoorstel daarom slechts als een tussenstap beschouwen. Dijkgraaf (SGP) sluit zich daarbij aan: "We moeten echt full swing doorgaan met die discussie". Lodders merkt nog op dat de bijeenkomsten in het kader van de Nationale Pensioendialoog vaak overdag plaatsvinden. Wanneer moeten de werkenden dan komen? De staatssecretaris zegt toe te kijken naar meer avondsessies en wijst op de mogelijkheden van de website.
De Kamer sprak eerder over dit onderwerp op 13 oktober. Op 16 oktober stemt de Kamer over het wetsvoorstel en de moties.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.