Demonstratierecht in Nederland
22 januari 2025, debat – Zijn er grenzen aan het demonstratierecht en, zo ja, waar liggen die dan? De Kamer debatteert met de ministers Van Weel (Justitie en Veiligheid) en Uitermark (Binnenlandse Zaken).
Snelwegen die worden geblokkeerd. Herdenkingen die worden verstoord. Korans die in het openbaar worden verbrand. Moeten dit soort zaken wel of niet onder het recht op demonstratie vallen? Alle woordvoerders hechten aan het demonstratierecht, maar de meningen verschillen over de mate waarin er grenzen aan gesteld moeten worden.
Het overgrote deel van de demonstraties verloopt vreedzaam, zegt minister Van Weel. Maar een kleine groep mensen misbruikt volgens hem het demonstratierecht, bijvoorbeeld met intimidatie, vernielingen en geweld. Hij is daar "klaar mee" en wijst erop dat de mensen die dit doen het draagvlak voor hun zaak ondermijnen. Een WODC-onderzoek moet duidelijkheid bieden over de vraag of het demonstratierecht aangepast moet worden.
Grondrecht
Demonstratie maakt verandering mogelijk, zegt Lahlah (GroenLinks-PvdA), die wijst op het vrouwenkiesrecht, dat er kwam na protesten. Zij wil het demonstratierecht niet inperken maar versterken, omdat er al genoeg instrumenten zijn om in te grijpen bij strafbare feiten. Teunissen (PvdD) constateert dat het demonstratierecht steeds meer onder druk staat. In haar ogen worden vreedzame demonstranten ten onrechte gecriminaliseerd en weggezet als tuig.
Het demonstratierecht is van ons allemaal, zegt Koekkoek (Volt). Het is voor iedere burger dé manier om zich uit te spreken tegen onrecht, en daarmee de “ultieme vorm van betrokkenheid bij de samenleving”. In een open en vrije samenleving moeten we anderen de ruimte geven, vindt Sneller (D66). Ook als het soms schuurt.
Het is eng als de overheid gaat bepalen hoe of waartegen gedemonstreerd mag worden, benadrukt Van Nispen (SP). Demonstreren is een grondrecht, betoogt hij, en dit zou niet ingeperkt mogen worden omdat sommigen zich misdragen. Burgers moeten hun stem kunnen laten horen tegen onrecht, zegt El Abassi (DENK). Maar onder het mom van veiligheid wordt dit grondrecht volgens hem aangevallen.
Het demonstratierecht geldt voor vreedzame demonstraties, benadrukt Van Weel. Van hem mag een demonstratie stevig zijn en zorgen voor overlast en hinder. Maar het is geen vrijbrief voor het overtreden van de wet, benadrukt hij.
Grenzen stellen
We moeten ons concentreren op de kleine groep die de rechtsorde ondermijnt, vindt Michon (VVD). Het is in haar ogen absurd dat de politie minder in de wijken kan zijn door de grote inzet bij demonstraties. Het blokkeren van belangrijke infrastructuur zou wat haar betreft verboden moeten worden, net als het verstoren van herdenkingen.
Maak een onderscheid tussen vreedzame demonstraties en ordeverstorende acties, zegt Wijen (BBB). Stalbezettingen vindt zij een voorbeeld van het laatste. Haar fractie is daarom bezig met een wetsvoorstel om boeren hier beter tegen te beschermen. Demonstraties op privéterrein zouden altijd verboden moeten worden, meent Boswijk (CDA), net als gezichtsbedekking bij demonstraties.
Demonstraties zijn er in allerlei soorten en maten, zegt minister Uitermark. Dat maakt algemene regels lastig. Maar de overheid kan wel kaders opstellen waar burgemeesters met maatwerk van kunnen afwijken. Een mogelijk algemeen verbod op gezichtsbedekking bij demonstraties is een voorbeeld, waar dan in sommige gevallen van kan worden afgeweken.
Het recht op demonstratie is een fundament van onze samenleving, zegt Bikker (ChristenUnie), maar geen legitimatie voor geweld, molestatie en intimidatie. Ze wil dat burgemeesters meer mogelijkheden krijgen om verstoring van herdenkingen, met name op 4 mei, te voorkomen. Flach (SGP) wil de bestaande wetgeving gebruiken om degenen die het demonstratierecht misbruiken, harder aan te pakken. En waar er onvoldoende mogelijkheden zijn, moet de wet worden aangepast.
De waardigheid van herdenkingen verdient bescherming, vindt ook minister Uitermark. Soms moet het “hoorbaar stil” zijn. Het lokaal bestuur kan motiveren waarom er vanwege de waardigheid een vergroot risico is op wanordelijkheden. Dan kan het grondwettelijke recht op demonstreren ingeperkt worden. Een nieuwe handreiking van de minister moet duidelijk maken hoe in dit soort gevallen kan worden opgetreden.
Vervolging
Demonstraties verworden steeds meer tot anarchistische en gezagsondermijnende acties, stelt Eerdmans (JA21) vast. Waarom mogen klimaatactivisten zich keer op keer misdragen, zonder dat ze daarvoor worden vervolgd en bestraft? Anarchisten krijgen vrij baan, stelt Van Dijk (PVV) vast, bijvoorbeeld bij het bezetten van snelwegen. Hij wil dat hier harder tegen wordt opgetreden en dat demonstranten worden beboet voor overtredingen.
Overtredingen van mensen die het demonstratierecht misbruiken, worden te weinig vervolgd, vindt ook Six Dijkstra (NSC). Hij spoort de regering aan om te bezien of burgemeesters hiervoor voldoende handvatten hebben, ook omdat anders het draagvlak voor het demonstratierecht aangetast wordt.
Minister Van Weel legt uit dat het Openbaar Ministerie in principe overgaat tot vervolging bij overtreding van de wet. Maar specifieke omstandigheden, bijvoorbeeld bij een actie op een snelweg, maken het lastig om demonstranten veroordeeld te krijgen. Bij sommige protesten maken deelnemers zich ook bewust niet-identificeerbaar, bijvoorbeeld door geen identificatiebewijs bij zich te dragen.
De Kamer stemt op 28 januari over de tijdens het debat ingediende moties.
Zie ook
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
- Kijk debatten terug via Debat Direct