Plenair verslag Tweede Kamer, 2e vergadering
Woensdag 18 september 2024

  • Begin
    10:15 uur
  • Sluiting
    0:00 uur
  • Status
    Ongecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Martin Bosma

Aanwezig zijn 0 leden der Kamer, te weten:

en mevrouw Achahbar, staatssecretaris Toeslagen en Douane, mevrouw Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, de heer Beljaarts, minister van Economische Zaken, de heer Brekelmans, minister van Defensie, de heer Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, mevrouw Faber, minister van Asiel en Migratie, de heer Heinen, minister van Financiën, mevrouw Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei, viceminister-president, de heer Van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, viceminister-president, de heer Idsinga, staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst, de heer Jansen, staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu, de heer Karremans, staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, mevrouw Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, viceminister-president, mevrouw Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, de heer Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw Maeijer, staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg, de heer Van Marum, staatssecretaris Herstel Groningen, de heer Nobel, staatssecretaris Participatie en Integratie, mevrouw Paul, staatssecretaris Funderend Onderwijs en Emancipatie, de heer Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de heer Schoof, minister-president, minister van Algemene Zaken, de heer Struycken, staatssecretaris Rechtsbescherming, de heer Szabó, staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, de heer Tuinman, staatssecretaris van Defensie, mevrouw Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de heer Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken, de heer Van Weel, minister van Justitie en Veiligheid, en mevrouw Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

De voorzitter:
Ik open de vergadering van woensdag 18 september 2024. Aan de orde zijn de Algemene Politieke Beschouwingen. Een hartelijk woord van welkom aan de leden van de Kamer, de mensen op de publieke tribune maar vooral natuurlijk aan onze gasten van vandaag: een vak K vol bewindspersonen. Fijn dat u er met z'n allen bent. Op de eerste plaats natuurlijk een woord van welkom aan de minister-president, de heer Schoof. Fijn dat u bij ons bent. Zo te zien zijn er geen absenten vandaag en heeft u ze allemaal binnen. We zien allemaal uit naar een mooi debat vandaag. Daar zijn we even twee dagen mee bezig. Ik denk dat het vanavond laat wordt, maar we gaan toch ons best doen om het kort te houden. Nederland hunkert naar een scherp debat. Ik hoop dat we het ook een beetje gezellig en ontspannen kunnen houden. Interrupties graag kort en puntig; niet hele referaten bij de interruptiemicrofoon. Via de voorzitter spreken, want anders voel ik mij zo buitengesloten. Interrupties in drieën. Bespaar ons herhalingen, zou ik ook willen zeggen. Ik ga een uur schorsen voor de lunch. Dat zal zo rond 12.00 uur/12.30 uur zijn. Het duurt een uurtje, zodat we de wachtrijen wat korter kunnen houden.

We hebben vandaag natuurlijk heel veel inhoud te bespreken: de Miljoenennota, alle begrotingen, de Troonrede zo u wilt, misschien het oordeel van de Raad van State. U kunt vandaag nog schuiven tussen begrotingen. Er is een regeerprogramma van 130 pagina's. Kortom, heel Nederland kijkt ernaar uit hoe wij ons vandaag gaan buigen over de inhoud. Een ochtendblad kopt vandaag "Grote spanningen in de Kamer: weet Den Haag zich te gedragen tijdens de Beschouwingen?" Het antwoord op die vraag ligt in ons aller handen.

Algemene Politieke Beschouwingen

Algemene Politieke Beschouwingen

Aan de orde zijn de Algemene Politieke Beschouwingen.


Termijn inbreng

De voorzitter:
Voordat ik enkele stichtelijke woorden tot u ga spreken, geef ik nog even het woord aan de heer Eerdmans voor een punt van orde.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank je wel. Ik lees in De Telegraaf van vanochtend een bericht met een mooie foto erbij over een brief van minister Faber over een opt-out op het migratiebeleid in Europa. JA21 is het daarmee van harte eens, maar ik vraag me wel af wat het plan daaronder is. Het is een hele korte brief, die bovendien volgens mij ook aan een verkeerde zender is gericht. Dat zal immers moeten worden bepaald door de lidstaten van de Europese Unie en niet door de Commissie. Ik denk dus dat de brief verkeerd is geadresseerd, maar de vraag is vooral of er vandaag een brief van het kabinet kan komen met een toelichting op de vraag hoe dat wordt gerealiseerd: welk plan ligt eronder? Graag een toelichting en een onderbouwing.

De voorzitter:
Heel goed. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, maar misschien heeft de minister-president het zelf ook al gehoord.

Ik trakteer u elke dag op een mooi gedicht uit de schatkamer van de Nederlandse literatuur. De grootste bijdrage van ons als Staten-Generaal aan de literatuur is natuurlijk de Statenvertaling, die op 17 september 1637 aan ons werd aangeboden en een enorm vormende functie heeft gehad voor de Nederlandse taal. Als inleiding op vandaag wil ik daar een mooi stukje uit voorlezen, en wel uit Prediker:

"IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.
Wat voordeel heeft de mens van al zijn arbeid, dien hij arbeidt onder de zon?
Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.
Ook rijst de zon op, en de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij oprees.
Zij gaat naar het zuiden, en zij gaat om naar het noorden; de wind gaat steeds omgaande, en de wind keert weder tot zijn omgangen.
Al de beken gaan in de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats, waar de beken heengaan, derwaarts gaande keren zij weder.
Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het oor wordt niet vervuld van horen.
Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon."

Prediker 1:2-9.

Het woord is aan de heer Timmermans. Het woord is aan de heer Jetten.

De heer Jetten (D66):
Allereerst dank dat u met een gedicht weer laat zien hoe belangrijk cultuur is. Ik heb ook een punt van orde. In de begroting is aangekondigd dat er een half miljard aan bezuinigingen aankomt op het basis- en het middelbaar onderwijs. Dat betekent een harde klap voor onder anderen leraren in de Randstad en de brede brugklassen, maar tot mijn verbazing is in de begroting, een hele lange lijst, 200 miljoen euro nog niet ingevuld. Het is onmogelijk voor ons als Kamer om een oordeel te vellen over die onderwijsbegroting als we niet weten waar de minister die 200 miljoen wil gaan bezuinigen. Ik vraag dus om een brief, te ontvangen voor de beantwoording morgen, over hoe de minister met die 200 miljoen bezuiniging op onderwijs denkt om te gaan.

De voorzitter:
Heel goed. Ik zal ook dit deel van het stenogram doorgeleiden naar het kabinet. Dan is nu alsnog het woord aan de heer Timmermans.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Mijn complimenten voor een prachtig citaat uit een heilig boek. Ik verheug me er zeer op dat u binnenkort ook uit andere heilige boeken mooie citaten voorleest. Ik denk aan de Talmoed en de Koran. Het zou heel mooi zijn als u zo de verscheidenheid van Nederland vanaf uw voorzittersstoel een plaats geeft.

Voorzitter. Het privilege van de eerste spreker is dat ik mag claimen wellicht namens u allen te spreken als ik vanaf hier Pieter Omtzigt beterschap wens. Ik hoop dat hij snel weer aansterkt en snel weer onder ons is, zodat we ook met hem weer het debat kunnen voeren. Hij is een parlementariër pur sang en daarvoor verdient hij ons grootste respect. Ik hoop dat hij er snel weer is.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Maar ja, nu wat minder leuks. Een "nepparlement" met "nepvolksvertegenwoordigers", dat vindt PVV-minister Faber van deze Kamer. En ook de heer Wilders heeft dat herhaaldelijk gezegd. Zo worden we op dit moment ook behandeld. Vandaag staan wij, als leden van dit huis, allemaal voor de vraag of we toestaan dat de regering het parlement buitenspel zet. Het is nota bene het eerste grote besluit onder leiding van de nieuwe premier. Hoe verschillend we ook denken over asiel en migratie, in een democratie maken we de wetten en regels samen, in dit huis. Wat minister Faber doet, is gevaarlijk. Het noodrecht misbruiken om het parlement te omzeilen en onder de wet en internationale verdragen uit te komen, is een rechtstreekse aanval op de democratische rechtsstaat en zou door het parlement met kracht moeten worden afgewezen.

Ik erken dat de positie van mevrouw Van Vroonhoven geen gemakkelijke is, maar zij heeft wel veel uit te leggen vandaag. Laat ik me direct tot de NSC-fractie richten: is het goed bestuur om het parlement buitenspel te zetten? Uw voorman gaf het antwoord vorig jaar in zijn Thorbeckelezing: "Nee, nee en nogmaals nee!" Niet alleen de geloofwaardigheid, maar ook de fundamentele bestaansreden van NSC staat op het spel. En nee, het gaat er niet om of de Raad van State zegt dat het juridisch wel of niet klopt. Het gaat erom dat het democratisch van geen kant deugd. Je mag je niet verschuilen achter de rechter, want door dat te doen, ondermijn je de rechter. Je moet zelf je verantwoordelijkheid nemen. Als de regering vandaag onvoldoende garanties biedt, zal ik daarom in tweede termijn een motie indienen om deze ondemocratische truc te verhinderen. Hier behoort elke democraat een grens te trekken. Wij mogen niet toestaan dat de regering onder valse voorwendselen het parlement opzijschuift.

Voorzitter. Ik hoorde in de afgelopen dagen bij heel veel collega's dat dit debat vooral zou moeten gaan over alternatieve en soms botsende visies over de toekomst van ons land. Het moet niet gaan over ruzie tussen fractievoorzitters van de coalitiepartijen. Want vooruitgang komt alleen tot stand als we ons niet gek laten maken, maar ons vastberaden richten op het verbeelden van een betere toekomst. De dominante politieke krachten van deze tijd doen exact het tegendeel. Dat doen zij niet alleen door op cynische wijze de spelregels van de democratie aan hun laars te lappen, maar ze spelen ook in op gevoelens van wantrouwen en angst door te pleiten voor een terugkeer van grensposten in Europa. Ze zaaien verdeeldheid door vluchtelingen en migranten tot zondebok te maken. En ze spreken het slechtste in ons aan door mensen buiten te sluiten om wie ze zijn, van wie ze houden, wat ze geloven of waar de wieg van hun ouders of grootouders stond.

Alleen als we het goede in elkaar aanspreken, is geen uitdaging te groot om samen aan te kunnen. Dat heeft Nederland in de loop van onze nationale geschiedenis steeds opnieuw bewezen. Maar daar is wel vertrouwen voor nodig, vertrouwen in onszelf, vertrouwen in elkaar, maar bovenal vertrouwen in vooruitgang. Dat is het vertrouwen dat morgen weer beter kan zijn dan vandaag. Dat vertrouwen herwinnen we alleen als we een radicaal andere koers gaan varen. En dus moeten we het vandaag dáárover hebben, over de verandering die Nederland nodig heeft. Het laatste wat we moeten doen, is ons laten afleiden door de fel brandende vuurpijlen die Wilders afschiet in de hoop dat we allemaal gehypnotiseerd naar die vuurpijl blijven staren en geen oog hebben voor de grond, die bezaaid ligt met zijn gebroken beloftes.

Zolang wij het alleen maar hebben over de aanval op onze democratie die Faber en tot mijn grote verdriet ook Schoof willen inzetten, heeft niemand door dat Wilders zijn kiezers heeft belazerd. Ik heb me lang afgevraagd waarom mevrouw Yeşilgöz zo graag met de PVV wilde samenwerken. En deze week daagde het me: de PVV is van harte bereid het kapitaal te ontzien en toont zich een onderdanige loopjongen als de VVD voorstelt geld van arme mensen te brengen naar de rijken, als een soort omgekeerde Robin Hood. De PVV en de VVD hebben een faustiaanse deal gesloten: als jij mij mijn zin geeft bij het asielbeleid, laat ik jou miljarden aan cadeaus uitdelen aan het grootkapitaal. Dat kost de een haar principes en de ander zijn verkiezingsprogramma, maar ze zijn er alle twee gelukkig mee, want ze krijgen wat hun hartje het liefst begeert.

Mensen snappen heus wat het betekent als je onnodige belastingkortingen weggeeft aan buitenlandse aandeelhouders. Wilders doet wat hij Rutte jaar in, jaar uit verweet. Nu is híj de man die liever miljarden euro's weggeeft aan grote bedrijven en buitenlandse beleggers dan dat hij geld besteedt aan Nederlanders. Voor multinationals en buitenlandse aandeelhouders gaat de belasting omlaag, voor gewone Nederlanders gaan de btw en de zorgpremie omhoog. Wat betekent dat bijvoorbeeld? Eén voorbeeld: de verhoging van de btw. De hoofdredacteur van dagblad De Limburger, Bjorn Oostra, zegt: als jullie dat doen, moet ik zeventien mensen ontslaan en dan kan ik misschien niet meer naar de gemeenteraden gaan om verslag te doen van wat daar plaatsvindt. Je ondermijnt met de btw-verhoging op deze manier rechtstreeks de democratie en de controle op de democratie. Niet doen!

Als je dat doet, blijft er geen cent meer over voor al die mensen die op je rekenen. De mensen in Parkstad Limburg, die dachten dat je een volwaardig Zuyderland-ziekenhuis zou openhouden. Echt een grote, zware belofte. De mensen die dachten dat je meteen het eigen risico zou afschaffen. De chronisch zieken, die dachten dat ook zij zouden meedelen in het verlagen van het eigen risico. De hardstwerkende Nederlanders, die dachten dat ze met jouw steun met pensioen zouden kunnen, zonder dat ze totaal versleten zouden zijn. De onmisbare werknemers in de thuiszorg, die dachten dat je het minimumloon zou verhogen. Belofte, belofte, belofte. Tijdens de onderhandelingen met de VVD ging niet het klimaatbeleid, maar het eigen PVV-programma door de shredder. In alles blijkt Wilders uiteindelijk gewoon een geradicaliseerde VVD'er.

Voorzitter. Het is geen groot geheim dat dit kabinet niet mijn eerste voorkeur had. Voor de zomer hebben we het uitvoerig gehad over het racistische en extreme gedachtegoed van sommige ministers. Maar zolang deze vier partijen mekaar stevig vasthouden in dit onzalige avontuur, rust op hen de dure plicht daar ook een succes van te maken en ook dingen te leveren voor mensen. Want vergis je niet: als het mislukt, zullen mensen nóg cynischer worden en keren ze zich nóg meer af van de politiek, zeker de democratische politiek. Ik reken mij niet rijk. Ik heb geen schadenfreude als het misgaat op dingen die te maken hebben met de bestaanszekerheid van mensen, want de mensen zullen teleurgesteld, boos en cynisch zijn.

Voor de zomer werd alle kritiek van de oppositie weggewuifd onder verwijzing naar het regeerprogramma. Maar in het dikste akkoord ooit staat een oneindige reeks van voornemens, doelen, ambities en beloftes, maar heel weinig concrete oplossingen voor de problemen in het land, laat staan een visie op de toekomst. Bij het lezen van de Miljoenennota snap je ineens de emoties, zenuwen en afleidingsmanoeuvres bij de coalitiepartijen. Nadat jarenlang VVD-beleid heeft geleid tot de problemen in ons land, is het zorgwekkend dat mevrouw Yeşilgöz als enige trots verkondigt dat de regering voor 90% VVD-beleid uitvoert. En natuurlijk — als klap op de vuurpijl, als we het toch over vuurpijlen hebben — geeft zij links de schuld, terwijl de VVD veertien jaar onafgebroken aan het bewind is geweest. Je moet maar durven.

Stilstand wordt gepresenteerd als vooruitgang en achteruitgang als een welkome verandering. Het minimumloon blijft laag om de loonkosten te drukken. Drie van de vier coalitiepartijen hadden beloofd dat het minimumloon zou worden verhoogd, maar ze doen het niet. Voor serieuze armoedebestrijding is de komende jaren geen geld. De partijen gaan fors bezuinigen op het onderwijs en de slagkracht van de overheid. Gemeenten moeten noodgedwongen buurthuizen, zwembaden en bibliotheken sluiten als alles doorgaat rond het Gemeentefonds. Maar buitenlandse aandeelhouders, vastgoedspeculanten en expats mogen zich verheugen op extra belastingvoordelen. Voor hun bestaanszekerheid wordt ontzettend goed gezorgd.

Er is maar één partij in Nederland die trots kan vieren dat ze geld heeft afgepakt van mensen die al bijna niks hebben. Dat is de VVD. Mevrouw Yeşilgöz heeft ervoor gezorgd dat er minder geld gaat naar mensen die onmisbaar werk doen, en meer naar grootverdieners die het niet nodig hebben. De grootverdieners gaan er 38 keer meer op vooruit dan de mensen die het minimumloon verdienen. Moet je je voorstellen: boven een ton krijgt iedere maand €38 meer. Dat merken ze niet eens. Als je alleenstaand bent met een minimumloon: €1 in de maand meer. Stel je nou eens voor, het zou omgekeerd zijn. Voor iemand die het minimumloon heeft en alleenstaand is, is €38 echt een verschil. En iemand die maar €1 krijgt terwijl hij een ton verdient in plaats van €38, die merkt dat ook niet. Dus daarom zeg ik: een omgekeerde Robin Hood. Doe het andersom, en je doet echt iets aan de problemen van de Nederlanders.

Voorzitter. Deze koers zal de verdeeldheid in ons land vergroten. Nog meer mensen zullen tegenover elkaar komen te staan, en het vertrouwen in vooruitgang wordt vervangen door angst voor de toekomst.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
De heer Timmermans ligt redelijk op ramkoers. En hij heeft het over verdeeldheid. Ik zou eigenlijk willen vragen: kunt u ons ook uitleggen hoe we die gemeenschappelijkheid met elkaar opzoeken?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik kom zo tot een aantal voorstellen, mevrouw Van Vroonhoven.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik hoop het. Ik hoop enórm dat u met ons naar de oplossingen zoekt.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dat wil ik ontzettend graag, maar ik heb ook met een Pieter Omtzigt te maken gehad die had beloofd het minimumloon te verhogen. Ik heb ook met uw fractie te maken gehad die had gezegd: behoorlijk bestuur, dat is voor ons het aller-, allerbelangrijkste. Dus daar wil ik graag met u over praten. Daar komen we nog op. En ik kom zo met een aantal concrete voorstellen, want ik hoop dat uw fractie die ook kan steunen, als er nog iets van dat extraparlementaire is overgebleven.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Dan hoop ik ook dat de andere drie coalitiecollega's zich daar ook in kunnen vinden. Dat zou mooi zijn, dan kunnen we als heel parlement gezamenlijk optrekken.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nou ... Meteen, in één opmerking, dat hele extraparlementaire in de shredder gegooid. Jammer.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, zou ik, via u, aan de heer Timmermans mogen vragen hoe hij het verklaart dat sinds hij in de oppositie zit, het vertrouwen in de politiek fors is gestegen?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, dat wil ik ontzettend graag verklaren. Mensen wordt ontzettend veel beloofd, en zij hebben nog niet in de gaten dat ze door u, meneer Wilders, in het pak worden genaaid.

De heer Wilders (PVV):
Zou het zo kunnen zijn dat uw partij, die volgens mij dertien keer onderdeel is geweest van het kabinet, al die dertien keren totaal blind is geweest voor de grootste problemen van Nederland, zoals bijvoorbeeld het asiel- en migratiebeleid? Zou het zo kunnen zijn dat dat nu nummer één staat bij de zorgen van mensen? Samen met wonen en andere problemen staan asiel en migratie op nummer één. Uw partij was daar altijd de grote afwezige. Uw partij was het altijd die die mensen pamperde en binnenliet, graag met voorrang huurwoningen gaf en noem maar op. Zou het zo kunnen zijn dat mensen zich realiseren dat je, als je echt wat wilt veranderen in dit land, als je echt wat aan die asielinstroom wilt doen, dan bij iedereen moet zijn behalve bij de Partij van de Arbeid? Zou dat ook een reden kunnen zijn?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zou het ook zo kunnen zijn ...

De heer Wilders (PVV):
Geef antwoord op de vraag.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zou het ook zo kunnen zijn dat bij de laatste verkiezingen mensen écht dachten dat u het minimumloon zou verhogen? Zou het ook zo kunnen zijn dat de mensen in Heerlen dachten dat u écht voor het Zuyderland op zou komen? Zou het ook zo kunnen zijn dat u écht meende dat u een akkoord wilde over vroegpensioen? Zou het ook zo kunnen zijn dat u het écht meende dat u het aan de onderkant beter zou doen dan wat er nu is? Zou dat ook zo kunnen zijn? Want ik ben altijd bereid om terug te kijken naar het verre verleden, maar waar we hier nu staan, is hoe ú bent omgegaan met uw grote verkiezingswinst in november vorig jaar. U belazert de mensen. Het enige onderwerp waarover u wilt praten, is asiel, maar al die andere dingen kunnen u niks schelen. En de mensen hebben op u gerekend bij al die onderwerpen. Zou dat niet zo kunnen zijn?

De heer Wilders (PVV):
Zou het ook kunnen zijn dat u overal over wilt praten, behalve over asiel? Want u geeft geen antwoord op mijn vraag.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nee ...

De voorzitter:
De heer Wilders, afrondend.

De heer Wilders (PVV):
Ik heb het woord. Laat ik even heel kort op uw punten ingaan. De streekziekenhuizen. Nou, een geweldige stap van de minister van VWS, omdat zij nu die spoedeisende hulp en de hele andere zorg ook uit de marktwerking gaat halen, waardoor de streekziekenhuizen geholpen kunnen worden. U had het over het minimumloon en u zet met heel populistische verwijten ... Ja, u heeft een hele vriendelijke lach. Dat u ervoor heeft gezorgd ... U zegt net: mensen met een minimumloon gaan er €1 op vooruit en de mensen met een ton €38. U vergeet daarbij te zeggen — dat staat in datzelfde staatje van het Nibud — dat mensen die net één trapje boven het minimumloon zitten, die iets meer verdienen dan het minimumloon, er net zo veel op vooruitgaan als die persoon van €100.000. Dat is dus een uitkering of werkenden tot €30.000. Die staan op 34. Dat is bijna gelijk aan mensen met €100.000. Dat noemt u niet. Dat is dus goedkoop en mooie retoriek, maar er klopt dus helemaal niets van dat wij niets voor die mensen doen. Wij steunen en hebben lastenverlichting voor iedereen. De kern ligt bij de werkenden die rond modaal zitten. Dat kunt u zien in datzelfde staatje van het Nibud.

Maar nu terug naar mijn vraag. Waarom wilt u het niet hebben over asiel en migratie? Is dat omdat de mensen van GroenLinks in die werkgroep nu een actie tegen u zijn begonnen omdat u iets zei over het terugdringen van asiel? Is dat de reden? Waar bent u bang voor? Waarom geeft u niet toe dat Nederland een enorme puinhoop is geworden en dat ze u nu niet aan de macht willen zien, dat het vertrouwen in de politiek stijgt sinds u in de oppositie zit? Omdat u nul, een hele grote nul aan oplossingen heeft voor het asiel- en migratievraagstuk.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De vraag is: als u zo overtuigd bent van uw oplossingen, waarom bespreekt u ze dan niet gewoon in deze Kamer? Waarom probeert u de Kamer buitenspel te zetten? Waarom probeert u de truc van een noodwet te hanteren terwijl er geen enkele juridische grond is om dat te rechtvaardigen? Als het u erom gaat om van mij te horen wat wij vinden van asiel en migratie, leg de plannen hier dan neer. Ik kom dag en nacht met u erover praten. Dan laten wij zien wat we willen. Wij zullen de mensen niet door een ondergrens laten zakken, zoals u wilt doen. Wij blijven mensen als mensen zien! Dat zijn geen postpakketjes die je zomaar over de grens kunt kieperen, zoals u wilt.

De heer Wilders (PVV):
Postpakketjes? Het blijkt nu wel weer dat GroenLinks-Partij van de Arbeid niet het begin van een oplossing heeft voor de problemen met asiel. Het enige wat u zegt, is dat wij het verkeerd doen. Maar al jarenlang, al decennialang, al tientallen jaren lang, al dertien keer dat u onderdeel uitmaakte van een kabinet heeft u er niets van gebakken. Mensen vertrouwen uw partij niet als het gaat om het migratiebeleid. U wilt iedereen binnenlaten. U wilt de grenzen openlaten. U maakt zich zorgen over het feit dat we door een ondergrens heen zakken, maar u vergeet te zeggen dat die Nederlander door die ondergrens heen zakt. Die Nederlander kan geen woning meer krijgen. Die Nederlander heeft een probleem met veiligheid op straat. Die Nederlander heeft te weinig zorg. Daar heeft u het niet over! Zolang de heer Timmermans dat blijft doen, zal het vertrouwen blijven stijgen in de tijd dat hij niet in het kabinet zit.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik zal u één ding zeggen: hoedt u voor de gevolgen van het breken van zo veel verkiezingsbeloftes. Het vertrouwen van uw kiezers kan ook te paard gaan. Ik weet uit ervaring dat als vertrouwen vertrekt, je hard moet werken om het weer terug te krijgen. Daar zijn wij keihard mee bezig. Ik loop niet weg voor de waarheid. Ik loop niet weg voor het feit dat wij heel hard moeten werken om de kiezers die vroeger bij ons hoorden, weer terug te krijgen. Dat erken ik volledig. Maar ik waarschuw u: ga door met het breken van beloftes en ze lopen bij u nog veel harder weg. Doe dat niet.

Wat betreft asiel en migratie wil ik heel graag op uw vraag antwoorden. Ik kom daar in mijn tekst ook op terug, maar dan doe ik het nu even hier. Eindelijk, na jaren soebatten, heeft de Europese Unie afspraken gemaakt over hoe we de buitengrenzen beter gaan bewaken, over hoe we juridisch houdbare afspraken met derde landen kunnen maken en over hoe we de vluchtelingen in Europa eerlijk over de lidstaten verspreiden. Maak daar werk van! Dat is een echte oplossing. Denkt u nou werkelijk dat als u hier de grenzen ophoogt, als u hier mensen zelfs de meest fundamentele humanitaire hulp ontzegt, u ze eindeloos over de grens naar Duitsland kan zetten? Wat denkt u dat Duitsland gaat doen? Of over de grens naar België? Dat gaat niet werken. We komen hier alleen maar uit als we dit gezamenlijk Europees aanpakken. Dan werkt een opt-out juist tegen wat je wil bereiken. Een opt-out maakt alles veel moeilijker. Dus als u echt over deze onderwerpen wilt praten, doe dat hier in de Kamer. Daar is de Kamer voor. Daar kunt u uw plannen neerleggen en dan kunnen wij dat vergelijken met onze standpunten. Dan kunnen we vervolgens kijken waar meerderheden voor zijn. Maar dan komen uiteindelijk wel de feiten op tafel. Feiten, daar moeten we het over hebben, niet over sentimenten.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik ga ervan uit dat velen van ons met een kater de zomer in zijn gegaan na het vorige debat. Ik hoop dat velen van ons zich hebben voorgenomen om het hier vooral over de kiezer te hebben. Laten we constateren dat dat nog niet helemaal lekker lukt aan het begin van dit debat. Ik zit naar de heer Timmermans te luisteren en ik moet eerlijk bekennen dat ik niet zo'n cynisch verhaal had verwacht. Het gaat vooral over wat niet deugt bij de ander. Hij belooft ons net in de verschillende interrupties dat hij heus wel gaat vertellen waar hij voor staat, maar vertelt vervolgens alleen maar wat er voor hem niet deugt, terwijl wij plannen hebben, concrete voorstellen neerleggen voor de hardwerkende Nederlander, voor wie we staan. Ik kom straks in mijn termijn terug op wat de heer Timmermans net zei over asiel en dat het Europees zou moeten. Over cynisme gesproken; dat zijn dezelfde plannen waar de partij van de heer Timmermans tegenstemde. Nu we hier staan en nationaal onze zaakjes op orde kunnen krijgen, begrijp ik dat de heer Timmermans ons op dat punt ook niet steunt, maar daar komen we straks op.

Ik wil graag terug naar de Partij van de Arbeid en GroenLinks. Ik ken de Partij van de Arbeid als een partij die er probeerde te zijn voor de werkenden. Ik had zo gehoopt dat de heer Timmermans die draai terug zou maken. Hij staat hier toch een heel betoog te houden over waarom hij het een goed idee vindt om bedrijven en al die banen hier uiteindelijk wel weg te jagen, waarom hij het een goed idee vindt om geen accijnsverlagingen te hanteren, waarom hij het een goed idee vindt om wel aan hypotheekrenteaftrek te doen, wat wonen voor gewone gezinnen zo veel duurder gaat maken. Hij valt ons vervolgens aan op de concrete plannen die er zijn om juist verlichting te geven aan deze gezinnen, aan de modale inkomens, aan de hardwerkende Nederlander. Ik zeg richting de heer Timmermans dat het gewoon niet meer te volgen is. Kunnen we alsjeblieft de Partij van de Arbeid weer terugzien, die er ook weer echt staat voor de werkenden en voor het behoud van die banen, dus voor het positieve verhaal dat ik van vroeger ken?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, de interrupties zijn echt puntig, voorzitter.

De voorzitter:
Het wordt een lange dag!

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Laat ik daar duidelijk over zijn. Op verzoek van collega Omtzigt is onderzocht hoe je armoede het beste kunt bestrijden. Dat is niet door door te gaan met het almaar uitbreiden van de hele toeslagensystematiek, maar door simpelweg het minimumloon te verhogen. Als je het minimumloon verhoogt, dan gaat ook het hele loongebouw mee. Mensen hebben dan meer te besteden. Dat is hardcore-PvdA en hardcore-GroenLinks kan ik u verzekeren, mevrouw Yeşilgöz. Zo zien wij een sociale staat ontstaan, met minder verschillen. De heer Wilders refereerde al aan de cijfers. Ik heb hier die van het Nibud. Mensen in het midden gaan er soms inderdaad ook fors op vooruit. Alles tussen €3.500 en €4.000 in de maand gaat erop vooruit, maar iedereen daaronder gaat er in verhouding tot anderen niet op vooruit. Sommige groepen gaan er zelfs op achteruit. Dat is niet zoals GroenLinks-Partij van de Arbeid ziet hoe je een eerlijke inkomensverdeling krijgt in dit land. Weet u: natuurlijk willen grote bedrijven geen extra belasting betalen. Natuurlijk willen ze, als ze aandelen verhandelen om zo de dividendbelasting te omzeilen, daar niet voor aangeslagen worden. Maar dat scheelt de schatkist wel 2 miljard euro per jaar. De grote bedrijven zijn ook geïnteresseerd in de vraag of er voldoende huizen zijn voor de werknemers die we hebben. Zijn er voldoende scholen voor onze kinderen? Is de reputatie van dit land nog een beetje overeind te houden? Zijn de andere voorzieningen nog op orde? Dat is minstens even belangrijk voor de beslissing of je blijft of gaat als de vraag of je belasting moet betalen over het handelen in aandelen. Mevrouw Yeşilgöz weet namelijk net zo goed als ik dat het een valse truc is om dividendbelasting te ontlopen door te handelen in eigen aandelen, en zo op kosten van de gemeenschap aandeelhouders en hun portemonnee nog verder te spekken. Die aandeelhouders zijn overigens lang niet allemaal Nederlanders.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
De heer Timmermans begon zijn betoog net richting mij met het gegeven dat onderzocht is hoe je uit de armoede komt. Ik zal de heer Timmermans vertellen hoe je uit de armoede komt. Dat doe je door te werken. Dat doe je door ervoor te zorgen dat werken loont. Dat doe je door niet al die bedrijven weg te jagen, maar ervoor te zorgen dat mensen die banen hebben, bij bedrijven waar ze kunnen werken en waar er perspectief is. Dat doe je niet door keer op keer op keer te kijken hoe je de boel kunt herverdelen en groepen tegenover elkaar kunt zetten. Je doet dat door perspectief te bieden. Uit de armoede komen betekent zorgen voor banen en mensen helpen. Degenen die het niet lukt, moet je natuurlijk ook helpen. Ik hoopte zo op dat realistische verhaal bij de heer Timmermans, namelijk dat je weet dat de beste manier om uit de armoede te komen en om ervoor te zorgen dat je kinderen niet meer in armoede opgroeien, is dat je perspectief hebt. Dat is wat dit kabinet tot in detail aan het schetsen is. Het was zo mooi geweest als de heer Timmermans over zijn eigen schaduw had kunnen stappen en ook op die onderdelen had kunnen zeggen: dat is mooi, want dat is wat echt helpt. Ik nodig de heer Timmermans uit om met mij eens het land in te gaan om met echte hardwerkende Nederlanders te spreken. Dan kan hij ook al die beelden die hij heeft, loslaten en kijken naar de werkelijkheid die er is.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, ga maar eens spreken met de hardst werkende Nederlanders in de Rotterdamse haven. Die halen de pensioenleeftijd niet die u wilt. Maar u bent niet bereid om te praten over een fatsoenlijke regeling voor prepensioen. Ga maar eens praten met de mensen in de thuiszorg, die het soms helaas van het minimumloon moeten hebben. Zij kunnen niet rondkomen van het minimumloon. Ze zijn versleten voordat ze de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. Ga eens praten met alle mensen die in de zorg zo belangrijk zijn, en met de ondersteuners op scholen. Noem ze allemaal maar op. Je moet het minimumloon verhogen. Doe je dat niet, dan zijn dit praatjes voor de vaak. Praatjes voor de rijke Nederlanders, die geen financiële problemen hebben. Praatjes die het grote bedrijfsleven helpen, maar de gewone Nederlanders in de kou laten staan.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil nog even terugkomen op het asiel- en migratiebeleid. De heer Timmersmans zegt eigenlijk dat dit kabinet mensen als een postpakketje de grens over zet naar Duitsland en naar België. Maar weet de heer Timmermans dat er een Dublinakkoord is? Wij hebben afgesproken dat mensen die hier zijn gekomen via een ander land, Duitsland of België, terug moeten naar het land waar zij zijn geweest voordat ze naar Nederland kwamen. Er komen per jaar maar ongeveer 1.000 mensen binnen via Schiphol. Dan is Nederland het eerste land waar ze asiel aanvragen. De meeste mensen komen via andere landen. Als mensen hier geen verblijfsvergunning krijgen en het land uit moeten, hebben wij ons ook nog te verhouden tot het Dublinakkoord. Vindt de heer Timmermans ook dat wij ons aan dat Dublinakkoord moeten houden?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zeker, maar als je een opt-out kiest en eruit gaat, zal geen andere lidstaat de mensen willen terugnemen. Terecht niet. Bovendien: als je kijkt naar de hoeveelheid mensen die asiel aanvragen in Nederland, dan zitten we per capita behoorlijk fors onder het Europese gemiddelde. Dus al die spookverhalen alsof Nederland de gekke henkie van Europa zou zijn, kloppen gewoon niet. Dus het heeft er ook mee te maken dat je probeert om er met je Europese partners afspraken over te maken, inclusief de toepassing van het Dublinakkoord. Een van de goede kanten van de migratieafspraken die in Europa zijn gemaakt, is nou juist dat we ons nu veel meer aan die akkoorden gaan houden. Vandaar dat ik zeg: het is onderdeel van wat ik maar even noem de Europese verdeling van de lasten op dit punt. Een verdeling van lasten die ik ook graag in Nederland zou zien, maar die u onmogelijk maakt door het intrekken van de wet.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik begrijp echt niet dat de heer Timmermans gewoon niet heeft gezien wat er het afgelopen jaar is gebeurd. Dit kabinet wil gewoon met oplossingen en maatregelen komen. Gisteren bleek uit onderzoek van de NOS dat het vertrouwen in de politiek, na jaren te zijn gedaald, flink is gestegen. Weet je waar die grootste stijging plaatsvond? Onder de praktisch opgeleiden. Die hardwerkende Nederlanders. De lassers, de monteurs, de buschauffeurs; al die mensen die wij nodig hebben. Onder hen is het vertrouwen het meest omhooggegaan. Dat is de ruggengraat van Nederland. Die mensen zijn de ruggengraat van Nederland. Ik ben er heel blij mee dat deze mensen heel veel vertrouwen hebben in de politiek, in ieder geval meer vertrouwen dan ooit. Dat zijn de mensen die misschien vroeger wel op de PvdA hadden gestemd, maar nu allemaal naar de rechterkant zijn overgelopen, godzijdank. Want daarom hebben wij dit kabinet hier neer kunnen zetten. Zij hebben realiteitszin. Dat is de reden waarom het vertrouwen in de politiek is gestegen. Daar heeft de heer Timmermans part noch deel aan gehad.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Maar ik zeg u ook wat ik tegen de heer Wilders zeg: als dan blijkt dat dit vertrouwen niet leidt tot vervulling van de beloften die aan de mensen zijn gedaan, dan is dat vertrouwen ook weer zo verdwenen. Dat ervaart mevrouw Van der Plas zelf ook. Er werd eerst gezegd: we hoeven niet aan de mestwetgeving te voldoen et cetera. Nu moet het toch, omdat er geen alternatief is, wat de meeste fracties in deze Kamer al jaren wisten. BBB heeft jaren getraineerd wat andere fracties wilden doen, inclusief een aantal coalitiefracties. Nu moeten ze toch doen wat ze getraineerd hebben. U moet ook aan uw kiezers gaan uitleggen dat u niet kunt waarmaken wat u hebt beloofd, en dan zal het vertrouwen van uw kiezers ook langzaam verdwijnen. Nogmaals, ik verheug me daar helemaal niet op. Dat heb ik ook tegen de heer Wilders gezegd. Ik ben zo bang dat Nederlanders op dit moment het vertrouwen in de hele politiek gaan verliezen. Het is fantastisch dat je mensen hoop geeft. Er is echter één ding slechter dan mensen geen hoop geven, en dat is mensen valse hoop geven. Dat is wat dit kabinet doet.

De voorzitter:
Afrondend, mevrouw Van der Plas.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Wij zullen straks bij mijn inbreng vast nog wel terugkomen op de landbouw. Ik kan al wel het volgende zeggen. De heer Timmermans sprak over "getraineerd", maar als BBB niet drieënhalf jaar geleden met die ene zetel in de Kamer was gekomen, hadden wij nu niet zeven zetels gehad. Dan hadden we nu niet in de coalitie gezeten, hadden we nu niet in alle waterschappen gezeten, waren we nu niet de grootste partij in de Eerste Kamer geweest, waren we niet in alle provincies de grootste geworden en had de BBB niet in tien van de twaalf provincies meegeregeerd. Dan was het voor de agrarische sector één groot drama geweest, want de vorige kabinetten, met destijds een juichend GroenLinks en een juichende PvdA op de achtergrond, hadden het er alleen maar over hoe ze zo veel mogelijk boeren konden uitkopen. Dit kabinet, waar ik voor de volle honderd procent achter sta, heeft het perspectief: hoe kunnen we zo veel mogelijk boeren in Nederland houden? Ook daarmee is het vertrouwen in de politiek gestegen en niet gedaald.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, maar als u bij onderhandelingen niet 15 miljard had weggegeven die anders de boeren had kunnen helpen om te hervormen, om de goede kant op te gaan, dan had u echt wel vertrouwen gewonnen. U kiepert dat over de schutting en u dwingt een deel van de boeren tot een kille sanering. Dat is pas cynische politiek, mevrouw Van der Plas!

De heer Stoffer (SGP):
Toch even terug naar de migratieproblematiek. We zagen de afgelopen dagen dat uit onderzoek van Maurice de Hond blijkt dat driekwart van de Nederlanders wil dat de instroom naar beneden gaat. Het viel me op dat ook vier op de tien GroenLinks-PvdA-kiezers dat willen. Ik hoor nu die interrupties van zonet en de antwoorden van de heer Timmermans. Ik heb de indruk dat hij eigenlijk zegt: dat moet je Europees met elkaar oplossen. Dat is natuurlijk mooi, maar we weten allemaal dat dat de afgelopen jaren is geprobeerd. Het is niet gelukt, en als je het Europees doet, duurt het altijd lang. Mijn concrete vraag is de volgende. Stel nu eens dat dit kabinet komt met spoedwetgeving, die keurig langs het parlement, de Tweede en de Eerste Kamer, gaat en dat dat goede plannen zijn. Kunnen die nationale plannen dan ook rekenen op de steun van de heer Timmermans?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
GroenLinks-PvdA is altijd voor goede plannen, maar het lijkt mij zeer onwaarschijnlijk dat plannen van dit kabinet van ons het oordeel "goed" zullen krijgen. Ik ben echter heel blij dat de heer Stoffer het heeft over "hier bespreken". Het moet niet zo zijn dat via een KB het parlement buitenspel gezet wordt en dat dan maanden later teruggekomen wordt met een advies van de Raad van State, terwijl ondertussen van alles gedaan wordt waar het parlement niks over te zeggen heeft. Ik ken de heer Stoffer als iemand die staat in een hele lange traditie van staatsrechtelijke rechtlijnigheid. Ik hoop echt op zijn steun als we willen voorkomen dat dit soort zaken door een meerderheid in deze Kamer buiten het parlement om geregeld worden.

De heer Stoffer (SGP):
Over dat laatste zijn de heer Timmermans en ik het eens. We staan in die traditie en daar blijven we in staan. De intentie van de SGP is echter om, als er spoedwetgeving komt die door de beugel kan en die straks ook standhoudt bij de rechter — ik neem aan dat we daarvan kunnen uitgaan —die te gaan steunen. Want er ligt een probleem en dat moet opgelost worden. Dat moet niet over maanden of jaren gebeuren; nee, dat moeten we op heel korte termijn doen. Als het kabinet dus ergens mee komt, of het nu maandag, vrijdag of zaterdag is, zullen wij hier zijn om dat snel te behandelen met de intentie om de migratie-instroom op te lossen. Mijn vraag aan de heer Timmermans is: heeft hij diezelfde intentie? Of denkt hij zoiets als: dan proberen we toch maar om dat een beetje weg te duwen en op de lange baan te schuiven? Heeft hij dezelfde intentie als de SGP, of een heel andere?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De heer Stoffer zal het mij niet kwalijk nemen dat ik mij niet uitspreek over plannen die ik niet ken. Ik wil de heer Stoffer wel beloven dat wij op het moment dat die plannen naar de Kamer komen, klaar zullen staan om ze ook te behandelen. Dat wil ik u beloven, want het slechtste wat ons kan overkomen is dat er een KB geslagen wordt en het parlement maanden buitenspel staat totdat er iets met een advies van de Raad van State komt voor te liggen. Ik zou ook aan de heer Stoffer het volgende willen vragen, via u, voorzitter. Hij is het toch ook met mij eens dat dit, democratisch gelegitimeerd, in deze Kamer moet gebeuren en dat het niet moet worden afgeschoven naar de Raad van State of de rechter? Want je mag de rechter hier niet in trekken als je niet eerst zelf je verantwoordelijkheid hebt genomen. Als je weet of kunt weten dat wat je voorstelt juridisch niet door de beugel kan en dan de houding aanneemt "we doen het toch en dan zal de rechter ons wel terugfluiten", dan neem je de democratische rechtsstaat niet serieus. Ik weet zeker — maar goed, laat ik het vragen — dat de heer Stoffer het op dat punt met mij eens is.

De heer Stoffer (SGP):
Volgens mij stel ik hier de vragen en geeft de heer Timmermans de antwoorden. Later vandaag is het andersom. We wijken daar niet veel van elkaar af, maar het gaat mij om de intentie. Dit kabinet komt nu met plannen voor een probleem waarvan driekwart van Nederland zegt dat het opgelost moet worden, de asielinstroom. Ook vier op de tien GroenLinks-PvdA-kiezers wil dat nadrukkelijk. Ik weet niet hoe de rest erin staat, maar een groot deel van Nederland wil dat wel. Is dan de intentie van PvdA-GroenLinks om die asielinstroom zo snel als kan in te dammen op — dat zeg ik erbij — een rechtsstatelijke manier? Het gaat me nu niet om de exacte plannen. Het gaat om de intentie. Die van de SGP is helder. Wij zullen dat steunen. Maar is dan ook GroenLinks-PvdA wat dat betreft in charge en zullen zij dat ook steunen?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Wij kunnen praten over asiel en migratie, maar dan moet je wel over het hele migratievraagstuk praten. Je kunt dan niet zomaar wegkijken van de veel en veel grotere aantallen die hier komen om te werken via migratieafspraken, van het feit dat heel veel van deze mensen echt zwaar onder de norm werken in industrieën die we moeten disciplineren en waar we afspraken over moeten maken. Voor een discussie over migratie kunt u GroenLinks-Partij van de Arbeid altijd vinden. Dag en nacht zijn we bereid om dat te doen, maar wel op basis van feiten en op basis van het hele plaatje: asielmigratie, arbeidsmigratie, studiemigratie, alles bij elkaar. Dan komen we tot juiste afspraken. De realiteit is namelijk, zeg ik tegen de heer Stoffer, dat je ook een morele verplichting hebt. Of je nou christen bent, zoals u en ik, of humanist of moslim of wat dan ook, je voelt een morele verplichting tegenover mensen die vluchten voor oorlog en geweld. Er moet in deze samenleving altijd plaats blijven voor mensen die aan onze deur kloppen omdat ze anders worden vermoord of opgesloten. Als je daarvoor de ruimte wil houden, dan zal je serieuze stappen moeten zetten om die arbeidsmigratie kleiner te krijgen. Dan krijg je een eerlijkere discussie over asielmigratie. Versmal het niet alleen tot een asiel- en migratieprobleem. Dan doe je de mensen onrecht aan en je doet onszelf onrecht aan, want je laat jezelf dan niet meer toe om je menselijke kant te laten zien, om je morele kant te laten zien. Mensen die vluchten voor oorlog en geweld moeten in dit schatrijke land, zoals de minister van Financiën gisteren nog zei, een veilig heenkomen kunnen vinden.

Voorzitter. Ik ga door met mijn betoog. Het kabinet lijkt zich blind te staren op het hier en nu, terwijl ons land voor enorme uitdagingen staat. De concurrentiestrijd met de Verenigde Staten en China noopt tot ongekende investeringen om werkgelegenheid te behouden. Mario Draghi stelde terecht: "Als Europa niet meer innoveert, volgt een langzame doodsstrijd". Voor de toekomst van de Nederlandse en Europese economie, voor banen, voor evenwicht tussen industrie, landbouw, natuur en milieu en voor nog heel veel meer zijn investeringen in onderzoek en ontwikkeling essentieel. Of het nu de Nederlandse planbureaus zijn, het IMF, de OESO of Draghi, iedereen komt tot dezelfde conclusie. Hoe kan je dan in hemelsnaam 1 miljard bezuinigen op kennis en innovatie? Het is, als je aan je kinderen en kleinkinderen denkt, volstrekt onverantwoord. Maar het hoeft niet zo te zijn. Als we fors investeren, dan kunnen we ons opnieuw oprichten. Dat heeft dit land al zo vaak gedaan. De miljardenbezuinigingen op onderwijs, onderzoek en innovatie leggen een enorme hypotheek op onze toekomst, op de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.

Voorzitter. Ik geloof dat we in staat zijn om een schone en leefbare planeet achter te laten voor onze kinderen en kleinkinderen, maar dan moeten we wel de moed opbrengen daar een plan voor te maken en koers te houden. In mei verscheen een studie waaruit blijkt dat iedere extra graad temperatuurstijging de wereldeconomie 12% economische groei kost. Dat zet de discussie over wat nu haalbaar en betaalbaar is in een heel ander daglicht. Iedere investering in maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, betaalt zich dus dubbel en dwars terug. Wat je niet moet doen, is de fossiele subsidiekraan opendraaien met belastingvoordelen voor grote vervuilers. Het kabinet kan blijven zeggen dat ze de klimaatdoelen handhaaft, maar dat is volstrekt kansloos zonder aanscherping van het beleid. De verslapping van dit kabinet is een klap in het gezicht van toekomstige generaties. Hetzelfde geldt voor onze natuur en de landbouw. Niet alleen boeren, maar iedereen in dit land heeft een gezonde natuur nodig. Als we onze oren laten hangen naar de veevoederbedrijven, de vleesverwerkers en de bedrijven die landbouwgif leveren, dan komen boeren en burgers bedrogen uit. Als we boeren niet helpen met verduurzamen, dan dreigt een ijskoude sanering in de veehouderij. Ik zeg het de VVD na: dat transitiefonds was achteraf best een goed idee. Ik wil graag van de minister-president horen of hij dat ook vindt. Het zou goed zijn als onze landbouwwoordvoerders binnenkort eens een discussie hebben over het recente plan — dat ook gesteund wordt door de Europese landbouworganisaties — om de landbouw in Europa te extensiveren en een betere balans tussen natuur en landbouw te vinden, in het belang van onze burgers en in het belang van de voedselzekerheid.

Voorzitter. Op deze manier komt het land geen steek verder. Er is een fundamenteel andere koers nodig. Een koers die niet teert op gebroken beloften, maar die mensen weer houvast, toekomstperspectief, vertrouwen en vooruitgang geeft. Het voeden, uitdragen en vormgeven van dat vertrouwen is de taak van progressieve politiek. We zullen een krachtig weerwoord moeten hebben op alle politiek die ons gemoed bezwaart met toekomstangst. We zullen mensen juist moeten enthousiasmeren voor de toekomst, een toekomst waarin iedereen schone lucht inademt, schoon drinkwater drinkt en kan genieten van mooie natuur. Het moet een toekomst zijn waarin we de verschillen tussen arm en rijk verkleinen, omdat we een gemeenschap willen zijn die iedereen een fatsoenlijk en waardig bestaan biedt. Het moet een toekomst zijn met goed onderwijs voor onze kinderen en fatsoenlijke zorg voor onze ouderen, waarin we omzien naar elkaar, elkaar de hand reiken als het tegenzit en iedereen de vrijheid voelt om zichzelf te zijn. Ik wil vandaag daarom een aantal concrete voorstellen doen en geen half uitgewerkte, onzinnige plannen of onhaalbare beloftes. Ik wil concrete voorstellen doen die mensen houvast geven en vooruithelpen.

Eén. Zorg voor hogere inkomens. Om te beginnen: kom je belofte na om het minimumloon te verhogen. Als je dat blijft weigeren, zie dan tenminste af van het idee om de algemene heffingskorting te verlagen.

Twee. Houd je aan de afspraak dat werknemers met zware beroepen op tijd kunnen stoppen met werken en in goede gezondheid van hun oude dag kunnen genieten. Realiseer je dat dit de hardst werkende Nederlanders zijn, de hardst werkenden Nederlanders. Deze mensen mogen we niet in de steek laten, want dan zakken we allemaal door een morele ondergrens. Dit geldt voor bouwvakkers, maar ook voor politieagenten, schoonmakers, de sjorders in de Rotterdamse haven. Zij verdienen gewoon een fatsoenlijke pensioenregeling. Ook hun werkgevers zitten hierop te wachten. Ik denk dat dit ook minister Keijzer zou kunnen helpen om meer mensen te enthousiasmeren om bouwvakker te worden, als zij weten dat ze op tijd met pensioen kunnen als ze jaren op een steiger hebben gestaan. Een fatsoenlijke pensioenregeling kunnen we regelen. Ik vraag het kabinet om nog voor het debat van volgende week een beter aanbod aan de vakbeweging te doen. Ik denk dat we dan verder komen.

De heer Dassen (Volt):
Ik ben het helemaal eens met de heer Timmermans dat de nood hoog is voor echte oplossingen. Het kabinet levert weinig oplossingen en als ik de interrupties van de coalitiepartijen net hoor, kunnen we daar weinig van verwachten. Ik hoor de voorstellen van de heer Timmermans. Ik ben het helemaal met hem eens dat we echt iets aan die armoede moeten doen. We moeten het minimumloon verhogen, juist om ervoor te zorgen dat mensen erop vooruitgaan en dat mensen die werken en niet rond kunnen komen dat wel kunnen. Als we daar met elkaar goed naar kijken en daarover kritisch debatteren, moeten we ook kijken waar de heilige huisjes zitten en daar kritisch naar kijken. Ik ben daarom dus benieuwd of in het voorstel van de heer Timmermans over de verhoging van het minimumloon ook de koppeling met de AOW is meegenomen.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja.

De heer Dassen (Volt):
Dat is helder. Ik ken de heer Timmermans ook als iemand die daar graag aan vasthoudt. We zien ook dat als wij als Tweede Kamer eenmalig het minimumloon willen verhogen en de koppeling met de AOW willen houden, er heel weinig van het geld direct terechtkomt bij de mensen die het minimumloon krijgen. Dat is de reden dat ik dit ter discussie stel. Ik vind dat we daar eens kritisch naar moeten kijken. Vinden we inderdaad dat ook de mensen die AOW krijgen met aanvullende pensioenen er ook op vooruit moeten gaan? Is de heer Timmermans het met mij eens dat wij ook eens kritisch naar dat systeem moeten kijken, dat we ook moeten kijken of we dat geld op deze manier echt bij de mensen krijgen die het het hardst nodig hebben? Of moeten we eens kritisch kijken — ik geloof dat PvdA en GroenLinks daar zelf in 2020 ook al een voorstel voor heeft gedaan — naar het loslaten van die koppeling, in ieder geval bij een eenmalige verhoging?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
We hebben ook in ons verkiezingsprogramma bij de vorige verkiezingen een aantal voorstellen gedaan, maar die gaan niet uit van het loslaten van de koppeling. Die blijft gehandhaafd. Ik zou die discussie heel graag met de heer Dassen willen voeren op basis van de plannen zoals wij die hebben uitgewerkt. Dan kan de heer Dassen mij vertellen wat daar niet aan klopt en dan kunnen we daar een discussie over hebben. Maar wij zien geen noodzaak om die koppeling los te laten. Daarvoor is de AOW voor ons een veel te belangrijk kroonjuweel in deze verzorgingsstaat.

De heer Dassen (Volt):
Ik heb het specifiek over de koppeling bij een eenmalige verhoging en dus niet over de koppeling met de loonontwikkeling, want die blijft. Dat kan ik helemaal begrijpen. Het probleem dat wij nu zien is dat vele miljarden moeten worden betaald op het moment dat we het minimumloon willen verhogen, en dat het grootste gedeelte van dat geld dus niet naar het minimumloon gaat. Daar zit ook precies mijn probleem. We hebben te maken met vergrijzing, we zien dat de AOW daardoor steeds duurder wordt, terwijl wij er juist voor willen zorgen dat het minimumloon omhooggaat. Als wij vast blijven houden aan die koppeling, zeker als de verhoging eenmalig is, dan ben ik bang dat de mensen van wie we willen dat ze erop vooruitgaan, er amper op vooruitgaan. Ik herhaal dus mijn vraag aan de heer Timmermans: is hij het met mij eens dat wij ook kritisch moeten kijken naar het toekomstbestendig maken van ons socialezekerheidsstelsel en dat we dat kunnen doen door de koppeling te behouden met de loonontwikkeling, maar dat we moeten voorkomen dat we de AOW daarin meenemen naar boven als we het eenmalig doen?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik blijf bij mijn standpunt en ik vind dat de cijfers van het Nibud mijn standpunt ook ondersteunen. Als ik kijk naar het lijstje van mensen, dan gaat bijvoorbeeld een alleenstaande met AOW, die er nog €25.000 pensioen bij heeft, gewoon €3 op achteruit in de huidige plannen. Het is dus helemaal niet zo dat heel veel mensen met AOW die het niet nodig hebben, dan heel veel meer geld zouden krijgen. Nee, voor mijn fractie is het vasthouden aan de koppeling echt essentieel, maar ik wil dat graag met u allemaal doornemen op het moment dat we daarover komen te spreken. Wat ik met u deel, is dat het bitter noodzakelijk is dat we het minimumloon verhogen in dit land.

De voorzitter:
U continueert.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Waar was ik nou? Bij punt drie. Voer weer actieve grondpolitiek om ruimte te maken voor woningbouw en natuur. Op dit moment wordt ons land gegijzeld door de intensieve veehouderij. Het wordt tijd dat we het roer omgooien en kiezen voor de belangen van woningzoekenden en de natuur. Ik stel voor dat de minister nationale doelen vastlegt voor het beschikbaar stellen van landbouwgrond voor woningbouw en natuur. Als ik het goed begrijp, zou 1,5% meer al leiden tot de mogelijkheid om 100.000 huizen te bouwen, maar ik hoor de premier daar graag over.

De overheid kan ook nog een stap verder gaan door zelf grond te verwerven en de winsten van grondspeculanten af te romen. Dat kan door een deel van de gereserveerde middelen voor woningbouw te bestemmen voor een grondbank. Een grondbank zou ook boeren kunnen helpen die echt willen omschakelen. Ook die hebben namelijk last van speculanten die de grond liever aan leliekwekers verkopen dan aan boeren die duurzaam willen werken. Het mes snijdt dan dus echt aan twee kanten. Misschien kunnen we eens kijken of we hier overeenstemming kunnen krijgen over een grondbank.

Punt vier. Er wordt zó veel meer mogelijk als wij onze welvaart eerlijk delen. Ik zeg het nogmaals: het is onbegrijpelijk dat dezelfde minister van Financiën die glunderend miljardenbezuinigingen aankondigt op zorg, onderwijs en sociale zekerheid, voor miljarden aan onnodige belastingkortingen uitdeelt, die de samenleving bovendien veel meer gaan kosten dan aanvankelijk gedacht. Als we moeten kiezen, besteed ik die 2 miljard voor die aandeelhouders veel liever aan het onderwijs voor onze kinderen dan aan belastingvoordelen voor aandeelhouders.

Tot slot, punt vijf. Investeer in de toekomst van ons land. We mogen onze schouders niet ophalen bij het feit dat een op de drie Nederlandse kinderen niet goed genoeg kan lezen en schrijven. Het tekort aan leraren is zo groot dat scholen moeten overstappen op een vierdaagse schoolweek. Het regeerprogramma blijft volkomen verstoken van nieuwe ideeën om ons onderwijs vooruit te helpen. Wat doet de regering wel? Miljarden bezuinigen op de toekomst van onze kinderen en boeken en kranten duurder maken. Schoolboeken worden uitgezonderd, maar boeken en kranten worden duurder; ik heb het verhaal van Bjorn Oostra al genoemd. Het is de wereld op z'n kop.

Ik was vorige week bij De Regenboogschool in het Laakkwartier hier in Den Haag. Ik kwam daar enorm geïnspireerd vandaan, omdat de leerkrachten en iedereen die daar werkt samen met de kinderen dag en nacht bezig zijn om de kinderen liefde voor boeken bij te brengen, om ze te leren goed met elkaar om te gaan en om ze voor te bereiden op de Cito-toets, zodat ze verder komen. Maar veel mensen die daar werken, lopen echt op hun tandvlees. Zo langzamerhand komt het einde in zicht van hun creatieve oplossingen om het iedere week toch nog allemaal rond te krijgen, zoals docenten die op afstand moeten doceren omdat andere docenten een dag vrij hebben. Laten we de ogen niet sluiten voor de noden van het onderwijs. Laten we proberen daar zo veel mogelijk in te investeren.

De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Jetten.

De heer Jetten (D66):
In de strijd tegen de onderwijsbezuinigingen vindt de heer Timmermans mij natuurlijk aan zijn zijde.

Hij had het net over gebroken verkiezingsbeloftes. Ik wil het even over het eigen risico hebben met de heer Timmermans. Tijdens de verkiezingen voerde hij op tv een debat met de heer Wilders, waarin de heer Wilders aan een mevrouw beloofde dat hij het eigen risico helemaal zou afschaffen. Dat zou hij ook nog op dag één gaan regelen. Wat blijkt nu? Die mevrouw krijgt alleen een korting en die gaat pas in 2027 in. Daar heeft die mevrouw dus helemaal niets aan. We weten inmiddels ook dat de halvering van het eigen risico leidt tot €200 meer zorgpremie per Nederlander én tot langere wachtlijsten. Je gaat dus meer betalen voor je zorgpremie en je moet langer wachten op goede zorg. Mijn vraag aan de heer Timmermans is: gaat hij dat halfbakken plan van het kabinet steunen of maakt de Partij van de Arbeid een betere keuze voor de zorg?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik vind dat GroenLinks-PvdA daar in het verkiezingsprogramma inderdaad een veel beter plan voor had, waarbij ook die andere aspecten voor het voetlicht werden gebracht. Dat plan zou ik graag weer willen meenemen in de discussie. Daarmee kunnen we eerder beginnen met het verlagen van de eigen bijdrage en ervoor zorgen dat de premie niet exorbitant stijgt. Dat is ons plan. Ik ben dag en nacht bereid om samen met D66 te kijken hoe we dit zo kunnen verfijnen dat we veel beter voor de dag komen dan de coalitie met haar plan.

De heer Jetten (D66):
Ik zou de koers eigenlijk nog radicaler willen omgooien, want het verlagen of afschaffen van het eigen risico is per definitie een heel slecht plan. Alleen al bij een halvering moet elke Nederlander €200 zorgpremie meer gaan betalen en zullen de wachtlijsten toenemen. Minister Agema schrijft dat zelfs in het regeerakkoord: bij een lager eigen risico zullen de wachtlijsten in de zorg oplopen. Dat is heel onverstandig als je goede zorg op één wil zetten voor Nederlanders. We kunnen er veel beter voor zorgen dat we investeren in zorgmedewerkers en lagere belastingen voor Nederlanders die werken, in plaats van in die korting op het eigen risico.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dat houdt D66 en GroenLinks-Partij van de Arbeid verdeeld. Wij zijn wel degelijk van plan om voorstellen te doen om de eigen bijdrage stapsgewijs te verlagen, zoals ik ook in de verkiezingscampagne heb beloofd. Ik zal die belofte handhaven. Wij denken dat we methoden kunnen vinden waarbij dit niet hoeft te leiden tot verhoging van de premie of meer knelpunten in de zorg. Ik denk dat onze zorgwoordvoerders daar bij de begrotingsbehandeling uitvoerig op terug zullen komen.

De heer Jetten (D66):
In dat tv-debat tussen de heer Wilders en de heer Timmermans was de heer Timmermans terecht bezig uit te leggen dat het best complex is om de zorg goed en betaalbaar te organiseren. We kunnen nu uit informatie van de minister van VWS zelf opmaken dat draaien aan de eigenrisicoknop slecht is voor de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit. We kunnen op basis van die feiten dus beter met elkaar zeggen: dat gaan we niet doen; we kiezen voor andere oplossingen in de zorg. Ik hoop dat GroenLinks-Partij van de Arbeid ook wat dat betreft eens tot een nieuw inzicht kan komen, namelijk dat we de zorg op een veel betere manier kunnen helpen dan door te draaien aan de eigenrisicoknop.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De zorg heeft veel meer knoppen waar je aan kan draaien. Dat is nou juist het punt. Als we samen gaan praten over hoe je dit kan oplossen, mét stapsgewijze verlaging van de eigen bijdrage, dan moet je ook aan andere knoppen durven draaien als het gaat om de financiering van de zorg. Als je dat durft, komen we er samen uit. Maar op dit moment zie ik vooral dat we het niet eens zijn: u wil de eigen bijdrage handhaven zoals die is en wij willen die echt stapsgewijs verlagen. Dat verschil poets ik hier niet weg.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dit kabinet kiest telkens niet voor de samenleving. Het bezuinigt op vrijwilligersorganisaties. Het trekt nu net een been bij op het punt van de giftenaftrek. Het laat de maatschappelijke diensttijd vallen. Ik heb net goed geluisterd naar de heer Timmermans en hoorde een stevig, klassiek sociaaldemocratisch verhaal met oog voor de mensen die dat hard nodig hebben, of het nou gaat om hun inkomen of om het bouwen van echt betaalbare woningen. Mijn complimenten daarvoor. Ik ben ook benieuwd naar de uitwerking daarvan. Maar op één ding zou ik meneer Timmermans toch ook willen uitdagen: vergeet die samenleving nou niet, waar zo veel mensen al op eigen kracht en eigen initiatief goede dingen naar voren brengen. Of het nou gaat om de stadswijken, waar het hard nodig is dat we juist investeren, of om het maatschappelijk middenveld, waar nu op bezuinigd wordt. Kan ik op meneer Timmermans rekenen als we juist op dat punt ook al deze dagen voorstellen neerleggen om die samenleving te versterken?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Mevrouw Bikker spreekt uit het hart en raakt mij daarmee. Ik was vorige week in Heerlen, waar Heerlen-Noord na jaren ellende begint op te krabbelen, mede dankzij de middelen uit het Gemeentefonds en mede dankzij de SPUK-middelen, die geschrapt gaan worden. Daardoor verdwijnt vervolgens alle hoop die in zo'n wijk was gekomen, van mensen die elkaar vasthouden, die weer met elkaar in gesprek komen, die weer bij de voetbalvereniging komen, die de straten weer uit eigen beweging schoner maken, omdat ze zien dat de overheid, de gemeente, ze steunt. Die mensen laat je in de steek als je de SPUK-gelden schrapt en het Gemeentefonds over twee jaar in een ravijn laat storten. Het gaat het er dus ook om dat we ervoor zorgen dat de overheid haar deel daarin neemt. Ik ben het zeer eens met het stimuleren van maatschappelijke activiteiten en het erkennen van wat kerken, maatschappelijke organisaties en verenigingen allemaal doen in dit land. Daar drijft dit land op. Maar dan moeten ze wel een bondgenoot hebben in de overheid.

Ik zal u één voorbeeld noemen waarvan ik vind dat dit kabinet juist precies het verkeerde doet door te rekenen op de solidariteit in onze gemeenten. Dat is het afschaffen van de bed-bad-broodregeling. Het kabinet rekent er gewoon op dat de gemeenten dit gaan oplossen, want de medemenselijkheid in de gemeenten is niet weg. Zij zullen mensen niet op straat laten zwerven. Zij zullen ervoor zorgen dat het opgelost wordt. Maar je mag als rijksoverheid geen zaken over de schutting gooien in de hoop dat de gemeenten het dan oplossen. Ik wil daarmee heel concreet zeggen: ja, wat betreft de maatschappelijke organisaties kunt u mij altijd vinden, maar ze hebben ook een overheid nodig waar ze op kunnen rekenen.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank voor die uitgestoken hand. Ik kom later op de dag, wellicht in de avond — maar dat hangt van de straffe leiding van deze voorzitter af — met de plannen naar voren. Meneer Timmermans legt ook terecht de vinger bij het tweede punt. Dat is de veiligheid. Die veiligheid ervaren burgers op veel plekken steeds minder, omdat de wijkagent niet toekomt aan zijn taken. We hebben gezien dat drugscriminaliteit hand over hand toeneemt, juist in die oude stadswijken. Deelt meneer Timmermans met mij dat we juist van deze coalitie law and order zouden mogen verwachten? Deelt hij met mij dat het er juist om gaat dat agenten daar tijd voor hebben in plaats van voor de afleidingen die we nu steeds weer zien, de chaos waarvoor gekozen wordt? Kan hij dan ook concreet instemmen dat we daadwerkelijk werk gaan maken van tijd voor die wijkagent? Dan zullen we ergens anders keuzes moeten maken. Dan zullen we misschien moeten zeggen: hé, of het nou gaat om het normaliseren van drugs of dat het gaat om de inzet bij voetbalwedstrijden, laten we maar een eerlijk plan maken, maar zorg ervoor dat de politieagent dichtbij komt.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Mijn antwoord is heel uitgebreid: ja, u kunt op mij rekenen.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank. We gaan aan de slag. Meer collega's gaan deze vraag krijgen.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik vind dat de heer Timmermans er bij verschillende debatten een sport van begint te maken om mensen een beetje spottend weg te zetten. Hij had het in zijn betoog over "mensen van Financiën die glunderen bij bezuinigingen". Dat is op zijn zachtst gezegd heel erg flauw. Het gaat over op een degelijke manier omgaan met belastinggeld dat is opgebracht door heel hardwerkende mensen, dat op een goede manier uitgeven en als overheid altijd weer kijken waar het strakker en beter kan.

Maar dat is mijn vraag niet. Ik hoor de heer Timmermans wat voorstellen doen die ongelofelijk veel geld kosten. Hij maakt bijvoorbeeld een heel groot punt van de WML, het minimumloon dat de afgelopen jaren al met 54% gestegen is. Maar als je naar al zijn plannen kijkt ... Ik wil graag van hem weten: heeft hij een tegenbegroting?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Omdat het Centraal Planbureau de tegenbegroting niet meer doorrekent, hebben wij geen tegenbegroting gemaakt, want dan kan iedereen gewoon zelf verzinnen wat hij wil verzinnen, terwijl niemand controleert of het allemaal klopt. Wij houden het dit jaar dus gewoon bij hele concrete plannen, die zijn gebaseerd op ons verkiezingsprogramma. Alles wat ik hier voorleg is gedekt. Alles wat ik u voorleg — dat beloof ik u — is gedekt. Ja, dat gaat wel ten koste van uw vrienden, de aandeelhouders. Dat is zo. Maar dat zijn precies de keuzes die je in dit land moet maken.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik hoopte al dat de heer Timmermans zou zeggen dat ik naar zijn verkiezingsprogramma moet kijken. Daar staan namelijk meer dan 50 belastingen in die grotendeels gewoon terechtkomen bij de gewone inkomens, bij gezinnen, bij de bakker die spaart voor zijn pensioen. Dat komt gewoon bij de spaarpotjes terecht van hele normale mensen, die heel hard werken om zelf overeind te blijven en dit land vooruit te helpen. Dat is dus waar de heer Timmermans voor kiest. Dat kunnen we terugzien in zijn verkiezingsprogramma. Dat is waar. Daar zitten miljarden en miljarden belastingen richting bedrijven in. Maar dat zijn niet allemaal Dagobert Ducks die op een zak met geld zitten; dat zijn mensen die risico's nemen, banen creëren en ervoor zorgen dat er banen zijn voor de hardwerkende Nederlanders. Dat komt gewoon terecht bij gewone gezinnen. Laten we daar dan ook eerlijk over zijn, zeg ik tegen de heer Timmermans.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Als ik mevrouw Yeşilgöz was, zou ik voorzichtig zijn met het gebruik van het woord "eerlijk" als ik iets zeg. Maar goed, dat daargelaten ... Zij maakt telkens — dat doet ze al een jaar — een karikatuur van onze plannen. Ik krijg haar daar niet vanaf. Ik heb ook besloten om me daar niet meer over op te winden. Het is nou eenmaal zo. Dat zal zo door blijven gaan. Maar ik zeg u nogmaals: als je in dit land een eerlijker land wil, moet je keuzes maken. Wij maken de keuze om de mensen die het kunnen hebben iets meer te laten bijdragen. Daarmee kun je de mensen die het niet kunnen hebben, helpen om het einde van de maand te halen, wat in dit land nog steeds vaak niet het geval is. Als de minister van Financiën zegt dat we zo'n rijk land zijn dat we op alle punten heel hoog scoren, dan heeft hij gelijk, maar dat geldt niet voor iedereen. We moeten ervoor zorgen dat het voor iedereen in dit land gaat gelden. Straks kunnen we bij het Belastingplan en bij andere begrotingen samen met de VVD kijken hoe we dat het beste kunnen doen, maar u heeft er niks aan om steeds weer met die karikaturen te komen. Het begin van uw betoog was weer heel typisch. U wedijvert met de heer Wilders voor de bokaal "wie vertelt de beste jij-bak", maar ik ben er niet van onder de indruk.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Op het moment dat ik opkom voor ambtenaren, ben ik niet bezig met een jij-bak, maar kom ik gewoon voor hen op. De heer Timmermans zei: ze glunderen als ze kunnen bezuinigen. Dat vind ik zo flauw. Ik vind het raar als niemand daar even wat van zegt, dus ik zeg er gewoon wat van.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Be my guest.

Mevrouw Yeşilgöz-Zegerius (VVD):
Ik maak geen karikatuur van de plannen van de heer Timmermans; ik heb ze gewoon bestudeerd. Ze staan uitgebreid beschreven in zijn eigen verkiezingsprogramma. Het gaat over meer dan 50 belastingen die echt terechtkomen bij de middeninkomens, bij huishoudens. Ik bevraag hem daarop. Ik vraag: als je wel staat voor de hardwerkende Nederlander, maar vervolgens wil dat de accijnzen duurder worden, dat de energiebelasting niet lager wordt, dat de hypotheekrenteaftrek wordt afgebouwd ... Hoe rijmt dat met elkaar? Hoe verhoudt zich dat dan tot elkaar? Maar als ik dat vraag, gaat de heer Timmermans aan alle kanten terugslaan en uithalen. Dat vind ik jammer, want het was mooi geweest als we elkaar daar op de inhoud hadden kunnen vinden. Maar dat zit er voorlopig niet in, geloof ik.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Mijn aanbod aan mevrouw Yeşilgöz is dat we bij het Belastingplan gaan kijken hoe we dat het beste kunnen doen. Dan kan zij met haar plannen komen, zullen wij met onze plannen komen en gaan we 'ns kijken wat we kunnen doen voor die Nederlanders die op dit moment niet rond kunnen komen. Dat is mijn aanbod aan haar. Dat is hoe we hier in de Kamer werken. Dan zullen we zien welke plannen een meerderheid kunnen krijgen en welke plannen niet.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
De voorzitter heeft in het begin van dit debat een soort morele oproep aan ons gedaan om niet de persoonlijke aanval op te zoeken.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dat komt van u, mevrouw Van der Plas? Oké.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dat is eigenlijk exact wat ik bedoel. Ik hoor de heer Timmermans een coalitiegenoot persoonlijk aanvallen. Mevrouw Yeşilgöz kan prima voor zichzelf opkomen, hoor. Maar als coalitiegenoot voel ik mij ook aangesproken als er wordt gezegd: mevrouw Yeşilgöz, u moet wel oppassen met het gebruiken van het woordje "eerlijk". Ik wil de heer Timmermans vragen hoe hij zelf vindt dat het gaat, deze inbreng. Is hij van mening dat wij op een scherpe, inhoudelijke manier debatteren over wat ons land graag wil en elkaar niet bij de enkels afzagen? Voorzitter, ik zou aan u willen vragen om er wat aan te doen als het echt heel persoonlijk wordt. We moeten immers geen herhaling hebben van 3 en 4 juli.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja ... Moet dit nou van mevrouw Van der Plas komen, na wat we de afgelopen tijd gezien hebben? Als ze een kopje koffie wil gaan drinken met collega's, moet er een camera bij zijn. Als ze iets kan zeggen over wat er in de onderhandelingen gebeurt, praat ze uitvoerig voor de camera van De Telegraaf in plaats van collega's heel te laten. Ik vind alles prima hoor, maar u bent toch wel de laatste die mij moet aanspreken op wat ik zeg en doe. Kijk nou eerst eens naar uzelf en dan gaan we verder praten.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het is natuurlijk heel verleidelijk om daarop in te gaan, maar dat ga ik niet doen. Dat zijn uw woorden, uw aannames. Ik heb u meerdere keren uitgenodigd voor een gesprek. Helaas is het daar niet van gekomen. Ik had ook naar Maastricht willen fietsen — fietsen, jaja, zeker — om het daar te doen. Ik heb voor de rest niks meer van u gehoord. Ik heb u in de eerste week na het reces uitgenodigd om gewoon hier in de Kamer even een kopje koffie te drinken. Ik heb gevraagd of er een afspraak gemaakt kon worden. Dat is niet gebeurd. Meneer Timmermans, respect voor u als politicus, maar ik zou u voor de zuiverheid van het debat toch willen vragen om op te houden met persoonlijke aanvallen en het bij de enkels afzagen van mensen. Dat siert u niet. U heeft een grote staat van dienst en dit siert u niet.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter …

De voorzitter:
Als u daar kort op reageert. Ik wil graag weer terug naar de inhoud.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, ik leg mijn lot in uw handen. Als u vindt dat ik iets onbetamelijks of onbehoorlijks zeg, dan hoor ik het graag van u. Ik denk dat mijn woordgebruik netjes is. Mijn stellingname is misschien scherp, maar daarmee niet onfatsoenlijk.

De heer Dijk (SP):
Even terug naar de inhoud graag.

De voorzitter:
Bij dezen. U continueert. U heeft nog 17 minuten.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik dank de heer Dijk voor zijn helpende hand.

Voorzitter. De voorstellen die ik net heb gepresenteerd zijn stuk voor stuk voorstellen die mensen houvast bieden en weer vertrouwen in vooruitgang kunnen geven. Als hier werkelijk een extraparlementair kabinet had gezeten, dan zou een meerderheid van het parlement onze alternatieven of sommige daarvan wellicht zelfs steunen, maar ik zie op dit moment geen enkele oprechte interesse — misschien verandert dat vandaag — in de ideeën van oppositiepartijen. Ik zie slechts verwoede pogingen om af te leiden van de gebroken beloftes van dit kabinet. Daarom is minister Faber op pad gestuurd om zo veel mogelijk chaos te creëren en laat ze niets na om de problemen te verergeren. Ze stopt met de bed-bad-broodregeling, met meer overlast tot gevolg, in het vertrouwen dat de gemeenten het allemaal wel oplossen. Ze stopt met de Spreidingswet, met hetzelfde effect. De Spreidingswet zou echt onmiddellijk tot vermindering van de ellende in Ter Apel en Budel leiden. De mensen daar hebben daar ook op gerekend. Ik zie nog hoe blij ze waren, met tranen in de ogen, dat na deze Kamer ook de Eerste Kamer de Spreidingswet overeind hield. Nu laat u die mensen weer in de steek. En dan als kers op de taart roept ze per decreet een crisis uit. Dat is een crisis waaraan ze zelf heeft bijgedragen en die volgens premier Schoof wordt uitgeroepen omdat mensen het nu eenmaal zo voelen. Dit vind ik cynisme en ik vind het ook niet menselijk. Want als de minister "soberder" zegt, vraag ik me af: is de minister überhaupt weleens bij de asielopvang gaan kijken? Wat betekent dat "soberder" dan? Is het gras buiten Ter Apel nog niet sober genoeg? Moet de verwarming straks uit in de winter? En wat betekent "strenger"? Moet mensen de toegang tot de rechter worden ontzegd in deze rechtsstaat? Gaan we in dit land een systeem optuigen waarin de een meer rechten heeft dan de ander? Nee toch? Dat is toch niet de kant die we op willen?

Op elke partij rust de verantwoordelijkheid om het vraagstuk van migratie serieus te nemen. Ik wil dat graag nog een keer zeggen. Het is eigenlijk van de gekke dat ik dat hier nog een keer moet zeggen, maar we hebben het hier over mensen. We hebben het over mensen. Ik vraag de premier en de coalitiefracties met klem om in woord en daad stelling te nemen tegen de ontmenselijking van vluchtelingen, asielzoekers en migranten. Laat zien dat u weet dat het om mensen gaat die ook proberen in het leven het beste ervan te maken. Verelendung is geen beleid, geen menselijk beleid en ook geen goed bestuur.

De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Dijk.

De heer Dijk (SP):
Dat Europese migratiepact is eigenlijk ook een soort spreidingswet onder landen. De Spreidingswet, die hier in dit land voorlag — dat was mede op initiatief van de SP — zou de insteek krijgen dat er eerst gekeken zou worden naar de rijkere gemeenten. Want de opvang vindt nu constant plaats in volksbuurten, volkswijken en gemeenten, waar al een enorme druk is. We zien het nu weer in Noord-Nederland: het is weer Stadskanaal. Eergisteren zagen we het ook. Er was wéér een gemeente in Drenthe die opvang biedt, omdat ze daar humaan zijn. Maar nou kan ik me ook een discussie in de geschiedenis herinneren, aangezwengeld door mijn partij, over actief spreidingsbeleid van nieuwkomers. Daarvan zei de SP: er is een veel te grote concentratie van gastarbeiders. Zo noemden we die toentertijd; laten we hen nu statushouders noemen. Dat vindt nu weer plaats.

Het zijn weer de buurten en wijken met de allerlaagste huren die alle klappen opvangen en daarbovenop ook nog als allereersten statushouders huisvesten, omdat daar de huren laag zijn en statushouders urgentieverklaringen krijgen. Bent u met mij van mening dat wij het niet alleen moeten hebben over spreidingsbeleid op Europees en landelijk niveau, maar ook lokaal? Bent u met mij van mening dat we dan ook moeten gaan kijken naar alleen maar de rijkste buurten en de rijkste wijken en dat we dáár urgentie moeten hebben? Want die rijkste buurten en wijken zijn de meest gesegregeerde wijken van dit land. Daar vindt totáál geen integratie plaats. Sterker nog, de Bloemendaals van deze wereld weigeren hospices, om maar even iets te noemen. Zij weigeren ook maar iets te doen aan de opvang van statushouders, maar ook aan de bouw van sociale huurwoningen. Ik denk, meneer Timmermans, dat mijn partij hier in het verleden op aangevallen is. Ik hoop nu oprecht op steun van GroenLinks-Partij van de Arbeid als het gaat om dit punt.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Als je kijkt naar wat er in Nederland gebeurt bij heel veel colleges op dit moment, dan zie je dat dit precies is wat de heer Dijk vraagt. Daarin steun ik hem ook. De colleges in Arnhem, in Groningen, in Nijmegen en in Utrecht doen precies dit, namelijk ervoor zorgen dat het probleem over de hele stad wordt verspreid, ook in wijken waar het beter gaat, zodat er geen concentratie van problemen komt. Onze gemeenten zitten dus allang op dit spoor. Wij moeten vanuit de rijksoverheid — ik wil daarin graag een bondgenoot van de heer Dijk zijn — ervoor zorgen dat het rijksbeleid wordt, want zonder afspraken over spreiding lossen we dit probleem niet op. Dan kunnen gemeenten namelijk zeggen tegen hun burgers: ja, wij moeten dit moeilijke traject in, maar het is eerlijk, want wij doen evenredig wat andere gemeenten ook doen. Ik ben dus graag bereid om met de heer Dijk daarover te praten om oplossingen te vinden, maar ik wil hem er ook op wijzen dat heel veel colleges, waar de SP overigens ook vaak aan deelneemt, die kant al op gaan.

De heer Dijk (SP):
Dat plan in Groningen komt niet van een vreemde. Laat ik dat even …

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nou, complimenten daarvoor.

De heer Dijk (SP):
Nee, dat is niet nodig. Maar ik vind wel het volgende van de discussie die hier gevoerd wordt en die met name aangezwengeld wordt door rechtse partijen, over statushouders voorrang geven bij sociale huurwoningen. Het is niet de juiste oplossing om het per se niet te doen, maar we zien dat mensen met een ggz-verleden óók urgentie hebben, dus het is een enorme strijd vanwege schaarste. Daarom zeg ik dat er ook vanuit Partij van de Arbeid-GroenLinks echt een flink, stevig verhaal moet komen rondom die rijkste gemeenten en buurten en wijken. We moeten die gaan dwingen. Volgens mij is dat in ieder geval een taak van mij, maar ik hoop ook van GroenLinks-Partij van de Arbeid, om díé kant van de Kamer ertoe aan te zetten dat we nu ook eindelijk eens in die meest gesegregeerde buurten en wijken met villa's, die muren optrekken, sociale huurwoningen gaan bouwen en dat we zorgen dat daar de opvang plaatsvindt en dat zij nooit kunnen weigeren om hospices te gaan bouwen, statushouders te gaan huisvesten of sociale huurwoningen te gaan bouwen.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
De colleges waarin dit al gebeurt, het meest recent in Arnhem … Daar zitten we samen in het college volgens mij. Ik weet niet zeker of de SP in het college zit in Arnhem, maar ik denk het wel. Niet? O. Nou ja, zelfs zónder de SP doen we het in Arnhem, zeg ik tegen de heer Dijk. Ik vind dat dit ook de weg is die we op moeten gaan. Deze last moet iedereen dragen. Het moet niet van de postcode afhankelijk zijn of iemand die last draagt of niet.

Voorzitter. Het debat moet gaan over de vraag hoe we migratie op humane en sociale wijze in goede banen kunnen leiden, want we hebben echt veel te doen. Daar loopt mijn fractie niet voor weg. De flexibilisering van werk heeft de vraag naar arbeidsmigranten enorm doen toenemen. Voor uitzendbureaus en werkgevers is arbeidsmigratie een verdienmodel dat de lonen laag houdt en de winsten hoog. De helft van de arbeidsmigranten doet laagbetaald werk, dat vaak ook onveilig en ongezond is. Velen van hen werken in slachthuizen, distributiecentra en de glastuinbouw. Daarom heeft mijn fractie vorige week, bij monde van collega Mariëtte Patijn, voorstellen gedaan om het aantal laagbetaalde vacatures voor arbeidsmigranten te verminderen en een uitzendverbod in te voeren in de vleessector. Als de vleessector dan zegt dat niet te kunnen overleven, dan heeft de vleessector misschien geen toekomst meer. Maar in Duitsland kon de vleessector het wel overleven door sociaal verantwoordelijk beleid te voeren. Ik zie dus niet in waarom dat in Nederland niet zou kunnen. Op dit moment worden deze voorstellen door de VVD geblokkeerd. Diezelfde VVD heeft niet zo veel moeite om een Amsterdams jongetje van 11 op het vliegtuig te zetten naar een land waar hij nog nooit is geweest. Het kabinet wil nu … Ja, vervelend hè, als je geconfronteerd wordt met de dingen die je doet!

Goed.

De voorzitter:
U continueert.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja. Het kabinet wil nu zelfs uit een deel van het EU-Verdrag treden, een deel dat gaat over asiel en migratie. En dat net nu de Europese Unie het onderlinge wantrouwen tussen lidstaten heeft weten te beteugelen en gaat werken aan verbeterde controle van de buitengrenzen, aan afspraken met derde landen, in lijn met het Vluchtelingenverdrag, en aan een vorm van een Europese spreidingswet, zoals we net al bespraken, wat ertoe kan leiden dat lidstaten een gelijkwaardig aandeel nemen in het opvangen van vluchtelingen. Als we denken veilig te kunnen schuilen achter de waterlinie, maken we onszelf iets wijs. Óf we pakken deze uitdaging als Europeanen gezamenlijk op óf we accepteren een permanente concurrentiestrijd, met medemenselijkheid als eerste slachtoffer en de EU als geheel als uiteindelijk slachtoffer. Als we het van de nationale grenzen zouden moeten hebben, zal de economische en geopolitieke basis onder de EU worden weggeslagen.

De heer Eerdmans (JA21):
Het debat wordt wel heel, heel treurig als de heer Timmermans een jongetje van 11 erbij haalt waarvan we weten dat de moeder veertien jaar de uitspraken van de rechter negeert en traineert en ondertussen zwanger wordt, waarna ze, inderdaad, uiteindelijk alsnog het land moet verlaten. Dat is namelijk precies zoals we het hebben ingericht: het opstapelen van procedures. Ik denk dat het kabinet daar terecht het mes in wil zetten. Mijn punt is meer het algemene beeld. Ik heb de heer Timmermans gisteren horen zeggen: er is met mij te praten over sober en strenger. Vervolgens is het toch weer de oude PvdA-riedel van: we kunnen niet iedereen tegenhouden, we zullen het toch Europees moeten regelen; die opvang blijft humaan. Wat verandert er dan? Even los van de opmerking dat er valt te praten: ja, je kunt heel veel kritiek uiten op beleid, maar je kunt ook zeggen "ik zet een stap vooruit". In meerdere landen in Europa, zoals in Duitsland en Denemarken, zetten partijen vergelijkbaar met de PvdA die stap naar voren. Die zeggen: "Bestaanszekerheid, ja. Welvaart verdelen, ja. Maar dit gaat niet samen met massa-immigratie." Dat is een hele eerlijke constatering van uw zusterpartijen. Wanneer komt de PvdA tot de conclusie, wanneer durft de heer Timmermans vast te stellen dat die combinatie voor de PvdA-achterban, voor de mensen in de oude arbeiderswijken en de oude steden, niet langer kan en dat dit niet gaat? Je kunt niet en-en doen: én mensen toelaten uit allerlei landen die moeten leren lezen en schrijven, die moeten leren integreren. Dat kost geld, dat kost aandacht, dat kost leraren. We hebben een lerarentekort, meneer Timmermans. Hoe kan de PvdA volhouden om in Nederland te zeggen "we houden de poort open, een opendeurenbeleid", en ondertussen gaat de welvaart naar beneden?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Er wordt door GroenLinks-Partij van de Arbeid helemaal niet aan een opendeurbeleid gedaan; die karikatuur werp ik verre van mij. Ik ben bereid met iedereen, dag en nacht — en dat heb ik gisteren willen zeggen — hier in de Kamer, waar dat hoort, over de voorstellen van het kabinet te praten. Maar ik roep dan ook uw fractie, de hele Kamer en het kabinet op om het asiel- en migratiebeleid niet te versmallen tot alleen asielbeleid. Want heel veel overlast in onze steden, heel veel mensen die in onze steden op straat slapen, zijn geen asielzoekers. Dat zijn mensen die hier zijn gekomen om te werken en hun baan zijn kwijtgeraakt omdat ze onfatsoenlijk behandeld worden, omdat ze gedwongen worden te tekenen zzp'er te zijn zonder dat ze weten wat dat betekent en vervolgens op straat komen te staan. Dus ik ben altijd bereid om hierover te praten. En ik ben ook bereid om heilige huisjes ter discussie te stellen. Maar ik ben ook bereid om te zeggen: het probleem is breder dan asiel en migratie. En ik wil, want dat hoort bij het wezen van wie we zijn als Nederlanders, dat dit land ook een veilige haven blijft voor mensen die vluchten voor oorlog en geweld. Natuurlijk zijn er ook mensen die een beroep doen op asiel die daar geen recht op hebben. Daar moeten we afspraken met derde landen voor maken. Die afspraken krijg je echt alleen maar als je dat Europees doet. Sommige individuele landen lukt dat, maar heel weinig. Dus daar is allemaal over te praten. Maar laten we dit in het licht zien van de hele context van asiel en migratie, want de heer Eerdmans weet net als ik dat in veel van onze steden het juist de arbeidsmigranten zijn die hun baan kwijtraken die voor de meeste overlast zorgen.

De heer Eerdmans (JA21):
Dat vind ik best goede woorden. Het ís namelijk ook veel breder dan asiel; het gaat ook om internationale studenten, het gaat om arbeidsmigratie, het gaat om gezinshereniging. En ik ben het er ook mee eens dat je in Europa meer kan bereiken. Ik hoop ook dat minister Faber een kopgroep van landen vindt waarmee je kan praten over het outsourcen van asielopvang naar veilige derde landen. Dat zou prima zijn. Ik zie de heer Timmermans knikken. Kijk, het gaat mij om de houding. Dus als de heer Timmermans inderdaad laat zien dat PvdA-GroenLinks daartoe bereid is, en niet zal zwichten voor dat wat agressieve deel uit het GroenLinks-honk, zeg ik maar, en durft te praten, durft die heilige huisjes omver te stoten, de taboes durft te bespreken, dan denk ik dat we verder komen. Want ik voel eigenlijk aan dat dit wel de wind is die door Europa waait, dat ook de oude sociaaldemocratie voelt dat het ene niet zonder het andere kan. We kunnen geen welvaart creëren door iedereen maar toe te laten in Europa.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Onder de randvoorwaarden die ik net heb genoemd — ik zal die nu niet herhalen — is mijn fractie altijd bereid om over dit onderwerp van gedachten te wisselen, om te praten en om gezamenlijk oplossingen te vinden. Maar nogmaals, als Nederlander vind ik dat wij trots mogen zijn op een traditie waarin wij door de eeuwen heen hebben gezegd: als iemand vlucht omdat hij vervolgd wordt, als iemand vlucht omdat hij zijn godsdienst niet mag uitoefenen, als iemand vlucht omdat hij dreigt opgehangen te worden of gemarteld te worden, dan is hij welkom in Nederland. Dat moeten we overeind houden. Dat is het allerbelangrijkste.

De voorzitter:
Prima. U continueert.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Nu complimenten aan het kabinet. Dat zal u misschien verbazen na het afgelopen uur. Ik vind het echt geweldig dat het kabinet de ambitie uitspreekt om Oekraïne te blijven steunen, ook al moeten ze af en toe daarvoor knokken in de coalitie. Maar wij zullen het kabinet daarin steunen. Ik wil wel graag van de minister-president weten wat er na 2027 gebeurt met de middelen, of er dan ook middelen zijn. Ik ben daar heel benieuwd naar, en misschien kan hij dat zeggen. Mijn fractie steunt ook de extra investeringen in defensie. Maar waar het kabinet zich terecht voorbereidt op oorlog, investeert het kabinet te weinig in vrede. Het bouwen aan vrede en veiligheid vraagt om een brede inzet van verschillende middelen. Maar de reactie van het kabinet op de groeiende instabiliteit in de wereld vind ik eenzijdig. Natuurlijk is het van groot belang dat we onze landsverdediging op peil brengen, maar het is verdraaid onverstandig om draconisch te gaan bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking, nog altijd een van de meest effectieve manieren om conflicten en instabiliteit in de wereld te voorkomen. Het is in deze turbulente tijden evenzeer bijzonder onverstandig om te doen alsof het wel een tandje minder kan met Europa. Intensieve Europese samenwerking is noodzakelijker dan ooit. Voor vrede en veiligheid hebben we die zeker op dit continent hard nodig. Maar Nederland zou juist minder gaan betalen aan de EU en zich minder aan Europese regels gaan houden als het om natuur en milieu gaat. Maar wat wil Nederland dan wél in de EU? Daarover kreeg het kabinet nauwelijks één pagina op papier. Wie iets uit Europa wil halen, moet ook iets kunnen brengen. Dat vragen wij ook van andere lidstaten, en die vraag zullen wij ook krijgen. Daarop blijft het antwoord van het kabinet vooralsnog afwezig.

Voorzitter. Voor mijn fractie is het echt onverteerbaar dat het kabinet doof blijft voor het leed van de Palestijnen, wegkijkt terwijl de hoogste internationale rechters waarschuwen voor het risico op genocide en oordelen dat Israël zich schuldig maakt aan apartheid in de bezette Palestijnse gebieden. Er is gevraagd om arrestatiebevelen voor Hamasleiders en Israëlische politici die verantwoordelijk worden gehouden voor vreselijke oorlogsmisdaden. Meer dan 40.000 doden. Meer dan 95.000 gewonden, soms voor de rest van hun leven getekend. Er zijn ontzettend veel kinderen onder deze groepen. Dat zijn geen schuldige kinderen. Dat zijn onschuldige kinderen. Je kunt ook heel rationeel naar het conflict kijken en zeggen: dit helpt Israël niet; zo kom je nooit tot een oplossing van het conflict. Maar de humanitaire ellende die daar wordt veroorzaakt, moet voor ons allemaal volkomen onverteerbaar zijn. Ik wil het kabinet daar helder over horen en ook duidelijk horen zeggen dat er maatregelen moeten worden getroffen tegen de misdragingen van de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, die Palestijnen uit hun huis jagen en hun eigendom vernielen, met steun van het Israëlische leger. Daar moet paal en perk aan worden gesteld als ze ooit nog, zoals het kabinet wil, uitzicht willen houden op een tweestatenoplossing. Als die twee staten gewoon helemaal niet meer bestaan omdat alle Palestijnen zijn weggevaagd, is er ook geen tweestatenoplossing. Dat wil ik het kabinet vragen, ook omdat de coalitie op dit punt niet altijd dezelfde positie heeft. Er is zelfs een coalitiepartij die weigert te kijken naar wat Israël aanricht in de bezette gebieden en in Gaza, die weigert zich daarover uit te spreken, die onvoorwaardelijke steun uitspreekt voor ministers die echt oorlogsmisdaden begaan. Ik hoop dus op een duidelijk antwoord van het kabinet.

Voorzitter, tot slot.

De voorzitter:
Er is een vraag van de heer Stoffer.

De heer Stoffer (SGP):
Een heel helder betoog van de heer Timmermans over de situatie in Israël en Gaza. Ik denk dat wij daar ietwat anders in zitten, maar dat het groot leed is voor de mensen in Gaza, is helder. Zou de heer Timmermans hier ook de oproep willen doen, naar aanleiding van vorig jaar 7 oktober, dat de Israëlische gijzelaars vrijgelaten moeten worden? Daar begon het namelijk mee. Als dat niet was gebeurd, was al die ellende van nu er niet geweest. Ik zou dus heel graag ter aanvulling de oproep horen aan het kabinet om druk te zetten om de gijzelaars van 7 oktober vorig jaar vrij te laten.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik wil dat graag doen. Maar dan wil ik de heer Stoffer ook voorhouden dat het juist de families van de gijzelaars zijn die nu in Israël de straat opgaan en Netanyahu smeken om een staakt-het-vuren te tekenen en op te houden met deze oorlog. De straten in Tel Aviv stromen vol met Israëlische staatsburgers die zeggen: stop hiermee! Dat geluid moeten we vanuit deze Kamer ook laten horen: "Stop ermee, Netanyahu. Je brengt alleen nog maar meer ellende tot stand en er komt geen oplossing dichterbij." Het zijn juist de ouders en familieleden van de gegijzelden die zeggen: "Stop ermee. Dat is de enige kans dat we onze dierbaren ooit nog levend terug zullen zien."

De heer Stoffer (SGP):
Bidden voor de vrede van Jeruzalem, dat moeten we allemaal doen. Ik hoor een heleboel woorden van de heer Timmermans over dat onderdeel. Maar doe nu alstublieft ook een heldere oproep aan het kabinet met veel woorden om erop aan te dringen — ik weet niet in hoeverre dat nodig is, want ik heb de indruk dat er een minister van Buitenlandse Zaken zit die dat ook volop doet — dat Hamas de gijzelaars vrijlaat en dat alles wat maar kan, ook op diplomatiek gebied vanuit Nederland, in gang wordt gezet. Geef alstublieft ook daar nog een hele hoop woorden aan.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik kan de heer Stoffer geruststellen: dat heeft mijn fractie vanaf het begin gedaan en dat zullen we blijven doen. Er is geen ruimte bij de oplossing voor een terreurorganisatie zoals Hamas, maar wij blijven vasthouden aan een tweestatenoplossing. Maar voor die tweestatenoplossing is het wel nodig dat er ook opgetreden wordt tegen het misdadige gedrag van de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Dat is onderdeel van wat wij vragen. Ik herhaal dat wij zullen blijven pleiten en smeken om de vrijlating van de gijzelaars, maar ik voeg mij bij hun ouders en hun familieleden die tegen Netanyahu zeggen: teken een staakt-het-vuren, want dan hebben we kans dat we onze dierbaren nog een keer terug zullen zien.

Voorzitter. Ik wil afsluiten. Ik heb nog een hele specifieke vraag aan de minister-president. Hoe ziet hij de toekomst? Wat zegt hij tegen zijn kinderen over hoe Nederland er over tien of twintig jaar uit zal zien? Welke vergezichten wil hij als premier van dit land delen met deze Kamer en met de Nederlandse samenleving? Ik doel dan niet op een nietje door de vier vragen van de coalitiepartijen slaan en zeggen: hier sta ik voor. Ik ken de heer Schoof al wat langer. Ik weet dat hij over heel veel dingen heeft nagedacht. Ik weet dat hij over heel veel dingen een mening heeft. Als hij als leider van dit land naar voren wil treden, zou ik hem op willen roepen om met de Kamer te delen hoe hij het Nederland van de toekomst ziet. Waarover hebben uw kinderen het straks met hun kinderen? In wat voor land wonen zij? Waar staat de natuur? Waar staat de economie? Hoe gaan we mensen meenemen in een meer positieve houding tegenover de toekomst? Hoe geven we mensen weer de hoop dat het echt beter kan in Nederland, niet voor de komende paar jaar, zoals in het regeerprogramma staat, maar voor de verre toekomst? Ik daag de premier uit om hier morgen een betoog over te houden, zodat we kunnen beoordelen waar hij staat en waar hij met dit land naartoe wil. Ik weet dat zijn voorganger niet echt hield van vergezichten. Die had als uitdrukking dat je voor visie maar naar de oogarts moet. Maar uiteindelijk was Rutte altijd wel bereid om een doorkijkje te geven. Hij was altijd wel bereid om een kwalificatie te geven van het land en van waar het land naartoe zou moeten. Dat vraag ik ook van deze premier. We moeten namelijk wel geregeerd worden door een kabinet en een premier met een visie. We hoeven het daar niet mee eens te zijn. Ik vermoed dat we het op heel veel punten niet eens zullen zijn, maar er moet wel iets zijn om over te kunnen praten.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. O, meneer Timmermans, blijft u nog even? Er is een vraag van mevrouw Van Vroonhoven.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik hoor geen welwillende toon van de heer Timmermans. Ik hoor vooral waar hij het niet mee eens is. Ik hoor hem vooral over stukken die hij mist. Eén ding heb ik echter echt gemist in uw betoog: het hele woningbouwverhaal. Gaat u eigenlijk stilzwijgend akkoord met wat wij daar gisteren ook in de troonrede over hebben gehoord? Dat is per slot van rekening toch een heel belangrijk onderdeel van het bestaanszekerheidsverhaal. We missen 400.000 woningen. Er gaat de komende jaren 5 miljard naartoe. Kunt u op dat punt misschien een complimentje geven? Kunnen we daar een welwillende houding vinden?

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ja, maar ik dacht dat ik had gezegd dat als je echt plek wilt hebben om woningen te bouwen in dit land, je ook keuzes zult moeten maken in waar je de grond voor gebruikt. Er komt grond vrij als er een teruggang zal zijn in de intensieve veehouderij. De veestapel zal omlaag moeten; dat is onmisbaar. Probeer dan een deel van dat land te gebruiken voor natuur en een deel voor wonen. Als dat te duur is omdat speculanten zich meteen op dat land storten, maak dan meteen een grondbank, zodat je als overheid kunt ingrijpen in die markt, die nu vaak gedomineerd wordt door speculanten. Dat is dus ook een concreet voorstel.

Tot slot zeg ik het volgende. Ik hoorde gisteren toevallig een interview met de minister op de radio. Het ging over bouwen zonder bouwvakkers. Maak het vak van bouwvakker aantrekkelijker, door tegen de bouwvakkers te zeggen: je kan na een normale tijd met pensioen; je hoeft niet zo lang door te werken dat je niet eens meer de steiger op komt. Dat zijn concrete maatregelen om de woningbouw verder te helpen. Ik vrees dat we de 100.000 woningen per jaar zonder dit soort maatregelen nooit zullen halen.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Ik bedoel tegen de heer Timmermans te zeggen dat dit bij uitstek een onderdeel is waarop we elkaar zouden kunnen vinden. Het zou de heer Timmermans sieren als hij zegt: op dit punt pakt de regering het een en ander goed op. 5 miljard is heel veel; daar kunnen we heel veel van doen. Er staan ook hele concrete oplossingen in het regeerakkoord. Dat mag u ook weleens zeggen.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Sterker nog, ik probeer u te helpen met de voorstellen die ik doe. Die kunnen het volgens mij nog beter maken.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Eén ding nog. Een complimentje zou het ook heel goed doen.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik dacht dat ik de minister al een complimentje had gegeven, maar als ik daar niet duidelijk genoeg in was: minister, complimenten voor de wijze waarop u het aanpakt. Nu ik toch complimenten aan het uitdelen ben: ik heb gezien dat de minister heel snel een hele bestuurlijke houding heeft aangenomen. Dat siert haar. Zo goed?

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik vind dat de heer Timmermans een hele mooie stropdas heeft, dus ik doe even mee.

Meneer Timmermans had het over de intensieve veehouderij. Intensieve veehouderij, oftewel hoogproductieve veehouderij, betekent een zo hoog mogelijke productie of oogst op zo weinig mogelijk grond. Dus als u steeds uw pijlen richt op de intensieve veehouderij omdat er dan grond beschikbaar komt, zeg ik: we kunnen het er wel mee eens zijn of niet mee eens zijn, maar juist de extensieve veehouderij betekent meer landgebruik. Biologische landbouw betekent per definitie meer landgebruik. Daarbij wil ik ook het volgende opmerken. We hebben het steeds over landbouwgrond, alsof die alleen in gebruik zou zijn bij boeren. Maar als je op je fietsje lekker door Noord-Holland fietst of daar wandelt, of door welke provincie dan ook, dan is het ook recreatiegebied.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Zeker.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Mensen genieten daar van de natuur. Ook daar willen we ruimte voor. Dus ik heb niet zozeer een vraag, maar ik wil gewoon even opgemerkt hebben dat het ook belangrijk is om die groene ruimte te houden om te kunnen recreëren.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Daar ben ik het absoluut niet mee oneens. Integendeel, ik vind dat een heel goed plan. Maar als je de intensieve veehouderij verkleint, heb je ook veel minder voer nodig voor die beesten. Dat maakt ook weer ruimte vrij. Zo kun je er ook tegen aankijken.

Dank, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:
Ik ga schorsen voor de lunch, tot 13.00 uur.

De vergadering wordt van 12.00 uur tot 13.00 uur geschorst.

De voorzitter:
We hervatten. Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Meneer de voorzitter. Ook ik zou mijn inbreng willen beginnen met een welgemeend woord van beterschap aan onze gewaardeerde collega Pieter Omtzigt. Ik hoop dat hij voldoende rust neemt en weer helemaal opknapt.

Voorzitter. Het is iedere keer opnieuw een groot voorrecht voor mij om hier in de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen het woord te mogen voeren. Ik sta hier nu voor de 21ste keer als fractievoorzitter bij dit belangrijkste debat van het jaar. Eerst van de Groep Wilders en daarna van de Partij voor de Vrijheid. Ik ben oprecht ontzettend dankbaar dat ik hier al die tijd mag staan. Dankbaar aan mijn fractie, vol geweldige mensen, namens wie ik mag spreken. Dankbaar aan de kiezers, die ons in goede en in slechte tijden, na verkiezingsoverwinningen maar ook na verkiezingsnederlagen, altijd trouw zijn gebleven.

Maar, voorzitter, ik ben ook dankbaar dat ik nog leef. Want het is dit jaar over een paar weken precies twintig jaar geleden dat ik mijn vrijheid kwijtraakte en samen met mijn vrouw door zwaarbewapende politieagenten plotsklaps uit mijn huis in Venlo werd gehaald omdat de Hofstadgroep mij wilde vermoorden. Ik heb mijn woning in Venlo daarna nooit meer teruggezien. Ik ben net 61 jaar geworden, maar vanaf mijn 41ste heb ik in een kazerne, een gevangenis, een politiebureau en een safehouse gewoond, omdat er mensen zijn die me willen vermoorden vanwege mijn kritiek op de islam. Omdat er imams zijn die fatwa's over mij hebben uitgesproken, waarin wordt opgeroepen om me te doden. Ik ben mijn persoonlijke gevoel van vrijheid inmiddels totaal kwijt. Na twintig jaar weet ik oprecht niet meer hoe het is en hoe het voelt om te kunnen staan en gaan wanneer je wil, waar je wil en met wie je wil, zonder dat daar beveiligers bij zijn. Dat is soms, zeg ik u eerlijk, om gek van te worden.

We weten inmiddels ook dat er heel veel anderen zijn, onder wie een aantal collega-politici hier in deze zaal, maar ook journalisten, wetenschappers, bestuurders en leden van de rechterlijke macht, die worden bedreigd. Een aantal van hen moeten ook beveiligd worden en zijn onvrij. Ik heb heel veel respect voor al die mensen en ik leef intens met hen en hun gezinnen mee. Ik zou hier vandaag — ik weet zeker dat ik dat eigenlijk namens al die mensen doe — een woord van oprechte en ook onbegrensde dankbaarheid willen uitspraken aan al die helden. Dat zijn de mensen van de politie, van de DKDB, van Defensie, van de diensten als de NCTV en de AIVD. Jarenlang, ieder dag opnieuw, vaak met gevaar voor hun eigen leven en op de meest professionele wijze zorgen zij namelijk voor onze veiligheid en beveiliging. Dank jullie wel!

(Geroffel op de bankjes)

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Geert Wilders raakt me in het hart. We kennen elkaar sinds 1998. Toen hij VVD-Kamerlid was en zich in alle vrijheid kon bewegen, hebben we samen gereisd, samen gelachen en samen veel dingen meegemaakt. In dit huis zijn er waarschijnlijk geen twee mensen die politiek verder van elkaar af staan dan Geert Wilders en ik, maar ik spreek de oprechte hoop uit dat de dag weer komt dat we samen in vrijheid, zonder beveiliging en bescherming, ergens een biertje kunnen gaan drinken.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Via u zeer veel dank aan de heer Timmermans. Ik waardeer zijn oprechte woorden en ik hoop dat het ooit weer zal kunnen, maar mijn volgende zin zou zijn geweest: "Waarschijnlijk wordt dat voor mij lastig, want fatwa's verjaren helaas niet." Mijn grootste drijfveer om hier te staan en ook te blijven staan is echter dat ik met alles wat ik in me heb ervoor wil zorgen dat Nederlanders niet ook hun vrijheid kwijtraken. Die vrijheid staat op alle mogelijke manieren onder druk. Het is allemaal niet meer vanzelfsprekend: de vrijheid om met je gezin veilig te kunnen wonen, om veilig op koopavond te kunnen winkelen, om je dochter veilig op de fiets of in de tram naar school te kunnen laten gaan, om je moeder of oma met de kleinkinderen veilig boodschappen te kunnen laten doen, om veilig over straat te kunnen lopen zonder te worden opgejaagd, uitgescholden, beroofd of mishandeld te worden.

Ik ben er ontzettend trots op dat de PVV nu meeregeert, dat er maatregelen zullen worden genomen om eindelijk het tij te keren. Het is mijn overtuiging dat we met deze coalitie echt dingen voor Nederland gaan doen. We hebben een akkoord gesloten vol maatregelen waar Nederland beter van wordt. Dat laten we nu ook zien. De minister van Asiel heeft al besloten om te stoppen met het financieren van illegaliteit. We gaan onze grenzen beter controleren. Op ieder terrein staan er hele positieve punten in het hoofdlijnenakkoord en in het regeerprogramma waar ik gewoon ontzettend trots op ben. Ik ben blij dat ik daar medeverantwoordelijkheid voor draag.

Voorzitter. Vandaag schrijft het kabinet ook geschiedenis. Voor het eerst sinds de Nederlandse toetreding tot de Europese Unie in 1958 laat het kabinet aan de Europese Commissie weten dat Nederland een opt-outclausule voor het Europese asiel- en migratiebeleid wil. Dat is een soort van mini-nexit. Dat is historisch. Het zal waarschijnlijk heel lang duren, want er moet eerst een verdragswijziging komen en daarvoor moet je unanimiteit hebben. Ik weet het allemaal, maar toch is dit een teken dat er een nieuwe wind door Nederland waait. Die nieuwe wind is hard nodig, want door de massale instroom van migranten en asielzoekers in de afgelopen decennia is het er op veel plekken in Nederland niet veel beter op geworden. Integendeel, mensen herkennen zich vaak niet meer in hun eigen straat, in hun eigen wijk en in hun eigen stad. Ze voelen zich vaak vreemden in hun eigen land. Hun cultuur, hun identiteit, hun vrijheid en hun veiligheid staan onder grote druk.

De heer Eerdmans (JA21):
Dat zijn woorden die ik herken van de heer Wilders en ook uit het regeerakkoord, het uitvoeringsprogramma. Ik herken niet de woorden van de minister van Asiel, mevrouw Faber. Ze houdt voet bij stuk als ik haar vraag: zouden we die Spreidingswet, de wet die gemeenten verplicht om vanaf 1 januari asielzoekers op te vangen, niet van tafel halen? Ze zegt dan: nee, dat gaan we wel doen, maar dat gebeurt pas bij de asielcrisiswet. De heer Wilders tweette op 14 januari: "We moeten gemeenten nooit dwingen asielzoekers te accommoderen. Nederland is vol. Weg met die wet." Op 27 januari meldt hij: "Dwang in de diepvries. Ik hoop dat het lukt, zodat nieuwe verkiezingen niet nodig zijn."

Momenteel heeft Zuid-Holland de taak om vóór 1 november 20.000 asielzoekers te huisvesten. Dat is een gedwongen afspraak uit de Spreidingswet. Dat moet voor 1 januari gerealiseerd zijn. Is dat niet gerealiseerd, dan zal de minister tot dwang overgaan. Dat vraagt de Spreidingswet. Mijn simpele vraag is: als ik morgen hier een motie indien met de strekking dat gemeenten nooit mogen worden gedwongen tot asielopvang, doet de heer Wilders daar dan aan mee?

De heer Wilders (PVV):
Ik ben het dan wel met u eens, maar ik zeg u dan ook dat ik mij aan mijn afspraken houd. De afspraak die we in deze coalitie hebben gemaakt, is, zoals u zelf al zegt, dat we beginnen met het in het leven roepen van dat koninklijk besluit om die noodtoestand in het leven te roepen. Dan komen we met een voorbereidingswet en een algemene maatregel van bestuur. Daarna komen we, wat mij betreft zo snel mogelijk — het liefst nog dit jaar — met de asielcrisiswet, waarvan ook onderdeel is wat u noemt. Dat is de volgorde die we hebben afgesproken. Daar hou ik me aan. Je moet geven en nemen in onderhandelingen. Maar hoe eerder hoe beter. Zolang die wet er is, houden we ons aan die wet, zoals we dat aan iedere wet doen. Dat zal ook de heer Eerdmans met me eens zijn.

De heer Eerdmans (JA21):
Politiek is geven en nemen. Ik weet dat als geen ander. Dat is ook het besturen van een land. Een kernpunt van een stevig asielbeleid is natuurlijk wel dat je gemeentes die dat niet willen niet gaat dwingen. Mijn vraag is wanneer dat koninklijk besluit komt, want de tijd dringt. De tijd dringt; heel simpel. 1 november is de deadline. Dan zullen de voorstellen van de regietafels uit de provincies op het bordje van de minister komen. Daar zit een verdeling tussen. Heel simpel: we weten dat niet iedereen erop zit te wachten. Sterker nog, die fair share die werd geëist door het vorige kabinet gaat gewoon niet gebeuren. De gemeentes willen het niet. Die mailen ons ook: JA21, alsjeblieft, hou dat tegen. Er kan namelijk wel een streng beleid worden afgekondigd, maar als er nu gemeentes worden gedwongen, dan zitten we met de gebakken peren. Kortom, de tijd dringt. Wanneer komt het koninklijk besluit van de minister?

De heer Wilders (PVV):
Ik maak zelf geen koninklijk besluit. Ik zit ook niet in het kabinet. Die vraag moet u dus aan het kabinet stellen. Ik weet zeker dat de heer Schoof daar een goed antwoord op heeft. Ik heb hem of de minister van Asiel ergens horen zeggen dat het kabinet daar de komende weken mee aan de slag gaat. Dat zal dus binnenkort zijn. Nogmaals, waar ik kan, zal ik mijn best doen om het te bespoedigen, want ik ben het met u eens. Je moet zo snel mogelijk die procedure in gang zetten, niet alleen maar om te komen tot de fase van de asielcrisiswet waarin je die wet, die vreselijke Spreidingswet, kan intrekken, maar ook omdat we, met de crisis waar we in zitten, gewoon niet kunnen wachten om zo snel mogelijk strenge maatregelen af te kondigen, zodat de instroom vermindert. Want dat is natuurlijk nog het allerbeste. Dweilen met de kraan open moet soms, maar het beste is het als de kraan dichtgaat of in ieder geval zo veel mogelijk dichtgaat. Dat moeten we nu zo snel gaan doen. Dat ben ik dus met u eens, meneer Eerdmans, maar ik ben ook een beetje afhankelijk van de snelheid van het kabinet. Maar men weet — het is niet voor niets een crisiswet — dat dat beter gisteren dan vandaag kan gebeuren.

De heer Eerdmans (JA21):
Nog één vraag. Sluit de heer Wilders uit dat een PVV-minister van Asiel gemeentes gaat dwingen tot asielopvang?

De heer Wilders (PVV):
Ik kan niet uitsluiten dat een PVV-minister zich aan de wet houdt zolang die nog geldt.

De heer Bontenbal (CDA):
Het CDA wil een wat zakelijk en rationeel debat over migratie niet uit de weg gaan. Het CDA staat ook open voor debatten om extra maatregelen te nemen om de instroom te beperken en om meer grip te krijgen op migratie, zolang dat binnen de Europese regels, binnen Europees recht, binnen de verdragen past. Waarom is er gekozen om de noodwet uit de kast te trekken, zo'n zwaar middel waarbij het parlement gepasseerd wordt, wetend ook dat dit tot heel veel gedoe in het kabinet en in de coalitie gaat leiden? Was het niet veel verstandiger geweest om met spoedwetgeving aan de gang te gaan? Dat hebben we eerder gedaan in dit huis. Als het kabinet met spoedwetten komt, dan kunnen die ook vrij snel gewoon in de Kamer behandeld worden. De Raad van State zal een aantal weken nodig hebben. Dan zullen we zien dat dat alleen maar gedoe gaat opleveren. Waarom is er niet gewoon voor spoedwetgeving gekozen?

De heer Wilders (PVV):
Omdat er een crisis is en omdat er buitengewone omstandigheden zijn. U praat over de coalitie. Ik hoor ook weleens wat, maar feit is wel dat we met z'n vieren hebben afgesproken dat we met artikel 110 en 111 van de Vreemdelingenwet komen. Vier partijen waren erbij toen we die afspraak maakten, vier partijen hebben er een handtekening onder gezet, dus ik kan me niet voorstellen dat dat tot gedoe gaat leiden. Het gebruik van het instrument zal dat in ieder geval niet doen. Wat er allemaal gebeurt in de discussie na het advies van de Raad van State zullen we nog zien, maar alle vier de partijen zijn het erover eens dat artikelen 110 en 111 zullen moeten worden gebruikt. Er zijn feitelijke omstandigheden die dat rechtvaardigen. Nederland is op Malta na het dichtstbevolkte land van de Europese Unie. We hebben een aanhoudend hoge instroom. Die mag dan op sommige jaren het gemiddelde van Europa zijn, we hebben met 59% het hoogste inwilligingspercentage van alle landen van de Europese Unie. We hebben in Nederland een tekort aan alles. Iedereen ziet dat ook. Ook de tegenstanders van deze wetgeving moeten zien dat we een tekort hebben aan woningen, aan scholen, aan zorg, aan politieagenten en aan cellen. We hebben overal een tekort aan. Er staat in onze Grondwet een artikel, een grondwettelijke plicht, waarin het kabinet wordt opgedragen om te zorgen voor woningen. Dit moet een punt van aandacht zijn voor de regering. Dat lukt niet. Niet de enige reden, maar een van de redenen daarvoor is de groei van de immigratie. Nederland heeft 18 miljoen inwoners. De groei van de bevolking komt voor honderd procent door migratie. Nederland gaat er inmiddels uitzien als een groot asielzoekerscentrum. We hebben in Nederland een enorme crisis. Om deze crisis aan te pakken, hebben we crisiswetgeving nodig. We hebben dat met elkaar afgesproken en dat gaan we dus met elkaar doen.

De heer Bontenbal (CDA):
Dit is een lang verhaal over de noodzaak om meer grip te krijgen op migratie, maar dat was niet mijn vraag. Ik denk namelijk dat dát breed gedeeld wordt. Mijn vraag was waarom u geen spoedwetgeving inzet, maar het zwaarste middel pakt, namelijk een noodwet. Hiervan weten we dat het weken gaat duren en dat het maanden tot gesteggel zal leiden, terwijl we van experts weten dat je zoiets pas uit de kast kunt trekken op het moment dat alle andere middelen zijn uitgeput. Daar gaat het ook op stranden. Mijn gevoel zegt dat daar in de coalitie al lang rekening mee is gehouden. Waarom niet gewoon spoedwetgeving, daarna naar de Kamer en vervolgens de concrete wetsvoorstellen over artikel 1 tot 7 van de Asielwet? Dan wordt het ook met voorrang hier in de Kamer behandeld. U heeft gewoon de meerderheid hier. Ik zie dus niet in waarom u nu deze route, deze snelweg wilt nemen.

De heer Wilders (PVV):
Het is niet het zwaarste middel. U vergist zich als u dat zegt. Ik kijk dan ook naar de antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken op de vragen van mevrouw Piri. De minister zegt daar terecht: het zwaarste middel is artikel 103 van de Grondwet, dat is de noodtoestand. Dat is mogelijk als er sprake is van bijzondere, buitengewone omstandigheden. Maar artikel 110 en 111 zijn ook mogelijk als er — en dat citeer ik — sprake is van buitengewone omstandigheden die niet dermate ernstig zijn dat er een noodtoestand, in zin van artikel 103 van de Grondwet, moet worden uitgeroepen, maar die wel dermate ernstig zijn dat het noodzakelijk is om van de Vreemdelingenwet af te wijken. Wij hebben artikel 110 en 111 niet als coalitie in de Vreemdelingenwet gezet, maar dat heeft de wetgever gedaan. Volgens mij was dat destijds ook nog grotendeels het CDA. Zij hebben ervoor gekozen dat de wetgever die optie moet hebben. Die optie gebruiken wij, omdat de nood zo hoog is en we het in Nederland niet meer aankunnen. Bij de COA zitten op dit moment 60.000 tot 70.000 mensen, waaronder 20.000 mensen die al een vergunning hebben. Het loopt ons over de lippen. Heel Nederland ziet dat we het niet meer aankunnen, dus een instrument dat de wetgever zelf heeft gemaakt en waar wij gebruik van maken, is dan veel beter dan een spoedwet.

De heer Bontenbal (CDA):
Ik leg spoedwetgeving even naast het democratische gehalte van dit instrument. Ik vind het niet goed om het parlement te passeren. Ik denk dat we met het parlement hier een heel goed gesprek over zouden kunnen hebben. Via spoedwetgeving gaat het alleen veel sneller. Waarom zet u niet gewoon spoedwetgeving in, wetende dat u anders gedonder gaat krijgen in de coalitie? U kunt zeggen dat het met elkaar is afgesproken, maar uiteindelijk wil dit kabinet toch gewoon concrete maatregelen nemen en niet alleen maar grootspaak over migratie? U wilt er toch echt iets aan doen? Kom dan ook met het meest effectieve middel en passeer het parlement niet. Ga gewoon met het parlement in gesprek. Presenteer de maatregelen, want die worden hier met voorrang besproken.

De heer Wilders (PVV):
Het parlement wordt niet gepasseerd. De procedure is dat de minister-president op grond van artikel 110 van de Vreemdelingenwet een KB slaat, waarmee hij op grond van artikel 111 van de Vreemdelingenwet bepaalde bevoegdheden krijgt en hij vervolgens de voortduringswet en de algemene maatregelen van bestuur naar de Raad van State stuurt. Dat komt dan terug en die voortduringswet gaat dan naar de Tweede Kamer. Die voortduringswet — deze vindt u in lid 2 van artikel 110 van de Vreemdelingenwet — gaat terstond, meteen naar de Kamer. De Kamer kan er dan meteen over debatteren. Als de Kamer dan aangeeft het niet te willen, dan komen er geen AMvB's en als deze er zijn dan vervallen die. Dus de Kamer wordt niet gepasseerd. Dat zit niet in de systematiek van de wet. Mijn antwoord is dus tweeledig. Ten eerste: het is niet ondemocratisch, want de Kamer zelf, inclusief het CDA, heeft in het verleden voor deze route gekozen. Het is dus niet ondemocratisch, tenzij u vindt dat de Kamer een ondemocratisch besluit heeft genomen, maar dat is niet zo. Het is dus een democratische procedure. Dat is de formele reden. En ten tweede is het materieel zo dat door het aan de Kamer voor te leggen en te debatteren over de voortduringswet, de Kamer niet wordt gepasseerd.

De heer Jetten (D66):
Dat iets via een geitenpaadje mag, wil niet zeggen dat het ook goed is. Nederland is een van de oudste democratieën ter wereld. Deze Tweede Kamer is een van de oudste nog functionerende parlementen ter wereld. De heer Wilders gaf net in zijn inleiding aan dat hij het langstzittende Tweede Kamerlid is. Het op-een-na langstzittende Tweede Kamerlid is de heer Pieter Omtzigt van NSC. U weet dus allebei heel goed hoe belangrijk het is dat de Tweede Kamer echt op haar positie staat als het gaat om de controlerende taak van het kabinet. Een KB slaan, per decreet gaan regeren, zet die Tweede Kamer niet in de positie om ook echt als wetgever aan het stuur te zitten. Zoals de heer Bontenbal net al zei, heeft u een meerderheid in deze Tweede Kamer. Mijn vraag aan de heer Wilders is als volgt. Waar is hij eigenlijk bang voor als we het gewoon via de nette route doen en wetsvoorstellen eerst hier behandelen voordat ze in werking treden?

De heer Wilders (PVV):
Het spijt me, maar ik kan niet anders dan hetzelfde antwoord geven — ik doe het graag, hoor, want ik heb respect voor de collega van D66 — als op de vraag van de heer Bontenbal, want het was dezelfde vraag. Dat antwoord is opnieuw tweeledig. Aan de ene kant is het een democratische procedure die de wetgever zelf in dit huis in het leven heeft geroepen. U kan niet zeggen dat de Kamer hier wetgeving heeft gemaakt die ondemocratisch is. Daar heeft de Kamer dan op z'n minst zelf voor gekozen, want het is een wet, de Vreemdelingenwet, die inclusief de artikelen 110 en 111 door deze Kamer en door de Eerste Kamer is geaccordeerd zoals iedere wet. Kom dus bij mij niet aan met dat het ondemocratisch zou zijn, want dat is het niet. Ik weet niet of uw partij ervoor heeft gestemd, maar het is gewoon een wet waar een meerderheid van beide Kamers voor heeft gestemd. Anders was het geen wet geworden.

De tweede reden is: er is een voortduringswet die, ik zei het al, conform lid 2 van artikel 110 van de Vreemdelingenwet meteen naar de Kamer gaat. Dat KB zegt dus: we gaan dat nu doen. Die voortduringswet moet meteen naar de Kamer en als de Kamer dan zegt "dat willen we niet", dan vervalt het meteen. Dan zal de minister-president meteen een einde moeten maken aan dat KB dat die heeft geslagen en eventuele AMvB's. Dat kan meteen in de Kamer behandeld worden. Ik bestrijd dus dat de Kamer niet aan het woord zou komen. De Kamer kan die voortduringswet zodra ze hem krijgt, in dezelfde week nog behandelen en er dezelfde week nog over stemmen. Dan weet je dezelfde week nog of het door kan gaan of niet.

De heer Jetten (D66):
Allereerst: dit is een indrukwekkende poging van de heer Wilders om zich ook echt als nestor van de Kamer te gedragen en heel rustig aan ons uit te leggen hoe staatsrecht en wetgeving werken. Dat heb ik de afgelopen 21 jaar niet altijd zo indrukwekkend van u gehoord. Maar nogmaals: dat iets mág van de wetgever, betekent niet dat je het ook moet inzetten. De noodgreep die u nu beschrijft, is bedoeld voor noodsituaties. Die hebben we in de afgelopen 80 jaar in dit land gezien op het moment dat er een oorlog uitbreekt of een enorme pandemie, waar acuut moet worden gehandeld om mensenlevens te redden. Dat is nu niet aan de orde. Toen het vorige kabinet een paar keer probeerde om via deze versnelde routes wetgeving te maken of maatregelen te treffen, was het de heer Wilders zelf of zijn collega Markuszower die hier aan de microfoon stond en zei "dictatoriale trekjes van het kabinet om te denken dat het land op deze manier te besturen is. U komt eerst naar de Tweede Kamer en hebt daar gewoon een fatsoenlijk debat met de volksvertegenwoordiging". Hoe kan het dan dat u het, nu u in een andere rol zit, prima vindt om deze route te bewandelen? Waar bent u bang voor om gewoon eerst even hier in het parlement met elkaar te spreken over de asielmaatregelen die de minister wil treffen?

De heer Wilders (PVV):
Dat doen we, doordat het kabinet meteen die voortduringswet indient, kunnen we daar dezelfde dag nog over debatteren. Het is dus gewoon een fakebeeld om te doen alsof die AMvB's maanden gaan duren en dat de Kamer er niets over te zeggen heeft. De wet zegt dat bij het slaan van dat KB er terstond een voortduringswet naar de Kamer moet. Zonder die voortduringswet vervalt alles. Hetzelfde geldt als de Kamer, als wij, in meerderheid tegen die wet zou stemmen, wat ik natuurlijk niet hoop. Vanaf datzelfde moment bestaat die wet niet meer. Dus de Kamer heeft meteen ... Dat zit ingebakken. De wetgever heeft daar goed over nagedacht. Die heeft gezegd: het is een vorm van noodtoestand, niet zo vergaand als artikel 103, maar toch een vergaande noodtoestand; de minister-president kan die op basis van artikel 110 en 111 afroepen. Een KB zelf is trouwens niets, dat moet gevuld worden met wetgeving of AMvB's. Door die voortduringswet zal de Kamer er terstond over kunnen debatteren. Dat gaan we ook doen. Ik weet zeker dat als ik dat niet vraag, u dat wel doet. Iedere wet moet trouwens worden behandeld, dus het is gewoon niet waar dat de Kamer buitenspel wordt gezet.

De heer Jetten (D66):
Het gaat om de volgorde waarin we dingen doen. Treedt iets eerst in werking en bespreek je het daarna in de Tweede Kamer of is eerst de Tweede Kamer aan zet? Precies dat waar u 21 jaar lang als Tweede Kamerlid voor heeft gepleit, gooit u nu overboord — dat vindt u nu even niet belangrijk — zodat stoere symbolische maatregelen in het leven kunnen worden geroepen om uw verkiezingsprogramma te dienen. Dat is niet de wijze waarop ik verwacht dat een zogenaamd extraparlementair kabinet en de leider van de grootste partij zich hier gedragen. Als we het nu bij dit onderwerp zo doen, dan komen we ook snel op een glijdende schaal terecht waardoor we het in allerlei andere noodsituaties ook op deze manier gaan doen. Meneer Wilders, dan gedraagt u zich niet als een verantwoordelijk leider van de grootste partij van het land, maar als een soort zonnekoning die doet en laat wat hij wil en het parlement passeert op het moment dat het hem goed uitkomt.

De heer Wilders (PVV):
Ik ben geen zonnekoning. Ik doe niet wat ik wil. Dit is afgesproken door vier partijen. Vier partijen, die samen bijna 90 zetels hebben, hebben hier hun handtekening onder gezet. Er is een formele procedure. Het gaat via de ministerraad. Het gaat naar de Raad van State. Het komt hiernaartoe. Er is een voortduringswet. Ik geloof dat er 50 democratische middelen zijn ingebouwd en de helft daarvan betrekt het parlement er volledig bij.

De heer Dassen (Volt):
De vorige nestor van deze Kamer, de heer Van der Staaij, zei het deze week heel treffend: deze route is bedoeld voor bestuurlijke overmacht, niet voor bestuurlijke onmacht. Het voelt nu heel erg alsof dit een afleidingsmanoeuvre is voor het simpele feit dat mevrouw Faber de wet gewoon nog niet klaar heeft, wat ook deels komt doordat de motivering daarvan zo ontzettend lastig is doordat de minister-president zelf zei: mensen ervaren een asielcrisis. De vorige staatssecretaris heeft natuurlijk al aangeduid en aangetoond dat dat geen reden is om het op deze manier te doen. Ik vraag de heer Wilders dus nogmaals: is dit een afleidingsmanoeuvre voor het feit dat de motivering te complex is of dat mevrouw Faber de wet nog niet af heeft, of is de heer Wilders inmiddels van mening dat het inderdaad beter is om wetten voortaan eerst in te voeren en er daarna pas in het parlement over te spreken?

De heer Wilders (PVV):
Nee. Het is gewoon de procedure die volgens de wet mogelijk is. De minister-president heeft meer gezegd dan alleen: het is een gevoel. Ik heb hem gisteren ook horen zeggen: dat heb ik toen gezegd, maar natuurlijk moeten er ook inhoudelijke redenen bij komen. Die heeft hij ook. Die heeft het kabinet ook. Ik geloof ook dat het kabinet die zelf gaat bespreken. Het moet dragend gemotiveerd zijn. Dat gaat ook gebeuren. Daar zal het kabinet serieus naar kijken. Als het voldoende dragend gemotiveerd is, gaan we de procedure beginnen. Dat is een democratische procedure, waar de Kamer bij betrokken wordt.

De heer Dassen (Volt):
Ik vind het heel bijzonder dat het kabinet inmiddels al een tijdje zit en hier al weken over wordt gesproken, maar er blijkbaar nog steeds geen dragende motivering is gevonden. Ik vraag me af of die wel te vinden is. Als dat niet zo is, weten we ook met elkaar dat dit een doodlopende weg is. Maar wat mij voornamelijk verbaast, is dat de heer Wilders hier altijd als volksvertegenwoordiger heeft gestaan en nooit zou hebben geaccepteerd dat het parlement op deze manier buitenspel zou worden gezet. Is de heer Wilders inmiddels zo Haags geworden? Is hij van mening dat de achterkamertjes inmiddels wel gebruikt mogen worden? Vindt hij dat het kabinet de Tweede Kamer op deze manier buitenspel mag zetten?

De heer Wilders heeft het in alle debatten waarin ik hem gezien heb vaak gehad over "leeuw of lam". Is dit parlement een leeuw of een lam, vroeg hij. Als wij als Tweede Kamer zouden accepteren dat het kabinet op deze manier gaat regeren en de heer Wilders dan die vraag zou stellen, dan zou dit parlement volgens hem een lam zijn. Betekent het feit dat de heer Wilders dit zo accepteert dat hij nu bij dit kabinet op schoot zit of kunnen we hem nog verwachten in de volksvertegenwoordiging, waar het volk vertegenwoordigd wordt en het debat wordt gevoerd? Accepteert hij dat de Kamer buitenspel wordt gezet?

De heer Wilders (PVV):
Voor de vijfentwintigste keer: de Kamer wordt niet buitenspel gezet. Hoe vaak moet ik het u nog zeggen en uitleggen? Er is een voortduringswet. Volgens artikel 110, lid 2 Vreemdelingenwet moet die terstond na het slaan van het KB op grond van artikel 111 naar de Kamer worden gestuurd. De Kamer kan daar meteen over debatteren. Als de Kamer die verwerpt, vervalt alles; ik hoop natuurlijk niet dat dat gebeurt. U kunt dus wel doorgaan met ingestudeerde zinnetjes uitspreken, maar de Kamer wordt níét buitenspel gezet. De Kamer heeft het laatste woord — zo hoort het ook, zeg ik inderdaad als nestor van deze Kamer — en heel snel ook, want de voortduringswet moet meteen door de premier en het kabinet naar de Kamer worden gestuurd. Dat moet bij wijze van spreken op de dag dat het KB wordt geslagen op grond van artikel 111.

De voorzitter:
Afrondend.

De heer Dassen (Volt):
Het verbaast me gewoon dat de heer Wilders oké is met deze afleidingsmanoeuvre en dat hij zich op deze manier verstopt achter procedures. Zo ken ik de heer Wilders niet. Dat zou hij nooit accepteren. Maar de heer Wilders is blijkbaar inmiddels enigszins bang geworden dat als we het debat hier in alle openheid zouden voeren, de motivering volledig zou ontbreken en dit meteen van tafel zou moeten.

De heer Wilders (PVV):
Maar het debat hier over de voortduringswet dóén we in alle openheid. Niemand …

De heer Dassen (Volt):

De heer Wilders (PVV):
Als ik niet mag spreken, dan houdt het op.

We doen dat in alle openheid. Niemand stelt voor om de voortduringswet hier in de Tweede Kamer achter gesloten deuren te behandelen. Dat doen we gewoon in openbaarheid, live op televisie, met iedereen op de publieke tribune. U mag uw hele familie uitnodigen. Iedereen kan hier komen kijken. Dat is gewoon een openbaar debat. Het is een openbaar debat. Dat is een procedure waar de Kamer zelf democratisch toe heeft besloten. De Kamer besluit zelf wanneer ze dat debat houdt en wat ze van die wet vindt. Transparanter kan het niet. Het is gewoon de procedure die bestaat. Wij als coalitie hebben die procedure niet verzonnen. Die staat al in de wet.

De heer Dijk (SP):
Het mag geen verrassing zijn dat die asielcrisiswet er komt, want u kondigt hem al heel erg lang aan en hij staat ook in het hoofdlijnenakkoord. Maar dan toch even één vraag daarover, want ik hoor ook andere partijen terecht zeggen: dit vinden wij eigenlijk niet zo'n prettige manier om dit soort vergaande wetten te behandelen. Begrijpt de heer Wilders dat?

De heer Wilders (PVV):
Wat begrijp ik?

De heer Dijk (SP):
Dat het geen prettige manier is als zo'n wet erdoorheen wordt gejast en dat je dan als volksvertegenwoordiging, als Kamer, heel snel daarop moet gaan handelen en daarover oordelen.

De heer Wilders (PVV):
Er wordt geen wet snel door de Kamer gejast. Het is gewoon een … Misschien moet ik het ergens op een groot bord schrijven, want ik herhaal het nu voor de vijftiende keer. Er is door de wetgever in het verleden gekozen voor deze optie in de wet. Dat staat dus in de wet. Dat hebben wij als coalitie niet verzonnen, maar dat staat in de wet. Onderdeel daarvan is dat, mocht de premier op grond van artikel 111 dat KB slaan, er terstond een wetsvoorstel naar de Kamer moet en dat daar dezelfde dag nog over kan worden gesproken. Dat is natuurlijk aan de Kamervoorzitter en aan de orde die wij willen, maar dat kan meteen. Er wordt niks vertraagd of achter gesloten deuren gedaan. Dat is allemaal niet het geval.

De heer Dijk (SP):
Dan verschilen wij daarover van mening. Dat kan ook.

Ik had eigenlijk een andere vraag, want u zei net iets interessants. U zei net: de migratieaantallen zijn de afgelopen jaren dermate hoog dat dat druk op onze voorzieningen legt. Dat klopt. Dan is mijn vraag aan de heer Wilders: waarom bezuinigt u dan in vredesnaam de komende jaren tot 5 miljard euro op de zorg, 1 miljard euro op het onderwijs en een half miljard euro — meer zelfs! — op sociale zekerheid? Dat staat in alle cijfers. Dat is allemaal terug te zien. Er wordt bezuinigd in de zorg tot 5 miljard euro — ik herhaal het even - 1 miljard euro op het onderwijs en meer dan een half miljard euro op de sociale zekerheid. Meneer Wilders, daarmee versterkt u die sociale voorzieningen toch niet?

De heer Wilders (PVV):
Het zou helpen als uw partij eens mee zou doen met het sluiten van de grenzen. Wat ik u al zei: de hele verzorgingsstaat die wij hebben — die koestert de SP ook, als ik goed ben geïnformeerd — bezwijkt onder de massa-immigratie. Dus als wij ervoor willen zorgen dat we niet alleen niet hoeven te bezuinigen, maar dat ook onze uitkeringen en onze zorg allemaal op orde blijven, dan zullen we paal en perk moeten stellen aan de grote aantallen die al decennialang Nederland binnenkomen zonder dat we kijken waar ze vandaan komen en of ze iets kunnen bijdragen. We laten zo ongeveer iedereen in Nederland binnen. De SP heeft zich daar in het verleden ook met hand en tand tegen verzet. Als u mij nou helpt om ervoor te zorgen dat we die asielwetgeving echt fors strenger maken, zodat niet meer zomaar iedereen binnen kan komen, dan heeft u eigenlijk al het antwoord op uw vraag. Dan hoeven we dat niet meer te doen. Dan houden we de verzorgingsstaat in ere en kunnen de mensen die dat nodig hebben daar gebruik van maken. Daar staat dus grote spanning op, omdat we in een klein, dichtbevolkt land 18 miljoen mensen hebben, waar ieder jaar een stad als Leiden bij komt aan immigranten. En dat wordt iedere keer nog meer, want er komen nareizigers en er vindt gezinshereniging plaats. Dat houden we niet vol. Dus SP, kom onze kant op! Stop de immigratie en je hebt meer geld voor sociale zekerheid.

De heer Dijk (SP):
Meer geld voor sociale zekerheid ... Meneer Wilders, ik somde net miljarden op die u bezuinigt op die sociale zekerheden, de zorg en het onderwijs. U bezuinigt die kapot. Als u heel graag wilt dat de totale aantallen wat betreft migratie naar beneden gaan ... Ik heb daar de afgelopen dagen hier en daar interviews over gegeven. Wij streven naar een migratiesaldo van 40.000, in totaal. Als je kijkt naar de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen, is dat een prima aantal. Dat doen wij omdat je op die manier het totale aantal migranten dat naar Nederland komt ... Daarvan is het over- over- overgrote deel arbeidsmigratie, waar dit kabinet geen snars aan heeft gedaan tot nu toe. Kennismigranten worden zo ongeveer hierheen gesommeerd met belastingkortingen, úw belastingkortingen. Internationale studenten worden hierheen gesleept voor het verdienmodel van onderwijsinstellingen. Daar gaat u allemaal mee akkoord. Daar gaat u allemaal mee door. Dat vindt u allemaal prima. Maar meneer Wilders, als u de deur openhoudt voor de verdienmodellen die ik net noemde, nemen de migratie-aantallen keihard toe en worden, voor alle Nederlanders die u op één zou zetten, de sociale voorzieningen door u keihard afgebroken met miljardenbezuinigingen op de zorg, het onderwijs en de sociale zekerheid. U draait mensen al jaren, en nu weer, een rad voor ogen.

De heer Wilders (PVV):
De heer Dijk zegt: van de SP mogen er per jaar 40.000 mensen binnenkomen. Als je daar de gezinsvormers en de nareizigers bij optelt, kom je zo op 100.000 per jaar. In één kabinetsperiode zijn dat er zo'n 400.000. Met de SP gaat ons land failliet.

De heer Dijk (SP):
Voorzitter.

De voorzitter:
Ik heb u al drie keer gehoord, meneer Dijk. U heeft een punt van orde? Kort, kort, kort, kort, kort. Is het echt een punt van orde?

De heer Dijk (SP):
Ik zag de heer Wilders net als allereerste interruptie ook een rondje van vier maken. Ik wil er ook graag eentje doen om dit even toe te lichten.

De voorzitter:
Heel kort.

De heer Dijk (SP):
Meneer Wilders, ik heb dat allemaal meegerekend. Die 40.000 is het totale aantal migranten dat wij noemen. U weigert de verdienmodellen op migratie aan te pakken. U weigert arbeidsmigratie aan te pakken. U weigert internationale studenten te beperken. U weigert kennismigratie te beperken. Daar zijn de Nederlanders het slachtoffer van.

De heer Wilders (PVV):
Ook dat is helemaal niet waar. Wij willen asiel aanpakken. Asielzoekers kosten meer en blijven langer dan arbeidsmigranten. Maar wij willen ook de arbeidsmigratie aanpakken. Natuurlijk willen wij ook de arbeidsmigratie aanpakken. Wij willen ook de studentenmigratie aanpakken. Verzin één migratie die wij niet willen aanpakken; ik daag u uit.

De voorzitter:
Ik kan mij vergissen: was de heer Timmermans eerder of de heer Jetten? De heer Timmermans. Het woord is aan hem.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik wilde even terug naar het vraagstuk van de rol van de Kamer. Kijk, die zorgen leven bij de Kamer omdat er echt verschillend aangekeken wordt tegen de interpretatie van artikel 111 van de Vreemdelingenwet; er zijn echt fundamenteel andere inzichten. De meeste experts van buiten zijn het erover eens dat aan de voorwaarden niet is voldaan. De vraag die ik heb aan de heer Wilders is als volgt. Stel dat in deze Kamer een flinke hoeveelheid fracties aan u vraagt om een andere route te bewandelen. Neem het voorstel van de heer Bontenbal over een spoedwet. Als de Kamer dat van u vraagt, bent u het met mij eens dat u daarmee dan de Kamer tegemoetkomt en ook de NSC-fractie, waar veel zorgen over dit onderwerp bestaan? Het verandert aan wat u wilt bereiken inhoudelijk niks, maar de Kamer krijgt dan wel het volle pond. Bent u bereid een andere route te overwegen?

De heer Wilders (PVV):
Nee. Volgens mij is dit niet een probleem voor de NSC-fractie, want over 110 en 111 zijn wij het alle vier helemaal eens. Waar u het over heeft, gaat over iets anders. Over de route van 110 en 111 volgens de procedure die in de wet staat, zijn alle vier partijen het echt eens, hoor. Daar zit geen millimeter verschil tussen NSC en de PVV.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Dus, als ik het goed begrijp, is het voor uw steun aan de coalitie essentieel dat deze route wordt bewandeld?

De heer Wilders (PVV):
Ik denk dat het voor iedere partij essentieel is dat de afspraken die je als coalitie met elkaar hebt gemaakt en in het hoofdlijnenakkoord hebt gezet en die vervolgens in het regeerprogramma terug zijn gekomen — nogmaals, dat geldt ook voor andere maatregelen, die ik dan misschien niet zo sympathiek vind — worden nagekomen. Ik denk toch dat dat niet te veel is gevraagd.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Nee. Maar ik stel alleen maar vast dat de heer Wilders een hele hoop ongemak bij een groot deel van de Kamer en bij de NSC-fractie had kunnen wegnemen door gewoon te zeggen: oké, dan gaan we via een spoedwet, dus via een andere procedure, maar dan krijgt de Kamer wel het volle pond. Ik stel vast dat de heer Wilders dat niet wil doen. Dat is bijzonder spijtig, zeker van de nestor van deze Kamer.

De heer Wilders (PVV):
Dan blijft u herhalen wat niet klopt. Ik hoor het wel van mijn collega van NSC als ik het fout heb, maar in het gebruik van 110 en 111 zit geen millimeter verschil tussen NSC en PVV. Je kunt wel steeds "een hoop pijn" en zo herhalen, maar dat is gewoon niet eerlijk, meneer Timmermans, want ik zeg u dat daar het verschil niet zit.

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Even voor de helderheid …

De voorzitter:
Mevrouw Van Vroonhoven, had u het woord gekregen?

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):
Sorry, meneer de voorzitter.

De voorzitter:
De beurt is aan de heer Jetten.

De heer Jetten (D66):
De heer Dijk vroeg net aan de heer Wilders of hij kon uitleggen waarom hij bezuinigingskeuzes had gemaakt op onderwijs, zorg en sociale zekerheid. In het antwoord kregen eigenlijk migranten de schuld. Ik heb een andere vraag naar aanleiding van het regeerprogramma, waarvan ik zeker weet dat de heer Wilders daarbij niet naar buitenlanders kan wijzen. In de verkiezingscampagne beloofde de PVV dat de btw op boodschappen naar 0% zou gaan. Maar al die kiezers komen nu bedrogen uit, want wat krijgen ze ervoor terug? Niet 0% btw op de boodschappen, maar een hogere btw op zo'n beetje alles waar mensen plezier uit halen. Dankzij Geert Wilders wordt het sportabonnement duurder, worden zwemlessen duurder, wordt de lokale boekhandel duurder, wordt een weekendje weg duurder, wordt een concert van de Toppers duurder, wordt een musicalbezoek duurder. Waar de heer Wilders beloofde dat hij 0% op de boodschappen zou gaan regelen, pakt hij dus bij alle Nederlanders geld uit de portemonnee met een ordinaire belastingverhoging op alles wat het leven leuk maakt. Uit alle peilingen blijkt dat dit de maatregel van het kabinet is waar Nederlanders de allergrootste hekel aan hebben. Is de heer Wilders bereid om met mij vandaag aan dit kabinet te vragen om die btw-verhogingen te schrappen?

De heer Wilders (PVV):
Nee, dat ben ik niet. Ik ben het wel met u eens dat dit een heel vervelende is. Ik denk dat iedereen van de coalitie dit niet de meest fijne ombuiging vindt. Daarbij zijn eigenlijk weinig ombuigingen fijn, behalve dan op ontwikkelingshulp, maar dat doen we een andere keer. Ik ben daartoe dus niet bereid. Het is geen fijne maatregel. Maar weet u, je zit met z'n vieren aan tafel, er komt een financiële plaat en ook daar moet je geven en nemen. De financiële opgave was groot. Er waren ook tegenvallers. We hebben ook een stukje van de lastenverlichting voor volgend jaar een jaar later moeten doen. Er zijn meerdere maatregelen genomen waarvan ik weet dat ze niet op applaus kunnen rekenen. Maar je moet er wel uitkomen. Je moet er met elkaar uitkomen en dan krijg je niet altijd je zin. Nogmaals, volgens mij vindt geen van de vier coalitiepartijen dit een fijne maatregel. Maar soms moet je ook pijnlijke maatregelen nemen. Dat hoort erbij. En ja, dat zou u toch moeten weten, want u heeft langer aan het stuur gezeten dan ik.

De heer Jetten (D66):
Ik wil toch even concreet maken wat die btw-verhoging betekent. Zwemlessen voor diploma A of B gaan van €1.400 per jaar naar €1.600. Een jaartje bij de fitness gaat van 495€ naar €550. Een kaartje voor de formule 1 in Zandvoort gaat van €399 naar 455€. Ik zei net al dat een concert van de Toppers van €75 nu €84 wordt. Dit is allemaal geld dat gewone Nederlanders moeten opbrengen. Ik snap wel dat dat tot consternatie leidt als je in de verkiezingen hebt beloofd dat je de boodschappen-btw naar 0% brengt en vervolgens alle Nederlanders pakt met een belastingverhoging op boeken en kranten, op cultuur en op sport. Dat is een belastingverhoging voor al die zaken die belangrijk zijn om gezond te kunnen leven, om iets leuks te kunnen doen buiten je werk en om in eigen land op vakantie te kunnen.

Die worden door de heer Wilders verhoogd en niet omdat dat in zijn verkiezingsprogramma stond. Nee, in het AD lezen we dat het gewoon op een namiddag bedacht is om de begroting rond te krijgen. De staatssecretaris van Financiën, van NSC, antwoordt op Kamervragen: we hebben geen enkel idee wat de impact van die btw-verhoging gaat zijn en we gaan het ook niet onderzoeken. Het is echt schandalig dat iemand die belooft alles goedkoper te maken, zo'n grote graai in de portemonnee van mensen doet. En dat hebben we te danken aan de heer Wilders, die dit laat passeren.

De heer Wilders (PVV):
Ik ben als fractievoorzitter en leider van de PVV supertrots op dit kabinet. Ik ben ook supertrots op wat de PVV allemaal heeft bereikt. Natuurlijk, als je onderhandelt, bereik je niet alles. Zolang de kiezer ons geen 76 zetels geeft, zal ik ook niet alles uit mijn verkiezingsprogramma kunnen realiseren. Dat lukt niet. Ik zag gisteren een peiling waarin we op 42 staan, dus het gaat de goede kant op, maar we hebben nog geen 76. Dat betekent dat je concessies moet doen. We hebben het strengste asielbeleid ooit. Er komt een historische vermindering van het eigen risico van 60%. U was daar net niet over te spreken, maar ik ben dat wel. Iedereen, iedere groep, gaat er iets in koopkracht op vooruit. We pakken de criminaliteit aan, er komt een opt-out op asiel, we gaan snijden in linkse hobby's als ontwikkelingshulp, de brandstofaccijnzen worden volgend jaar blijvend verlaagd en de armoede is op een laag niveau. Dat zijn allemaal geweldige dingen. U krijgt mij hier niet gek. Ik ben trots op dit kabinet. Ik ben trots op dit resultaat. De kiezer is dat ook. Ik snap uw pijn. Ik snap het, want dit is geen sympathieke maatregel. Maar nogmaals, je moet met elkaar zaken doen. Zolang je geen meerderheid hebt, zal je de begroting sluitend moeten krijgen. En ja, soms doet dat pijn, maar daar staat heel veel moois tegenover.

De heer Jetten (D66):
We hebben een gevoelig puntje te pakken, want de heer Wilders wordt een beetje bozig. Dat komt doordat hij dondersgoed weet dat dit een heel slecht plan is. Dat vind ik niet alleen. Uit alle onderzoeken blijkt dat alle Nederlanders die btw-verhoging een slecht plan vinden. Niemand steunt het, meneer Wilders. En waarom is dat? Omdat het elke gewone Nederlander raakt. Het raakt de mensen die hun kinderen willen laten sporten. Het raakt mensen die een weekendje uit willen of willen genieten van de Nederlandse horeca. Het raakt ondernemers die straks moeilijker kunnen concurreren met de onlineverkoopplatforms, waar je dadelijk makkelijker een boek koopt dan bij de sympathieke boekhandel om de hoek. U, meneer Wilders, heeft er in de onderhandelingen voor gekozen om alles wat mensen leuk vinden duurder te maken. Toen u deze zomer de koopkrachtplaatjes kreeg, heeft u die versléchterd; de koopkrachtplaatjes zijn slechter geworden nadat u een akkoord had bereikt over het regeerprogramma, omdat u grote vermogens op één zette en niet de gewone mensen en het geld in hun portemonnee. Hier wordt één ding duidelijk: hij beloofde van alles, maar uiteindelijk slikt hij symboliek op asiel en kunnen de mensen stikken.

De heer Wilders (PVV):
Nee. Het was trouwens helemaal niet bozig of zo, hoor. Ik was juist aan het vertellen hoe supertrots we waren. Ik weet dus niet hoe u er nou bij komt dat ik bozig werd. Ik werd juist heel blij en vrolijk. Ik had bij dat lijstje met wat we allemaal hebben bereikt nog vergeten op te noemen dat we er ook nog voor hebben gezorgd dat de Partij van de Arbeid en D66 in de oppositie zitten.

Dan kom ik bij wat u zegt over de koopkrachtplaatjes, want dat verdient ook een serieus antwoord. Die zijn veranderd ten opzichte van de cMEV en het uiteindelijke akkoord, zegt u. Ja, er waren tegenvallers die we moesten oplossen. Dat was bijvoorbeeld box 3. Die zijn voor een groot deel naar de schuld gegaan, met dank aan de minister van Financiën. Maar voor een deel zijn die ook ten koste gegaan van de koopkracht. Dat is gewoon waar. Er waren gewoon tegenvallers. We wilden ook onder de 3% van het tekort blijven. Dat is ook gelukt. We wilden lastenverlichting voor iedereen. Ook dat is gelukt. Alle groepen — iedereen — zitten een beetje in de plus. Dat is een enorme prestatie.

De heer Baudet (FVD):
De heer Wilders geeft aan dat hij water bij de wijn heeft moeten doen op allerlei punten. Dat snap ik ook, want de coalitie is een coalitie. Zo werkt dat nu eenmaal in Nederland. Maar de PVV heeft ook op een aantal punten de eigen standpunten aangepast. Dat snap ik minder goed. Een voorbeeld is het nexitstandpunt. Als ik het goed begrijp, is de partij van de heer Wilders niet langer voor een nexit. De nexit stond niet meer in het verkiezingsprogramma voor de Europees Parlementsverkiezingen. Het idee is nu geworden om van binnenuit de EU te gaan veranderen. Klopt het dat de heer Wilders dus geen voorstander meer is van een nexit? Ik heb het dus niet over het kabinetsstandpunt — ik begrijp dat daar lucht tussen kan zitten — maar over de heer Wilders zelf. Zo ja, kan hij vertellen hoe dat gedachteproces is gegaan? Juist zijn partij was er altijd heel goed in om uit te leggen dat als je niet uit de EU gaat, je ook een heleboel dingen niet kan veranderen, waaronder het asiel- en immigratiebeleid. Nu verkondigt de PVV dat we wel even een opt-out gaan krijgen. Ik hoor het de heer Wilders net nog zeggen: er komt een opt-out. Nou, ik heb nieuws voor de heer Wilders. Terwijl hij begon aan zijn speech, meldde de Europese Unie al, helaas — dat vind ik "helaas" — dat zij niet meegaat in het verzoek van minister Faber, dat ik overigens op zich van harte steun. Ik sta hier dus niet als criticus van een strenger asiel- en immigratiebeleid. Alleen, ik denk dat, wat de PVV ook tot voor kort dacht, je de EU niet hervormd kán krijgen en dat je dus uiteindelijk een nexit zult moeten hebben. Maar is het nou zo dat de PVV dat nu even niet meer zegt om de coalitie niet in gevaar te brengen of is de heer Wilders echt van gedachten veranderd? Graag een reactie.

De heer Wilders (PVV):
Eigenlijk vraagt u: heeft het kabinet ons verkiezingsprogramma geschreven? Het antwoord is: nee. Wij hebben vorig jaar al, voor de verkiezingen van het Europees Parlement, zelf als PVV de nexit uit ons verkiezingsprogramma gehaald. Dat hebben we zelf gedaan, niet het kabinet. Dat was ook niet om de onderhandelingen. Dat hebben we zelfstandig als partij besloten.

Dan het antwoord op uw vraag over de opt-out. Weet u, de Europese Commissie reageert met "je moet je aan de regels houden". Dat werd gezegd. Ze heeft niet gezegd "het kan niet", maar "je moet je aan de regels houden". Dat is logisch, want dit was niet meer dan een soort van notificatie van het Nederlandse kabinet dat Nederland dit wil. Daarvoor heb je inderdaad een verdragswijziging nodig. Die is er nu niet. Die moet er eerst zijn en dan heb je unanimiteit nodig. Die is er morgen nog niet. De Europese Commissie kan het overigens niet tegenhouden, hè. Op het moment dat er een verdragswijziging zou zijn en er unanimiteit zou zijn om Nederland dit te gunnen — ik hoop en weet ook dat er andere landen in de Europese Unie zijn die ook neigen naar of zelfs al voorstander zijn van een opt-out op immigratie en asiel — dan kan de Europese Commissie dat niet tegenhouden. Het is dus een misverstand dat de Europese Commissie kan zeggen: dat mag u niet doen. Dus dat kunnen we gewoon doen. Wat is de reden dat wij dat doen? Wij denken ten eerste dat het draagvlak onder de Nederlandse bevolking, maar ook elders in Europa, om tot een nexit of een frexit of wat dan ook te komen, vrij klein is. Dat betekent dat je moet dealen met de organen die je hebt. Mijn partij is ook nooit een voorstander geweest van de Eerste Kamer, maar zolang die er is, maken wij er ook deel van uit en hebben wij invloed op de Eerste Kamer.

Wij denken ook dat we de macht terug moeten halen naar de hoofdsteden. We willen meer invloed hebben op de nationale soevereiniteit en vinden ook dat we minder snel bevoegdheden moeten overdragen, zoals op het gebied van buitenlands beleid of Europese belastingheffing — noem maar op wat men allemaal van plan is. Wij denken dat het effectiever is om met gelijksoortige fracties van andere landen samen te werken in het Europees Parlement. Dat doen we nu ook. Wij zijn als grote winnaar het Europees Parlement binnengekomen — u heeft het misschien gezien; uw partij zit er niet meer in — en zijn nu met anderen de derde grootste partij in het Europees Parlement. Verander je het dan morgen? Nee, maar je hebt wel invloed. Je hebt meer invloed dan als je er niet in zit of wanneer je vanaf de zijkant roept "doe mij maar een nexit". Dat mag je roepen, maar niemand luistert en er gebeurt niks. Nu zitten wij aan het stuur. We kunnen daar als derde fractie invloed uitoefenen. We kunnen proberen tegen te houden dat het de andere kant op gaat en we kunnen voor Nederland opkomen. Dat is een keuze waar de Nederlandse bevolking denk ik het meeste aan heeft.

De heer Baudet (FVD):
Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, denk ik. U bent eigenlijk tegen de Eerste Kamer, maar u zegt: zolang die er is, zal je ermee moeten dealen. Hetzelfde geldt voor de EU. Dat heb ik ook altijd gevonden. Ondanks het feit dat wij niet in het Europees Parlement zijn gekozen, hebben we wel aansluiting gevonden bij Alternative für Deutschland en bij Éric Zemmours partij in Frankrijk. Daar vormen we ook een actief onderdeel van. Ik heb het altijd gezien: zolang de EU er is, zul je in de EU moeten doen wat je kan om op te komen voor Nederland en zul je samen moeten optrekken. Dat snap ik allemaal, maar bent u dan ook niet meer voor een nexit? Ik kan me voorstellen dat u bijvoorbeeld zegt: "Oké. Op dit moment is het niet haalbaar" — dat zou kunnen— "maar uiteindelijk is dat wel ons doel. Dat is wat we uiteindelijk als lichtend voorbeeld hebben." Dat kan ik helemaal volgen. Maar je kunt ook zeggen: "Nee, we willen dat überhaupt niet meer. We willen daadwerkelijk in de Europese Unie zijn. Wij willen een Europese Unie." Wat is nou precies het standpunt?

De heer Wilders (PVV):
Dat is een semantische discussie. Wij gaan namelijk niet meer voor die nexit. Zo is het, anders had ik het wel in het verkiezingsprogramma gezet. Dat staat er niet in, dus wij gaan niet voor de nexit, maar we willen wel onderdelen daarvan. Ik zei het net al. Het duurt nog even, als het ooit al gebeurt, voor die opt-out komt, maar dat is eigenlijk ook een soort mini-nexit. Stel nou dat we het voor mekaar krijgen dat Nederland, met andere landen, een opt-out krijgt op migratie- en asielbeleid — en nogmaals, dat zal niet morgen gebeuren — dan gelden daar niet meer de Europese regels voor. Dat is een stukje nexit wat ik wil, ja. Maar ik denk dat het niet meer gaat gebeuren dat Nederland totaal de Europese Unie verlaat. Ik denk dat we de invloed beter aan kunnen wenden om in het Europees Parlement, waar we met anderen de derde grootste fractie zijn, te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat het niet erger wordt en dat er niet meer bevoegdheden worden overgedragen, maar dat die eerder worden teruggehaald naar de lidstaten.

De heer Baudet (FVD):
Bent u ook niet meer voor het einde van de euro? Bent u er geen voorstander meer van om de gulden terug te brengen naar Nederland?

De heer Wilders (PVV):
Er zijn nog hele mooie biljetten van de gulden waarop mijn hoofd staat, heb ik ooit ergens gezien, maar ik ben niet zo ijdel dat die daarom terug moet komen. Nee, weet u, ik zou op zich nog voorstander kunnen zijn van een noordelijke en een zuidelijke eurozone. Zoals u weet, is er altijd een soort transferunie geweest in de eurozone. Dat is nu wat minder, maar de Europese Commissie heeft nog weleens de neiging — dat was ook zo ten tijde van corona — om geld op te halen en dat ten nadele van de noordelijke lidstaten te verdelen. Dat heeft natuurlijk ook effecten op de rentestanden en op de euro. Daar zou ik dus wel over na kunnen denken, maar of het een standpunt is dat morgen tot een meerderheid leidt? Ik vrees van niet, meneer Baudet. Ik kan het niet mooier maken.

De heer Baudet (FVD):

De voorzitter:
Nee, nee. We gaan luisteren naar de heer Van Baarle.

De heer Baudet (FVD):
… dat zou ik ook moeten mogen. Wat is dat toch met de heer Bosma dat hij heel specifiek …

De voorzitter:
O, gaan we dat weer krijgen? Als u zo gaat beginnen, dan ga ik zeker naar de heer Van Baarle luisteren.

De heer Van Baarle (DENK):
Een op de drie Nederlandse huishoudens kan bijna niet rondkomen. In die huishoudens vinden aan het einde van de maand pijnlijke gesprekken plaats over welke rekeningen wel of niet betaald kunnen worden en of de boodschappen uiteindelijk wel betaald kunnen worden. Deze mensen werden door de heer Wilders altijd gouden bergen beloofd, zowel tijdens de campagne als na de campagne. We zien wat er nu in de praktijk gebeurt. Ik noem bijvoorbeeld een alleenstaande in de AOW, een oudere die alleen moet leven van de AOW. Die krijgt er van de heer Wilders €5 per maand bij. Die kan aan het einde van de maand dankzij de heer Wilders misschien een extra pak toiletpapier kopen. Meer niet. Een alleenstaande moeder in de bijstand krijgt er helemaal niks bij van de heer Wilders. €0 per maand. En een student gaat er per jaar gemiddeld €1.000 op achteruit, omdat de koopkrachtmaatregelen van dit kabinet vervallen. Ik zou aan de heer Wilders, iemand die gouden bergen beloofde, toch het volgende willen vragen. Dit zijn toch beschamende cijfers waar hij de mensen in het land mee afscheept? Dit zijn toch kruimels in vergelijking met alle pijn die de mensen in de afgelopen tijd hebben moeten lijden vanwege de hoge inflatie, de hoge huren, de torenhoge prijzen voor benzine en de dure boodschappen? Dit kan toch geen koopkrachtplaatje zijn waar hij trots op is?

De heer Wilders (PVV):
Nou, u winkelt selectief. Uit diezelfde Nibudlijst waaruit u citeert, blijkt namelijk ook dat er gezinnen en mensen met een uitkering zonder kinderen zijn die er €44 per maand op vooruitgaan. Er zijn ook alleenstaande ouderen met een relatief klein pensioen van €10.000 per jaar die er €20 tot €30 op vooruitgaan. Er zijn ook stellen met AOW die er tot €39 op vooruitgaan. Ik zei zonet al iets over de werkenden, toen collega Timmermans aan het begin zei dat mensen met alleen een minimumloon er maar €1 op vooruitgaan. Als je net iets meer verdient dan dat minimumloon en er maar één klein schaaltje boven zit, ga je er 1,2% op vooruit. Dat is het meeste van alle werknemers. Dus ik pretendeer hier niet dat wij hier karren vol met geld naar de mensen toe gaan brengen, maar uw verhaal is eenzijdig en klopt ook niet. In de meeste groepen gaan de meeste mensen erop vooruit; ook de mensen met een uitkering, ook de werkenden, ook de mensen met een AOW gaan er iets op vooruit. En ik ben gewoon ontzettend trots dat we dat voor elkaar hebben gekregen, weet u? Ik herinner me nog het CEP, het Centraal Economisch Plan, uit februari van dit jaar. U kunt zich dat misschien herinneren. Daar zaten ook de koopkrachtcijfers, de prognoses, voor 2025 bij. Daar stond iedereen op de nul. Dat waren allemaal nullen. Een halfjaar geleden stond iedereen op de nul. Nu zijn we een halfjaar verder en hebben wij toch hele grote groepen een kleine plus gegeven. En een kleine plus is een paar tientjes in de maand. Dat is voor sommige mensen, meneer Van Baarle — niet voor u misschien, maar voor sommige mensen — heel veel geld. Dus neem dat alsjeblieft serieus. En ik ben ook blij daarvoor. Had ik gewild dat dat meer was? Ja. Maar is het niks? Complete onzin.

De heer Van Baarle (DENK):
We hebben het hier wel over die groepen in de samenleving die het het allermoeilijkst hebben, en die de heer Wilders nu in de kou laat staan. Want dat zijn de feiten. Het zijn gewoon de feiten dat die ouderen met alleen een AOW, waar de heer Wilders altijd voor zei op te komen, er maar €5 per maand bij krijgen; een pak toiletpapier per maand krijgt zo'n oudere van de heer Wilders. Een alleenstaande moeder in de bijstand, die alles moet doen om ervoor te zorgen om het leven op orde te houden en voor haar kind te zorgen, krijgt van de heer Wilders gewoon helemaal niets. Dat zijn de mensen die het het hardste nodig hebben. En die hebben al die tijd naar de heer Wilders geluisterd: dat de huren zouden gaan dalen, die de heer Wilders nu gaat verhogen; dat de zorgpremie zou gaan dalen, die de heer Wilders gaat verhogen; dat het eigen risico per direct zou verdwijnen, waar die mensen nu twee jaar lang op moeten wachten — en dat eigen risico verdwijnt niet eens, dat gaat slechts gehalveerd worden. Die mensen is beloofd dat de benzine goedkoper zou worden, maar dat gaat u verhogen. Ik zeg tegen de heer Wilders: u heeft vaak onze oud-premier, de heer Rutte, een leugenaar genoemd, maar als we dit zo opsommen, dan lijkt de heer Wilders wel een nog grotere leugenaar dan de heer Rutte. U heeft die mensen in de steek gelaten. Ik vraag de heer Wilders om uit te leggen aan die mensen, die het het hardste nodig hebben in de samenleving, dat ze niks krijgen, dat de heer Wilders ze in de kou laat staan met zo'n stapel aan gebroken beloftes.

De heer Wilders (PVV):
Dat is wederom niet waar. Het is selectief winkelen. De meeste mensen gaan er wél op vooruit. Die alleenstaande mevrouw met een uitkering zonder kinderen gaat er €28 per maand op vooruit; en als ze net boven het minimum zit, gaat ze er zelfs €44 per maand op vooruit. Dat is gewoon €500 per jaar. Me dunkt dat dat niet niks is. Die alleenstaande AOW'er, mensen met alleen AOW — dat zijn er gelukkig nog maar heel weinig; de meeste mensen hebben iets van een aanvullend pensioen — gaan er allemaal tot aan €38 per maand, ook zo'n kleine €500 per jaar, op vooruit. De werkenden, nogmaals, iemand die alleenstaand is zonder kinderen en net boven het minimumloon zit, een paar duizend euro boven het minimumloon, gaat er €31 per maand — dat is bijna €700 per jaar — op vooruit. Dus ja, als u selectief gaat winkelen, dan kan ik dat ook. Maar ik heb méér gelijk, want er staan meer plusjes dan nulletjes en ik ben er supertrots op dat wij, onder alle andere dingen die we financieel hebben moeten regelen, voor de meeste Nederlanders gewoon een plus hebben weten te realiseren.

De heer Van Baarle (DENK):
Nou ja, ik vind dit toch echt wat beschamend, hoor. Ík verzin dit niet ...

De heer Wilders (PVV):
Maar dat maakt het niet helemaal waar.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, als de heer Wilders niet erdoorheen spreekt, graag. Ík verzin dit niet, het Nibud heeft dit gewoon becijferd, en daar blijkt gewoon uit dat die mensen die het het hardste nodig hebben, dus zoals ik net zei, die alleenstaande moeder in de bijstand en die oudere met alleen AOW, helemaal niets krijgen. Die krijgen helemaal niets. Ik vraag het nogmaals aan de heer Wilders. Hij staat het gewoon trots te vertellen hier, en dat is bijna schaamteloos. Hij staat een lijstje op te sommen waarin mensen afgescheept worden met een paar tientjes per maand. Die mensen hebben de inflatiecrisis meegemaakt. Die zitten nog steeds in de ellende vanwege het feit dat ze jarenlang de boodschappen niet hebben kunnen betalen. Dat zijn mensen met problematische schulden. En die mensen krijgen van de heer Wilders een paar tientjes per maand. Waar is de heer Wilders gebleven die hier beloofde dat het leven van die mensen beter zou worden, dat inderdaad de huren zouden dalen, dat het eigen risico weg zou gaan? Die heer Wilders is verdwenen, en die is nu trots op een fooi, op een paar tientjes per maand, terwijl de mensen veel meer beloofd is. Ik vind dat de heer Wilders zich daarvoor moet schamen.

De heer Wilders (PVV):
Opnieuw niet waar. Kijk bijvoorbeeld naar de mensen met een uitkering. Ik gebruik exact dezelfde staatjes als u. Voordat de mensen thuis denken dat ik iets anders verzin: ik heb hetzelfde staatje voor me als de heer Van Baarle. Daarin staan gewoon andere cijfers. Een alleenstaande persoon met een uitkering zonder kinderen krijgt met €27.500 aan uitkering zowaar geen vetpot; dat geef ik meteen toe. Die krijgt er €44 per maand bij. Dat is €500 per jaar. Nogmaals, dat mag voor u niet veel geld zijn, maar dat is voor die mensen heel veel geld. Had ik liever gewild dat dat het dubbele was? Ja, dat had ik ook liever gewild. Maar doe niet alsof het niets is. Het is wel degelijk wat. Bovendien maakt het kabinet ook extra geld vrij voor groepen in de knel. Voor volgend jaar is dat 337 miljoen euro. Dat is voor mensen die het niettemin moeilijk hebben, die dan nog extra geld via de gemeente of anderszins te besteden krijgen. Het kindgebonden budget voor mensen met kinderen gaat omhoog. Volgend jaar is dat 290 miljoen euro. Het bevriezen van de dubbele heffingskorting in de bijstand volgend jaar is ook 72 miljoen. U zei dat de benzine omhooggaat, maar dat doen wij juist niet. Er wordt 1,5 miljard besteed door dit kabinet om volgend jaar de accijnzen opnieuw, net als dit jaar, niet te laten stijgen — 1,5 miljard euro. De energiebelasting wordt voor mensen verlaagd: 271 miljoen euro dit jaar. Iedereen merkt dat meteen. Het eigen risico wordt bevroren: 262 miljoen euro. Weet u, ik kan nog even doorgaan. Is het een vetpot? Nee. Maar doen we niks? Integendeel. Dit kabinet — nogmaals, met mijn steun; ik ben er ontzettend trots op — maakt geld beschikbaar voor de werkenden, voor de gepensioneerden, voor de mensen met een uitkering, voor iedereen.

De heer Dijk (SP):
Wat vindt de heer Wilders belangrijker: het bestrijden van armoede onder kinderen — er zijn zo'n 150.000 kinderen die alsnog in armoede leven — of het schrappen van de belasting op de inkoop van eigen aandelen?

De heer Wilders (PVV):
Dat is een vraag die ik zo niet kan beantwoorden. Wij hebben er wat betreft koopkracht voor gezorgd dat alle groepen erop vooruitgaan. Er is een lastenverlichting gekomen van 4 miljard netto voor de werknemers en er is inderdaad ook ongeveer 1 miljard netto naar de ondernemers gegaan. Dat is gegaan via de dividendbelasting, de winstvrijstelling, de energiebelasting, box 2 en noem maar op. Maar er zijn ook een paar lastenverzwaringen voor de bedrijven: de stelpost, fiscale regelingen, het verhogen van de AWf- en Aof-premie, het beperken van hun giftenaftrek. Per saldo hebben die bedrijven dus ongeveer 1 miljard en de burger 4 miljard aan lastenverlichting. Dat is fair. De PVV is voor lastenverlichting voor iedereen: voor mensen die werken, voor mensen met een uitkering, voor mensen die een pensioen hebben, maar ook voor mensen die een bedrijf hebben. Ja, ook voor mensen die een bedrijf hebben, moet dat gebeuren. Ik ben voor alles. Dat hebben we ook gedaan. Dat is ook het verschil tussen het huidige en het vorige kabinet. De uitgaven die wij de komende jaren gaan doen, gaan we niet alleen betalen door elders, bij andere groepen, iets weg te halen, dus door plat te nivelleren, zoals u zo graag wil. Die halen we ook weg bij wat ik "de linkse hobby's" noem. Om de financiële plaat rond te krijgen, wordt er voor het eerst sinds jaren bijna 2,5 miljard bezuinigd op ontwikkelingshulp. Er wordt op de EU 1,6 miljard omgebogen. Ik noem ook de asielinstroom. Er zijn minder subsidies voor de publieke omroep; veel te weinig, maar toch. U ziet dat wij het anders dekken dan voorgaande kabinetten, maar we geven iedereen een lastenverlichting en dat is hartstikke goed.

De heer Dijk (SP):
Dit is geen antwoord op de 150.000 kinderen in armoede. Die krijgen geen antwoord van de heer Wilders. Dat is één.

Twee: mondzorg in het basispakket. Ik kan me nog herinneren dat mevrouw Agema gepassioneerd vertelde over de mensen met kapotte tanden en kiespijn; het was heel erg. En het ís heel erg. Het ís heel erg, meneer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Zeker.

De heer Dijk (SP):
Waarom kiest u ervoor om wel de overdrachtsbelasting voor vastgoedeigenaren te verlagen, maar niet mondzorg of delen van mondzorg in het basispakket op te nemen?

De heer Wilders (PVV):
Ook dat zijn weer valse tegenstellingen. Het een heeft niets met het ander te maken. Wij doen inderdaad wat voor de ene groep, maar ook voor de zorg doen wij een hele hoop. Mevrouw Agema krijgt over een paar jaar nota bene 4,3 miljard euro van het kabinet om het eigen risico van €385 naar €165 te verlagen. Dat is een ongekende verlaging, waardoor mensen letterlijk geld overhouden om naar het ziekenhuis en de apotheek te kunnen gaan, wat ze nu niet kunnen. Dus kom er bij mij niet mee aan dat wij te weinig voor de zorg doen. 4,3 miljard, nog los van het feit dat de ombuigingen op de ouderenzorg volgend jaar zijn geschrapt en dat wij een hele hoop goede dingen doen met twee geweldige bewindslieden van de PVV op VWS, om de zorg in Nederland te verbeteren waar dat kan. Zouden wij ook de mondzorg en andere dingen willen doen? Ja, natuurlijk, maar we hebben niet 76 zetels gehaald, dus we zullen niet alles meteen voor elkaar kunnen krijgen.

De voorzitter:
Afrondend.

De heer Dijk (SP):
Geen enkel antwoord op de vraag wat er nu gebeurt voor 150.000 kinderen in armoede. Het komt niet dicht bij een antwoord op de vraag over mensen met kiespijn, die zich schamen en hun hand voor hun mond houden als ze moeten praten. Geen enkel antwoord op die vraag. Meneer Wilders, u zou het eigen risico afschaffen. U zou de huren verlagen. U zou de btw op boodschappen schrappen. Er zou een vroegpensioenregeling komen. Ik kan zo echt een waslijst opnoemen met beloftes uit uw verkiezingsprogramma en ook dat van de BBB, overigens, en gedeeltelijk dat van Nieuw Sociaal Contract. Helaas kan ik daar een waslijst naast zetten van allemaal cadeautjes — u somde ze net ook op — aan de meest vermogenden en de grote bedrijven. Al die mensen die niet hoeven te werken voor hun geld, omdat ze al zat hebben. Al die vermogens, al die winsten: ze hebben het allemaal niet nodig. En die cadeautjes stonden in geen van die verkiezingsprogramma's. Dan vraag ik mij af, meneer Wilders: wat is daar gebeurd in die onderhandelingen, waardoor in één keer de belangen van die grootaandeelhouders, die grote vermogens, die vastgoedeigenaren, komen bovendrijven? Al die mensen — ik noemde ze net: de 150.000 kinderen en al die mensen die mondzorg nodig hebben — die op u hebben gerekend, waar waren die in één keer? Waarom kwamen de belangen van die grote bedrijven in één keer bovendrijven? Ik weet het antwoord al. Daar staat de leider van de VVD en hij doet het potverdorie nog beter dan mevrouw Yeşilgöz het ooit zou kunnen.

De heer Wilders (PVV):
Ja, heel grappig. De werkelijkheid is dat er helemaal niets van klopt. Het is goed dat u snel naar uw stoel terugloopt. De lasten van de burgers gaan per saldo met 4 miljard omlaag. 4 miljard volgend jaar. De bedrijven die u noemt en de grootaandeelhouders en weet ik wat voor communistische teksten u heeft, krijgen 1 miljard lastenverlichting. Dus de verhouding tussen de burger van u en van mij en die bedrijven is dat de burger vier keer meer krijgt volgend jaar aan lastenverlichting dan die bedrijven. Nu u weer.

De voorzitter:
Nou, liever niet eigenlijk, want ik heb de heer Dijk drie keer gehoord.

De heer Dijk (SP):
Ik word uitgedaagd, voorzitter.

De voorzitter:
Daar hebt u gelijk in. Ga hem even helpen! Een kort antwoord op deze vraag.

De heer Dijk (SP):
De heer Wilders ging de campagne in met al die beloftes. Vervolgens zag je de hele formatie lang op Twitter drie dingen voorbijkomen: migratie, geen bezuinigingen en lastenverlichtingen. Er zijn forse bezuinigingen gekomen op de zorg, het onderwijs en de sociale zekerheid. Al die beloftes die u heeft gedaan, komt u niet na. Meneer Wilders, u bent echt een loopjongen van het grootkapitaal. Noem mij maar communistisch, maar ik ben socialist. Dat is totaal iets anders, en dat moet u weten.

De heer Wilders (PVV):
Nou ja, Koreaan dan, weet ik hoe je het noemt. Het belangrijkste verschil tussen uw partij en mijn partij is toch wel dat wij nu verantwoordelijkheid nemen, dat we in een kabinet zitten, dat we invloed hebben, dat we 37 zetels hebben en in de peiling 42. Mensen waarderen dat en iedereen snapt ook dat je concessies moet doen als je de meerderheid niet hebt, dat wij iets voor mekaar krijgen en dat u, de SP, helemaal nul — een grote nul — voor elkaar heeft gekregen.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Er hoeft niet overal voor geroffeld te worden. De heer Bontenbal.

De heer Wilders (PVV):
Het mag wel.

De heer Bontenbal (CDA):
Ik ben op zoek naar de constructieve collega Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Hier is ie!

De heer Bontenbal (CDA):
Hij zegt dat hij de grootste partij onder zijn hoede heeft. Hij zit in de coalitie, dus hij heeft daarmee ook de grootste verantwoordelijkheid om ook met de oppositie zaken te doen. Ik ben simpelweg op zoek naar het antwoord op de vraag: in hoeverre bent u de komende dagen en de komende weken bereid om samen op te trekken met oppositiepartijen die hele redelijke voorstellen doen voor aanpassingen in de begroting en te kijken wat mogelijk is, om op die manier een brug te slaan naar de redelijke oppositie?

De heer Wilders (PVV):
Dat is uiteraard een hele legitieme vraag, die ik ook heel serieus zal beantwoorden. Het is niet zo dat er niet bewogen is. Ik denk dat dit kabinet, de premier, de minister van Financiën, maar ook de vier coalitiepartijen, die het kabinet tenslotte ook dragen, al hebben laten zien dat ze niet blind zijn voor de wensen van de oppositie. De gratis schoolmaaltijden blijven en dat kost 135 miljoen; dat is ook een wens vanuit de oppositie. De giftenaftrek bij de inkomstenbelasting is gebleven. Dat is toch ook iets wat uit de oppositie kwam. Ook is er de compensatie voor het btw-deel van de kosten van leerboeken. Ook dat gebeurt. Ik zeg niet dat u zegt dat er niets gebeurt, maar ik vind het fair om het op te nemen voor het kabinet, de minister van Financiën en ook voor onze coalitiepartijen: er is al wel bewogen. Er is bewogen met structurele, blijvende maatregelen op drie belangrijke punten.

Ik heb de minister van Financiën gisteren ergens horen zeggen, of ik heb gelezen dat hij zei: "Weet je, dit is het wel zo'n beetje. Er is niet veel ruimte." Dat laat onverlet dat we er natuurlijk serieus naar kijken als u goede voorstellen heeft. Ik zeg er eerlijk bij dat wij wel gebonden zijn aan wat er nu ligt. We hebben dus onderhandeld over wat er nu ligt; er is over gesproken, soms tot diep in de nacht. Dat is wel wat er nu ligt. Ik weet dus niet hoeveel ruimte er is en dat bepaal ik ook niet alleen. Misschien is er geen ruimte; misschien is er wel ruimte. Als er al ruimte is, zal het door het kabinet en de vier partijen moeten worden gedragen. Ik temper dus in alle eerlijkheid uw hoop, maar natuurlijk kijk je als coalitie serieus naar plannen van de oppositie.

De heer Bontenbal (CDA):
Dank u wel. Ik denk dat er heel veel ruimte zit, want u bent tenslotte een extraparlementair kabinet. Ik heb die bewegingen gezien en dat waardeer ik ook. Op een paar onderwerpen is er dus bewogen. Ik denk dat wij met onze voorstellen het kabinet ook helemaal niet zullen overvragen, maar er zijn bijvoorbeeld twee dingen die voor ons belangrijk zijn. Samen met de ChristenUnie trek ik op om de maatschappelijke diensttijd overeind te houden. Dat gaat over 200 miljoen euro. Wij denken echt dat het redelijk is om die te behouden. Wij zullen ook werken aan een fatsoenlijke dekking. Met collega Jetten zijn we opgetrokken om de btw op sport niet te verhogen. Dat zijn denk ik twee hele redelijke voorstellen en ik zou het eigenlijk mooi vinden als ik vanuit de grootste fractie met de grootste verantwoordelijkheid een beweging zou zien om de brug te slaan naar de oppositie. Misschien kan die fractie in dit debat daarvoor enige ruimte creëren.

De heer Wilders (PVV):
Kijk, zelf denk ik dat mensen meer hebben aan een algemene lastenverlichting dan aan iets gerichts, zoals u dat nu zegt. Ik erken echter dat het pijnlijke maatregelen zijn. Nogmaals, daar ben ik het helemaal mee eens. Ik heb, eerlijk gezegd, zelf minder moeite met het afschaffen van de maatschappelijke dienstplicht. Ik begrijp dat dat andere punt, over de btw op sport, ook maatschappelijk gewoon iets heel pijnlijks is. Als je die maatregel voor die commerciële sport opheft, is het de vraag of dat een veel betere keuze voor de besteding van het geld is dan een algemene lastenverlaging, zoals het tarief voor de ib of wat dan ook. U zegt dat dat 200 miljoen kost. Ik heb die 200 miljoen niet. Iedereen is natuurlijk ook heel erg benieuwd, en de minister van Financiën denk ik ook, waar u dat dan vandaan haalt. Meestal zit de pijn niet in de uitgave maar in de dekking. Als u dus met een dekking komt waar een van de vier partijen van zegt "dit is onmogelijk" … Stel nou dat een van de linkse partijen zegt: dan moeten we de Vpb gaan verhogen. Ik kan me zo voorstellen dat mevrouw Yeşilgöz dan zegt: dat gaan we niet doen! Zo zullen we allemaal iets hebben wat we niet willen doen. Het idee is op zich dus sympathiek, en er is al bewogen. Nogmaals, ik zie niet veel ruimte maar ik wil er serieus naar kijken. Laat ik u dan echter meegeven dat de positieve reactie van mijn kant, van onze kant — ik kan alleen namens mezelf spreken — groeit naarmate de dekking voor ons allen acceptabeler is. Als dat immers niet gebeurt, maakt dat het wel veel moeilijker.

De heer Bontenbal (CDA):
Dat is volkomen begrijpelijk. Wij zullen dus aan een dekking werken die gewoon netjes is.

De heer Wilders (PVV):
Die moet niet "netjes" zijn, maar acceptabel.

De heer Bontenbal (CDA):
Daar kijken we natuurlijk naar; wij zijn niet achterlijk. Daar gaan we dus naar kijken. U heeft een punt als u zegt dat je ook aan algemene lastenverlichting kunt werken en dat u dat liever doet. Ons punt is echter dat je ook moet willen werken aan een sterkere samenleving. Ik heb in mijn reactie gisteren gezegd dat ik het wel een kil akkoord vind met weinig warmte voor het echt sterker maken van de samenleving. Investeren in sport, verenigingen en de maatschappelijke diensttijd doet dat precies wél, namelijk de samenleving sterker maken. Ik proef bij u dus ruimte en ik hoop dat u dat de komende dagen ook gestand doet. Het zou mooi zijn als we zaken kunnen doen.

De heer Wilders (PVV):
Ik kom uit het mooie Zuiden. Ik weet dus als geen ander hoe belangrijk en verbindend een verenigingsleven is, of het nu een carnavalsvereniging betreft, een sportvereniging of wat dan ook. Ik snap dus uw punt. Nogmaals, ik heb alleen geen boom in mijn kamer staan waar geld aan groeit. De minister van Financiën heeft die ook niet. Met die beperking kijken we serieus naar wat de oppositie te melden heeft.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Goed om te horen dat de éminence grise weer terug is, de mildere Wilders, die ook bereid is om plannen te steunen. Ik zie ook dat zo'n compliment hem goed doet. Hij geniet ervan.

De heer Wilders (PVV):
ik twijfelde juist of dat een compliment was.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Complimenten moet je in ontvangst nemen. Dat is ook een kunst. Hierbij. Ik ken de heer Wilders als iemand die altijd, 21 jaar lang, heeft gestaan voor veiligheid, voor blauw op straat, voor genoeg agenten, voor tijd voor de wijkagent. Ik vond het ontzettend goed nieuws dat in het hoofdlijnenakkoord stond dat er voor gezorgd zou worden dat de wijkagent meer tijd krijgt. Maar dat zie ik niet terug in de Justitiebegroting. Ik sta hier vandaag met een missie. In de regio ziet men te weinig de politieauto rijden of staat het politiekantoor op sluiten. Ik wil voorkomen dat dat gebeurt en wil dat blauw op straat terugkeert. Ik daag meneer Wilders uit om samen op te trekken om ervoor te zorgen dat meer blauw op straat en meer tijd voor de wijkagent steviger wordt neergezet dan nu opgeschreven is.

De heer Wilders (PVV):
Nou, ik dacht — maar ik kijk stiekem ook even met één oog naar mevrouw Yeșilgöz — dat dat ook precies de bedoeling is. Er komt 200 of 300 miljoen bij, geloof ik, voor meer politie in de wijk of meer aanwezigheid van politie in de wijk. Precies wat u zegt over de wijkagent is volgens mij de bedoeling. Als het er niet stevig genoeg in staat, heeft u een punt dat het er steviger in moet komen. Natuurlijk trek ik dan met u op. Ik denk dat iedereen in de coalitie ook wel herkent dat dat de bedoeling was.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Goed te horen. Wat we elk weekend opnieuw zien, is dat er heel veel politie-inzet nodig is voor de voetbalwedstrijden, voor de hooligans. De veiligheid in de rest van ons land lijdt daaronder. De drugscriminaliteit rukt op. Ik weet heel goed dat de politie met man en macht werkt aan het oplossen van de tekorten. Dat is een zaak van de lange adem. Je trekt niet zomaar een blik politieagenten open. Die moeten opgeleid worden. Maar we kunnen nu wel wat doen aan de inzet van agenten. Waar gaan ze naartoe? Is de heer Wilders het met mij eens dat niet de hooligans de politie-inzet moeten opvragen, maar juist de gewone mensen in de stadswijken en in al die dorpen die zitten te wachten op een herkenbare politie?

De heer Wilders (PVV):
Dat ben ik helemaal met u eens, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. De overheid moet ook voor veiligheid zorgen bij evenementen als voetbalwedstrijden, maar ik ben het helemaal met u eens dat het te gek voor woorden is dat agenten daar, maar bijvoorbeeld ook bij Extinction Rebellion op de A12, iedere keer massaal, ieder weekend opnieuw, moeten optreden, terwijl ze al tot hun oren in het werk zitten; nog even los van hun strijd voor hun vroegpensioen. Ze hadden ook gewoon in de wijken kunnen zitten, waar de kinderen naar school gaan, om daar te zorgen voor de veiligheid. Ik ben dat dus helemaal met u eens. Als we dat kunnen verbeteren, vindt u mij 100% aan uw kant.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dat is goed nieuws, want ik leg heel graag een voorstel neer waarin we tegen de betaaldvoetbalclubs zeggen: als het jullie niet lukt om de hooligans te weren, dan zullen jullie moeten meebetalen. Dan moeten we kijken hoe we dat op een andere manier gaan doen. In ieder geval moeten die wijken veilig zijn.

De heer Wilders (PVV):
Eens.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Dank dat u deze handschoen oppakt. Over migratie en staatsnoodrecht komen wij een andere keer te spreken. We werden het vandaag niet eens. Ik zorg graag voor plannen die Nederland een stap vooruit helpen.

De heer Wilders (PVV):
Dank u wel.

De heer Dassen (Volt):
Gisteren hebben de heer Wilders en ik allebei meegedaan aan de troonrede-quiz van Editie NL. Ik kwam daar net iets beter uit dan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Daar was ik al bang voor.

De heer Dassen (Volt):
Dat snap ik. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, dus ik heb een andere vraag aan de heer Wilders. We hebben nu uiteindelijk een regeerprogramma. Daarin zou alles duidelijk worden wat de Nederlanders kunnen verwachten. Mijn vraag aan de heer Wilders is: hoeveel toppen of actieagenda's staan er in dit regeerprogramma voordat de Nederlander duidelijkheid krijgt over waar het kabinet met Nederland naartoe gaat?

De heer Wilders (PVV):
Twaalf.

De heer Dassen (Volt):
Bijna goed. Het zat er dichtbij. Het zijn er heel veel. Ik zal er een kleine greep uit voorlezen. Ik noem de Actieagenda Auto, onder andere om te bepalen waar we 130 mogen gaan rijden. Er komt pas duidelijkheid voor ondernemers na de ondernemingsklimaattop. Er komt duidelijkheid over veiligheid na de Veiligheidstop. Er komt duidelijkheid over wat we gaan doen met Europa na het actieplan Europa. Er komt een actieplan vereenvoudiging. Dan pas is duidelijk welke regeltjes geschrapt gaan worden. Ik ben nog niet klaar. Het is een langere lijst, maar ik zou iets te lang bezig zijn om die helemaal op te sommen. Meneer Wilders, dit kabinet schuift heel veel zaken naar voren voordat er duidelijkheid komt. Is dit wat u verwacht had van dit kabinet? Is dit niet de manier waarop Nederlanders aan het lijntje worden gehouden? Zij horen dat het straks allemaal duidelijk wordt en dat zij straks te horen krijgen wat het kabinet gaat doen, in plaats van dat het nu duidelijk is welke kant het met Nederland opgaat.

De heer Wilders (PVV):
Nou, weet u, ik snap heel goed wat u zegt, maar laten we het kabinet ook de ruimte geven. Het kabinet zit er nog maar net. Ze zijn een dag voor het zomerreces eigenlijk pas van start gegaan, nadat de Kamer in het debat over de regeringsverklaring op een bijzondere wijze "ja" heeft gezegd. In de zomer hebben ze hard gewerkt aan de begroting en het regeringsprogramma. Ik vind niet dat we nu kunnen zeggen dat het te lang duurt, maar ik ben wel ongeduldig. Ik ben met u ongeduldig. Het kan niet zo zijn dat je op ieder punt allemaal commissies in het leven roept, bijvoorbeeld voor wat betreft de 130 kilometer per uur. Die 130 kilometer per uur, ook overdag op sommige plekken, is voor mijn partij ontzettend belangrijk. Ik weet dat het ingewikkeld is vanwege de stikstof en noem maar op. Mijn fractie zal ook minister Madlener bewegen om het snel te gaan doen. De Nederlander wil dat ook snel. Als alles in commissies wordt gestopt en wordt vertraagd, dan ben ik het met u eens dat dat niet de bedoeling is. Maar geeft u het kabinet een beetje ruimte, want ze zitten er nog niet zo lang. De redelijkheid vergt dat ze daar wat tijd voor krijgen.

De voorzitter:
De heer Dassen.

De heer Dassen (Volt):
Dan ben ik wel benieuwd ...

De heer Wilders (PVV):
Op asiel na.

De heer Dassen (Volt):
Dan ben ik wel benieuwd wat die redelijke termijn is. Ook heel veel experts geven aan dat het zo vaag is wat Nederland nu eigenlijk voorgeschoteld krijgt. We weten nu eigenlijk nog niet waarmee we nu opgaan. Ik vraag dit, omdat regeren uiteindelijk ook het maken van duidelijke politieke keuzes is. Als die politieke keuzes de hele tijd vooruitgeschoven worden, dan hebben Nederlanders op een gegeven moment ook het gevoel dat hun een rad voor de ogen gedraaid wordt. Ze moeten weer wachten. Er wordt weer verwezen naar een top. Er wordt weer verwezen naar een actieplan of een nieuwe agenda die nog gemaakt moet worden. Dat is de kritiek die ik heb op dit kabinet. Ik hoop dat de heer Wilders dit ook deelt en dat hij er met mij voor zal zorgen dat het kabinet aangespoord wordt om met duidelijke plannen te komen. Anders is het heel mooi dat het vertrouwen in de politiek even kortstondig is gestegen, maar is het dadelijk niet meer dan dat de Nederlanders zien dat we te maken hebben gehad met wensdenken, met politieke kwakzalverij, dat het allemaal vooruit wordt geschoven en er uiteindelijk niets wordt opgelost. Dan keldert het vertrouwen en regelt het kabinet niets anders dan alleen maar teleurstelling voor Nederland.

De heer Wilders (PVV):
Ik ben dat met de heer Dassen eens. Als wij op een redelijke manier, maar niet minder streng, het kabinet op de voeten zetten om daar snelheid mee te maken, dan vindt u mij iedere keer aan uw zijde. Dat is even schrikken, hè?

De heer Dassen (Volt):
Ik ben blij dat de heer Wilders deze zomer rustig heeft nagedacht over het debat en dat hij inderdaad iets meer richting mijn gedachtegang aan het opschuiven is.

De heer Wilders (PVV):
Laten we het daarop houden.

De voorzitter:
Dat is erg complimenteus vandaag. De heer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter. Ik vond het zinnetje van de heer Wilders net wel aardig toen hij de tweede vraag van de heer Dassen beantwoordde. Hij zei: we geven het kabinet vertrouwen en ruimte, op asiel na. Wat doet de PVV als de Raad van State negatief adviseert over asielwetgeving?

De heer Wilders (PVV):
Ik ga daar natuurlijk zelf niet over speculeren. Dat is vragen om problemen, dus dat ga ik niet doen. De procedure is nu zo dat het kabinet gaat besluiten wanneer zij, op grond van artikel 111, aan de hand van het KB, met de voortduringswet en de AMvB's die daaronder liggen naar de Raad van State gaan. Zij gaan nu zelf eerst overleggen of het dragend genoeg is gemotiveerd. Vervolgens gaat de voortduringswet samen met de AMvB's naar de Raad van State. Dit komt dan terug en afhankelijk van de aard van het advies, zal er in het kabinet opnieuw over worden gesproken. Ik ga er nog niet op vooruitlopen wat daar dan ligt. Laat de Raad van State en het kabinet hun werk doen en we zien dan wel wat er gebeurt.

De heer Eerdmans (JA21):
Dat vind ik wel echt heel slap. Dat zien we dan wel weer? U zei net dat asiel de heilige graal is. Dat is voor u echt heel belangrijk, en dat is terecht, denk ik. Er zijn wat geluiden geweest van de eigen coalitiepartner, van NSC. Mevrouw Van Vroonhoven heeft toch heel openbaar gezegd: als de Raad van State er niet kritisch, maar negatief op adviseert, dan is onze steun niet zeker. Is dat niet een probleem voor de heer Wilders?

De heer Wilders (PVV):
Ik hoorde haar daarna ook zeggen: dan moeten we terug naar de tekentafel. Maar nogmaals, ik ga daar nu niet over speculeren. Het helpt het proces ook niet, want het advies wordt daarvan niet positiever of negatiever. De procedure is wat ik u net zei. Het kabinet stuurt dat hopelijk zo snel mogelijk naar de Raad van State. Dan komt er een advies en dan horen u en ik hopelijk zo snel mogelijk meer. Dat lijkt mij nu ook het meest verstandige om te doen, want het nu op scherp zetten — ik zeg niet dat u dat nu doet, maar ik snap dat dat voor sommigen interessant kan zijn — brengt een streng en stevig asielbeleid, wat mij betreft het strengste beleid ooit, niet dichterbij.

De heer Eerdmans (JA21):
Nee, dat klopt, dat helpt niet. Volgens mij was de heer Wilders juist degene die het op scherp zette, of in ieder geval op best wel scherp, door op Twitter te zetten: ik zou er nog maar even heel goed over nadenken, mevrouw Van Vroonhoven. Publiekelijk werd die sneer toch weer teruggegeven. Het stelt mij niet erg gerust als het asielbeleid dan in handen is van de Raad van State. We weten dat daar geen wet van terugkomt zonder commentaar. Ga er in dit geval maar van uit dat de Raad van State dat niet zo ziet zitten. Volgens de heer Van der Staaij, een vriend of bekende van de heer Wilders van vroeger, zal het best wel heel kritisch worden bejegend. Dan is mijn vraag: in hoeverre blijft er dan nog wat over als u elke keer tegemoet moet komen aan de grillen van NSC?

De heer Wilders (PVV):
Nogmaals, ik ga daar nu niet op reageren. Uit het feit dat ik niet reageer, kunt u niet afleiden wat mijn reactie zal zijn, zeg ik daar wel meteen bij. Maar ik ga dat nu niet doen.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Collega Jimmy Dijk confronteerde de heer Wilders met een aantal keuzes die de heer Wilders heeft gemaakt, want regeren is kiezen. Een aantal van de posities die Jimmy Dijk verdedigt, werden tot aan de verkiezingen ook heel fel door de heer Wilders verdedigd. Dan denk ik dat het niet past om de heer Dijk, omdat hij die posities nog steeds verdedigt, als Koreaan of communist weg te zetten. Daarmee wijst u namelijk eigenlijk ook naar uzelf, want u nam dezelfde posities tot kortgeleden ook in. Ik zou er nog op willen wijzen dat u kiest voor puur VVD-beleid. U was tot voor kort nog uiterst kritisch op het geven van cadeaus aan het grote bedrijfsleven. Daar heeft u de voorganger van de heer Schoof, de heer Rutte, eindeloos heel hard op aangepakt. U heeft grote beloften gedaan als het gaat om het minimumloon. U heeft grote beloften gedaan aan het Zuyderlandziekenhuis in Heerlen. U heeft beloften gedaan aan AOW'ers. U heeft beloften gedaan aan mensen met zware beroepen, waarvoor nog steeds geen regeling is getroffen. Zo kan ik nog wel even doorgaan. U kunt wel collega's wegzetten, maar u moet gewoon staan voor de keuzes die u maakt! Wat u nu voorlegt aan uw kiezers, is toch wel een hele boulevard van gebroken dromen.

De heer Wilders (PVV):
Nee. Nogmaals: wij hebben geen 76 zetels en ik kan mijn verkiezingsprogramma niet uitvoeren zolang ik geen absolute meerderheid heb. Misschien is het maar beter, voor welke partij dan ook, dat niet één partij de absolute meerderheid heeft. Je zal dus altijd compromissen moeten sluiten. Dat hebben wij ook gedaan. Dus ja, we hebben niet alles binnen kunnen halen. Dat is gewoon zo en dat snapt mijn kiezer ook heel goed. Wat we wel binnen hebben gehaald, is het strengste asielbeleid ooit en dat staat echt op nummer één, ook bij onze kiezer. Maar je ziet ook — ik heb dat net al gezegd — dat van die miljarden er ongeveer 4 miljard netto lastenverlichting naar de burgers gaat en netto iets meer dan 1 miljard naar de bedrijven. Dat is een verhouding van 4 tot 1. Is het erg dat die bedrijven lastenverlichting krijgen? Nee, helemaal niet! Daar werken mensen. Het is zeer terecht dat die ook lastenverlichting krijgen. Een deel van die lastenverlichting zit ook nog bij het midden- en kleinbedrijf. De kruidenier en de bakker op de hoek hebben profijt van het terugdraaien van de mkb-winstvrijstelling. Denk ook aan de energiebelasting. Dat zijn geen grootbedrijven of maoïstische toestanden. Dat zijn gewoon normale bedrijven die daarvan profiteren, het midden- en kleinbedrijf in Nederland. Ik ben trots. De PVV staat ook voor het midden- en kleinbedrijf. Ja, oké, er zit ook iets in voor de dividendbelasting — dat ben ik met u eens — maar per saldo gaat ongeveer 1 miljard naar bedrijven en 4 miljard naar burgers. Méér PVV zal het niet worden.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Ik herinner de heer Wilders gewoon aan zijn eigen standpunten die hij nog had voor de verkiezingen, hoor. Ik denk dat ik hem daar best op mag aanspreken. Als het gaat om migratie, zegt de heer Wilders: de voorzieningen staan zo onder druk in Nederland. Als dat je standpunt is, waarom bezuinig je dan meer dan een miljard op onderwijs? Dat zal de voorzieningen nog ingewikkelder maken. Waarom bezuinig je dan op sociale zekerheid? Dat zal de voorzieningen nog meer onder druk zetten. Uiteindelijk gaat het om de keuzes die je maakt. Ik zie maar één mogelijke conclusie, die u ook verdedigt: u voert puur VVD-beleid uit. U bent gewoon de loopjongen van mevrouw Yeşilgöz geworden. Sta daar dan ook voor. Dat is de keuze die u maakt, omdat u dan van mevrouw Yeşilgöz uw zin krijgt op migratie.

De heer Wilders (PVV):
Nee, dat klinkt leuk, maar het slaat echt helemaal nergens op. Niemand is iemands loopjongen of wat dan ook. Dat is niet zo. Er is ook geen deal gemaakt van: als jij dit doet, doe ik dat. Wij zijn het alle vier in de coalitie eens dat er ook lastenverlichting voor het bedrijfsleven nodig is, zeker voor het midden- en kleinbedrijf. Dat is hartstikke goed. Dat is ook fair. Wij zijn het er ook over eens dat werken moet lonen. Het kan toch niet zo zijn dat je er niet op vooruitgaat als je gaat werken? Dat is niet alleen een VVD-standpunt. Dat is het standpunt van iedereen met gezond verstand.

We hebben er ook voor gekozen om de burger te helpen via de inkomstenbelasting. U weet: er komt een extra schijf. Binnen die extra schijf in de inkomstenbelasting werkt het zelfs een beetje nivellerend. Voor de eerste helft van de schijf die wordt gesplitst, gaat het tarief omlaag en voor de tweede helft gaat het tarief iets omhoog. Zelfs binnen het systeem zie je dus nog iets van nivellering terug. Dat zie je niet terug in de koopkrachtplaatjes. Dat is ook fair en terecht, want nogmaals: arbeid moet lonen; werk moet lonen. Dat vindt iedereen.

Mag ik nog één woord zeggen over het onderwijs, voorzitter? Ik heb daar op zich niet zo veel moeite mee. Ik heb eens gekeken wat we aan onderwijs uitgeven. We gaven in 2014, tien jaar geleden, 41 miljard uit aan onderwijs. In 2022 was dat 58 miljard. Dat is dus een stijging van 17 miljard. Het aantal kinderen dat niet goed kan lezen of schrijven — dan hebben we het over het zogenaamde functioneel analfabetisme — is in diezelfde periode gestegen van 13% naar 33% van de 15-jarigen. We hebben dus 17 miljard extra in het onderwijs gepompt en het aantal 15-jarigen dat eigenlijk niet goed kan lezen en schrijven, is bijna verdriedubbeld. Nou, dan gaat er iets niet goed met het geld. Ik zou zeggen: besteed het bestaande geld maar aan het onderwijs — oormerk dat geld daar maar voor — en zorg ervoor dat 80% naar het leerproces gaat, in plaats van naar al die andere gekkigheden op scholen. Dan komt het wel goed. Als het gaat om extra geld voor onderwijs, vindt u mij dus niet aan uw kant.

De heer Timmermans (GroenLinks-PvdA):
Daarmee legt de heer Wilders een enorme hypotheek op onze toekomst. Daar zijn alle adviseurs van het kabinet het over eens. Of je het nou hebt over het CPB, het Sociaal en Cultureel Planbureau, de OESO of het IMF, iedereen zegt: we moeten meer investeren in onderwijs. U haalt het geld daar weg. Dat is bijzonder onverstandig.

Ik kom terug op mijn belangrijkste punt: regeren is kiezen. U staat hier weer iets te verdedigen dat honderd procent VVD-beleid is. U heeft kennelijk tussen de verkiezingen en nu een soort epifaan moment gehad en besloten dat alles wat u als PVV-lijsttrekker nog belangrijk vond niet meer hoeft, als u maar uw zin krijgt op asiel en migratie. Ik voorspel u: uw kiezers zullen echt héél teleurgesteld zijn dat heel veel dingen die ze van u verwachten, door u gewoon niet worden waargemaakt.

De heer Wilders (PVV):
Ik denk het niet. Ik denk dat onze kiezer ontzettend blij en trots is dat wij meedoen. Ik denk dat de kiezer mijn vreugde deelt over de winst en de resultaten die mijn partij heeft behaald binnen het kabinet. Ik zal niet alles herhalen, maar naast het strengste asielbeleid hebben we het ook over meer dan een halvering van het eigen risico, een opt-out op asiel en migratie, voor iedereen een plusje bij het koopkrachtcijfer, hard inzetten op meer politie en een stevig beleid tegen criminelen. Dat zijn allemaal dingen die niet waren gebeurd als Frans Timmermans in het kabinet had gezeten. Ik denk dat de kiezer mij eerder zal belonen dan straffen. Tot nu toe wijzen de peilingen daar ook op.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat zou best kunnen, maar ik denk dat de kiezer misschien een beetje vergeten is dat de heer Wilders destijds niet uit de VVD is gestapt omdat hij morele bezwaren had tegen het hardvochtige beleid dat de VVD altijd voerde tegen gewone Nederlanders. VVD-beleid draait om de rijken bevoordelen, allemaal cadeautjes geven aan het grote bedrijfsleven en ervoor zorgen dat mensen die het al héél goed hebben, het nog beter krijgen. Ondertussen moesten talloze mensen steeds meer buffelen om rond te komen. Maar dat was niet de reden dat de heer Wilders uit de VVD stapte. De vraag is natuurlijk deze. We hebben de afgelopen jaren niks anders dan heel duidelijke taal gehoord van de heer Wilders. "Huren omlaag nu! Eigen risico afschaffen nu!" Dat kan morgen. "Btw op boodschappen naar nul!" Nu de heer Wilders hiermee wordt geconfronteerd, komt hij met lijstjes. Ja, dat is wel een beetje Haags. "Als ik naar de cijfers kijk, zie ik wel plusjes bij de inkomensgroepen". Daar schieten mensen toch niks mee op?

Laten we het op één punt concreet maken. Als je accepteert dat 150.000 kinderen in armoede blijven leven terwijl je wel cadeautjes geeft aan aandeelhouders, aan expats, aan mensen die een tweede huis hebben, dan ben je sociaal gezien toch geen knip voor de neus waard? Dan heb je toch al die tijd mensen die hoopten dat de heer Wilders hen zou bevrijden uit armoede, gewoon een beetje gebruikt als stemvee?

De heer Wilders (PVV):
Nee, ook dat klopt niet. Overigens, de reden dat ik de VVD heb verlaten, was het lidmaatschap van Turkije van de Europese Unie. De toenmalig fractievoorzitter, Van Aartsen, wilde dat ik dat steunde en dat wilde ik niet. Dat is uiteindelijk de reden geweest. Ik weet niet of u dat weet, maar dat is iets heel anders …

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat weet ik.

De heer Wilders (PVV):
… dan wat u zegt. Ik blijf erbij: wij leveren. Nogmaals, als je geen meerderheid hebt in de Kamer, kan je niet je hele programma uitvoeren. U kunt de verkiezingsprogramma's van alle vier partijen in de coalitie, en ook van alle eerdere regeringen en coalities, naast het regeerakkoord, zoals het toen nog heette, leggen en dan zult u zien dat ze allemaal heel veel niet hebben binnengehaald. Waarom? Omdat je met elkaar een compromis moet sluiten. Je moet verantwoordelijkheid nemen, want anders komt links aan de macht. Wil je dat voorkomen, dan moet je met gezond verstand compromissen sluiten. Dat compromis ziet er hartstikke goed uit. Nogmaals, een hele hoop van wat we hebben beloofd, hebben we gekregen en kunnen we de mensen geven. Niet alles en niet in de mate die we in de campagne hebben genoemd; dat ben ik met u eens. Maar mensen snappen heel goed dat je moet onderhandelen als je met z'n vieren bent. Als ik dan zeg dat we voor volgend jaar vier keer meer aan lastenverlichting voor die mensen doen, 4 miljard, dan voor het bedrijfsleven, dat dat ook verdient, dan is dat een hartstikke goed verhaal. Dan denken mensen: goed gedaan, Wilders; dat hebben jullie goed gedaan. Oké, je hebt niet alles gekregen, maar dat kan ook niet als je een meerpartijenstelsel hebt. Dat is onmogelijk. Daar schaam ik me ook niet voor. Nogmaals, ik ben ontzettend trots op dit geweldige resultaat van de onderhandelingen met het kabinet. Ik heb er heel veel zin in. Volgens mij gaat het ook een enorm succes worden.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De heer Wilders wil van twee walletjes eten. Aan de ene kant probeert hij te doen alsof hij heeft gevochten voor mensen in armoede, voor mensen in de oude wijken die geen huurverhoging kunnen hebben en die een huurverlaging beloofd was. Aan de andere kant zegt hij: ik ben er eigenlijk heel trots op. 1 miljard voor bedrijven, 4 miljard voor huishoudens. Waar zijn er meer van in Nederland? Wie hebben het beter in Nederland? Dat zijn een aantal grote bedrijven, niet het midden- en kleinbedrijf, want die moet je ook beschermen tegen de online zielloze allesverkopers, tegen de multinationals, tegen de aandeelhouders van het bedrijf in India, Tata Steel. Die krijgen gewoon cadeautjes. Maar 150.000 kinderen blijven in armoede zitten. Dat eigen risico gaat helemaal niet naar beneden. Dus niet alleen is de heer Wilders van huis uit een VVD'er die dat eigenlijk niet zo veel kan schelen, maar hij is ook gewoon een VVD'er in het voorliegen van kiezers. We stonden hier toch samen tegen Rutte over die belachelijke verkiezingsbelofte om iedere Nederlander €1.000 te geven? Wij wisten allemaal dat dat gewoon iets was dat hij had gezegd in de hoop dat mensen zouden stemmen. Maar heer Wilders heeft hetzelfde gedaan. "Het eigen risico moet en kan morgen naar nul." Toen wist hij ook heel goed dat het niet kon. Hij heeft het gewoon gezegd. Dan heb je geen respect voor je eigen kiezers. Dan denk je: als ik dit zeg, gaan mensen op me stemmen en ze hebben niet door dat ik lieg. Dat is het schadelijkste wat de heer Wilders hier doet.

De heer Wilders (PVV):
Er zat geen vraag in, maar toch: ik lieg niet. Ik heb oprecht gezegd dat ik het eigen risico wilde afschaffen. Dat is niet helemaal gelukt, want we zitten met vier man aan tafel, maar het is voor meer dan de helft gelukt. We gaan het eigen risico voor 60% afschaffen over twee jaar. Dat betekent dat het van €385 naar €165 gaat. 4,3 miljard euro — ik denk dat dat een van de grootste lastenverlichtingsoperaties is die er is. Dus ja, sorry hoor, ik ben daar heel trots op en ik denk dat heel veel mensen thuis daar ontzettend blij mee zijn. Ontzettend blij! Iedereen begrijpt dat je niet alles binnenkrijgt als je met vier man onderhandelt; dat is heel normaal.

De voorzitter:
Afrondend.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Het zou mooi zijn als de heer Wilders het gewoon eerlijk durft te zeggen. Het is ook aan de minister van Volksgezondheid gevraagd: joh, waarom gaat dat eigen risico niet eens naar nul, maar wordt het pas over twee jaar gehalveerd? Toen zei ze tegen de Kamer: ja, dat wisten we eigenlijk wel, maar toen de heer Wilders naar dat SBS-verkiezingsdebat ging, had ik hem gewoon niet goed genoeg geïnformeerd. Kom op zeg! Kom op zeg! Je denkt toch niet dat iemand daarin trapt? Wees gewoon eerlijk. Zeg hier eerlijk: "Ik heb hier een ruttiaanse VVD-strategie gebruikt. Ik heb allerlei dingen gezegd waardoor mensen die er wanhopig naar snakken dat ze een keertje rond kunnen komen aan het einde van de maand lekker op mij gaan stemmen, terwijl ik weet dat we het niet kunnen waarmaken." Dan heb je gewoon geen respect voor je kiezers. Laat ik het nog lelijker zeggen: dan heb je je eigen kiezers gewoon recht in het gezicht gespuugd.

De heer Wilders (PVV):
Mooie woorden, maar het slaat helemaal nergens op. We hebben veel respect voor onze kiezers. Voor meer dan 4 miljard euro gaan we het eigen risico met meer dan de helft verlagen. Daar is de PVV hartstikke trots op. Dat betekent dat heel veel mensen die nu ziek zijn ... U weet: de huisarts zit niet in het eigen risico, dus mensen kunnen wel naar de huisarts. Maar uit heel veel onderzoeken blijkt dat veel mensen, als ze daarna dure medicijnen nodig hebben of naar een specialist in het ziekenhuis moeten, dat nu niet doen omdat ze gewoon die €385 niet hebben. Er zijn wel verzekeraars die zeggen dat je dat in twaalf termijnen kan betalen, maar je zal maar met je partner samen een jaar lang €100 extra moeten betalen voor een paar maanden voor dat eigen risico. Ouderen en mensen met weinig inkomen die ziek zijn, gaan vaak niet meer naar het ziekenhuis. Door het eigen risico te verlagen van €385 naar €165 — nogmaals, dat kost heel veel geld: 4,3 miljard — kunnen die mensen wel naar het ziekenhuis en kunnen ze weer zorg krijgen die ze nu niet kunnen betalen. Dat is toch geweldig? Daar kunt u mij toch niet op aanvallen? Dat is toch iets om supertrots op te zijn. Ik denk dat de mensen die dat nu horen denken: potverdorie, natuurlijk hadden we liever dat het morgen was gebeurd, maar wat zijn wij blij dat de PVV dat voor elkaar heeft gekregen!

De heer Baudet (FVD):
Ik wil de heer Wilders iets vragen over remigratie. Een jaar geleden heeft hij daar nog over getwitterd: remigratie is nodig. Ik ben het daarmee eens; dat is eigenlijk de essentie van wat migratiebeleid zou moeten zijn, want zelfs als je de grenzen de komende 30 jaar hermetisch zou afsluiten en niemand Nederland meer binnen zou komen, zouden we alsnog ons land kwijtraken. Je moet dus iets gaan doen om een groot deel van de miljoenen mensen die uit Afrika en het Midden-Oosten hiernaartoe zijn gebracht in de afgelopen decennia te helpen om terug te keren. Is de heer Wilders ook van dat standpunt afgestapt? Of is er een andere reden dat daarover niets is terug te vinden in het regeerakkoord?

De heer Wilders (PVV):
Daarover is er niet helemaal niets te vinden. U ziet in het regeerakkoord wel staan — dat mag ik wel verklappen, dat is een punt dat wij, en anderen ook, hebben ingebracht — dat de minister van Justitie gaat onderzoeken of mensen die zware misdrijven hebben gepleegd kunnen worden gedenaturaliseerd. Het Europees Verdrag inzake nationaliteit geeft in artikel 5, zeg ik uit mijn hoofd, de gronden voor denaturalisatie aan. De laatste keer is daar terrorisme aan toegevoegd, maar het gaat ook om het strijden in vreemde krijgsdienst en noem maar op. Aan dat verdrag, aan artikel 5, wordt dan toegevoegd dat je ook criminelen het Nederlanderschap mag afpakken. Dat mag trouwens alleen maar als iemand een dubbele nationaliteit heeft, want je mag iemand niet stateloos maken. Maar er zijn heel veel mensen in Nederland, ook criminelen, met een dubbele nationaliteit. Nogmaals, dit zit nog in de fase van onderzoek. Ik loop er nu op vooruit, maar stel dat dat onderzoek positief is en, nadat het is toegevoegd aan het verdrag, dit ook in de wet wordt gezet, dan kan dat ertoe leiden dat mensen die zware criminele daden plegen het land uit moeten. Ja, het zit er wel in, maar misschien een beetje te veel verstopt.

De heer Baudet (FVD):
Kijk, Zweden zegt nu: €30.000 euro om terug te gaan naar het land van herkomst. Demograaf Jan van de Beek heeft becijferd dat een immigrant uit Afrika, ook tweede generatie of derde generatie, in zijn of haar hele leven de Nederlandse Staat netto gemiddeld ongeveer 300.000 euro kost. Economisch is dat een no-brainer. Je zou €150.000 kunnen bieden om iemand te helpen om een bedrijf op te zetten in Nigeria, Ethiopië, Somalië en noem maar op. Dat is een win-winsituatie. Er zijn ook heel veel mensen, ook tweede, derde en vierde generatie, die naar Nederland zijn gekomen maar deze migratie eigenlijk een vergissing vinden. Zij zeggen: "Van mij had het eigenlijk niet gehoeven. Als Nederland mij helpt om terug te keren, dan wil ik dat graag doen. Ik kan daar leven als God in Frankrijk." Dat is een fantastisch perspectief, voor iedereen. Wat vindt de heer Wilders van zo'n soort remigratieprogramma?

De heer Wilders (PVV):
Liever dan dat ik geld geef aan mensen om te gaan, zorg ik ervoor dat mensen het land niet in komen. Dat lijkt mij veel verstandiger. Met de route die dit kabinet heeft gekozen — nogmaals, op die uitzondering na dat wordt nagegaan of criminelen kunnen worden gedenaturaliseerd — hebben we nu, of heeft het kabinet, de handen vol aan wetgeving — u kunt het lezen in het regeerprogramma — om te zorgen voor het strengste asielbeleid ooit. Anders is het dweilen met de kraan open. Je moet mensen die hier zijn al dan niet een woning geven, je moet ze een remigratiebedrag geven. Ik denk dat heel veel mensen er gek van zouden worden. Als je, zoals u zegt, €100.000 aan een remigrant zou geven: waarom krijgen de mensen in Nederland dat niet? Daar zitten duizend-en-een nadelen aan. De koninklijke weg, de eerste weg die we moeten bewandelen is ervoor zorgen dat het strengste immigratiebeleid ooit er komt, zodat er substantieel minder mensen Nederland binnenkomen. Beter minder mensen in Nederland dan ze binnen laten komen en ze vervolgens laten remigreren.

De heer Baudet (FVD):
Ik ben het ermee eens dat je alleen een functionerend remigratieprogramma kunt hebben als je ook het immigratiecijfer onder controle hebt. Het een zou moeten samengaan met het ander. Mijn punt is echter dat we, ook als je een netto migratiesaldo van nul hebt, de komende 30 jaar afstevenen op een demografische ramp. Dat zal de heer Wilders met mij eens zijn, dat begrijpt hij ook. In de grote steden zijn Nederlanders al een minderheid. Dit gaat gewoon gebeuren, dus je moet iets doen. Ook als het zou lukken om de komende 30 jaar aan de macht te zijn en 30 jaar niemand binnen te laten, dan nog raken we ons land kwijt. We moeten dus iets doen. Daar kan de heer Wilders toch wel iets over zeggen?

De heer Wilders (PVV):
Ja, nogmaals, de keuze die we nu hebben gemaakt en waar ik achter sta, is dat we beide doen, maar dan op een andere manier dan u zegt. In eerste instantie zetten we met een zeer ambitieus programma — nogmaals, Nederland heeft dat nog nooit gezien; het is historisch — het strengste asielbeleid ooit in de steigers. En voor criminelen gaan we kijken of we het verdrag en de wet zo kunnen wijzigen dat we hen terugsturen. Dat is misschien niet helemaal wat u wilt, maar dat is wel de verstandigste route, denk ik.

De voorzitter:
Prima. Dank u wel. Ik wijs erop dat Wilders inmiddels vier minuten is voortgeschreden in zijn speech in de afgelopen twee uur.

De heer Wilders (PVV):
Maar ik heb het meeste van mijn tekst en dingen al wel kunnen doen.

De voorzitter:
Oké, heel goed. We lijken nu namelijk een tweede rondje te gaan beginnen. Ik geef het woord nu aan de heer Jetten, maar … Nee, meneer Baudet, ik heb u al drie keer gehoord.

De heer Baudet (FVD):
Alle anderen hebben vier keer gesproken.

De voorzitter:
Nee, dat is onzin. Ik heb u drie keer gehoord. We gaan luisteren naar de heer Jetten.

De heer Baudet (FVD):
Dit is echt absurd.

De voorzitter:
Het woord is aan de heer Jetten.

De heer Baudet (FVD):
Mevrouw Ouwehand bijvoorbeeld. Die was net voor mij. Ik heb haar zelfs de coulance gegeven om voor mij te spreken en …

De voorzitter:
Het woord is aan de heer Jetten.

De heer Baudet (FVD):
… zij heeft vier volle interrupties mogen doen.

De voorzitter:
Nee, daar zou mevrouw Ouwehand alleen maar van dromen. We gaan luisteren naar de heer Jetten.

De heer Baudet (FVD):
Wat is dit voor merkwaardige manier van doen?

De voorzitter:
De heer Jetten, de heer Jetten, toestel 12, toestel 12. Help mij even uit de brand, meneer Jetten. Nee, meneer Baudet u bent niet meer aan het woord. Dank u wel. Ik geef het woord aan de heer Jetten.

De heer Jetten (D66):
In alle oprechtheid: ja, de heer Wilders mocht in het begin vier keer en daarna de heer Dijk ook een keer. Sindsdien wordt iedereen na drie keer afgekapt.

De voorzitter:
En daarvoor ook. Dat heb ik om 10.15 uur ook gezegd. We gaan luisteren naar de bijdrage van de heer Jetten.

De heer Jetten (D66):
Ik had naar aanleiding van dit interruptiedebat eigenlijk een voorstel aan de heer Wilders. Misschien kunnen we een kleine pilot doen. De heer Baudet heeft zijn roots liggen in Frankrijk en in Indonesië. Misschien kunnen wij gewoon even uitrekenen voor welk bedrag hijzelf zou willen remigreren en dan kunnen we dat de komende tijd als pilot testen.

De heer Wilders (PVV):
Ik zeg heel eerlijk dat ik de heer Baudet toch niet zou willen missen.

De voorzitter:
Meneer Van Baarle, met het verzoek om het kort te houden. Een korte, puntige vraag en een kort, puntig antwoord.

De heer Van Baarle (DENK):
Ja, voorzitter, als ik dan wel vier keer mag. Grapje.

De voorzitter:
Het gaat op deze manier echt twee uur 's nachts worden! Ik vind het best hoor, want ik heb mijn slaapzak bij me.

De heer Van Baarle (DENK):
Nee, we gaan ons best doen, voorzitter.

De voorzitter:
Ja, korte vraag, kort antwoord.

De heer Van Baarle (DENK):
Gisteren zei de heer Wilders in een interview dat hij gaf aan De Telegraaf dat hij er zou zijn voor alle Nederlanders. Ik hoor hem net het racistische standpunt uiten dat mensen met een dubbele nationaliteit maar de nationaliteit afgepakt moet worden bij criminaliteit. Ik heb de heer Wilders afgelopen zomer een beetje gevolgd. Normale mensen gaan dan op vakantie en liggen dan op het strand, maar de heer Wilders is in de afgelopen twee maanden eigenlijk maar doorgegaan met het doen van de verschrikkelijkste uitspraken. Hij tweette dat de profeet van meer dan 1 miljoen Nederlandse moslims een barbaar zou zijn. Hij zei dat de islam een religie van intolerantie, minachting, haat en misogynie zou zijn. Hij zei dat de hoofddoek een symbool van onvrijheid en vrouwenonderdrukking zou zijn. En hij tweette dat onze wijken islamiseren, wat zorgt voor onveiligheid. Hij koppelt de islam dus een-op-een aan onveiligheid. Daarmee heeft de heer Wilders in de afgelopen twee maanden gewoon weer een stortvloed aan haat uitgestort over Nederlandse moslims, die hier gewoon te goeder trouw proberen een toekomst op te bouwen. Ik vraag aan de heer Wilders waarom hij dat doet. Maar belangrijker nog: ik vraag hem om daar gewoon mee te stoppen. Want hij doet deze mensen onrecht aan. Deze mensen zijn onderdeel van ons land. En wat de heer Wilders doet, is vals, discriminerend en on-Nederlands.

De heer Wilders (PVV):
Het spreken en het uiten in woord en geschrift is ongeveer de enige vrijheid die ik nog heb. Die zal ik niet voor u of voor wie dan ook, voor welke mening dan ook, in de prullenbak gooien. Dan wordt het leven wel heel klein. De letterlijke teksten van die tweets — wat u zegt, zal ongetwijfeld kloppen — kan ik mij niet direct voor de geest halen. Maar het klopt wel. Ik maak daarbij overigens wel onderscheid tussen de religie en de mensen. Ik heb geen enkel probleem met moslims in Nederland of anderen die geïntegreerd zijn en zich aan onze wetten en normen en waarden houden. Ik noem de Turkse slager die hard werkt, dat meisje uit Marokko dat op de mts of op het gymnasium zit of noem maar op; allemaal prima. Als je in Nederland bent en je ontwikkelt je en gedraagt je naar de regels, dan kan je alles bereiken. Dan ben je welkom, net als ieder ander. Dus voor de mensen maak ik het onderscheid. Er zijn trouwens ook heel veel mensen — of je het nou leuk vindt of niet — van niet-westerse afkomst, vaak moslims, die wel de boel verzieken. Dat is ook een feit. Dat vindt u niet leuk, maar het is wel de waarheid. Je ziet bijvoorbeeld dat een groot deel, bijna de helft, van de mensen die in de gevangenis zitten in Nederland niet-westerse allochtonen zijn. Je ziet het als je kijkt naar het aantal verdachten van misdrijven. Voor een groot deel zijn dat niet-westerse allochtonen en moslims. Als het gaat om straatroof, zie je dat de verdachten daarvan — 60% — niet-westerse allochtonen zijn. Met heel veel criminele daden in Nederland zie je dat niet-westerse allochtonen vaak over de schreef gaan. Ik vind het zeer terecht om dat te melden, om daar gewag van te maken. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat de mensen die hier integreren, hier niet van harte welkom zijn. Dat zijn de mensen.

Dan de ideologie. Dat debat hebben we al honderd keer met elkaar gehad, maar ik herhaal het graag nog een keer voor u, want ook u neem ik hier heel serieus. De islam zelf is een religie. Dat hebben we ook met elkaar afgesproken, met alle rechten erbij. Daar torn ik ook niet aan. Maar de islam is een levensgevaarlijke religie. De islam is een religie die niet strookt met vrijheid. Dat zie je ook aan alle landen waarin de islam dominant is. Denk in dat kader aan vrouwen, meisjes, journalisten, minderheden, christenen, Joden, mensen die de islam willen verlaten, afvalligen. Op afvalligheid staat de doodstraf. Die wordt in heel veel landen ook toegepast. We hebben het in Nederland vorige week nog gezien in een rapport over eerwraak. Eerwraak is iets wat nog meer cultureel dan religieus is, maar toch: eerwraak komt in de islamitische gemeenschap voor onder sommige groepen. Onder Turken, Marokkanen, Somaliërs en noem maar op, ook in Nederland, is het aantal gevallen van eerwraak geëxplodeerd het afgelopen jaar. Dat is niet gebeurd bij christenen, Joden, atheïsten of weet ik wat dan ook. Ik waarschuw ervoor dat ieder land waarin de islam dominant is, een onvrij land is, waar mensen lijden. Mensen lijden daar. Ik heb meer dan twintig jaar geleden, toen ik nog niet beveiligd werd, bijna alle islamitische landen bezocht. Ik kwam daar hele vriendelijke mensen tegen, hele aardige mensen. Zij nodigden mij op de thee uit. Dat ging van Egypte tot Syrië tot weet ik wat dan ook. Maar ze hadden gemeenschappelijk een tweedelig juk, aan de ene kant van het regime en aan de andere kant van de religie, die ze, vaak met de sharia in de hand, het leven onmogelijk maakt. Dus ik waarschuw tegen de islamisering in Nederland. Dat is ook waarom ik in de problemen ben gekomen met mijn eigen veiligheid en soms op andere punten.

Ik vind dat wij een onderscheid moeten maken tussen de religie en de mensen. De mensen die zich hier gedragen, die zich aan de regels houden en die zich onze normen eigen maken, kunnen niet alleen altijd blijven, maar ik hoop dat die het beste uit hun leven halen. Zij kunnen alles worden in Nederland. Maar als je dat niet doet — vaak is er daarbij helaas een oververtegenwoordiging van niet-westerse allochtonen en ook van moslims — moet je daarop keihard worden aangepakt. Gedraag je je, dan ben je welkom. Gedraag je je niet, dan ben je wat mij betreft niet welkom. Ik denk dat heel veel Nederlanders dat standpunt delen en dat heel veel Nederlanders ook zien dat de islamisering van Nederland — nogmaals, de goeden daargelaten — ons land niet beter heeft gemaakt, ons land niet sterker heeft gemaakt en tot een hoop ellende heeft geleid. Ik wil niet dat Nederland een islamitisch land wordt of dat er nog meer, te veel islam komt. Dat wil ik stoppen, dat wil ik tegenhouden. Dat is een legitiem standpunt, of u het er nou mee eens bent of niet.

De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders zegt wel heel erg makkelijk dat het hem niet om de mensen gaat. Als de heer Wilders in zijn eigen boek vrouwen die een hoofddoek dragen "mummies" noemt, gaat het toch wel heel erg over mensen, zeg ik in zijn richting. Als de heer Wilders met een aantal racistische statistieken doet alsof afkomst maar bepaalt dat mensen crimineel zouden worden, dan gaat dat over mensen. Dat is gewoon mensen wegzetten. De heer Wilders weet donders goed dat waar je geboren bent, niet bepaalt of je crimineel zou zijn of niet. Wat de heer Wilders niet wil zien, is dat al die moskeeën in Nederland eigenlijk doen wat de heer Wilders zou moeten doen en wat dit kabinet zou moeten doen. Die moskeeën geven bijles aan kinderen die bijvoorbeeld moeite hebben met taal of met rekenen, terwijl de heer Wilders en dit kabinet het onderwijs gaan afbreken. Al die moskeeën doen aan liefdadigheid om mensen te helpen, terwijl de heer Wilders en het kabinet ervoor zorgen dat mensen niet rond kunnen komen. Waarom ziet de heer Wilders dat niet, vraag ik hem. Waarom blijft hij eenzijdig haat storten over Nederlandse moslims en ziet hij niet dat al die Nederlandse moslims en moskeeën eigenlijk de puinzooi van dit kabinet en van de heer Wilders aan het opruimen zijn?

De heer Wilders (PVV):
Dat komt doordat ik de feiten noem en de feiten zie. Feit is dat meer dan de helft van de verdachten in Nederland van alle misdrijven een migratieachtergrond heeft. Feit is dat van alle gedetineerden twee derde — twee derde! — een migratieachtergrond heeft. Feit is dat 66% van de gevallen van zakkenrollerij door niet-westerse allochtonen gebeurt. Feit is dat 60% van de straatroven door niet-westerse allochtonen gebeurt. Feit is dat 40% van de drugsmisdrijven door niet-westerse allochtonen gebeurt. Feit is dat 39% van alle geweldsmisdrijven in Nederland door niet-westerse allochtonen gebeurt. Feit is dat opnieuw 39% van alle vuurwapenmisdrijven door niet-westerse allochtonen plaatsvindt. Ten slotte, 46,5%, bijna de helft, van onze gevangenissen zit vol met niet-westerse allochtonen. Nou zijn niet alle niet-westerse allochtonen moslims — dat geef ik u toe — maar een heel groot gedeelte in Nederland is dat wel. Ik mag die feiten benoemen. Mensen zien dat. Mensen zien dat op straat. Mensen zien dat in de bus. Mensen zien dat op het strand. Ze zien dat overal. Wij benoemen dat. Wij vinden dat we daar wat aan moeten doen, we vinden dat we daartegen moeten optreden en we vinden dat we daar zeker wat over mogen zeggen.

De voorzitter:
Kort, afrondend.

De heer Van Baarle (DENK):
De heer Wilders kan al die cijfers hier opsommen. Daarmee toont hij aan, met zijn standpunten en ook gewoon met de manier waarop hij hier debatteert, dat hij een racist is. Want als je …

De voorzitter:
Dat is niet een woord dat we elkaar moeten toevoegen, denk ik, meneer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):
Als je maar blijft volhouden dat er een verband zou zijn tussen waar iemand vandaan komt en of iemand wel of niet een crimineel wordt, dan kan ik het niet anders noemen dan onversneden racisme. De heer Wilders weet namelijk dondersgoed dat het niet zo is. Als je hier die statistieken gaat oplepelen, versterk je alleen maar dat foute en giftige beeld. Daar moet de heer Wilders gewoon mee stoppen.

De heer Wilders (PVV):
Geen sprake van.

De heer Stoffer (SGP):
Ik heb een punt dat ik aan de orde wilde stellen. Ik dacht: dit past misschien bij het punt dat de heer Wilders maakte, toen hij opnieuw begon over zijn eigen vrijheid. Het is verschrikkelijk zoals dat gaat, en wij gunnen hem uiteraard een heel ander leven dan hij nu heeft. Maar als we eerlijk zijn, dan lijkt dat perspectief helaas, zeg ik erbij, heel ver weg. Mijn vraag gaat over een groep mensen wereldwijd: vervolgde christenen. Het gaat om 300 tot 350 miljoen mensen. Die hebben het heel zwaar. Open Doors maakt ieder jaar een lijst van 50 landen. Ik noem die landen maar even op: Noord-Korea, Somalië, Libië, Eritrea, Yemen, Nigeria, Pakistan, Soedan, Iran, Afghanistan, en ik kan nog 40 landen noemen. Dit zijn pas de eerste 10. In die landen worden christenen vervolgd vanwege hun geloof en vanwege het geloof in de Here Jezus. Eigenlijk is mijn vraag als volgt. Wij vragen hier geregeld aandacht voor. Ik heb vanuit het verleden altijd begrepen dat de heer De Roon vanuit de PVV, ook vanuit de oppositie destijds, daar een warm hart voor had. Mijn vraag is: wat zou de heer Wilders voor deze mensen willen betekenen?

De heer Wilders (PVV):
Nou, weet u, ik heb zeer met die mensen te doen. Ik heb ook voor alle minderheden, zeker christenen … Maar in sommige landen die u noemt, zoals Pakistan, Bangladesh — die noemde u niet — gaat het bijvoorbeeld ook over hindoeminderheden. Maar zeker christenen, van Egypte tot … Ja, nogmaals, het zijn weer de feiten, voordat iemand mij weer een racist noemt. Het zijn vaak islamitische landen waar dat plaatsvindt. Ik krijg ook heel vaak mails van mensen uit die landen, die zeggen: meneer Wilders, ga alstublieft door, want veel mensen weten gewoon niet waar ze het over hebben; wij worden vervolgd, vaak mishandeld en soms veroordeeld en we kunnen onze christelijke religie niet uiten. Ik neem het voor die mensen op. We moeten daar Kamervragen over stellen en kijken of het kabinet bereid is om aan de deur te kloppen bij de landen die dat doen. Dat kan alleen of in Europees verband of welk ander verband dan ook. We moeten opkomen voor die mensen, die vaak ook niet weg kunnen en daar gewoon zitten. Kijk naar de christelijke koptenminderheid in Egypte. Dat is iets verschrikkelijks. Er zijn er ook bijna geen meer over, alleen nog iets in het noorden, tussen Caïro en Alexandrië. Voor die mensen moeten we opkomen. We moeten het kabinet vragen om voor die mensen in de bres te springen in internationale fora, maar ook bij die regeringen zelf aan de bel te trekken. Want internationale druk kan wel helpen.

De heer Stoffer (SGP):
Ik ben blij met dit antwoord. Ik zag al gelijk iets gebeuren in het kabinet. Ik zag de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Ontwikkelings… Tja, ik zou "samenwerking" toch mooier vinden maar het is "hulp". Ik zag ze al reageren. Is de heer Wilders het met mij eens dat we moeten kijken of we dit telkens aan de kaak kunnen stellen langs de lijn van diplomatie en wellicht ook ontwikkelingssamenwerking? Ik blijf het zo noemen; daar kan ik niks aan doen. Vindt hij ook dat wij telkens moeten kijken of we iets kunnen doen aan de positie van die mensen? En dan nu mijn laatste vraag. Dan heb ik die gelijk gehad, voorzitter, want ze gaan in tweeën. Als er nu straks rond asiel en migratie een heleboel is opgelost in dit land en er weer wat ruimte is, kunnen we misschien ook aan dit soort mensen, dus voor vervolgde christenen die echt hun leven niet zeker zijn, een stukje plek en onderdak bieden. Misschien overvraag ik met dit laatste, maar ik kan me voorstellen dat de heer Wilders toch zegt: ja, we kunnen samen optrekken in die trits van diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en misschien, als het echt nodig is, opvang als er weer ruimte is.

De heer Wilders (PVV):
Zeker. Laten we beiden een oproep doen aan het kabinet. Als we het zien, laten we daar dan ook gezamenlijk vragen over stellen, wijzelf of onze woordvoerders in de fracties. Dat helpt ook. Dan vragen we het kabinet om een stevig antwoord. En ja, u heeft gelijk. Het beeld dat de PVV nooit meer asielzoekers zou willen, is natuurlijk onzin. We willen het nu niet. We willen nu dat het zo veel mogelijk wordt beperkt, omdat we in een dikke crisis zitten en het niet aankunnen. Maar het voordeel is dat, als je voor elkaar krijgt de asielinstroom wat mij betreft maximaal te beperken tot de mensen die er echt recht op hebben, er juist meer ruimte komt voor de mensen die er wel een plek zouden moeten hebben — wat nu ook niet zo is omdat ze het nadeel ondervinden van het feit dat ze gewoon totaal overlopen worden en de goeden onder de kwaden lijden; dat is zo. Dus op al uw drie vragen is het antwoord volmondig ja.

De voorzitter:
Prima.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Ik heb het meeste van mijn tekst — en anders sta ik hier om 20.00 uur vanavond nog — eigenlijk al in interrupties gedaan. Dus als u het goedvindt, dan rond ik af en ga ik dat niet allemaal nog een keer doen, want dan krijgen we nog een keer dezelfde interrupties en ik heb eigenlijk het meeste daarin al beantwoord.

De voorzitter:
Graag heel snel, anders komt mevrouw Bikker naar voren.

De heer Wilders (PVV):
Tja ... Goed, voorzitter, ik rond af. Vandaag is de start van een historische kans op fundamentele veranderingen, tot het herstellen en terugpakken van ons land, Nederland weer op één zetten. En de kiezers hebben luid en duidelijk aangegeven wat ze het allerbelangrijkste vinden, waar ze zich de grootste zorgen over maken, en dat is het aanpakken van de massa-immigratie; ook de belangrijkste reden voor dat wij in het kabinet zijn gestapt, en ook voor dat we de pijnlijke maatregelen waarop we concessies hebben gedaan, zullen steunen. Omdat dit het allerbelangrijkste voor ons is. Omdat dit kabinet ervoor moet zorgen dat we het strengste beleid ooit krijgen als het gaat om asiel, waarmee we Nederland kunnen redden. Dat is mijn vergezicht. Dat is mijn visie, en de visie van mijn fractie: dat we Nederland, met zijn eigen identiteit, cultuur en welvaart, niet meer weggeven, maar beschermen; beschermen voor toekomstige generaties, beschermen voor de vrijheid van onze kinderen. En daar valt toch eigenlijk niet over te onderhandelen. Daar zijn toch eigenlijk ook geen compromissen over mogelijk. We moeten uitvoeren wat we hebben afgesproken. We moeten de kiezer laten zien dat we naar ze luisteren, en ook met de grootste zorg echt aan de slag gaan en resultaten gaan leveren. Dat moeten we gaan doen. Ik ben ervan overtuigd dat dat gaat lukken.

Ik zeg, ten slotte, voordat ik de interrupties natuurlijk met plezier beantwoord, tegen Nederland en al die mensen die nu op de radio of op tv dit debat volgen: dank jullie wel voor deze kans. We zullen uw vertrouwen proberen waar te maken. We zullen daar iedere dag opnieuw keihard voor werken, en onze uiterste best doen om in dit mooie land, uw Nederland, ons Nederland, de zon weer te laten schijnen.

Dank u wel, voorzitter.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
We hebben hierna nog dertien sprekers te gaan. Maar de kop is eraf voor vandaag, zal ik maar zeggen. Dus als u de interrupties kort kunt houden ... Een korte vraag, een kort antwoord, en dan kunnen we daarna luisteren naar de volgende spreker. Dat is de heer Jetten zelf. Ik geef hem nu alvast het woord. Een korte vraag, een kort antwoord graag; ook u, meneer Wilders. Gewoon even pom, pom, pom.

De heer Jetten (D66):
Voorzitter. In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken het eigen risico te halveren. Dus niet naar nul, maar halveren, in 2027. In het regeerprogramma staan daar nu de consequenties van. Ik citeer gewoon even wat uw eigen minister van Zorg heeft opgeschreven: "Omdat het zorgaanbod onvoldoende kan meegroeien, wordt de wachtlijst langer en wordt ingezet op versterking van triage". Kan de heer Wilders mij uitleggen wat wordt bedoeld met dat dure woord "triage"?

De voorzitter:
Dank dat u een beknopte vraag stelde. Een beknopt antwoord, graag.

De heer Wilders (PVV):
Ik ben geen minister, dus dat zal u aan de minister moeten vragen, maar ik kan me zo voorstellen dat zij ermee bedoelt dat de mensen die de hulp het hardste nodig hebben, als eersten worden geholpen. Het is een geweldig voorstel, echt. Wat ben ik er trots op dat mevrouw Agema — niemand heeft een groter hart voor de zorg dan minister Agema — dadelijk met 4,3 miljard van de belastingbetaler ervoor gaat zorgen, iets wat ze hartstikke goed zal gaan doen en voorbereiden, dat ook de mensen met een kleine beurs, voor wie het eigen risico nu te hoog is, naar het ziekenhuis kunnen gaan. En ja, dan komen er meer mensen naar het ziekenhuis, vind je het gek? Die mensen blijven nu nog thuis en worden alleen maar zieker. Dus als die mensen die het nu niet kunnen betalen, het wel kunnen betalen, gaan er meer mensen naar het ziekenhuis.

De voorzitter:
Ja. Dank u wel, dank u wel.

De heer Wilders (PVV):
Nee, niet dank u wel; dat is gewoon de bedoeling. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Graag gedaan, ik was hier toch.

De heer Jetten (D66):
Dit is een heel slecht plan. Toen in de coronacrisis minister De Jonge voorstelde om triage toe te passen, schreeuwde de heer Wilders moord en brand, want dan "krijgen de mensen met de grootste bek en de diepste portemonnee het eerste plekje in de behandelkamer". Dat dreigt nu toch ook te gaan gebeuren voor al die normale maatregelen of ingrepen waarvoor mensen naar de dokter of naar het ziekenhuis gaan. In plaats van het eigen risico op nul, krijgen mensen een halvering van het eigen risico in 2027, gaat de zorgpremie voor elke Nederlander met €200 per jaar omhoog en nemen de wachtlijsten toe. Waar ligt voor de heer Wilders de grens? Wat is acceptabel? Een halfjaar wachten als je met een hartritmestoornis op de wachtlijst staat? Een jaar wachten? Anderhalf jaar wachten? Waar ligt voor hem de grens?

De heer Wilders (PVV):
De vergelijking met corona gaat totaal niet op. Bij corona was er triage. Toen ging het om leven of dood. Mensen kwamen met corona en dan werd er gekeken of er plek was op de ic of niet en of er voldoende beademers waren. Dat had een totaal andere oorzaak. Het gaat nu om een consult bij bijvoorbeeld de knie-arts, de reumatoloog of de internist. Dat hoeven niet allemaal consulten te zijn die levensbedreigend zijn. Uit onderzoek blijkt dat mensen met een smalle beurs, vaak ouderen en mensen met een minimumuitkering, thuisblijven omdat ze het niet meer kunnen betalen. U zou juist blij moeten zijn dat die mensen hulp kunnen zoeken bij de dokter. In plaats van dat u zegt: "Meneer Wilders, mevrouw Agema, wat een geweldig idee! U zorgt voor mensen die eigenlijk ziek zijn en naar de dokter of het ziekenhuis zouden moeten, maar dat nu niet kunnen omdat ze het geld niet hebben. Wat geweldig dat ze nu weer naar het ziekenhuis kunnen gaan." … Ik snap er helemaal niets van. Daar moet u blij om zijn. Natuurlijk komen er dan meer mensen en zullen er langere wachtlijsten komen, maar ze worden dan wel geholpen en nu niet. Dat is toch geweldig nieuws?

De heer Jetten (D66):
Nee, dat zal niet de praktijk zijn. Mensen die ergens mee zitten, of het nou geestelijk of fysiek is, willen een fatsoenlijk gesprek met hun eigen huisarts, die willen worden doorverwezen naar een specialist die hen kan helpen en die willen kwaliteit, met goede verpleegkundigen die er ook daadwerkelijk zijn om iemand daarbij te ondersteunen. Wat u doet met dit halfbakken plan, is de zorgpremie voor mensen met €200 per jaar ophogen, de wachtlijsten verlengen en ondertussen totaal niet investeren in innovatie in de zorg en extra mensen die in de zorg aan het werk zijn. U geeft mensen een fooi. En waar zitten ze mee? Met slechtere zorg en langere wachtlijsten. Ik roep u op: keer terug, kom bij uw zinnen, want dit is uiteindelijk heel slecht voor al die Nederlanders die betere zorg willen.

De heer Wilders (PVV):
Het is allemaal niet waar. Het is zo ongeveer het beste plan dat in het regeerakkoord staat. U zegt alleen maar … Daar moet u gewoon mee ophouden. U mag het van mij doen; wie ben ik om u iets te onthouden? U zegt alleen maar dat het mensen meer premie gaat kosten, maar u zegt er niet bij dat er 4,3 miljard is waarmee mensen gecompenseerd worden door een lagere inkomstenbelasting. Dat is gewoon vals. Dat moet u gewoon niet doen. U kunt het er nog steeds mee oneens zijn, maar ben eerlijk. Zeg dan: ze gaan meer premie betalen, maar dat verschil in premie krijgen ze terug in een lagere inkomstenbelasting. Dat is wat die 4,3 miljard kost. Het is een geweldig plan. Meer mensen kunnen hulp krijgen. Dat is fantastisch. Ik ben er trots op dat dat gaat gebeuren.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Net had ik een goed gesprek met de heer Wilders over veiligheid in de wijk. Ik ben blij dat we daarop stappen kunnen zetten en de wijkagent inderdaad meer tijd krijgt. Nu zou ik graag dat gesprek met hem vervolgen over zorg in de wijk. Tienduizenden Nederlanders zitten zonder huisarts. Ze zijn aan het wachten, aan het zoeken. Als zij een recept nodig hebben, moeten ze bijvoorbeeld bellen naar de plaats waar ze eerst gewoond hebben en nog ingeschreven staan. Wat wil de PVV op dit punt leveren voor al die Nederlanders op zoek naar een huisarts?

De heer Wilders (PVV):
Ik denk dat u die vraag beter aan de minister kunt stellen. Wat ik weet, is dat heel veel huisartsen parttime werken. Ze hebben een goede en dure opleiding — ik ben dankbaar dat ze dat doen — maar heel veel huisartsen werken parttime. Ze hoeven niet allemaal fulltime te gaan werken, maar voor het tekort aan huisartsen zou het al helpen als ze een paar uur meer zouden gaan werken. Ik weet niet hoe — nogmaals, ik ben er geen specialist in — maar als je zou kunnen zorgen dat veelal parttime werkende huisartsen een paar uur per week meer gaan werken, dan zou je al een heel groot deel van het tekort hebben opgelost. Dat geldt trouwens ook voor de ziekenhuiszorg en andere dingen, maar zeker ook voor de huisartsen. Dat zou mijn idee zijn.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik stel de vraag niet voor niks aan de heer Wilders. Ik heb jaren zij aan zij gestreden met mevrouw Agema tegen private equity in de huisartsenzorg. Afgelopen zomer zagen we opnieuw het gevolg van private equity: Co-Med ging failliet. Duizenden patiënten weten niet meer waar ze naartoe moeten, naar welke huisarts dan ook. Ondertussen zijn er jonge huisartsen die geen praktijk kunnen overnemen, maar afhankelijk raken van private equity. Mijn hoop is niet gericht op minister Agema, maar op de PVV-fractie, die altijd heeft gezegd: wij gunnen roofkapitalisten geen ruimte in de zorg. Kan ik meneer Wilders op dat punt nog steeds vinden? Gaan we private equity, daar waar winst wordt gemaakt op huisartsenzorg, aanpakken?