Betere aansluiting mbo op arbeidsmarkt
15 december 2014, wetsvoorstel - Een Kamermeerderheid steunt een wetsvoorstel van minister Bussemaker (Onderwijs) om de aansluiting van het mbo op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Een betere aansluiting van mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt en een doelmatige spreiding van het aanbod. Met het wetsvoorstel wil Bussemaker de kansen voor jongeren vergroten. Alle leden zijn het eens met het doel van het voorstel. "De slimste manier om jeugdwerkloosheid te voorkomen", vindt Lucas (VVD). Goed dat studenten beter worden voorgelicht en begeleid, voegt Jadnanansing (PvdA) toe. Maar er zijn ook twijfels over de effectiviteit van het wetsvoorstel. Beertema (PVV) en Rog (CDA) wijzen erop dat er al veel initiatieven zijn om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren. Met Van Meenen (D66) is Rog bezorgd over de administratieve lasten voor de scholen. De Raad van State ziet geen toegevoegde waarde in het wetsvoorstel, zegt Van Dijk (SP).
Aansluiting op arbeidsmarkt moet beter worden
Als er te weinig werk dreigt te zijn voor afgestudeerden van bepaalde opleidingen, moet de instelling overleg voeren met andere instellingen en met het bedrijfsleven over aanpassing of opheffing van die opleidingen. Van Meenen wijst in dit kader op de dynamiek van de arbeidsmarkt, waardoor het soms moeilijk te voorspellen is welke opleidingen kans op werk bieden. Daarom komen opleidingen volgens de minister pas ter discussie te staan als afgestudeerden langdurig niet in een baan op het gewenste niveau terechtkomen. Van Meenen benadrukt het belang van bijscholing, nascholing en doorstroom naar het hbo. De opleidingen moeten ondernemende, wendbare studenten afleveren, vindt Jadnanansing.
Een nieuwe commissie adviseert over doelmatigheid
Lucas is blij dat er een onafhankelijke adviescommissie komt met expertise van onderwijs en arbeidsmarkt. Deze commissie adviseert de minister als er risico's zijn bij de arbeidsmarktaansluiting van bepaalde opleidingen en let daarbij ook op private, niet door de overheid bekostigde opleidingen. Als instellingen geen gevolg geven aan het advies, kan de minister uiteindelijk de bekostiging stoppen of instellingen hun licentie ontnemen. Weer een commissie in die toch al zo drukke mbo-wereld, constateert Beertema. Als de commissie er toch komt, vinden hij en Van Dijk dat zij in ieder geval evenwichtig moet worden samengesteld. Daar zal ik voor zorgen, reageert de minister, die de leden oproept om kandidaten aan te dragen.
Belang kleine specialistische opleidingen wordt onderkend
Hoe houden wij kleine opleidingen in de lucht? Van Dijk, Rog en Van Meenen maken zich zorgen over specialistische vakopleidingen die mogelijk als onvoldoende doelmatig worden gezien. Juist specialistisch vakmanschap kan van enorm belang zijn voor een sector en de Nederlandse economie, erkent de minister. Onderwijsinstellingen die met een opleiding willen stoppen, moeten dit volgens het wetsvoorstel uiterlijk anderhalf jaar van tevoren melden. Op dat moment kan volgens Bussemaker beslist worden of er specifiek iets voor zo'n opleiding moet worden geregeld. Daarbij zal ook het desbetreffende bedrijfsleven worden betrokken.
De Kamer stemt 18 december over het wetsvoorstel en de ingediende motie.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.