Brede steun voor Omgevingswet
24 juni 2015, wetsvoorstel - De omvangrijke Omgevingswet van minister Schultz (Infrastructuur en Milieu), die bestaande wetten voor de fysieke leefomgeving bundelt en vereenvoudigt, krijgt de goedkeuring van de Kamer.
In de Omgevingswet worden regels voor ruimtelijke ordening, milieu en natuur vereenvoudigd en samengevoegd. Nu zijn al die zaken nog in 26 verschillende wetten geregeld. Daar komt deze ene Omgevingswet voor in de plaats: een enorm grote wetgevingsoperatie waar jaren van voorbereiding aan voorafgingen. Met minder regels en meer samenhang tussen die regels kunnen plannen sneller, efficiƫnter en makkelijker worden verwezenlijkt. Vergunningsaanvragen rondom bodem, bouwen, geluid, infrastructuur, milieu en water worden voor burgers en bedrijven minder ingewikkeld. Ook kunnen plannen op meer draagvlak rekenen als bewoners en organisaties in het proces betrokken worden, meent De Vries (PvdA).
Gemeenten en provincies krijgen meer eigen mogelijkheden
Met de Omgevingswet kan beter tegemoetgekomen worden aan de verschillen tussen regio's. Provincies, gemeenten en waterschappen krijgen meer ruimte om hun eigen beleid te voeren waardoor ze beter kunnen aansluiten bij de eigen behoeften. "Decentraal, tenzij" is het credo. Daar is Dik (ChristenUnie) het mee eens, maar voor de toegankelijkheid van bouwwerken en de openbare buitenruimte voor gehandicapten kunnen landelijke regels juist een steuntje in de rug zijn voor gemeenten. Van Tongeren (GroenLinks) heeft een soortgelijke wens. Zij wil natuur- en milieucriteria in nationale regelgeving verankeren, zodat in ieder geval de ondergrenzen duidelijk zijn.
Rechtszekerheid moet wel geborgd zijn
Met de Omgevingswet kunnen vergunningsprocedures flexibeler doorlopen worden. Maar flexibiliteit kan strijdig zijn met rechtszekerheid, waarschuwt Ronnes (CDA). Ook Van Veldhoven (D66) wil willekeur en schimmigheid voorkomen: "Vrijheid waar het kan, maar reguleren waar het moet". Zij vraagt zich af of mensen nu vaker naar de rechter zullen stappen. Volgens de minister hebben vergelijkbare wetten niet geleid tot een run op de rechter. Smaling (SP) wijst er echter op dat de Wet ruimtelijke ordening van 2006 juist meer rechtszaken veroorzaakte. Onafhankelijk Kamerlid Houwers pleit echter voor vertrouwen in de bestuurders: "We moeten leren loslaten".
Details van de wet worden nog uitgewerkt
Naar verwachting treedt de wet in 2018 in werking. Veel aspecten van de wet moeten nog uitgewerkt worden. De minister zal dit doen in vier Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's), die de Kamer in 2016 zal ontvangen. Ook daarin moet vereenvoudiging vooropstaan, benadrukt Veldman (VVD). Om te voorkomen dat de regeldruk te hoog wordt, wil hij Actal mee laten kijken. Bisschop (SGP) is kritisch over het naar AMvB's doorschuiven van belangrijke normen voor luchtkwaliteit, waterkwaliteit en geluidshinder, want die horen volgens hem in de wet zelf thuis. Omdat er in 2017 ook nog een invoeringswet volgt, dringt Smaling erop aan dat nieuwe inzichten daarin zullen worden meegenomen.
De Kamer sprak eerder over dit wetsvoorstel in wetgevingsoverleggen op 1 juni en 8 juni. De Kamer stemt 30 juni over het wetsvoorstel en de moties die bij het debat zijn ingediend.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.