Daders MH17-aanslag moeten voor de rechter
1 maart 2016, debat - De Kamer spreekt haar waardering uit voor het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) over de aanslag op vlucht MH17, en dringt aan op het voor de rechter brengen van de daders.
Op 17 juli 2014 stortte vlucht MH17 van Malaysia Airlines neer in het oosten van Oekraïne. Door de crash kwamen alle 298 inzittenden, onder wie 196 Nederlanders, om het leven. Uit een rapport van de OVV, dat op 13 oktober 2015 is gepubliceerd, blijkt dat het vliegtuig door een raket is neergehaald. De toedracht is minutieus beschreven en de conclusies staan als een huis, zo beoordeelt Sjoerdsma (D66) het werk van de onderzoeksraad. Glasheldere conclusies, vindt ook Servaes (PvdA). Premier Rutte zegt dat het rapport terecht vrijwel unaniem internationale waardering heeft gekregen. Maar Omtzigt (CDA) constateert wel dat er "nog geen begin van een antwoord" is op de vraag wie de aanslag pleegde en wie daar opdracht toe gaf.
Eensgezinde wens om de daders te vervolgen
De Kamer is eensgezind in de wens dat de onderste steen boven komt en dat de daders uiteindelijk gestraft worden. Grashoff (GroenLinks) vraagt zich af of het reëel is om te rekenen op medewerking van Rusland. Minister Van der Steur (Justitie) wijst erop dat het Openbaar Ministerie bezig is met het strafrechtelijk onderzoek, waarbij de regering indien gewenst hulp biedt, ook in haar contacten met Rusland. Minister Koenders (Buitenlandse Zaken) bevestigt dat hij "geen gelegenheid onbenut laat" om de Russen op hun verantwoordelijkheden te wijzen. Zodra het OM-onderzoek is afgerond, zal het kabinet een besluit nemen over de vervolging: nationaal of door "een internationaal tribunaal in enige vorm".
Nog steeds onduidelijkheid over de radarbeelden
Omtzigt en Van Bommel (SP) betwijfelen of de onderzoeksraad wel voldoende heeft doorgevraagd naar de beschikbaarheid van radarbeelden. Oekraïne heeft mist gecreëerd over de eigen radarinstallaties, terwijl Rusland zegt zijn radarbeelden niet op te slaan. Dat laatste is volgens Omtzigt tegen de regels van de internationale burgerluchtvaartorganisatie ICAO. Omdat die regels naar de mening van staatssecretaris Dijksma (Infrastructuur) onduidelijk zijn, streeft het kabinet naar verscherping ervan. Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren) en De Roon (PVV) willen weten waarom er niet is gesproken met de luchtverkeersleiders. Doe dat alsnog, is hun advies. Een beslissing daarover is aan het Openbaar Ministerie, reageert Van der Steur.
Informatiedeling is essentieel voor de veiligheid
De informatie-uitwisseling tussen staten, inlichtingendiensten en luchtvaartmaatschappijen over de veiligheid van de burgerluchtvaart moet worden verbeterd, zegt Ten Broeke (VVD). Servaes bepleit de een goede informatiedeling door de overheid, met behoud van de verantwoordelijkheid van de luchtvaartmaatschappijen. Een wettelijke verankering van zo'n informatieplicht, zoals Voordewind (ChristenUnie) wenst, zou de diensten in hun functioneren kunnen hinderen, denkt Rutte, maar hij steunt het idee van een convenant hiervoor. Als inlichtingendiensten op relevante informatie stuiten, wordt die met de luchtvaartmaatschappijen gedeeld, aldus de premier. Bovendien wordt er in EU-verband structureel met de sector overlegd over de veiligheid van het luchtruim.
De Kamer sprak op 4 februari over de radargegevens rond vlucht MH17. Zij stemt op 8 maart over de ingediende moties.
Zie ook:
-
Het overzicht van de laatste debatten in het kort
-
De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.