Debat over digitale zaken

30 juni 2022, debat - De Kamer voert met staatssecretaris Van Huffelen (Digitalisering), minister Yesilgöz (Justitie en Veiligheid) en minister Adriaansens (Economische Zaken) een debat over de hoofdlijnen van het overheidsbeleid rondom digitale zaken.

Minister Yesilgöz stelt vast dat Nederland een van de meeste gedigitaliseerde landen ter wereld is. De huidige digitale revolutie biedt geweldige kansen voor onze samenleving en economie, benadrukt staatssecretaris Van Huffelen, maar ze ziet ook risico's. Onze open economie zorgt ervoor dat we bij veel onderwerpen vooroplopen, betoogt minister Adriaansens, maar kan ook afhankelijkheden veroorzaken die ons kwetsbaar maken.

Burgers

Mensen moeten ook in de onlinewereld kunnen rekenen op een sterke overheid die haar inwoners en bedrijven beschermt, benadrukt Rajkowski (VVD). Ieder mens telt, zegt (Bontenbal), en digitalisering mag niet tot nieuwe scheidslijnen in de samenleving leiden. Ceder (ChristenUnie) mist oog voor eenvoud en voor kwetsbaren in het beleid.

Overheden zijn verplicht om digitale informatie toegankelijk aan te bieden, stelt de staatssecretaris vast. Ze benadrukt dat 20% van de Nederlanders niet voldoende digitaal vaardig is. Het moet daarom altijd mogelijk zijn dat mensen ook offline zaken kunnen doen met de overheid.

Persoonsgegevens, algoritmen en cookies

We weten allemaal wat er kan gebeuren als je algoritmes op hun beloop laat, zegt Van Baarle (DENK). Ook Bouchallikh (GroenLinks, mede namens de PvdA) vraagt hoe het gebruik van discriminerende algoritmen wordt tegengegaan, bijvoorbeeld in het Criminaliteits Anticipatie Systeem (CAS). Geef bij elk wetsvoorstel rondom persoonsgegevens aan hoeveel extra capaciteit van de Autoriteit Persoonsgegevens nodig is, oppert Van Ginneken (D66).

De regering zet zich op nationaal en Europees niveau in tegen het gebruik van discriminerende algoritmen, stelt Van Huffelen. Eind 2022 moet de vormgeving van de aangekondigde toezichthouder op algoritmen rond zijn. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft extra middelen gekregen om haar taken beter te kunnen uitvoeren, zegt de staatssecretaris. Yesilgöz legt uit dat de politie bezig is met een betere verantwoording van het CAS.

Adriaansens wijst in reactie op vragen over cookies op de Europese e-privacyregelgeving. Mensen moeten volgens haar een redelijke keuze hebben en de mogelijkheid krijgen om geen gegevens te verstrekken. Er zou daarom een alternatief moeten zijn, zoals het betalen voor een dienst.

Big tech en desinformatie

Grote cyberbedrijven doen keer op keer te weinig om haatzaaien en polarisatie tegen te gaan, zegt Dekker (D66). Hoe zorgt de regering ervoor dat privacy het in de afweging niet telkens aflegt tegen economische of andere belangen, wil Van Raan (PvdD) weten. We staan op een "kantelpunt in de geschiedenis", zegt Van Haga (Groep Van Haga) over de invloed van big tech.

Grote onlineplatforms hebben een gedragscode tegen desinformatie ondertekend en moeten over hun acties gaan rapporteren, zegt de staatssecretaris.

Europese digitale identiteit

Jansen (FVD) vreest dat de Europese digitale identiteit een "totale controle over ons leven" tot gevolg heeft. Van Weerdenburg (PVV) wil dat een dergelijke online identiteit nooit verplicht wordt en er altijd een fatsoenlijk offline alternatief is.

Je hoeft geen gebruik te maken van de Europese digitale identiteit, benadrukt Van Huffelen: je houdt zelf de regie over je gegevens. Het plan is volgens de staatssecretaris vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk gegevens van mensen op onnodig veel plekken rondslingeren.

Verantwoordelijkheid

Het is onduidelijk wie in het kabinet waar precies voor verantwoordelijk is wat betreft digitale zaken, stelt Leijten (SP). Ze pleit voor een aparte digitale begroting, zodat de uitgaven op één plek inzichtelijk worden.

Digitalisering speelt een rol bij vele beleidsterreinen, legt Van Huffelen uit. Ze wil meer inzicht in de uitgaven bieden met een overkoepelende analyse van de informatieplannen die elk ministerie in november gaat publiceren.

De Kamer stemt op 5 juli over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: