Behandeling investeringsverplichting cultureel audiovisueel product afgerond

30 mei 2023, wetsvoorstel – Staatssecretaris Uslu (Cultuur en Media) stelt voor dat commerciële videostreamingsdiensten verplicht een percentage van hun omzet gaan investeren in Nederlandse films, series en documentaires. Maar is het wetsvoorstel nog wel effectief na wijzigingsvoorstellen van de Kamer?

Er gaat steeds minder geld gaat naar de Nederlandse film. Fictie is duur om te maken, zegt de staatssecretaris. Internationale producties hebben hogere budgetten. Daarom wil Uslu vastleggen dat streamingsdiensten 4,5% van hun Nederlandse omzet verplicht investeren in Nederlandse films, series en documentaires.

Effectiviteit

Met een amendement van Werner (CDA) wordt het type producties dat onder de investeringsverplichting valt uitgebreid, bijvoorbeeld met reality- en spelprogramma's. Streamingsdiensten zouden maximaal de helft van de investeringsverplichting in deze genres mogen steken. Effectief zou het percentage voor fictie en documentaires daarmee naar 2,5% gaan.

Bosma (PVV) vindt dat de staatssecretaris wordt ondermijnd door dit amendement. Mohandis (PvdA) vraagt zich af of het wetsvoorstel in de praktijk dan nog wel iets betekent. Westerveld (GroenLinks) vindt de verplichte 2,5% die overblijft te laag in vergelijking met andere Europese landen.

De staatssecretaris denkt dat van de wet een belangrijk signaal uitgaat dat er meer geld moet gaan naar Nederlandse producties. Wel verwacht zij dat de wet er minder effectief van wordt als het amendement wordt aangenomen.

Onafhankelijke producties

Een sterke positie van onafhankelijke producenten leidt tot een divers aanbod, stelt de staatssecretaris. Kwint (SP) wil daarom dat 80% van de investeringsverplichting naar onafhankelijke producties gaat. De staatssecretaris zou dat toejuichen, maar zij kan ook leven met de 60% die Van Strien (VVD) en Werner (CDA) voorstellen.

De Kamer debatteerde eerder op 22 maart 2023 en 24 mei 2023 over het wetsvoorstel. De stemmingen over het wetsvoorstel en de tijdens het eerdere debat ingediende moties zijn voorzien voor 6 juni 2023.

Zie ook: