Doorstroom van het basis- naar het voortgezet onderwijs

30 juni 2021, wetsvoorstel – Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) voert een aantal wetswijzigingen door die te maken hebben met de overgang van het basis- naar het voortgezet onderwijs. De Kamer debatteert er met hem over.

Leerlingen moeten zo veel mogelijk gelijke kansen krijgen. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor de voorstellen die minister Slob doet om onderwijswetten aan te passen. Het gaat onder andere om het schooladvies bij de overgang van primair onderwijs (po) naar voortgezet onderwijs (vo).

Advies, toets en aanmeldmoment

Het schooladvies wordt nu voor 1 maart gegeven, de eindtoets is tussen 15 april en 15 mei. Minister Slob wil de tijd tussen schooladvies en doorstroomtoets (de nieuwe benaming voor de eindtoets) bekorten. Het advies moet dan in de laatste drie weken van januari gegeven worden. De toets volgt in de eerste of tweede week van februari.

Leerlingen kunnen op dit moment na het schooladvies een middelbare school kiezen die daarop aansluit. Maar als het schooladvies wordt bijgesteld na de eindtoets, lukt het vaak niet meer om geplaatst te worden op het gewenste niveau of op de school van voorkeur. Daarom introduceert minister Slob één aanmeldmoment voor het vo.

Paul (VVD) is blij dat er één aanmeldmoment komt. Dat geldt ook voor Van Meenen (D66), maar hij vindt het onverstandig dat dit gebeurt door het advies en de toets te vervroegen. Hij vreest dat dit onderwijstijd kost en zou daarom liever zien dat alles op een later moment plaatsvindt, met een aanmeldmoment begin mei.

Scholen in het vo willen tijdig duidelijkheid over het aantal leerlingen, zegt minister Slob in reactie op Van Meenen, het primair onderwijs vraagt om tijd voor een warme overdracht en ouders willen op tijd weten naar welke school hun kind gaat. In dat licht is gekozen voor de laatste week van maart als aanmeldmoment.

Doorstroomtoets

Als een leerling bij de doorstroomtoets hoger scoort dan het schooladvies, zou een basisschool het advies in beginsel naar boven moeten aanpassen. Paul (VVD) wil dit uitgangspunt in de wet opnemen. Een school zou er alleen van mogen afwijken als dit goed onderbouwd wordt en het in het belang van de leerling is.

De eindtoets zou weer voor het schooladvies moeten worden afgenomen, betoogt Beertema (PVV). Zo wordt volgens hem voorkomen dat meisjes en allochtone leerlingen door vooroordelen een te laag advies krijgen. De eindtoets zou onderdeel moeten worden van het schooladvies, vindt Bisschop (SGP).

Private toetsen

Minister Slob wil de doorstroomtoets overlaten aan marktpartijen. De Centrale Eindtoets wordt ten grave gedragen, stelt Beertema (PVV) teleurgesteld vast. Hij denkt dat hiermee tegemoet wordt gekomen aan de wens van commerciële partijen.

Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) vinden volledige privatisering van eindtoetsen in het basisonderwijs zeer onwenselijk. Zij waarschuwen voor een wildgroei aan toetsen en vrezen dat publiek geld naar op winst gerichte private partijen vloeit.

De overheid moet niet afhankelijk worden van private partijen, zo sluit De Hoop (PvdA) zich bij het voorstel van Kwint en Westerveld aan. Ook Pouw (JA21) wil dat de overheid verantwoordelijk blijft voor de eindtoets. Zijn de verschillende private toetsen wel goed vergelijkbaar, vraagt Segers (ChristenUnie) zich af.

Het nieuwe stelsel is veel eenduidiger, zegt Slob, en zorgt ervoor dat kennis en expertise worden gebundeld. Alles laten zoals het nu is, is volgens hem "ontzettend kwetsbaar". De overheid blijft bovendien verantwoordelijk voor het beoordelen van de kwaliteit van de toetsen, benadrukt hij.

Leerlingvolgsysteem

Scholen en leraren moeten ruimte krijgen bij het invullen van de toetsen voor het leerlingvolgsysteem, vindt Bisschop (SGP). Hij wil, net als Van Meenen (D66) en Peters (CDA), af van de verplichting om landelijk erkende toetsen te gebruiken. Zij vrezen onder meer dat er anders via de achterdeur toch weer kleutertoetsen komen.

Ook Slob is tegen kleutertoetsen. Hij verzekert dat scholen de ruimte hebben om te kiezen voor eigen toetsen. Maar er moeten volgen hem ook genormeerde toetsen zijn, zodat de inspectie de kwaliteit van het onderwijs goed kan beoordelen.

Kansengelijkheid

Moet en kan er meer gebeuren om kansenongelijkheid tegen te gaan? De woordvoerders doen verschillende suggesties.

  • Westerveld (GroenLinks) en De Hoop (PvdA): doe meer om brede brugklassen te stimuleren, zodat de selectie later plaatsvindt
  • Segers (ChristenUnie): geef ruimte voor meervoudige schooladviezen
  • Peters (CDA): laat basisscholen van elkaar leren bij het passend plaatsen van leerlingen in het vo
  • Pouw (JA21): houd in het onderwijs oog voor verschillen in belangstelling en talenten, zodat er geen knellend keurslijf is

70% van de scholen biedt al brede brugklassen aan, zegt minister Slob. Ook zijn er scholen die een tweejarige brugklas hebben. Leerlingen kunnen zo volgens hem ontdekken op welke plek ze tot hun recht komen.

Het debat gaat op een later moment verder met de tweede termijn.

Zie ook: