Algemene Financiële Beschouwingen afgerond

3 oktober 2023, debat - Minister Heinen en de staatssecretarissen Idsinga en Achahbar van Financiën beantwoorden vragen van de Kamer over de financiële toestand van Nederland.

De bewindspersonen reageren op de inbreng die de financieel specialisten van de Kamer in de eerste termijn van de Algemene Financiële Beschouwingen leverden.

Overheidsinvesteringen

Nederland heeft een staatsschuld van ongeveer 45% van het bbp, zegt Van der Lee (GroenLinks-PvdA), wat laag is in vergelijking met veel andere landen. Er is in zijn ogen dus ruimte om meer te investeren in productiviteitsverhoging en in de noodzakelijke transities.

Heinen wijst erop dat de vergrijzing ervoor zorgt dat de staatsschuld in de toekomst fors op dreigt te gaan lopen. En een stijgende schuld zorgt voor hogere rentelasten, waardoor de buffers om tegenvallers en economische schokken op te vangen kleiner worden. Daarom moet de begrotingsdiscipline worden hersteld, benadrukt de minister, en moeten we vooral bezien waaraan we minder kunnen uitgeven.

Ramingen

Waarom is het overheidstekort de afgelopen jaren steeds lager dan verwacht? Veel woordvoerders vragen zich dat af. Inkomsten vallen telkens hoger uit dan geraamd en uitgaven lager. Deze meevallers zijn weliswaar goed voor de schatkist, zegt de minister, maar slecht voor het vertrouwen.

De inkomsten zijn de afgelopen jaren hoger door een aantrekkende economie, het naar voren halen van belastinginkomsten en de hoge inflatie, legt Heinen uit. Daarnaast was er sprake van onderuitputting doordat het niet lukte om al het geld uit te geven dat was begroot. Bijvoorbeeld omdat er te weinig personeel was.

Flach (SGP) spoort de minister aan om zijn collega's aan te spreken op het realistischer begroten van uitgaven. Er dreigt een waterbedeffect te ontstaan, zegt Van Dijck (PVV): als uitgaven op een later moment plaatsvinden, vergroten die in dat jaar het begrotingstekort. Het grootste probleem zit juist vooral bij de inkomsten, denkt Van Oostenbruggen (NSC): die lijken structureel hoger dan geraamd.

Heinen is al bezig met realistischer begroten. Het betekent ook dat ambities soms verlaagd moeten worden. Hij wil een onafhankelijke expertgroep instellen die het verschil tussen ramingen en realisaties gaat onderzoeken. De bedoeling is om DNB, het CBS en het CPB hierbij te betrekken.

Van Houwelingen (FVD) wijst erop dat de uitgaven voor het staatsapparaat, met name de kosten voor rijksambtenaren, vaak juist te laag worden ingeschat. De verschillen zitten deels in aanpassingen voor gestegen lonen en prijzen, denkt Heinen. Ook kan het gebeuren dat een ministerie in de loop van het jaar kiest voor meer externe inhuur.

Belastingen en toeslagen

Bij de verhoging van de btw op sport, boeken en cultuur zijn er rare keuzes gemaakt, vindt Vijlbrief (D66). Het komt in zijn ogen neer op "beleid op de tast". Ook Van Dijk (CDA) is kritisch: de hogere btw op sport vergroot de bewegingsarmoede van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen.

De btw-verhoging is niet populair, stelt de minister vast. Maar die past wel in de afspraken om het belastingstelstel te vereenvoudigen en ondoelmatige fiscale regelingen af te schaffen. Dassen (Volt) spoort in dat verband de regering aan om meer fiscale regelingen af te schaffen of te versoberen, zoals de landbouwvrijstelling. De doelstelling van 250 miljoen moeten we nog invullen, reageert staatssecretaris Idsinga. Hij stuurt de Kamer hierover binnenkort een brief.

Mensen verdwalen in het doolhof van regelingen, zegt staatssecretaris Achahbar over het huidige toeslagenstelsel. Het kabinet wil het daarom afschaffen, maar dit moet voorzichtig gebeuren omdat veel mensen ervan afhankelijk zijn. Eerdmans (JA21) wijst op aanwijzingen voor een nieuwe Bulgarenfraude en vraagt de staatssecretaris om die aan te pakken.

Armoede en koopkracht

Het kabinet doet te weinig voor mensen met een laag inkomen, vindt Dijk (SP), voor schoonmakers, thuiszorgmedewerkers en conducteurs. De rijkste 80% gaat erop vooruit, stelt hij vast, en de armste 20% niet. En als de winsten zoals nu torenhoog zijn, zou er meer geld moeten gaan naar het bestrijden van kinderarmoede.

Kinderen verdienen een warm nest en toekomstperspectief, zegt Heinen. De afgelopen tien jaar is de kinderarmoede gehalveerd, benadrukt hij, en dat is een belangrijke prestatie. Er is volgens hem beleid om kinderarmoede verder te verminderen. Verder is er in Nederland een hoge sociale mobiliteit: veel kinderen ontgroeien de armoede.

Inflatie is de sluipmoordenaar van de koopkracht van (hardwerkende) Nederlanders, benadrukt Grinwis (ChristenUnie). Hij wil dat de regering gevolgen voor de inflatie meer gaat meewegen in het beleid. Er moet aandacht aan worden besteed in de miljoenennota en het belastingplan.

Gemeenten

Gemeenten waarschuwen voor een "ravijnjaar" in 2026: ze krijgen dan minder geld van het Rijk, dus ze zullen moeten bezuinigen of de lokale belastingen verhogen. Vermeer (BBB) oppert om financiële afspraken met gemeenten in de toekomst te koppelen aan collegeperiodes, zodat ze meer zekerheid hebben.

De Vries (VVD) vreest dat veel gemeenten de onroerendezaakbelasting fors gaan verhogen, terwijl in het hoofdlijnenakkoord staat dat er afspraken worden gemaakt om de stijging van de gemeentelijke woonlasten te maximeren. De minister van Binnenlandse Zaken gaat hierover in gesprek met de gemeenten, antwoordt Heinen.

De eerste termijn van de Kamer vond plaats op 2 oktober. De Kamer stemt op 8 oktober over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort.
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct.