Bewindslieden verdedigen zorgbeleid
20 november 2014, begroting - "De Nederlandse zorg scoort hoog op internationale ranglijsten." Minister Schippers (Volksgezondheid) en staatssecretaris Van Rijn (Welzijn) verdedigen hun begroting.
Betere zorg tegen lagere kosten. Zo omschrijft Schippers haar missie. Het pakket wordt groter, de kwaliteit stijgt en met de solidariteit zit het goed, aldus de minister. Van Ark (VVD) ziet een actieve participatiesamenleving ontstaan met "mensen die goed voor zichzelf zorgen en omkijken naar de ander". En Bouwmeester (PvdA) is blij dat de zorgvraag en niet de ziekte centraal komt te staan. Maar niet iedereen is enthousiast. "Wij zijn de grip op de zorg kwijt", zegt Leijten (SP). Zij wil terug naar een publiek stelsel en de macht van de zorgverzekeraars aan banden leggen. Van Klaveren (GrBvK) wil juist naar een geïndividualiseerd en veel goedkoper zorgstelsel.
Zorgverzekeraars hebben een belangrijke positie
Schippers benadrukt het belang van zorgverzekeraars, die de prestaties van ziekenhuizen en andere zorgverleners vergelijken en vervolgens zorg bij de beste inkopen. Maar ze doen te weinig aan preventie, zegt Wolbert (PvdA). Ellemeet (GroenLinks) vindt de macht van de zorgverzekeraars te groot. En Klever (PVV) ergert zich aan de hoge reserves die ze aanhouden: geef dat geld terug aan de verzekerden. Samen met de minister van Financiën heeft Schippers de Nederlandsche Bank om helderheid gevraagd over de spelregels voor deze reserves. Zij wijst erop dat het geld niet uit de zorg verdwijnt. Bruins Slot (CDA) wil voorkomen dat de verzekeraars de opbrengst uit die reserves als winst gaan uitkeren.
Transparantie is belangrijk
Er komt steeds meer inzicht in de kwaliteit van zorg, betoogt Schippers, die verwijst naar KiesBeter.nl, een site van het Zorginstituut Nederland met kwaliteitsinformatie over de zorg. De minister zegt toe de informatie van ziekenhuizen, bijvoorbeeld over hun sterftecijfers, te zullen bundelen. Transparantie is van groot belang, vindt ook Bruins Slot, maar waarom weten veel patiënten nu nog niet of zij na 1 januari terechtkunnen bij bepaalde zorgverleners? Met Dijkstra (D66) en Ellemeet wil zij dat zorgverzekeraars tijdig duidelijkheid bieden over de zorgaanbieders met wie zij voor volgend jaar contracten hebben gesloten.
Twijfels over zorg en ondersteuning
De gemeenten worden verantwoordelijk voor langdurige zorg en ondersteuning. Keijzer (CDA) is verbaasd dat veel gemeenten niet langer een voorziening voor huishoudelijke hulp bieden. Gemeenten moeten volgens Van Rijn een "passende voorziening" treffen. Siderius (SP) vindt het onbegrijpelijk dat mensen die een voorziening te beperkt vinden, hun recht op zorg uiteindelijk bij de rechter moeten afdwingen. Mensen zullen "verpieteren en vervuilen", concludeert Agema (PVV). Met Van der Staaij (SGP) en Dik (ChristenUnie) maakt Ellemeet zich zorgen over de onzekerheid. Zij vraagt om een oplossing voor mensen die acuut hulp nodig hebben. Daar lever ik een maximale inspanning voor, zegt Van Rijn. Hij wijst ook op het landelijk informatiepunt waar mensen met hun vragen terechtkunnen.
Mantelzorgers moeten worden gekoesterd
Krol (50PLUS) en Keijzer vragen aandacht voor de problemen van mantelzorgers, die mede door de vernieuwingen in de zorg vastlopen. Maar volgens Van Rijn is het juist een van de belangrijke doelen van de overheveling van zorgtaken naar de gemeenten om meer rekening te kunnen houden met mantelzorgers. Huisarts, wijkverpleegkundige, welzijnswerk en gemeente zullen meer worden betrokken bij de mantelzorg om zo "de zware wissel die op mantelzorgers wordt getrokken" te verlichten. Denk ook aan de mogelijkheden van e-health, suggereert Arno Rutte (VVD). Siderius vraagt aandacht voor mensen die minder zijn gaan werken om mantelzorg te kunnen verlenen en die vervolgens werkloos worden.
De Kamer sprak eerder op 19 november over de begroting. Zij stemt op 25 november over de moties die bij dit debat zijn ingediend. Over de begroting wordt op een later moment gestemd.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.