Kamer bespreekt evaluatie Wet financiering politieke partijen

30 maart 2022, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken over de Evaluatiewet Wet financiering politieke partijen.

Bruins Slot brengt met het wetsvoorstel een aantal veranderingen aan in de regels voor de financiering van politieke partijen. Giften van buiten Europa worden voortaan verboden en er komt de plicht om een gift vanaf een bepaald bedrag openbaar te maken.

Maximering giften

Veel partijen zijn voorstander van een maximumbedrag voor giften. Het is heel goed als er niet meer dan €100.000 per persoon geschonken kan worden, zegt Leijten (SP). Zorg er wel voor dat gevers zich niet kunnen verstoppen achter een tussenpersoon, waarschuwt zij. Bromet (GroenLinks) wil dat er een maximum komt van € 25.000.

Erfenissen en legaten moeten worden uitgezonderd van een maximum, vindt Teunissen (PvdD). Mensen moeten namelijk in staat worden gesteld om hun nalatenschap in te zetten voor bepaalde idealen.

Bosma (PVV) hekelt het feit dat een IT-ondernemer bij de afgelopen Kamerverkiezingen 1 miljoen heeft geschonken aan D66. Heeft dit invloed gehad op de partijstandpunten, vraagt hij zich af. Het is moeilijk om je als politicus of als Kamerlid te verweren tegen dergelijke beschuldigingen, zegt Van der Plas (BBB). Wees voorzichtig als je geen bewijzen hebt, is haar devies.

Bruins Slot is een voorstander van het maximeren van giften, maar het heeft niet haar voorkeur om dat maximum cumulatief te laten gelden voor meerdere giften, ook aan verenigingen en aan partijen gelieerde stichtingen, omdat ze eerst wil bekijken wat dit betekent voor de administratie van politieke partijen.

Transparantie

Politieke partijen moeten giften openbaar maken als die hoger zijn dan €4.500. Ellian (VVD) pleit voor een openbaarmaking bij giften vanaf €1.000. Hij wil ook voorkomen dat via bijvoorbeeld stichtingen of verenigingen de regels voor transparantie worden omzeild.

Eerdmans (JA21) pleit voor een uitzondering voor nieuwe politieke partijen op de eis van openbaarmaking. Donateurs ervaren volgens hem nu al een grote drempel om schenkingen te doen aan een nieuwe partij.

Wanneer moet de gever van een gift bekendgemaakt worden? Dekker (D66) wil een termijn van bekendmaking van zeven dagen in plaats van twee weken voor giften van € 30.000 of meer. Bruins Slot noemt zeven dagen "een logische termijn"; een snellere bekendmaking is volgens haar niet haalbaar.

Buitenlandse giften

Giften van buiten Europa zijn voortaan verboden. Van der Graaf (ChristenUnie) wil echter nog een stap verdergaan. Zij overweegt om giften uit het buitenland geheel te verbieden, want zij voelt "ongemak" over giften uit bijvoorbeeld Rusland die gedaan worden via een tussenpersoon in een ander land.

Wet op de politieke partijen

De minister komt eind 2022 met een afzonderlijke Wet op de politieke partijen, waarin onder andere nieuwe regels staan over de financiering van politieke partijen door de overheid. Arib (PvdA) wil dat in die wet een onafhankelijke toezichthouder opgenomen wordt, die de regels voor giften daadwerkelijk kan handhaven en bijvoorbeeld een boete kan opleggen.

Van Dijk (CDA) bepleit een subsidieregeling in die wet voor lokale partijen, omdat hun aanhang is gegroeid en ook zij onafhankelijk moeten kunnen opereren. Bruins Slot wil de financiering van lokale politieke partijen verbeteren, maar heeft meer tijd nodig om de voorwaarden vast te stellen en de benodigde 10 miljoen euro beschikbaar te maken.

Evaluatie en toetsing

Evalueer de wet vlak na de volgende verkiezingen, stelt Omtzigt voor. Zo wordt vermeden dat evaluatie tijdens de verkiezingen plaatsvindt. De minister houdt liever vast aan een termijn van drie jaar. Zij wil wel toezeggen dat bij een volgende evaluatie een onafhankelijke commissie wordt betrokken.

Het is belangrijk dat de wet wordt getoetst aan anticorruptienormen van de Raad van Europa, meent Azarkan (DENK). Hij wil dat het kabinet hiervoor advies vraagt aan de GRECO, de Group of States against Corruption.

De Kamer debatteerde eerder over het wetsvoorstel op 15 februari en 22 februari. Op 5 april wordt gestemd over de tijdens het debat ingediende moties en op 12 april over het wetsvoorstel.

Zie ook: