Europees mensenrechtenverdrag aangepast
11 maart 2015, wetsvoorstel - Vermindering van de werklast van het EHRM en opname van de "margin of appreciation" in de preambule. Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) spreekt met de Kamer over wijziging van het EVRM.
Op 24 juni 2013 heeft de Raad van Europa een protocol opgesteld om het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) te wijzigen. Voor een belangrijk deel gaat het om procedurele wijzigingen die de werklast van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) moeten verlichten. Daarnaast worden het subsidiariteitsbeginsel en de margin of appreciation verankerd in de preambule van het verdrag. Voor het draagvlak van het EVRM is het belangrijk dat deze goed worden toegepast, zegt Taverne (VVD).
Werklast EHRM moet worden verlicht
Met het protocol worden diverse procedurele maatregelen genomen om de werklast van het EHRM te verminderen. Achterstanden zijn een groot probleem, benadrukt Koenders. Ze moeten snel worden weggewerkt, betoogt Omtzigt (CDA), zodat mensen niet al tien jaar gevangen zitten voordat hun zaak wordt behandeld. Het Hof mag niet ten onder gaan aan het eigen succes, zegt Servaes (PvdA). Ook Van Nispen (SP) maakt zich zorgen over de veel te lange procedures en pleit daarom voor meer geld.
Subsidiariteit en margin of appreciation in preambule
Het EHRM geeft lidstaten in het licht van sociale, culturele en historische verschillen een zekere vrijheid bij het interpreteren van het EVRM. Deze margin of appreciation hangt samen met het subsidiariteitsbeginsel: besluiten moeten op een zo laag mogelijk niveau worden genomen. Omtzigt en De Roon (PVV) vinden het een goede zaak dat deze principes in de preambule van het EVRM worden opgenomen. Dit mag de onafhankelijkheid van het EHRM niet aantasten maar moet deze juist versterken, benadrukken Schouw (D66) en Servaes,. Taverne ziet spanning tussen de margin of appreciation en het beginsel "erga omnes", waardoor een uitspraak tegen één land voor alle landen zou kunnen gelden.
De Kamer stemt 17 maart over het wetsvoorstel en de ingediende motie.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.