Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, eerste termijn
26 november 2024, debat - De Kamer debatteert over de begroting van het ministerie van OCW.
De voorgenomen bezuinigingen op het onderwijs staan centraal in het debat. Het gaat in totaal om zo’n 2 miljard euro tot 2029. Maar ook onderwerpen als laaggeletterdheid en internationalisering komen in het debat aan het bod.
Bezuinigingen
“Doe het niet. De bezuinigingen kunnen en moeten van tafel”, zegt Stultiens (GroenLinks-PvdA). Als je echt geeft om de democratische rechtsstaat, bezuinig je niet op het onderwijs, waar leerlingen en studenten kritisch denken wordt aangeleerd, stelt hij.
De manier waarop het onderwijs nu georganiseerd wordt, is volgens Uppelschoten (PVV) het probleem, en geld is daarop niet het antwoord. Jarenlange investeringen hebben niet tot een betere leesvaardigheid geleid, geeft hij als voorbeeld. We zouden daarom onconventioneel moeten denken bij de besteding van het geld.
Paternotte (D66) verwacht dat de bezuinigingen studenten meer stress en minder zekerheid zullen geven, dat opleidingen verdwijnen en dat ze een risico opleveren voor de toekomstige welvaart. Van allerlei voorgenomen bezuinigingen weten we niet wat de effecten zijn, zegt hij. Hij omschrijft de begroting daarom als “een scriptie zonder voetnoten”.
Martens (VVD) ziet dat anders: opleidingen sluiten nu te weinig aan op de arbeidsmarkt. Ons land staat te popelen om talent, zegt zij, maar Nederlanders kiezen onvoldoende voor de banen van de toekomst. Minder geld zou betekenen dat onderwijsinstellingen scherpere keuzes moeten maken in hun aanbod.
Lerarentekort
Veel scholen hebben niet genoeg leraren en soms worden leerlingen zelfs naar huis gestuurd, zegt Soepboer (NSC). Hij ziet dat veel leraren het onderwijs verlaten en dat er te weinig voor terugkomen. Dat komt onder andere door de werkdruk en schaalvergroting. Daarom zou vooral bekeken moeten worden hoe je het geld beter kunt besteden.
Volgens Kisteman (VVD) geven mensen uit de praktijk inspirerende lessen. Er zijn tal van mensen werkzaam in de praktijk die hun kennis en ervaring graag over zouden dragen, maar hun werk niet willen opgeven, stelt hij. Maar door lerarentekort kunnen zij vaak niet begeleid worden. Kan er voor hen een nieuw gecombineerd traject ontwikkeld worden?
Stoffer (SGP) pleit voor een bevrijding van onderwijsmensen. Hij vindt het zorgelijk dat leraren steeds meer gekooid worden door opvattingen van mensen buiten het onderwijs. Ook constateert hij dat scholen steeds meer verstrikt raken in een web van regelgeving.
Praktijkopleidingen
Het kabinet zegt volgens Tseggai (GroenLinks-PvdA) het mbo een topprioriteit te vinden, maar bezuinigt er nu toch op. Mbo-studenten verdienen beter, vindt zij. De grootste groep schoolverlaters zit op het mbo. Het ontbreken van voldoende inkomsten blijkt de hoofdreden voor vroegtijdig afbreken, stelt zij. Een stagevergoeding voor alle studenten zou al een verschil kunnen maken.
Ook Beckerman (SP) ziet dat het mbo met veel bezuinigingen te maken krijgt. Bovendien raken ambachtsopleidingen steeds meer op de achtergrond als de maatschappij alleen een universitair diploma als succesvol ziet. Er moet meer erkenning voor vakmensen komen, want er dreigt een groot probleem als zij stoppen met lesgeven, vreest ze.
Eerdmans (JA21) deelt de zorg dat tekorten op het mbo blijven bestaan met de voorgenomen bezuinigingen. Er zijn voorbeelden van hoe het wel kan, door samenwerkingen met het bedrijfsleven, zegt hij. Maar ook op die subsidie wordt bezuinigd, stelt hij vast.
Laaggeletterdheid
Volgens Rooderkerk (D66) is er een leescrisis die aangepakt moet worden. Lezen opent je wereld, geeft je de mogelijkheid emoties onder woorden te brengen, je te uiten en je te ontwikkelen. Lees- en schrijfvaardigheid moeten prioriteit nummer één zijn.
We zien over het hoofd dat veel leerlingen een migratieachtergrond hebben en dat die vaak thuis geen Nederlands spreken, meent Dekker (FVD). Hoe kunnen die achterstanden opgevangen worden en hoe kunnen we ervoor zorgen dat leerlingen zonder leesachterstand de aandacht blijven krijgen die ze nodig hebben?
Koekkoek (Volt) vraagt aandacht voor de digitale geletterdheid. Die is in deze tijden steeds belangrijker, vindt zij. Maar niet ieder kind heeft toegang tot materiaal om daaraan te kunnen werken. Dat gat moet zo snel mogelijk gedicht worden om kansenongelijkheid te voorkomen.
Internationalisering en verengelsing
Nederlandse universiteiten zijn volgens Van der Hoeff (PVV) niet opgericht om onderwijs te bieden aan internationale studenten. Een derde van het OCW-budget voor universiteiten wordt aan onderzoek en onderwijs besteed en een groot deel daarvan gaat naar internationale studenten. Daar moeten we kritisch naar kijken, vindt hij.
Krul (CDA) geeft toe dat de verengelsing in het hoger onderwijs is doorgeschoten, maar hij ziet ook goede ontwikkelingen. Op sommige plekken zijn buitenlandse studenten gewoon nodig, juist bij specialistische opleidingen in de regio. Hij maakt zich zorgen over het aanbod daar als de instroom van buitenlandse studenten sterk ingeperkt wordt.
Thuiszitters
De problematiek van thuiszitters in het speciaal onderwijs ziet Pijpelink (GroenLinks-PvdA) als een schrijnend voorbeeld van mooie woorden maar niet leveren. Niemand durft deze groep leerlingen het maatwerk te geven dat nodig is, zegt zij, vanwege een gebrek aan geld voor ondersteuning.
Van Zanten (BBB) maakt zich zorgen om de toegankelijkheid van scholen in het speciaal onderwijs. Kinderen met autisme zijn oververtegenwoordigd in de groep thuiszitters, stelt zij. Dat vraagt om ondersteuning en passende leeromgevingen.
Ook Ergin (DENK) ziet dat er nog groepen kinderen zijn die onvoldoende toegang hebben tot het passend onderwijs. Dat gaat onder anderen om hoogbegaafde meisjes en migrantenkinderen. We laten zo een enorm potentieel onbenut, vindt hij.
Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en staatssecretaris Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) reageren op 28 november op de inbreng van de woordvoerders.
Zie ook:
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
- Kijk debatten terug via Debat Direct