Medewerkers buitenlandse missies worden beschermd

14 oktober 2014, debat - Biedt Nederland tijdens en na buitenlandse missies voldoende bescherming voor lokale mensen die zich voor die missies inzetten? Het kabinet verduidelijkt zijn inspanningen voor deze groep.

Het succes van Nederlandse missies in het buitenland staat of valt met het werk van lokale mensen, bijvoorbeeld tolken, zegt Sjoerdsma (D66). En deze mensen zetten zich met gevaar voor eigen leven in voor Nederland, voegt Gesthuizen (SP) toe. Daarom spreekt het volgens Voortman (GroenLinks) en Eijsink (PvdA) vanzelf dat Nederland goed voor hen zorgt. Daar is staatssecretaris Teeven (Justitie) het mee eens: Nederland heeft een verantwoordelijkheid voor mensen die voor Nederlandse missies in het buitenland werken en die tijdens of na die werkzaamheden gevaar lopen.

Er komt geen collectieve asielregeling
"Als lokale mensen in gevaar komen omdat zij voor een Nederlandse missie werken of hebben gewerkt, kunnen zij op onze steun rekenen." Van Hijum (CDA) vraagt wat deze eerdere opmerking van minister Hennis (Defensie) in de praktijk betekent. Het kabinet moet met een heldere regeling komen voor asielaanvragen van tolken die bij gevaarlijke missies betrokken zijn, vinden Sjoerdsma, Voortman en Gesthuizen. Maar zo'n collectieve regeling vindt Teeven met Bosman (VVD) onwenselijk. De staatssecretaris wil voorkomen dat een verblijfsvergunning een soort "standaard secundaire arbeidsvoorwaarde" zou worden. Eijsink wijst op het belang van vooraf gemaakte werkafspraken, die per missie kunnen verschillen, afhankelijk van de risico's en de contracten.

Wordt de Dublinverordening altijd gevolgd?
Volgens de Europese Dublinverordening wordt een asielaanvraag beoordeeld door het Europese land waar een asielzoeker zich het eerst heeft gemeld. Van een Afghaanse tolk die eerder in Noorwegen en Duitsland asiel had aangevraagd, neemt Teeven de aanvraag toch in behandeling. Dat verbaast Fritsma (PVV), die vooral pleit voor bescherming van tolken in de landen van herkomst. En Gesthuizen wil weten hoe de staatssecretaris in de toekomst met soortgelijke gevallen wil omgaan. In individuele gevallen kan een uitzondering op de hoofdregel van de Dublinverordening worden gemaakt, zegt Teeven. Op de criteria die hij daarbij hanteert, wil hij niet ingaan.

Inzet lokaal personeel wordt geëvalueerd
Hennis bevestigt dat mensen die voor een Nederlandse missie hebben gewerkt, niet in de steek worden gelaten. Maar zij wijst er ook op dat niet al die mensen gevaar lopen. Dat moet per geval onderzocht worden. Volgens de minister is die individuele beoordeling goed geregeld. Van Hijum en Voortman benadrukken het belang van duidelijkheid over de werkafspraken voor het lokale personeel. Nederlandse mensen ter plekke hebben vaak een hechte band met de tolken, zegt Hennis. Zij weten welke zorgvragen er leven en welke gevaren mensen lopen. Op verzoek van Eijsink en Bosman zegt de minister een evaluatie toe van het beleid rond de inzet van lokaal personeel.

De Kamer stemt op 16 oktober over de bij dit debat ingediende moties.

ZIE OOK:

• Het overzicht van de laatste debatten in het kort
• De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.