Impuls voor bestrijding vrouwenmishandeling en huiselijk geweld
3 juni 2015, wetsvoorstel - Het verdrag van de Raad van Europa om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld tegen te gaan, krijgt vorm in Nederlandse wetgeving. De Kamer én de Statenleden van Aruba zijn hier blij mee.
Een flinke impuls voor het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld: dat moet het effect zijn van het verdrag van de Raad van Europa. Dit verdrag is in 2011 in Istanboel tot stand gekomen en in 2012 door Nederland ondertekend. Om het ook echt uit te kunnen voeren, wordt het nu door het kabinet omgezet in wetgeving. Omdat het een rijkswet is, die dus ook in de andere landen van het Koninkrijk gaat gelden, doen ook afgevaardigden uit Aruba mee aan het debat. "De cijfers over vrouwenmishandeling en huiselijk geweld liegen er niet om", zegt Rebel (PvdA). Daarom is en blijft een krachtige aanpak noodzakelijk.
Vrouwenmishandeling en huiselijk geweld komen veel voor
"Het houdt niet op, niet vanzelf." Van Ark (VVD) schetst dat er in Nederland jaarlijks ongeveer 100.000 meldingen van huiselijk geweld zijn, waarbij vaak ook kinderen betrokken zijn, en dat een derde van de vrouwen minimaal één keer in haar leven te maken heeft met fysiek seksueel geweld. Ook eerwraak, genitale mutilatie, huwelijksdwang en mensenhandel zijn vormen van geweld tegen vrouwen, vult Berndsen (D66) aan. Onder andere vanuit zijn onderwijsachtergrond weet Van Helvert (CDA) dat dit geweld in alle lagen van de bevolking voorkomt: "Het leidt tot pijn en angst en onmogelijke loyaliteitsconflicten".
Nederland heeft al veel geregeld, maar moet nog meer doen
De meeste verplichtingen die voortvloeien uit het verdrag zijn al Nederlands beleid. Toch zet Nederland geen vrijblijvende handtekening, vindt Rebel. Volgens Kooiman (SP) staat of valt alles met de uitwerking van het verdrag: "Veilige opvang en bescherming blijven cruciaal". Zij is bezorgd over het aantal opvangplekken voor slachtoffers van geweld. Wethouders nemen hun verantwoordelijkheid qua crisisopvang, antwoordt staatssecretaris Van Rijn (Welzijn). Als gevolg van het verdrag wordt ook de voorbereiding van huwelijksdwang strafbaar. Maar hoe bewijs je dat?, vraagt Van Helvert. Staatssecretaris Dijkhoff (Veiligheid) geeft toe dat dit moeilijk is. De praktische toepasbaarheid zal soms lastig zijn, maar de signaalwerking vindt hij wel sterk.
Statenleden van Aruba nemen ook deel aan het debat
Deze rijkswet zal ook in de landen Curaçao, Aruba en Sint-Maarten gaan gelden. Aruba heeft daarom vijf Statenleden en de gevolmachtigde minister, de heer Boekhoudt, afgevaardigd. "Helaas komen deze vormen van geweld ook voor op Aruba", aldus Dammers (AVP) en Thijsen (MEP). Volgens Bikker (PDR) is er nog veel nodig om dit verdrag uit te kunnen voeren op Aruba. Er zijn bijvoorbeeld veel tienerzwangerschappen, en kinderen die thuis met geweld te maken hebben, presteren slecht op school. Hierover zijn echter geen precieze cijfers bekend. Daarom is op korte termijn onderzoek nodig, zegt Ruiz-Maduro (MEP). Sneek (AVP) ziet onderwijs als een van de remedies om geweld tegen te gaan.
De Kamer stemt op 9 juni over de wetsvoorstellen en de moties
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.