Plenair verslag
Tweede Kamer, 19e vergadering
Dinsdag 5 november 2024
-
Aanvang14:00 uur
-
Sluiting21:14 uur
-
StatusOngecorrigeerd
Opening
Voorzitter: Martin Bosma
Aanwezig zijn 144 leden der Kamer, te weten:
Aardema, Aartsen, Van Baarle, Bamenga, Becker, Beckerman, Bevers, Bikker, Blaauw, Bontenbal, Boomsma, Boon, Van den Born, Martin Bosma, Boswijk, Boutkan, Bromet, Bruyning, Buijsse, Van der Burg, Bushoff, Van Campen, Ceder, Chakor, Claassen, Crijns, Dassen, Deen, Tony van Dijck, Dijk, Diederik van Dijk, Emiel van Dijk, Inge van Dijk, Olger van Dijk, Dral, Eerdmans, Van Eijk, El Abassi, Ellian, Ergin, Erkens, Esser, Faddegon, Flach, Gabriëls, Grinwis, Peter de Groot, Van Haasen, Heite, Helder, Hertzberger, Heutink, Van den Hil, Hirsch, Van der Hoeff, Holman, Van Houwelingen, Daniëlle Jansen, Jetten, Léon de Jong, Joseph, Kahraman, Kamminga, Kathmann, Van Kent, Kisteman, Klaver, Koekkoek, Kops, De Kort, Kostić, Kröger, Krul, Lahlah, Van der Lee, Maatoug, Markuszower, Martens-America, Van Meetelen, Van Meijeren, Meulenkamp, Michon-Derkzen, Mohandis, Mooiman, Edgar Mulder, Mutluer, Nijhof-Leeuw, Van Nispen, Nordkamp, Van Oostenbruggen, Ouwehand, Palmen, Paternotte, Patijn, Paulusma, Pierik, Pijpelink, Piri, Van der Plas, Podt, Pool, Rajkowski, Ram, Rep, Rikkers-Oosterkamp, Rooderkerk, De Roon, Saris, Six Dijkstra, Slagt-Tichelman, Smitskam, Sneller, Soepboer, Stoffer, Stultiens, Teunissen, Thiadens, Thijssen, Tielen, Timmermans, Tseggai, Uppelschoten, Valize, Vedder, Van der Velde, Veltman, Vermeer, Vijlbrief, Vlottes, Vondeling, De Vree, Aukje de Vries, Van Vroonhoven, Van der Wal, Welzijn, Van der Werf, Westerveld, White, Wijen-Nass, Wilders, Wingelaar, Yeşilgöz-Zegerius, Van Zanten en Zeedijk,
en mevrouw Faber, minister van Asiel en Migratie, en de heer Van Weel, minister van Justitie en Veiligheid.
De voorzitter:
Ik open de vergadering van 5 november. Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Veiligheid — van Justitie en Veiligheid; laat ik het goed zeggen.
Vragenuur
Vragenuur
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.
Vragen Aardema
Vragen van het lid Aardema aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht "Inspectie legt politie dwangsom op wegens aanhoudende problemen met communicatiesysteem C2000".
De voorzitter:
Ik open meteen het vragenuurtje. We hebben slechts één vraag deze week. Daartoe geef ik het woord aan de heer Aardema van de fractie van de PVV.
De heer Aardema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ook dank voor het feit dat de minister naar onze Kamer wil komen om mijn vraag te beantwoorden. De Arbeidsinspectie heeft de politie een dwangsom opgelegd vanwege haar niet goed functionerende communicatiesysteem C2000. Volgens een woordvoerder van de inspectie doet de politie te weinig om de problemen op te lossen. Die dwangsom kan iedere twee maanden oplopen tot een maximum van 1 miljoen euro. Het probleem is dat agenten in bepaalde gebieden in Nederland — dat zijn ongeveer 100 witte vlekken — niet kunnen communiceren door slecht bereik en dat het systeem bij crisissituaties overbelast kan raken. Agenten, maar ook ambulance en brandweer moeten altijd en overal kunnen vertrouwen op een goed werkend communicatiesysteem, zeker wanneer elke seconde telt. Er zijn al jaren problemen met het communicatiesysteem C2000. Dit heeft al meerdere keren geleid tot gevaarlijke situaties. "Wij kunnen vanaf de aarde glashelder praten met mensen op de maan en in ruimtestations, maar politiemensen die op enkele kilometers van elkaar staan, kunnen dat soms niet." Dat is een vaak gehoorde quote onder dienders.
Daarom heb ik de volgende vragen aan de minister van Justitie en Veiligheid. Is de minister op de hoogte van deze aanhoudende C2000-problemen? Erkent de minister dat er door deze problemen levensgevaarlijke situaties kunnen ontstaan voor politie-, brandweer- en ambulancepersoneel en dus ook voor de gewone burger? Het Adviescollege ICT-toetsing heeft eind vorig jaar geadviseerd om te stoppen met het vervangende mobiele netwerk en zich te richten op het bestendigen van C2000. Wat is nu de richtinggevende visie van deze minister? Wat heeft de minister nodig en wat gaat hij doen om de problemen met C2000 snel op te lossen? En op welke termijn denkt de minister de problemen adequaat opgelost te hebben?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Het woord is aan de minister.
Minister Van Weel:
Dank, voorzitter. Dank aan de heer Aardema voor zijn vragen. Het antwoord op de vraag of ik op de hoogte ben van de problematiek rondom C2000 is ja. Daar rapporteren we ook halfjaarlijks over in het halfjaaroverzicht politie. Wat is de stand van zaken? Waar staan we? Dat ziet met name op twee dingen. Dat zit 'm ten eerste in de dekking van C2000 en ten tweede in de manier waarop we daarmee omgaan in de voorlichting over het gebruik van C2000 aan agenten. Dat zijn ook de twee aspecten waar de inspectie ons op heeft beoordeeld. Laat ik op die twee punten afzonderlijk ingaan.
Eerst de dekking. Het is bekend dat C2000 niet overal dezelfde dekking heeft. Deels heeft dat te maken met de keuzes die bij de invoering zijn gemaakt. Er zijn landelijke gebieden waar de dekking lager is dan in bepaalde stedelijke gebieden. Deels heeft dat ook te maken met storingen. De omvormers van sommige zonnepanelen storen bijvoorbeeld op de radiofrequentie van C2000. Deels heeft het ook te maken met veranderende bouwomstandigheden. U kunt zich voorstellen: als je ergens een flat bouwt naast een zendmast van C2000, ontstaat daarmee een nieuwe blinde vlek. Het is een continu systeem waarbij we in de gaten houden waar de witte vlekken zitten in C2000, waar de storingen zitten en hoe we daar verbeteringen in kunnen aanbrengen. Op dit moment hebben we inderdaad te maken met ongeveer 94 bekende blinde vlekken. Daarvan zijn er afgelopen jaar overigens 19 opgelost. Aan de overige wordt op dit moment gewerkt. Maar is dat van vandaag op morgen opgelost? Nee, zeg ik tegen de heer Aardema, want we hebben hier te maken met lange Europese procedures om zendmasten te kunnen neerzetten. Er zijn wel stappen gezet, onder andere om met provincies veel sneller te kunnen komen tot akkoorden over waar zulke zendmasten worden neergezet en hoe we zo'n witte vlek kunnen oplossen. Ik heb dus goede hoop dat we die witte vlekken in de komende twee jaar voor een groot deel kunnen wegwerken.
Hebben we dan altijd en overal dekking van C2000? Nee. Ik noemde al eerder de verstoringen door bijvoorbeeld zonnepanelen, maar nog meer recentelijk zijn er luchtverfrissers uit de handel genomen. U kent ze wel: het gaat om luchtverfrissers die je in het stopcontact steekt en die dan om de zoveel tijd een geur afgeven. Dat is misschien heel prettig voor in huis, maar het bleek dat ook deze luchtverfrissers een frequentie hebben die op het netwerk van C2000 stoort. Dat zijn dingen die je niet altijd kunt voorzien. Je moet ze wel snel onderkennen en dan oplossen. In dit geval is dat gebeurd, want deze luchtverfrissers kunt u, in ieder geval in Nederland, niet meer kopen.
C2000 is ook nooit bedoeld geweest om binnen gebouwen of huizen dekking te hebben. Die verwachting is er natuurlijk wel. Als je een systeem hebt, wil je eigenlijk dat dat altijd werkt. Maar vanwege de frequentie, de dikte van muren en het feit dat het radiogolven betreft, kan dat niet altijd. Dat is dus bekend, maar dat maakt het af en toe niet minder vervelend. Daarom wordt er gewerkt met alternatieve methodes. Ik noemde al het mobiele netwerk en het gebruik daarvan. Dat heeft een hogere frequentie en daardoor een betere dekking, ook in gebieden waar je binnenshuis zit.
Dat heeft ook zijn nadelen, want hoe werken agenten dan? Zij werken met een press-to-talkapp. Op hun mobiele telefoon kunnen ze met een app verbinding maken met dezelfde meldkamer en op die manier wel contact hebben. Maar ook daar krijgen we klachten over binnen, namelijk dat mensen met twee handen moeten werken op het moment dat ze in een situatie zitten waar ze eigenlijk ten minste een van die twee handen nodig hebben om zich bezig te houden met de situatie waarin ze zich bevinden, zeker als die levensbedreigend is. Daar komt innovatie om de hoek kijken. Daarom kijken we ook hoe we dit soort apps als vervanging van C2000 in situaties waar C2000 nooit dekkend gaat zijn, zo gebruiksvriendelijk mogelijk kunnen maken. Over elke innovatie waar we wat in kunnen betekenen zal ik u natuurlijk informeren. Dat is het wat betreft het eerste deel: de dekkingsgraad van C2000.
Dan het tweede deel: de voorlichting. Dat is namelijk iets anders waar de inspectie op aanslaat. De inspectie vindt dat er door de politie te weinig voortgang wordt gemaakt in het voorlichten over waar C2000 wel of niet werkt, wat dan de alternatieven zijn en wat de werkwijze is op het moment dat je een gebied ingaat waar de C2000-dekking naar verwachting minder is. Ten eerste is daarover gecommuniceerd met alle meldkamers. Meldkamers zijn op de hoogte en hebben een kaart met de dekkingsgebieden. Als zij collega's een gebied in sturen waar minder dekking is, dan sturen zij twee collega's. Je hebt dan in ieder geval hopelijk één iemand die zijn handen vrij heeft. Ze zijn ook op de hoogte van de methodes die er zijn om dan met de meldkamer in contact te komen.
Ten tweede is iedereen bekend met de beperkingen die er überhaupt gelden aan het C2000-systeem. Daarover heeft de Arbeidsinspectie gezegd dat dat echt in de fundamentele opleidingen van de politie moet worden ingebouwd. Iedereen moet in zijn cursus, bijvoorbeeld in de cursus Rijbevoegdheid waar het nu wordt ingevoerd, een module hebben waarin je leert wat je met je systeem wel kunt, wat je niet kunt en hoe je daar in dat geval mee omgaat. Dat begint in december. Inmiddels is het dus geregeld dat deze module in die fundamentele opleidingen wordt meegenomen, maar u kunt zich voorstellen dat er wat tijd overheen gaat voordat je 60.000 politieagenten door alle opleidingen heen hebt. Dat is waar de Arbeidsinspectie onder andere tegen geageerd heeft en waarom ze die dwangsom heeft opgelegd. Ze vinden dat het niet snel genoeg gaat. Om te kijken of we de inspectie milder kunnen stemmen, wil ik ervoor zorgen dat we nog voor het einde van het jaar een inspanning doen naar alle politieagenten om in ieder geval bij die voorlichting in bredere zin aandacht te besteden aan hoe om te gaan met C2000, waar het wel werkt en waar het niet werkt. Dat gebeurt dan niet via de opleiding, maar vanuit de korpsleiding.
De heer Aardema (PVV):
Dank aan de minister voor de antwoorden. Er zitten volgens mij wel hoopgevende antwoorden bij. Maar het zou toch altijd zo moeten zijn dat een politieman onmiddellijk verbinding met de meldkamer krijgt wanneer hij op de noodknop drukt. Dat is dus niet het geval. Het is ook maar de vraag of dat met het mobiele netwerk gaat lukken. Ik hoor ook voorbeelden waarin de vergunningsprocedure bij bijvoorbeeld Natura 2000-gebieden ellenlang duurt. Dan is het maar de vraag wat op dat gebied belangrijker is: het leven van een diender of de natuur in dat gebied. Je moet daar dan natuurlijk een zendmast bij plaatsen. Er moet ook stroom naartoe en dat soort praktische dingen. Misschien kan de minister daar dus nog even op reflecteren.
Minister Van Weel:
Dat zijn twee verschillende dingen. Ten eerste de opmerking dat het met één druk op de knop altijd moet werken. Het zal niet altijd werken. Ik vertelde al dat C2000 vanuit de architectuur van het systeem in bepaalde omstandigheden nooit bedoeld is om te werken, bijvoorbeeld binnen gebouwen. Daar moet je dan dus alternatieven voor hebben. Je moet zorgen dat collega's met z'n tweeën zijn en dat ze zich bewust zijn van de alternatieven.
Wat betreft de witte vlekken vertelde ik al dat we daar druk mee bezig zijn. Onlangs hebben we er met de provincies ook overeenstemming over bereikt om die vergunningsprocedures, bijvoorbeeld bij Natura 2000-gebieden, sneller te kunnen doorlopen. Maar dan nog is het niet zo van: we zien vandaag een witte vlek en we plaatsen morgen een mast. We hebben op dat punt Europese procedures te doorlopen en die kosten tijd, maar we zijn er, zoals ik zei, druk mee bezig.
De voorzitter:
Dan geef ik het woord graag aan mevrouw Helder van de fractie van BBB.
Mevrouw Helder (BBB):
De tekst van de minister is precies dezelfde als die van zijn voorganger en van de voorganger van zijn voorganger. Toen heb ik ook al gezegd dat de overheid eigenlijk faciliteert dat C2000 niet werkt, want we geven vergunningen voor bouwen en zonnepanelen; daar krijgt men zelfs subsidie voor. Dat zegt de minister nu ook: overal waar bijgebouwd wordt, ontstaat een nieuwe dip. Dat probleem is dus blijvend. Maar wat kreeg ik in het laatste commissiedebat als antwoord op mijn vraag hierover? Er is een projectgroep die dit nu blijvend oppakt. Kan de minister erkennen dat dat volstrekt niet voldoende is? Want we blijven bouwen.
Minister Van Weel:
Ja. Via u, voorzitter, zeg ik tegen mevrouw Helder dat we in deze kabinetsperiode hopelijk een heleboel gaan bouwen, want dat is een van de prioriteiten die we hebben gesteld. Ik weet dat ik een collega van VRO heb die daar zeer gemotiveerd voor is. Daarvoor hebben we een blijvende projectgroep, omdat de omgeving continu verandert. Maar dat geldt niet alleen voor de omgeving. Er komt ook nieuwe apparatuur die weer storing kan veroorzaken. Projectgroepen an sich lossen niks op, maar het feit dat mensen continu bij elkaar zitten om te kijken of we nieuwe witte vlekken en nieuwe problemen hebben en hoe we die oplossen, is volgens mij wel een verbetering.
Mevrouw Helder (BBB):
Dan de techniek. De minister twitterde nog geen etmaal geleden: de politie werkt aan allerlei technologieën die in gevaarlijke situaties ingezet kunnen worden. Dat ging over tools om de slagkracht te verbeteren. Maar kan er nou ook niet gewerkt worden aan iets wat dit al heel bekende en zeer urgente probleem kan verhelpen?
Minister Van Weel:
Zeker. Er wordt gewerkt aan het opvolgingssysteem van C2000. De vraag is welke technologieën we daarbij gaan gebruiken. Geen we gebruikmaken van 6G-technologie of van satelliettechnologie? Er zijn allerlei innovatieve oplossingen waarmee we ook in een nieuw systeem ten eerste de gebruiksvriendelijkheid kunnen verbeteren en ten tweede het mogelijk kunnen maken dat je niet alleen met elkaar kunt praten, maar dat je ook data als foto's en video's live kunt streamen. Daardoor kunnen collega's een beter beeld hebben van de situatie waarin ze terechtkomen. Ten derde krijgt het hopelijk een betere dekking in gebieden waar dat nu nog niet mogelijk is. Daar zijn echt wel hoopgevende voorbeelden van te zien. De Franse autoriteiten hebben tijdens de Olympische Spelen gebruikgemaakt van een combinatie van bijvoorbeeld drones, satellietcommunicatie en mobiele palen om een netwerk op te zetten dat heel veel meer mogelijkheden bood dan C2000 nu heeft. Dat zijn alle dingen waarnaar we aan het kijken zijn om zo snel mogelijk te kunnen komen tot de aanbesteding van een nieuw systeem. Maar tot die tijd moeten we het wel doen met C2000.
De heer Van Nispen (SP):
Ik voelde zelf wat ongemak toen ik de minister hoorde zeggen dat we dit probleem niet van vandaag op morgen hebben opgelost. Nee, maar dat vroeg ook niemand. Het punt is dat dit probleem al jaren speelt. Mevrouw Helder zei bewust en terecht dat ook de voorganger van deze minister hiermee bezig was, en de voorganger van de voorganger en volgens mij zelfs daar weer de voorganger van. Het is een probleem van jaren dat wij agenten met slecht werkende, haperende apparatuur naar levensgevaarlijke situaties sturen. Dat levert enorme risico's op. Dat kunnen we gewoon niet langer meer maken. Heeft deze minister nou het idee dat alles op alles wordt gezet om C2000 beter te laten werken? Kennelijk vindt de Arbeidsinspectie het onvoldoende. Kan de minister erkennen dat het echt nog veel beter moet?
Minister Van Weel:
Dat signaal van de Arbeidsinspectie neem ik serieus. Daarom zei ik ook dat ik wil kijken of we nog een stap kunnen zetten op het punt waarvan de Arbeidsinspectie vindt dat we te langzaam gaan, namelijk de voorlichting en het ervoor zorgen dat mensen weten waar zij aan toe zijn. Dat staat los van de structurele stappen om dat te verwerken in de oplossing. Ik besef dat het een aantal jaar duurt voordat iedereen door die molen heen is geweest. Ik ga op dat punt een extra inspanning plegen. Als het gaat om het bijplaatsen van palen waardoor we de dekkingsgraad verbeteren, heb ik het idee dat we nu doen wat we kunnen met de projectgroep en het versnellen van de vergunningen. Maar dan nog duurt het gemiddeld een jaar voordat je tussen het identificeren en het plaatsen van een mast alle procedures hebt doorlopen. Dat kan ik, vrees ik, niet heel veel versnellen.
De heer Van Nispen (SP):
Dank. Maar nogmaals, het was niet deze minister die sinds zijn aantreden hiervoor verantwoordelijk is. Het gaat al jaren zo. De vraag blijft een beetje waarom het nu zover moet komen dat het tot een procedure moet komen en de Arbeidsinspectie een dwangsom moet eisen, die ook is toegekend, waardoor er betaald moet gaan worden. Eigenlijk is het heel raar dat de ene overheid aan de andere moet betalen. Toch is het goed dat het gebeurt, want zo worden deze minister en de politieorganisatie gedwongen om de veiligheidssituatie van al die agenten die dagelijks voor onze veiligheid staan, te verbeteren. Maar had dat geld nou niet beter gebruikt kunnen worden om het systeem eerder te verbeteren? Had het nou wel zover moeten komen, vraag ik de minister eerlijk.
Minister Van Weel:
Voorop staat natuurlijk de veiligheid van onze agenten. Ik denk niet dat er iemand in de organisatie ooit ongemotiveerd is geweest om dit systeem zo goed mogelijk werkend te maken. Geld is daarbij ook nooit een belemmering geweest. We hebben wel onbekendheid gezien met de beperkingen die elk systeem nu eenmaal in zich heeft. Daar moeten we aan werken. Daarvoor zet ik nu een stapje extra. Helpt druk van de inspectie daarbij? Absoluut. Dat houdt ons allemaal scherp. Ik hoop dat we niet tot betaling van de dwangsom over hoeven te gaan, want dat gaat pas spelen vanaf februari volgend jaar, namelijk als de inspectie op dat moment niet blij is met de voortgang die we hebben geboekt. Ik probeer dat te voorkomen. Wat betreft de dekkingsgraad doen we dat zo snel als we kunnen en op zo veel mogelijk plekken als we kunnen.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Ik voel het ongemak van mijn collega's ten aanzien van de antwoorden van de minister. We hebben deze antwoorden ook keer op keer van zijn voorganger gehoord en er is telkens beterschap beloofd. Het gaat hier wel om de veiligheid van onze politieagenten. Wat er nu gebeurt is onacceptabel. De dwangsom kan tot maximaal 1 miljoen oplopen. Dat geld had je inderdaad ook anders kunnen bestemmen.
Mijn vraag gaat concreet over de dekkingsgraad. Ik weet dat we in het verleden de zogenaamde DIPP in het leven hebben geroepen om een prioritering aan te geven voor de dekkingsissues die er zijn. Mag ik, ook vanwege de dwangsommen die worden opgelegd, de conclusie trekken dat deze zogenaamde DIPP-procedure om prioritering aan te brengen op deze issues, en de aanpak daarvan, gewoon niet werkt? Wat doet de minister daartegen?
Minister Van Weel:
Nee, die conclusie mag u daar niet aan verbinden. De DIPP werkt. Tot 2024 zijn er via dit proces 31 prioriteitsgebieden aangewezen. Daarvan zijn er 19 al opgelost. Dat is dus meer dan de helft. Daardoor hebben we wel meer prioritaire gebieden toegewezen aan de DIPP. Daarom noemde ik het totaalgetal van 94, waarvan er nu 19 zijn opgelost. Het helpt dus, want het brengt focus aan en het laat ons de meeste effort steken in de gebieden waar dat het meeste nodig is. Dan nog, zeg ik maar weer opnieuw, hebben we niet van vandaag op morgen al die 65 DIPP-plekken opgelost.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Maar dan nog kan deze minister de veiligheid van agenten daarmee dus niet garanderen. Als dit nog een jaar of twee jaar gaat duren, dan duurt het mij te lang. Dat geldt overigens ook voor de nieuwe plannen en de opvolger van C2000. AcICT heeft daarover gezegd dat het gedoemd is te mislukken. Mijn laatste vraag is waarom de minister de adviezen van de AcICT alsnog niet opvolgt en dus niet eerst gaat investeren in een stevig fundament voor het toekomstige communicatiesysteem en de kwaliteit van het huidige systeem, want dat mis ik echt.
Minister Van Weel:
De veiligheid van agenten hangt niet alleen maar af van een communicatiesysteem als C2000. Dat is waarom we werken met alternatieven, zoals een push-to-talksysteem waarbij het mobiele netwerk kan worden gebruikt. Zoals we weten is dat systeem inmiddels in heel Nederland dekkend, met een hoge mate van betrouwbaarheid. We zorgen er dus voor dat er een alternatief is, ook als C2000 nu nog niet werkt of überhaupt niet bruikbaar is. Waar dat gebruiksvriendelijker kan door te innoveren, zullen we dat doen. Daar blijven we mee bezig. Waar het gaat om de opvolger: daar ben ik zelf zeer mee begaan. U weet dat ik, in ieder geval in mijn meest recente functie, een geschiedenis heb met betrekking tot innovatie, communicatie en ICT. Ik bemoei me daar dus stevig tegenaan om ervoor te zorgen dat de opvolger van C2000 echt state-of-the-art is en het beste is dat we onze agenten kunnen bieden.
De heer Flach (SGP):
Ik zit met het begrip "dwangsom". Een dwangsom leg je op aan iemand die eigenlijk niet wil, om hem te bewegen in de gewenste richting. In eerste instantie was ik gerustgesteld door het antwoord van de minister, die zei dat er niemand ongemotiveerd is om dit op te lossen. Even later zei hij erachteraan dat de dwangsommen van de Arbeidsinspectie daar ook bij helpen en dat die ons allemaal scherp houden. Wat is het nu? Kan de minister bevestigen dat de dwangsommen eigenlijk volstrekt overbodig en dus ondoelmatig zijn, omdat de motivatie om dit op te lossen zo hoog is dat deze, welke boete je ook oplegt, geen enkele versnelling teweegbrengen?
Minister Van Weel:
Ik zei niet dat de dwangsommen an sich helpen; ik zei dat druk van buitenaf helpt, ook als die wordt uitgeoefend door een inspectie. Een onafhankelijke blik op hoe wij ons werk doen, helpt ons natuurlijk om dat werk nog beter te doen. Ik hoop die dwangsommen te kunnen voorkomen. Daarbij ga ik kijken waar ik wel kan versnellen. Dat kan ik dus niet noodzakelijkerwijs doen in plaats van extra zendmasten, want daar hebben we een procedure voor, zoals ik al vertelde. Dat neemt tijd in beslag. Mogelijk kan ik dat wel doen door tussentijdse voorlichting te geven in aanvulling op de opleidingen die komen. Ik hoop dat dat in ieder geval de agenten helpt. Daarmee heeft de inspectie ons inderdaad wel aangespoord om het uiterste te doen dat we nog kunnen verzinnen om toch iets meer te doen.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Iedereen hier is het erover eens dat we er alles aan moeten doen om C2000 werkend te krijgen, omdat het een cruciale communicatielijn is tussen politie en hulpverleners. Gelukkig bevestigt de minister dat ook. De minister noemt de zendmasten, het gebruik daarvan en de voorlichting over het gebruik daarvan. Maar ik hoor hem niet over een andere dreiging, namelijk de dreiging die zit in de infrastructuur. Een paar maanden geleden hadden we een probleem met het zeer beveiligde netwerk van Defensie hier in Den Haag, NAFIN genaamd. Daar had ook C2000 last van. Er komen steeds meer digitale dreigingen en aanvallen. Ook dat is een element waarvan ik aan de minister zou willen vragen hoe we dat ondervangen. Dat is namelijk juist bijna een easy, een makkelijk doelwit om ervoor te zorgen dat onze politie en hulpverleners uitgeschakeld zijn omdat ze niet meer met elkaar kunnen communiceren. Wat is de inzet van het kabinet op deze kant van de risico's?
Minister Van Weel:
Dank voor die vraag. Mevrouw Michon heeft gelijk: het aantal cyberdreigingen is heel hoog. En als er geen cyberdreigingen zijn, kunnen er alsnog netwerken uitvallen door de verkeerde toepassing van protocollen of anderszins. Het NAFIN-netwerk van Defensie is een voorbeeld van dat laatste. Er zijn geen aanwijzingen dat er sprake was van een aanval. Je moet zorgen voor een zo hoog mogelijke weerbaarheid tegen aanvallen, maar ook voor redundantie in systemen op het moment dat je aangevallen wordt. Op dat punt is het incident met het NAFIN-netwerk wel weer interessant, omdat daarbij de meldkamers uitvielen en de C2000-applicatie dus uitviel. Maar er is wel een back-upsysteem waar gebruik van is gemaakt, waardoor iedereen gewoon 112 heeft kunnen bereiken gedurende die storing, de politie gewoon op pad kon worden gestuurd en er gewoon contact was met de eenheden. Ik denk dat we als overheid, maar ook als bedrijfsleven en als burgers, ter harte moeten nemen dat geen enkel netwerk 100% van de tijd gegarandeerd altijd beschikbaar is. Dat staat los van het gegeven dat je je best moet doen om dat zo veilig en robuust mogelijk te maken. C2000 is daar een voorbeeld van, want dat heeft gewoon zijn eigen netwerk. Dat berust niet op een commercieel systeem. Dat is gewoon ons netwerk waarmee we verbinding hebben. Maar ook dat kan uitvallen, en dan moet je een back-upplan hebben.
Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Overigens hoorde ik vanuit de politie dat er wel degelijk problemen zijn geweest om via C2000 met elkaar te communiceren. Ik zou dat een goede aanleiding vinden om dat nog eens te evalueren en te kijken hoe in de toekomst het handelingsperspectief kan worden verbeterd.
Mijn tweede vraag in dit kader gaat over partners van de politie. We zeggen steeds dat de politiecapaciteit onder druk staat. De politie werkt samen met handhavers en de groene boa's, de handhavers in de buitengebieden. Ook daar zie je dat er over en weer behoefte is om elkaar beter te vinden en sneller met elkaar te communiceren, vooral waar zo'n handhaver midden in de nacht in een natuurgebied loopt, ook vaak alleen. Is de minister bereid om met de politie en handhavers samen te kijken hoe die communicatie kan worden verbeterd, al dan niet via C2000? Laten we ervoor zorgen dat iedereen die bijdraagt aan een veilig Nederland dat zelf op een veilige manier kan doen. Wat de handhavers betreft, valt er hier en daar nog wat te wensen.
Minister Van Weel:
Ik ben zeker bereid om daarnaar te kijken. Zoals mevrouw Michon zegt, hoeft dat niet met C2000 te zijn. Maar mensen moeten elkaar wel kunnen vinden, zeker als ze in hetzelfde domein actief zijn.
De heer Six Dijkstra (NSC):
De Arbeidsinspectie heeft deze dwangsom opgelegd in de veronderstelling dat er nu te weinig wordt gedaan om echt voortgang te maken op het C2000-dossier. De minister heeft het probleem ook ontleed in twee factoren, enerzijds de dekking en anderzijds de voorlichting. Hij heeft vrij duidelijk aangegeven waar hij nog stappen wil zetten op het gebied van voorlichting. Hij wil zo dingen versnellen, voordat er overgegaan wordt tot dwangsom op dwangsom. Maar ziet hij nog kansen om op het punt van dekking verdere voortgang te maken, zodat we in elk geval gerustgesteld zijn dat problemen wel tijdig bijgestuurd worden?
Minister Van Weel:
Op het gebied van dekking heb ik een aantal zaken aangestipt. Een daarvan is dat we aan de slag gaan met de DIPP-gebieden. Daar hebben we er dus dit jaar 65 aan toegevoegd en die geven we prioriteit in de oplossing. We borduren daarmee voort op de 31 die we hadden, waarvan we er 19 hebben opgelost. Er komen er nu 65 bij. Dus die molen draait, maar die heeft zijn eigen snelheid. De tweede is het oplossen van die storingen — dat zei ik eerder al — of die nou door zonnepanelen of door luchtverfrissers komen. Er komen continu nieuwe apparaten bij in ons leven. Waar die storen met het TETRA-netwerk, zullen we dat oppakken en oplossen. Het derde wat ik daaraan kan doen, is het verbeteren van die back-upapplicatie, die mobiele app op de telefoon. Ik zei al dat op dit moment agenten met twee handen daaraan moeten zitten. Dat is op het moment dat je in een levensbedreigende situatie zit, natuurlijk niet wat je wil doen. Als we dat makkelijker kunnen maken door deze met één toets beschikbaar te maken, dan zullen we dat soort innovaties meteen doorvoeren.
De heer Six Dijkstra (NSC):
Helder antwoord, maar de inspectie heeft dit natuurlijk vrij recentelijk opgelegd. Veel van de dingen die de minister beschrijft, zijn al enige tijd in gang gezet. Wat gaat er nu precies veranderen vanaf het moment dat die dwangsom er is? Want dat was blijkbaar niet voldoende voor de inspectie om ze gerust te stellen. Gaat er nog een intensivering op het gebied van dekking plaatsvinden in de oplossingen die de minister aandraagt?
Minister Van Weel:
Zoals ik al zei, zit voor de inspectie, zoals wij nu weten, het voornaamste punt waar zij vindt dat meer snelheid in moet aan die voorlichtingskant. Daarover heb ik gezegd dat ik een versnelling ga doorvoeren. Ik zie niet heel veel mogelijkheden aan de dekkingskant, maar we blijven in gesprek met de inspectie. Als zij mogelijkheden ziet waar ik die niet zie, sta ik daar altijd voor open. Maar technisch gezien is dit wat we op dit moment kunnen doen.
De voorzitter:
Prima. Hartelijk dank aan de minister. Tot zover het vragenuurtje.
De vergadering wordt van 14.28 uur tot 15.03 uur geschorst.
Watersnood in Spanje
Watersnood in Spanje
Aan de orde is een moment van stilstaan bij de watersnood in Spanje.
De voorzitter:
Ik heet de ambassadeur van Spanje, mevrouw Consuelo Femenía Guardiola, van harte welkom. Ik verzoek iedereen in de zaal en op de publieke tribune om, voor zover dat mogelijk is, te gaan staan.
Vorige week werd een deel van Spanje zwaar getroffen door een natuurramp. Een enorme storm trok over de provincie Valencia en liet een spoor van verwoesting achter. We zagen hartverscheurende beelden van mensen die hun familie en vrienden zijn verloren. Veel huizen en gebouwen zijn totaal verwoest door de hevige regenbuien en krachtige modderstromen. Delen van de provincie Valencia zijn onbereikbaar en staan onder water. Bruggen zijn ingestort en wegen zijn onbegaanbaar. Mensen verkeerden in totale paniek, overvallen door het geweld van deze storm. Een groot aantal heeft het niet overleefd. Met man en macht wordt er door de hulpdiensten gezocht naar slachtoffers en overlevenden die vast zijn komen te zitten onder het puin.
Namens de Tweede Kamer heb ik het Spaanse parlement gecondoleerd. Wij leven mee met de bevolking van Spanje. In gedachten zijn wij bij hen. Onze gedachten gaan uit naar de slachtoffers, alle nabestaanden, de gewonden en de mensen die nog steeds worden vermist en waar op dit moment nog naarstig naar wordt gezocht.
Ik verzoek u allen om een moment van stilte te betrachten.
(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)
De voorzitter:
Dank u wel. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, teneinde u in de gelegenheid te stellen de ambassadeur van Spanje te condoleren. Dat kan in het Ledenrestaurant.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat het volgende lid zich heeft afgemeld:
Dobbe, voor de gehele week.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Regeling van werkzaamheden (stemmingen)
Regeling van werkzaamheden (stemmingen)
Regeling van werkzaamheden (stemmingen)
De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan mevrouw Mutluer van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het woord is aan haar.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Bij agendapunt 4, de stemmingen over moties ingediend bij het tweeminutendebat Zeden en (on)veiligheid van vrouwen, zou ik graag de motie op stuk nr. 897 willen aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Mutluer stel ik voor haar motie (29279, nr. 897) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik ook graag het woord aan de heer Ceder. Wil de heer Krul ook alvast deze kant op komen?
De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Bij agendapunt 7, de stemmingen over moties ingediend bij de behandeling van de begrotingen van Koninkrijksrelaties en BES-fonds voor 2025, wil ik graag mijn motie op stuk nr. 21 aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Ceder stel ik voor zijn motie (36600-IV, nr. 21) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Onder agendapunt 4, de stemmingen over moties ingediend bij het tweeminutendebat Zeden en (on)veiligheid van vrouwen, zou ik graag de motie op stuk nr. 894 aanhouden.
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Krul stel ik voor zijn motie (29279, nr. 894) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Dat is bij dezen dan allemaal gebeurd. We gaan stemmen.
Stemmingen
Stemmingen
Stemmingen moties Gevangeniswezen en tbs
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Gevangeniswezen en tbs,
te weten:
- de motie-Van Nispen/Lahlah over stoppen met het verkennen van de optie om celcapaciteit in een ander land te huren (24587, nr. 978);
- de motie-Van Nispen/Lahlah over afzien van de nullijn voor in ieder geval de Dienst Justitiële Inrichtingen (24587, nr. 979);
- de motie-Van Nispen/Lahlah over afzien van het plan om het gebruik van meerpersoonscellen te intensiveren (24587, nr. 980);
- de motie-Van Nispen c.s. over in relatie tot de huisvesting van de huidige bewoners geen onomkeerbare stappen zetten wat betreft het gebruik van Veldzicht voor de plaatsing van tbs'ers (24587, nr. 981);
- de motie-Eerdmans over het idee van detentievakantie snel laten varen (24587, nr. 982);
- de motie-Eerdmans over garanderen dat het Britse voorbeeld van vroegtijdige vrijlating van gevangenen vanwege overvolle gevangenissen niet gevolgd zal worden (24587, nr. 983);
- de motie-Eerdmans over slachtoffers en nabestaanden van zware gewelds- en zedenmisdrijven inzage geven in de rapporten van het Pieter Baan Centrum over hun zaak (24587, nr. 984);
- de motie-Helder over stoppen met vervroegde vrijlatingen in combinatie met elektronisch toezicht (24587, nr. 985);
- de motie-Helder over uitspreken dat elektronische detentie niet zal dienen als een (zelfstandige) (hoofd)straf (24587, nr. 986);
- de motie-Krul/Boswijk over met DJI en jji's in gesprek gaan om te komen tot structurele oplossingen voor de tekorten in de jeugdgevangenissen (24587, nr. 987);
- de motie-Ellian over verscherpte controles en aanvullende maatregelen ten aanzien van telefoons in penitentiaire inrichtingen (24587, nr. 989);
- de motie-Emiel van Dijk over onderzoeken hoe gevangenisuniformen kunnen worden geïntroduceerd in Nederlandse gevangenissen (24587, nr. 991);
- de motie-Emiel van Dijk over inventariseren hoe gevangenissen de beschikking kunnen krijgen over meerdere speurhonden voor regelmatige controle op contrabande (24587, nr. 992).
(Zie vergadering van 23 oktober 2024.)
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Ellian stel ik voor zijn motie (24587, nr. 990) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie-Van Nispen c.s. (24587, nr. 981) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering van plan is Veldzicht opnieuw in gebruik te nemen voor tbs'ers, maar dat dit ten koste gaat van de plaatsen die op dit moment nog hard nodig zijn voor ongedocumenteerden en COA-bewoners met ernstige psychische problemen;
overwegende dat als er geen vervangend onderkomen geregeld is voor deze mensen, zij op straat komen en dat dit gevaar op zal leveren voor de samenleving;
verzoekt de regering ten aanzien van de huidige doelgroep in Veldzicht geen onomkeerbare stappen te zetten en eerst met voorstellen te komen om te voorkomen dat ongedocumenteerden en COA-bewoners met psychische problemen op straat komen te staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. ??, was nr. 981 (24587).
Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.
Een stemverklaring van de heer Van Nispen van de fractie van de SP. Het woord is aan hem.
De heer Van Nispen (SP):
Het grote tekort aan celcapaciteit is ons een doorn in het oog. Wie straf krijgt van de rechter, moet die ook uitzitten. Wij zijn niet voor het heenzenden en op vrije voeten stellen van gevangenen omdat de gevangenissen te vol zijn. Daarom stemmen we voor de motie op stuk nr. 983 van de heer Eerdmans. Tegelijkertijd is de nood wel heel hoog. Allerlei onmenselijke voorstellen circuleren nu: het huren van cellen in Estland, een verdere versobering of nog meer meerpersoonscellen met toenemende onveiligheid voor het gevangenispersoneel als gevolg. Dat laatste is voor ons echt onacceptabel. We zijn in principe ook niet voor capaciteitsverlof, detentievakantie, maar willen dit nu niet onmogelijk maken als noodmaatregel, mits zorgvuldig uitgevoerd aan het eind van de straf en uiteraard stevig gecontroleerd. Daarom stemmen we tegen de motie op stuk nr. 982 van de heer Eerdmans en tegen de motie op stuk nr. 985 van mevrouw Helder. Nogmaals, dat is niet omdat we hier groot voorstander van zijn, maar omdat de alternatieven nog slechter zijn, met name voor het gevangenispersoneel waar al zolang zo veel te veel van wordt gevraagd.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Bruyning.
Mevrouw Bruyning (NSC):
Dank, voorzitter. Namens de fractie van Nieuw Sociaal Contract wil ik graag een stemverklaring afleggen over de volgende moties: de motie op stuk nr. 982 en de motie op stuk nr. 985. Mijn fractie zal tegen beide moties stemmen. De fractie van Nieuw Sociaal Contract is tegen het capaciteitsverlof en heeft tijdens het tweeminutendebat met collega-Kamerleden een motie ingediend om het capaciteitsverlof te beëindigen. Deze motie is vervolgens aangehouden, zodat de staatssecretaris voor de voortgangsbrief in december 2024 het capaciteitsverlof kan afbouwen en met alternatieven kan komen. Aangezien de capaciteitsproblemen groot zijn, gunt de fractie van Nieuw Sociaal Contract de staatssecretaris deze tijd.
Dank u wel.
In stemming komt de motie-Van Nispen/Lahlah (24587, nr. 978).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Nispen/Lahlah (24587, nr. 979).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Van Nispen/Lahlah (24587, nr. 980).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Van Nispen c.s. (24587, nr. ??, was nr. 981).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Eerdmans (24587, nr. 982).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.
Dan doen we 'm nog een keer.
In stemming komt de motie-Eerdmans (24587, nr. 982).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.
We moeten het hoofdelijk doen.
In stemming komt de motie-Eerdmans (24587, nr. 982).
Vóór stemmen de leden: Smitskam, Stoffer, Thiadens, Tielen, Uppelschoten, Valize, Van der Velde, Veltman, Vermeer, Vlottes, Vondeling, De Vree, Aukje de Vries, Van der Wal, Wijen-Nass, Wilders, Yeşilgöz-Zegerius, Van Zanten, Aardema, Aartsen, Becker, Bevers, Blaauw, Boon, Van den Born, Martin Bosma, Boutkan, Buijsse, Van der Burg, Van Campen, Claassen, Crijns, Deen, Tony van Dijck, Diederik van Dijk, Emiel van Dijk, Dral, Eerdmans, Van Eijk, Ellian, Esser, Faddegon, Flach, Peter de Groot, Van Haasen, Helder, Heutink, Van den Hil, Van der Hoeff, Van Houwelingen, Léon de Jong, Kamminga, Kisteman, Kops, De Kort, Markuszower, Martens-America, Van Meetelen, Meulenkamp, Michon-Derkzen, Mooiman, Edgar Mulder, Nijhof-Leeuw, Pierik, Van der Plas, Pool, Rajkowski, Ram, Rep, Rikkers-Oosterkamp en De Roon.
Tegen stemmen de leden: Sneller, Soepboer, Stultiens, Teunissen, Thijssen, Timmermans, Tseggai, Vedder, Vijlbrief, Van Vroonhoven, Welzijn, Van der Werf, Westerveld, White, Wingelaar, Zeedijk, Van Baarle, Bamenga, Beckerman, Bikker, Bontenbal, Boomsma, Boswijk, Bromet, Bruyning, Bushoff, Ceder, Chakor, Dassen, Dijk, Inge van Dijk, Olger van Dijk, El Abassi, Ergin, Gabriëls, Grinwis, Heite, Hertzberger, Hirsch, Holman, Daniëlle Jansen, Jetten, Joseph, Kahraman, Kathmann, Van Kent, Klaver, Koekkoek, Kostić, Kröger, Krul, Lahlah, Van der Lee, Maatoug, Mohandis, Mutluer, Van Nispen, Nordkamp, Van Oostenbruggen, Ouwehand, Palmen, Paternotte, Patijn, Paulusma, Pijpelink, Piri, Podt, Rooderkerk, Saris, Six Dijkstra en Slagt-Tichelman.
De voorzitter:
Ik constateer dat 71 leden voor deze motie hebben gestemd en 71 ertegen, zodat de stemmen staken.
Nou, daar zijn we niet echt veel mee opgeschoten. We gaan het dus nog een keer proberen in een volgende vergadering. Dat is waarschijnlijk aanstaande dinsdag. Dan hebben we tijdens het weekend iets om naar uit te kijken.
In stemming komt de motie-Eerdmans (24587, nr. 983).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, NSC, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Eerdmans (24587, nr. 984).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, de SGP, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.
Dan gaan we hoofdelijk stemmen. Maar de heer Eerdmans gaat aan deze spanning een einde maken.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, ik denk dat ik volgende week meer kans heb.
De voorzitter:
Dan doen we het volgende week nog een keer.
Op verzoek van de heer Eerdmans stel ik voor zijn motie (24587, nr. 984) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt de motie-Helder (24587, nr. 985).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat de uitslag bij handopsteken niet kan worden vastgesteld.
Nou, mevrouw Helder?
Mevrouw Helder (BBB):
Dan houd ik de motie toch maar aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Helder stel ik voor haar motie (24587, nr. 985) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt de motie-Helder (24587, nr. 986).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Krul/Boswijk (24587, nr. 987).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Ellian (24587, nr. 989).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Emiel van Dijk (24587, nr. 991).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de VVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Emiel van Dijk (24587, nr. 992).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
Stemmingen Zeden en (on)veiligheid van vrouwen
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Zeden en (on)veiligheid van vrouwen,
te weten:
- de motie-Van der Werf over uitwerken hoe het herkennen van en effectief handelen op rode vlaggen bij femicide beter in de opleiding van relevante beroepen terecht kan komen (29279, nr. 889);
- de motie-Van der Werf/Becker over expertise op het terrein van femicide landelijk samenbrengen ter ondersteuning van een laagdrempelige 24/7-hulplijn (29279, nr. 890);
- de motie-Van Nispen c.s. over onderzoeken welke gevolgen de budgetverlaging voor gemeenten heeft op de vrouwenopvang (29279, nr. 891);
- de motie-Van Nispen c.s. over één duidelijk loket voor mensen die slachtoffer zijn van ernstige privacyschendingen op het internet (29279, nr. 892);
- de motie-Van Nispen/Mutluer over het verbeteren van de handhaving op contactverboden bij stalking (29279, nr. 893);
- de motie-Mutluer over in beeld brengen welke structurele verbeteringen en uitbreidingen noodzakelijk zijn bij Veilig Thuis en vrouwenopvangplekken (29279, nr. 895);
- de motie-Mutluer over het slachtofferdevice landelijk uitrollen en standaard maken bij stalkingzaken (29279, nr. 896).
(Zie vergadering van 23 oktober 2024.)
In stemming komt de motie-Van der Werf (29279, nr. 889).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van der Werf/Becker (29279, nr. 890).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Nispen c.s. (29279, nr. 891).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Nispen c.s. (29279, nr. 892).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, het CDA, de VVD, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Nispen/Mutluer (29279, nr. 893).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Mutluer (29279, nr. 895).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Mutluer (29279, nr. 896).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
Stemming brief Instellen van een tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing
Aan de orde is de stemming over de brief van het Presidium over het instellen van een tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing (36642, nr. 1).
De voorzitter:
Ik stel voor conform het voorstel van het Presidium te besluiten en in te stemmen met het instellen van een tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing voor de duur van deze parlementaire periode.
Daartoe wordt besloten.
Stemming brief Adviesaanvraag aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) inzake mogelijke EU-hervormingen
Aan de orde is de stemming over de brief van het Presidium over een adviesaanvraag aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) inzake mogelijke EU-hervormingen.
De voorzitter:
Ik stel voor conform het voorstel van het Presidium te besluiten.
Daartoe wordt besloten.
Stemmingen moties Begrotingen Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2025
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025,
te weten:
- de motie-White c.s. over een plan van aanpak met tijdlijn om de aanbevelingen van de commissie-Thodé uit te voeren (36600-IV, nr. 11);
- de motie-White c.s. over inventariseren wat er nodig is om tot een ov-netwerk in Caribisch Nederland te komen (36600-IV, nr. 12);
- de motie-White c.s. over de concrete gevolgen van de bezuinigingen voor Caribisch Nederland op korte termijn in kaart brengen (36600-IV, nr. 13);
- de motie-White c.s. over een plan van aanpak om het onderwijs en de voor- en naschoolse opvang in Caribisch Nederland te verbeteren (36600-IV, nr. 14);
- de motie-Bamenga c.s. over het oprichten van een Economisch Groeiplatform Carib om de economie en de innovatie in Caribisch Nederland te stimuleren (36600-IV, nr. 15);
- de motie-Bamenga/White over middelen tot maximaal 50 miljoen die vrijvallen na de definitieve toekenning van de projecten uit het Nationaal Groeifonds, behouden voor de eilanden (36600-IV, nr. 16);
- de motie-Bamenga c.s. over een jaarlijkse voortgangsrapportageover de vervolgstappen na de commissie-Thodé en een vierjaarlijks onderzoek naar het sociaal minimum in Caribisch Nederland (36600-IV, nr. 17);
- de motie-Bruyning c.s. over voor het Interparlementair Koninkrijksoverleg in juni 2025 samen met de stakeholders komen met een reactie op het rapport van de Raad van State over 70 jaar Statuut van het Koninkrijk (36600-IV, nr. 18);
- de motie-Bruyning c.s. over onderzoeken hoe interdepartementale begrote rijksuitgaven aan Caribisch Nederland inzichtelijker kunnen worden gemaakt (36600-IV, nr. 19);
- de motie-Van Nispen c.s. over in samenspraak met het bestuurscollege en de gezaghebber toewerken naar regulering van de migratie naar Bonaire (36600-IV, nr. 20);
- de motie-Ceder c.s. over een strategie ontwikkelen om de groeiende Chinese invloed op de CAS-landen te mitigeren en daarover jaarlijks de Kamer rapporteren (36600-IV, nr. 22).
(Zie vergadering van 23 oktober 2024.)
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Bamenga stel ik voor zijn motie (36600-IV, nr. 15) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt de motie-White c.s. (36600-IV, nr. 11).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-White c.s. (36600-IV, nr. 12).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-White c.s. (36600-IV, nr. 13).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-White c.s. (36600-IV, nr. 14).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bamenga/White (36600-IV, nr. 16).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Bamenga c.s. (36600-IV, nr. 17).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bruyning c.s. (36600-IV, nr. 18).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bruyning c.s. (36600-IV, nr. 19).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Van Nispen c.s. (36600-IV, nr. 20).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Ceder c.s. (36600-IV, nr. 22).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.
Stemmingen moties Begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025,
te weten:
- de motie-De Hoop c.s. over de winstbelasting voor woningcorporaties afschaffen en woningcorporaties uitzonderen van de ATAD (36600-XXII, nr. 19);
- de motie-De Hoop/Beckerman over verplichte herhuisvesting na een uithuiszetting (36600-XXII, nr. 20);
- de motie-De Hoop over de stijging van de sociale huur vastzetten op cao-lonen min 0,5% of inflatie min 0,5% (36600-XXII, nr. 21);
- de motie-De Hoop c.s. over een gesprek met de NPLV-gemeenten om 50% van de vrijkomende woningen in NPLV-gebieden toe te wijzen aan mensen met een maatschappelijk beroep (36600-XXII, nr. 22);
- de motie-Gabriëls c.s. over voor de Voorjaarsnota een plan voorleggen om de Nationale Grondbank effectief in te zetten voor actieve grondpolitiek (36600-XXII, nr. 23);
- de motie-Gabriëls over de oplossingsrichtingen uit het adviesrapport "Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat" meenemen in de Nota Ruimte (36600-XXII, nr. 24);
- de motie-Mooiman over een oproep aan gemeenten om geen bovenwettenlijke eisen op te leggen aan nieuwbouwwoningen (36600-XXII, nr. 25);
- de motie-Mooiman c.s. over een blijvende actieve inzet om woningbouw op de locatie Bleizo-West op korte termijn mogelijk te maken (36600-XXII, nr. 26);
- de motie-Vijlbrief c.s. over de oprichting van gemeentelijke raden van woningzoekenden en een nationale raad van woningzoekenden (36600-XXII, nr. 27);
- de motie-Peter de Groot c.s. over een gesprek met hypotheekverstrekkers over het aanbieden van hypotheken met een looptijd van 40 jaar voor starters en middengroepen tot 35 jaar (36600-XXII, nr. 28);
- de motie-Peter de Groot/Grinwis over een gesprek met pensioenfondsen, NHG en verzekeraars over een forse uitbreiding van het revolverend fonds (36600-XXII, nr. 29);
- de motie-Peter de Groot c.s. over het aanwijzen van woningbouwlocaties en het slechten van belemmeringen om die locaties te realiseren (36600-XXII, nr. 30);
- de motie-Peter de Groot c.s. over het bundelen van buitenstedelijke locaties om die versneld voor woningbouw aan te kunnen wenden (36600-XXII, nr. 31);
- de motie-Meulenkamp c.s. over een wetsvoorstel voor nieuwe griffierechtcategorieën om de instroom van hoger beroepszaken in bouwzaken terug te brengen (36600-XXII, nr. 32);
- de motie-Meulenkamp c.s. over de bouwopgave versnellen door de Ladder voor duurzame verstedelijking af te schaffen (36600-XXII, nr. 33);
- de motie-Vedder c.s. over met een conceptbeleidsregel meergeneratiewonen mogelijk maken wanneer er nog geen zekerheid is over een toekomstige mantelzorgrelatie (36600-XXII, nr. 34);
- de motie-Vedder c.s. over een plan van aanpak om de aanpassing van de staatssteunregels te benutten voor de middenhuur (36600-XXII, nr. 35);
- de motie-Welzijn c.s. over een digitaliseringsstrategie, een meerjarig informatieplan, een samenhangend datafundament en een monitoringssystematiek voor het volkshuisvestingsbeleid (36600-XXII, nr. 36);
- de motie-Welzijn c.s. over het wettelijk instrumentarium, lerend van de Crisis- en herstelwet, optimaal benutten voor de versnelling van woningbouwprojecten (36600-XXII, nr. 37);
- de motie-Beckerman c.s. over in gesprek gaan met Cooplink over nog bestaande belemmeringen voor wooncoöperaties (36600-XXII, nr. 38);
- de motie-Beckerman/De Hoop over voor de Voorjaarsnota plannen presenteren om de kostendelersnorm af te schaffen (36600-XXII, nr. 39);
- de motie-Beckerman over de huren voor komend jaar bevriezen (36600-XXII, nr. 40);
- de motie-Wijen-Nass over aanvullende methoden onderzoeken om meer betaalbare huurwoningen te realiseren (36600-XXII, nr. 41);
- de motie-Wijen-Nass c.s. over meer aandacht voor de huisvestingsopgave van lokale jongeren en starters in landelijk gebied en voormalige krimpregio's (36600-XXII, nr. 42);
- de motie-Wijen-Nass c.s. over een juridisch kader voor permanente bewoners van recreatiewoningen (36600-XXII, nr. 43);
- de motie-Wijen-Nass/Gabriëls over in de uitwerking van de Nota Ruimte provincieoverstijgend naar ruimtelijke ontwikkelingen en arrangementen kijken (36600-XXII, nr. 44);
- de motie-El Abassi over onderzoeken hoe prikkelarm wonen breder kan worden geïntroduceerd (36600-XXII, nr. 45);
- de motie-El Abassi over enkelglas in huurwoningen kwalificeren als onderhoudsgebrek (36600-XXII, nr. 46);
- de motie-El Abassi over onderzoek naar de bijdrage van halalhypotheken aan een betere doorstroom op de huurwoningmarkt (36600-XXII, nr. 47);
- de motie-Flach c.s. over het probleem van weeskinderen die een koopwoning met hypotheek erven in kaart brengen en oplossen (36600-XXII, nr. 48);
- de motie-Flach c.s. over bij de uitwerking van de realisatiestimulans actief sturen op betaalbare woningen voor starters en ouderen (36600-XXII, nr. 49);
- de motie-Grinwis/Meulenkamp over de juridische haalbaarheid toetsen van een experiment om langdurige beroepsprocedures te voorkomen door middel van een voortoets naar Duits model (36600-XXII, nr. 50);
- de motie-Grinwis c.s. over de toepassing van fabriekswoningen stimuleren en komen tot een taskforce voor industriële woningbouw (36600-XXII, nr. 51).
(Zie vergadering van 24 oktober 2024.)
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Meulenkamp stel ik voor zijn motie (36600-XXII, nr. 33) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
De motie-Meulenkamp c.s. (36600-XXII, nr. 32) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Meulenkamp, Wijen-Nass, Welzijn en Grinwis.
Zij krijgt nr. ??, was nr. 32 (36600-XXII).
De motie-Peter de Groot/Grinwis (36600-XXII, nr. 29) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen nu gevuld is met 70 miljoen euro, waarmee naar verwachting in eerste instantie ongeveer 2.000 huishoudens geholpen kunnen worden met een koopwoning;
overwegende dat een grote groep starters en middengroepen tot 35 jaar geen koopwoning kan betalen, mede door een hoge woonquote;
overwegende dat de woonlasten van starters en middengroepen de afgelopen jaren alleen maar toegenomen zijn;
overwegende dat er in potentie veel funding beschikbaar is, bij bijvoorbeeld externe fondsen, NHG en verzekeraars, om het revolverend fonds aan te vullen;
verzoekt de regering om in gesprek te gaan met partijen om het revolverend fonds fors uit te breiden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. ??, was nr. 29 (36600-XXII).
De motie-Vedder c.s. (36600-XXII, nr. 35) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat na een intensieve Nederlandse lobby de staatssteunregels voor de middenhuur vermoedelijk worden aangepast;
overwegende dat de minister al voorbereidingen treft om deze staatssteunruimte te benutten en met investeerders in gesprek is;
verzoekt de regering zo snel mogelijk een plan van aanpak aan de Kamer te sturen over hoe we deze staatssteunruimte gaan benutten om de middenhuur te helpen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt nr. ??, was nr. 35 (36600-XXII).
Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.
In stemming komt de motie-De Hoop c.s. (36600-XXII, nr. 19).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, de ChristenUnie en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-De Hoop/Beckerman (36600-XXII, nr. 20).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-De Hoop (36600-XXII, nr. 21).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en DENK voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-De Hoop c.s. (36600-XXII, nr. 22).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Gabriëls c.s. (36600-XXII, nr. 23).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Gabriëls (36600-XXII, nr. 24).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Mooiman (36600-XXII, nr. 25).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA, de VVD, BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Mooiman c.s. (36600-XXII, nr. 26).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Vijlbrief c.s. (36600-XXII, nr. 27).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Peter de Groot c.s. (36600-XXII, nr. 28).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Peter de Groot/Grinwis (36600-XXII, nr. ??, was nr. 29).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Peter de Groot c.s. (36600-XXII, nr. 30).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Peter de Groot c.s. (36600-XXII, nr. 31).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Meulenkamp c.s. (36600-XXII, nr. ??, was nr. 32).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van NSC, de ChristenUnie, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Vedder c.s. (36600-XXII, nr. 34).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Vedder c.s. (36600-XXII, nr. ??, was nr. 35).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Welzijn c.s. (36600-XXII, nr. 36).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Welzijn c.s. (36600-XXII, nr. 37).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Beckerman c.s. (36600-XXII, nr. 38).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Beckerman/De Hoop (36600-XXII, nr. 39).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, het CDA en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Beckerman (36600-XXII, nr. 40).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD en DENK voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Wijen-Nass (36600-XXII, nr. 41).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, Volt, D66, de SGP, de VVD, BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Wijen-Nass c.s. (36600-XXII, nr. 42).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Wijen-Nass c.s. (36600-XXII, nr. 43).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Wijen-Nass/Gabriëls (36600-XXII, nr. 44).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-El Abassi (36600-XXII, nr. 45).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, het CDA en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-El Abassi (36600-XXII, nr. 46).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-El Abassi (36600-XXII, nr. 47).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Flach c.s. (36600-XXII, nr. 48).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Flach c.s. (36600-XXII, nr. 49).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Grinwis/Meulenkamp (36600-XXII, nr. 50).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36600-XXII, nr. 51).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
Stemmingen moties Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2025
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025,
te weten:
- de motie-Bushoff/Dobbe over voor de stemming garanderen dat de bezuiniging op de pandemische paraatheid geschrapt wordt (36600-XVI, nr. 53);
- de motie-Bushoff over voor de begroting 2026 in kaart brengen hoe de zorgpremie betaalbaar kan blijven en de inkomenssolidariteit verbeterd kan worden (36600-XVI, nr. 54);
- de motie-Bushoff over betaalbare parkeerplaatsen voor bezoekers van het ziekenhuis (36600-XVI, nr. 55);
- de motie-Bushoff/Dijk over de achterstanden in koopkracht van apothekersassistenten inlopen door geoormerkte ova-ruimte beschikbaar te stellen (36600-XVI, nr. 57);
- de motie-Slagt-Tichelman c.s. over ouderenhuisvesting als integraal onderdeel van de plannen voor de ouderenzorg aan de Kamer voorleggen (36600-XVI, nr. 58);
- de motie-Slagt-Tichelman over scenario's onderzoeken om te zorgen dat de Teletolk elke dag 24 uur beschikbaar is (36600-XVI, nr. 59);
- de motie-Westerveld over de Stimuleringsregeling zorggeschikte woningen openstellen voor ouderen met een verstandelijke beperking (36600-XVI, nr. 60);
- de motie-Thiadens/Eerdmans over uitspreken dat intramuraal verblijf niet hetzelfde is als thuis (36600-XVI, nr. 61);
- de motie-Thiadens c.s. over langdurige indicatiestelling voor thuiswonenden met een levenslange en levensbrede beperking mogelijk maken (36600-XVI, nr. 62);
- de motie-Paulusma c.s. over het eigen risico alleen voor chronisch zieken en gehandicapten met €220 verlagen en de opbrengsten hiervan gebruiken voor het terugdringen van de wachtlijsten (36600-XVI, nr. 63);
- de motie-Tielen over een pandemischeparaatheidsladder ontwikkelen die eenvoudig inzichtelijk maakt in hoeverre Nederland pandemisch paraat is (36600-XVI, nr. 64);
- de motie-Tielen over verkennen op welke wijze regie kan worden gevoerd op het terrein van zorgfraude en welke belemmeringen daartoe moeten worden beslecht (36600-XVI, nr. 65);
- de motie-Tielen over onderzoeken of glutenscreening op een kosteneffectieve wijze onderdeel kan uitmaken van de protocollen voor de jeugdgezondheidszorg (36600-XVI, nr. 66);
- de motie-Tielen over onderzoeken of flexibilisering van de regelgeving voor arbeidstijden kan bijdragen aan duurzame inzet en werkplezier van zorgmedewerkers (36600-XVI, nr. 67);
- de motie-Bevers/Van den Hil over zorgen dat er meer behandel- en begeleidingscapaciteit beschikbaar komt door de hbo-psycholoog op de beroepenlijst van het zorgprestatiemodel te plaatsen (36600-XVI, nr. 68);
- de motie-Krul c.s. over voorbereidingen treffen voor een staatscommissie voor een toekomstbestendige en weerbare inrichting van het Nederlandse zorgstelsel (36600-XVI, nr. 69);
- de motie-Krul/Joseph over inzicht geven in de precieze praktische uitwerking van de versobering van de Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden (36600-XVI, nr. 70);
- de motie-Daniëlle Jansen c.s. over een overzicht van de maatregelen die de staatssecretaris bereid is te nemen om de ambitie van een rookvrije generatie in 2040 te halen (36600-XVI, nr. 72);
- de motie-Joseph/Slagt-Tichelman over monitoren hoeveel geclusterde woonzorgcomplexen voor 24-uurs langdurige zorg er zijn (36600-XVI, nr. 73);
- de motie-Joseph over verpleeghuizen bij een spoedopname vanaf opnamedag één de vergoeding geven die hoort bij een opname, ongeacht of de zorg binnen de Wlz of binnen de Zvw valt (36600-XVI, nr. 74);
- de motie-Joseph over uiterlijk in het eerste kwartaal van 2025 de financiële prikkels wegnemen die het aanbod van gespecialiseerde ggz ontmoedigen (36600-XVI, nr. 75);
- de motie-Dijk c.s. over uiterlijk voor het zomerreces van 2025 een voorstel naar de Kamer sturen om medisch specialisten in loondienst te brengen (36600-XVI, nr. 76);
- de motie-Dijk c.s. over onderzoeken hoe een inkomensafhankelijke zorgpremie ingevoerd kan worden zodat de zorgkosten voor de lage inkomens en middeninkomens dalen (36600-XVI, nr. 77);
- de motie-Dijk/Dobbe over het structureel schrappen van de bezuiniging van ruim 600 miljoen euro op de langdurige zorg (36600-XVI, nr. 78);
- de motie-Dijk/Dobbe over afzien van de bezuiniging op de medisch noodzakelijke zorg voor onverzekerden (36600-XVI, nr. 79);
- de motie-Dijk/Dobbe over omzetplafonds in de zorg verbieden (36600-XVI, nr. 80);
- de motie-Dijk c.s. over een minimumbedrag voor de gemeentelijke tegemoetkoming in de zorgkosten voor chronisch zieken en gehandicapten (36600-XVI, nr. 82);
- de motie-Dijk/Bushoff over een plan om kinderbrillen vanaf 2026 te vergoeden vanuit het basispakket (36600-XVI, nr. 83);
- de motie-Dijk over mondzorg zo snel mogelijk opnemen in het basispakket (36600-XVI, nr. 84);
- de motie-Dijk over ervoor zorgen dat de acute verloskunde in het Zuyderlandziekenhuis openblijft (36600-XVI, nr. 85);
- de motie-Dijk over zo snel mogelijk het eigen risico afschaffen (36600-XVI, nr. 86);
- de motie-Rikkers-Oosterkamp c.s. over een gesprek met Ambulancezorg Nederland over meer transparantie over de aanrijtijden per gemeente (36600-XVI, nr. 89);
- de motie-El Abassi/Ouwehand over de behandelmogelijkheden voor MS-patiënten in Nederland uitbreiden zodat zij niet langer afhankelijk zijn van zorg in het buitenland (36600-XVI, nr. 90);
- de motie-Ouwehand c.s. over nog dit jaar een impactanalyse uitvoeren naar de gevolgen voor de volksgezondheid van de voorgenomen bezuinigingen op preventie (36600-XVI, nr. 91);
- de motie-Ouwehand c.s. over grote levensmiddelenbedrijven en fastfoodketens verplichten tot een bijdrage aan de zorgkosten die voortvloeien uit door hen aangeboden ongezonde voeding (36600-XVI, nr. 92);
- de motie-Diederik van Dijk/Bushoff over met de gereserveerde middelen uit het IZA de ic-capaciteit alsnog tot 1.150 bedden opschalen (36600-XVI, nr. 93);
- de motie-Diederik van Dijk c.s. over massadonatie door Nederlandse donoren via buitenlandse spermabanken of fertiliteitsklinieken in woord en daad actief ontmoedigen (36600-XVI, nr. 94);
- de motie-Bikker c.s. over ervoor zorgen dat de uitvoerders van de publieke gezondheidszorg ook bij alternatieve financiering het pakket uit het programma pandemische paraatheid kunnen uitvoeren (36600-XVI, nr. 95);
- de motie-Bikker c.s. over extra investeren in de vijf nationale herinneringscentra (36600-XVI, nr. 96);
- de motie-Eerdmans/Krul over een plan de campagne en maatregelen om gezondheidsproblemen bij jongeren door het gebruik van sociale media tegen te gaan (36600-XVI, nr. 98);
- de motie-Eerdmans over in het reguliere overleg met het OM aangeven dat de strafrechtelijke aanpak van zorgfraude prioriteit heeft (36600-XVI, nr. 99).
(Zie vergadering van 24 oktober 2024.)
De voorzitter:
Op verzoek van de heer Bushoff stel ik voor zijn moties (36600-XVI, nrs. 55 en 57) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
In stemming komt de motie-Bushoff/Dobbe (36600-XVI, nr. 53).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Bushoff (36600-XVI, nr. 54).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Slagt-Tichelman c.s. (36600-XVI, nr. 58).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Slagt-Tichelman (36600-XVI, nr. 59).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Thiadens/Eerdmans (36600-XVI, nr. 61).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, NSC, de ChristenUnie, de SGP, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Paulusma c.s. (36600-XVI, nr. 63).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, D66, de ChristenUnie en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Tielen (36600-XVI, nr. 64).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Tielen (36600-XVI, nr. 65).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van DENK ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Tielen (36600-XVI, nr. 66).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Tielen (36600-XVI, nr. 67).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bevers/Van den Hil (36600-XVI, nr. 68).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Krul c.s. (36600-XVI, nr. 69).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, BBB en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Krul/Joseph (36600-XVI, nr. 70).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Daniëlle Jansen c.s. (36600-XVI, nr. 72).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Joseph/Slagt-Tichelman (36600-XVI, nr. 73).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Joseph (36600-XVI, nr. 74).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Joseph (36600-XVI, nr. 75).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Dijk c.s. (36600-XVI, nr. 76).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, het CDA en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Dijk c.s. (36600-XVI, nr. 77).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk/Dobbe (36600-XVI, nr. 78).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk/Dobbe (36600-XVI, nr. 79).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk/Dobbe (36600-XVI, nr. 80).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, de ChristenUnie en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk c.s. (36600-XVI, nr. 82).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK en Volt voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk/Bushoff (36600-XVI, nr. 83).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk (36600-XVI, nr. 84).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk (36600-XVI, nr. 85).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Dijk (36600-XVI, nr. 86).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD en DENK voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Rikkers-Oosterkamp c.s. (36600-XVI, nr. 89).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-El Abassi/Ouwehand (36600-XVI, nr. 90).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Ouwehand c.s. (36600-XVI, nr. 91).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Ouwehand c.s. (36600-XVI, nr. 92).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD en DENK voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Diederik van Dijk/Bushoff (36600-XVI, nr. 93).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Diederik van Dijk c.s. (36600-XVI, nr. 94).
De voorzitter:
Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bikker c.s. (36600-XVI, nr. 95).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bikker c.s. (36600-XVI, nr. 96).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Eerdmans/Krul (36600-XVI, nr. 98).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, DENK, Volt, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie-Eerdmans (36600-XVI, nr. 99).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks-PvdA, de PvdD, D66, NSC, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21, FVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.
Tot zover de stemmingen. Ik schors voor enkele minuten.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Aan de orde is de regeling van werkzaamheden. Aangezien alle sprekers zich hebben teruggetrokken, stel ik voor het tweeminutendebat Internationale fiscaliteit van de agenda af te voeren.
Ik stel voor toe te voegen aan de agenda van de Kamer het Voorstel van het lid Bontenbal tot wijziging van het Reglement van Orde in verband met het beperken van de mogelijkheid om moties in te dienen (36537).
Op verzoek van de aanvrager stel ik voor het debat over de cyberaanval op de Nederlandse politie van de agenda af te voeren.
Ik stel voor toestemming te verlenen aan de vaste commissie voor Financiën voor het houden van een wetgevingsoverleg met stenografisch verslag op vrijdag 8 november van 9.15 uur tot 16.15 uur over het Pakket Belastingplan 2025 (36602).
Ik stel voor toe te voegen aan de agenda:
- het tweeminutendebat Eindverslag Project vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen (32620, nr. 294), met als eerste spreker het lid Bushoff van GroenLinks-Partij van de Arbeid;
- het tweeminutendebat Cybercrime (CD d.d. 24/10), met als eerste spreker het lid Mutluer van GroenLinks-Partij van de Arbeid;
- het tweeminutendebat Luchtvaart (CD d.d. 24/10), met als eerste spreker het lid Bamenga van D66.
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Dan geef ik graag het woord aan de heer Jetten van de fractie van D66.
De heer Jetten (D66):
Voorzitter. Tijdens het herfstreces stuurden 24 CEO's van onmisbare Nederlandse bedrijven en innovatieve start-ups een brandbrief naar de Tweede Kamer met de boodschap: de historische bezuinigingen op onderwijs en wetenschap maken de Nederlandse economie kapot. Dat raakt iedereen: de wetenschap, de zorg, de energietransitie, de landbouw en onze start-ups. Daarom wil ik graag voor het einde van het jaar een debat met de minister-president, want dit onderwerp vraagt een serieuze bespreking nog voordat we kunnen stemmen over alle begrotingen. Ik doe een oproep aan VVD en NSC: neem deze hartenkreet van ondernemers ter harte.
De voorzitter:
Als u het wilt meenemen bij de begrotingsbehandelingen, wilt u het zelfs voor 3 december, denk ik, want dan gaan we stemmen.
De heer Jetten (D66):
Ja.
De voorzitter:
De agenda zit mudjevol; dat weet u, hè? Mevrouw Kostić — lid Kostić.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
Mevrouw Hertzberger (NSC):
Geen steun. Dit kan bij de begroting.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Geen steun. Dit kan bij de begroting.
De heer Léon de Jong (PVV):
Geen steun.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Van harte steun.
De heer Dassen (Volt):
Steun.
De heer Krul (CDA):
Steun.
De heer Eerdmans (JA21):
Steun.
De heer Vermeer (BBB):
Geen steun. Bij de begroting.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, geen steun. We hebben al het rapport-Draghi, we hebben het commissiedebat Verdienvermogen en we hebben de begroting.
De heer Dijk (SP):
Steun.
De heer Ergin (DENK):
Steun.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Jetten.
De heer Jetten (D66):
Nee, maar ik laat het wel graag op de dertigledenlijst plaatsen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dan geef ik graag het woord aan de heer Paternotte, eveneens van D66.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Een alarmerende groei van antisemitisme, islamofobie en polarisatie in Nederland en een escalerende oorlog in het Midden-Oosten. De belangrijkste adviesraad van onze regering over internationale vraagstukken, de AIV, zegt dat de koers van het Nederlandse beleid ten aanzien van het Midden-Oosten en ten aanzien van deze polarisatie in Nederland, het antisemitisme en de islamofobie anders zou moeten. Ze geven daarvoor ook hele duidelijke handvatten. In deze zaal is het afgelopen jaar geen enkele keer een plenair meerderheidsdebat gevoerd over het Midden-Oosten en over het Nederlandse beleid. Nu heeft dit adviesorgaan zo'n duidelijk advies neergelegd. Volgens mij is dat de beste reden om met elkaar wel dat plenaire debat te voeren. Dat is mijn aanvraag.
De heer De Roon (PVV):
Voorzitter. Dit is een advies waar noch de regering, noch de Kamer om heeft gevraagd. Wat de PVV betreft is het ook een ongelofelijk slecht en ook nog links advies.
De heer Paternotte (D66):
Reden voor debat.
De heer De Roon (PVV):
Wat ons betreft kan het regelrecht de papiershredder in. Ik steun het debat niet.
De voorzitter:
Die indruk kreeg ik al een beetje.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Mijn fractie had inderdaad al gevraagd om een appreciatie van de regering. Wat ons betreft kan daarna ook een plenair debat worden gehouden, dus steun.
De heer Dassen (Volt):
Van harte steun, voorzitter.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. We zijn niet heel gulzig als het gaat om het geven van steun aan debatten, maar deze keer doen we dat bewust wel. Wij steunen deze debataanvraag wel, want het is inderdaad een ingrijpend rapport. De appreciatie moet dan wel daarvoor komen, uiteraard.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Van harte steun.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Mede namens de SGP geen steun voor het debat. Wel graag een brief met een reactie.
De heer Van Baarle (DENK):
Steun voor het verzoek.
De heer Van der Burg (VVD):
We wachten eerst even de brief van het kabinet af. Geen steun.
De heer Dijk (SP):
Steun.
De heer Vermeer (BBB):
Geen steun. We wachten de brief af.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Geen steun.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Zoals het afgelopen jaar steeds bij alle debataanvragen over het Midden-Oosten. Ik denk dat veel Nederlanders dat niet begrijpen. Ik zal deze debataanvraag weer doen als de brief van het kabinet er is, want een aantal collega's zeiden dat ze daarop wachten.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Podt, eveneens D66.
Mevrouw Podt (D66):
Dank u, voorzitter. Dit kabinet heeft de stikstofplannen het raam uit gegooid en daarom zijn de PAS-melders over een half jaar — ik zeg het maar even in landbouwtermen — het bokje. De natuur wordt onherstelbaar aangetast. Er loopt nu een rechtszaak, die de Staat waarschijnlijk gaat verliezen, met grote, grote gevolgen voor de sector. Er is een risico op gedwongen stikstofmaatregelen. Ambtenaren trekken daarover ook heel expliciet aan de bel, dus het is tijd voor helderheid. Daarom wil ik graag een debat over de nieuwe, gedwongen stikstofmaatregelen die dreigen aan de horizon.
Dank u wel.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Geen steun. Zoals mevrouw Podt weet, is er donderdag een mestdebat.
Mevrouw Podt (D66):
Het gaat over stikstof.
Mevrouw Bromet (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik vind het een dilemma, omdat die rechtszaak nog gevoerd moet worden. Ik zou dit debat heel graag meteen na de uitspraak van de rechter voeren, want dan weten we ook waar we staan. Dus nu geen steun. Dat is ook namens het CDA.
De voorzitter:
O, wat een leuke samenwerking. Dat moet ik even verwerken.
De heer Holman (NSC):
Ook geen steun. We willen het graag 4 december bespreken bij het stikstofdebat.
Mevrouw Nijhof-Leeuw (PVV):
Daar sluit ik mij bij aan. Geen steun. 4 december.
De heer Van Campen (VVD):
Ik sluit mij aan bij mevrouw Van der Plas. Mede namens haar de aanvulling: er is 4 december een commissiedebat Stikstof. Dat is dus sneller dan welk plenair debat ook.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Flach (SGP):
Geen steun.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
De heer Ergin (DENK):
Steun.
De heer Dassen (Volt):
Steun.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter, geen steun. Er is 4 december een commissiedebat.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, mevrouw Podt.
Mevrouw Podt (D66):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar mevrouw Chakor van de fractie GroenLinks-Partij van de Arbeid. Maar het blijft angstig stil. Dan gaan we luisteren naar de heer Dijk van de fractie van de SP.
De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. We hebben volgens mij drie maanden zitten kijken naar onderhandelingen achter gesloten deuren voor een nieuwe asieldeal. Ik ga de echte naam niet noemen, want dan struikel ik over dat hele lange scrabblewoord. Het lijkt de SP erg goed dat we zo snel mogelijk, zo snel mogelijk, een debat inplannen over de hoofdlijnen. Want er is eigenlijk maar een klein briefje gekomen met grote gevolgen voor dit land. Ja, er komt een wetgevingstraject, maar het lijkt ons erg goed om voor die tijd al hierover van gedachten te wisselen. Het liefst zo snel mogelijk, want sommige maatregelen zullen al begin volgend jaar in moeten gaan.
De voorzitter:
U weet dat we over een kwartiertje de begroting Asiel et cetera gaan bespreken?
De heer Dijk (SP):
Jazeker, maar volgens mij past dit daar prima naast.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter, volledig steun. Het lijkt me ook gepast om het te bespreken met iemand die wel aan tafel zat. Dus vandaar steun.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. De minister van Asiel en Migratie is gepasseerd tijdens de onderhandelingen, dus het is goed om een apart debat te voeren met de minister-president. Steun.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Voorzitter, geen steun. We hebben straks een debat staan.
De heer Léon de Jong (PVV):
De vragen kunnen natuurlijk worden gesteld tijdens de wetsbehandeling, maar voor wie echt niet kan wachten is er vanavond natuurlijk de begrotingsbehandeling waar ze terecht zouden kunnen.
De voorzitter:
Dus geen steun.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Deze debataanvraag betreft een debat met een bewindspersoon die er vanavond helemaal niet bij is. Het is wel ontzettend relevant om juist te spreken met iemand die erbij was en die aan tafel zat. Dus steun voor dit debat.
Kamerlid Kostić (PvdD):
We sluiten ons helemaal aan bij de woorden van het CDA. Steun.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Geen steun. We hebben zo een debat.
De heer Dassen (Volt):
Steun.
Mevrouw Podt (D66):
Steun.
De heer Flach (SGP):
Geen steun.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Steun. Een streep onder wat collega Krul zei.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Geen steun. Kan bij het debat zo.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Dijk.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter, ongelofelijk. Maar laat ik doorgaan.
Voorzitter. Er wordt overal bezuinigd. Ik heb volgend mij exact een jaar geleden precies hetzelfde debat aangevraagd. De aller-, aller-, aller-, allerrijksten in dit land, de grootste vermogens, gaan er wéér 5% op vooruit. We hebben meer miljardairs dan ooit. We hebben nog steeds kinderen in armoede; daar wordt niets aan gedaan. De SP wil dus heel graag een debat voeren over de aller-, allerrijksten in dit land en over hoe we die meer gaan belasten.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Daar zijn wij het helemaal mee eens als Groen-Links-PvdA. Steun.
De heer Vermeer (BBB):
Geen steun.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Geen steun. We zitten midden in de behandeling van het Belastingplan.
De heer Flach (SGP):
Mede namens het CDA en de ChristenUnie: geen steun.
De heer Van Baarle (DENK):
We kunnen het niet vaak genoeg hebben over het rechtvaardiger verdelen van de rijkdom in het land. Steun.
De heer Van Oostenbruggen (NSC):
Geen steun.
De heer Léon de Jong (PVV):
Geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Vijlbrief (D66):
Geen steun, voorzitter. We behandelen nu het Belastingplan.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Dijk.
U heeft nog een verzoek.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Waar de 500 rijkste Nederlanders meer dan 250 biljard euro aan vermogen bezitten, is er te weinig geld voor onze ziekenhuiszorg en staan enkele ziekenhuizen diep in het rood. Die problemen worden steeds groter. We hebben het hier eerder gehad over het ziekenhuis in Heerlen. Daar zijn conclusies uit gekomen; afdelingen worden gesloten en verplaatst. Het lijkt ons heel erg goed om een groot ziekenhuisdebat te gaan voeren over de ziekenhuiszorg in ons land en over hoe die zorg beter gefinancierd kan worden, zodat deze ziekenhuizen behouden kunnen worden voor de regio.
De voorzitter:
Even kijken of daar een meerderheid voor is.
De heer Claassen (PVV):
Geen steun. We bespreken over drie à vier weken het IZA. Daar kan dit goed bij behandeld worden.
De heer Krul (CDA):
Steun, mede namens de ChristenUnie.
De heer Sneller (D66):
Steun.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Graag bij het IZA, dus geen steun.
De heer El Abassi (DENK):
Geen tijd om te wachten. Steun voor het debat.
Mevrouw Tielen (VVD):
Commissiedebat IZA.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Steun, voorzitter.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Dijk. Het is niet uw dag.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Ik zou het wel graag op de lijst van dertigledendebatten zetten, want dit blijft een heel actueel thema. Je kan het inderdaad bij het IZA behandelen, maar dan wordt het weer een stukje van dat hele gedrocht van een akkoord.
De voorzitter:
Ja, dat is bij dezen gebeurd.
De heer Ergin van DENK. O, we hebben ook mevrouw Chakor nog. Fijn dat u boven water bent.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Ja, fijn dat ik weer boven water ben, want we hebben het over water, namelijk over de dreigende intrekking van de UNESCO-werelderfgoedstatus van onze prachtige Waddenzee. U heeft net op mij zitten wachten, maar de Waddenzee kan niet op ons blijven wachten. Het is ontzettend belangrijk dat we het hierover hebben en dat we een debat voeren over de dreigende intrekking van de werelderfgoedstatus waarmee we te kampen hebben. Dus graag een debat hierover, voorzitter. Het is geen vijf voor twaalf, maar kwart over twaalf.
De heer Heutink (PVV):
Dan zijn we dus te laat en hoeft het niet meer. Het kan wat ons betreft betrokken worden bij het commissiedebat Wadden, dus geen steun.
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter. Op het risico af dat ik nu allemaal boze mailtjes ga krijgen, zeg ik toch dat de Wadden misschien wel ons allermooiste en allerbelangrijkste natuurgebied vormen. Heel graag steun dus.
Kamerlid Kostić (PvdD):
De Wadden zijn letterlijk van wereldbelang en onze nationale trots, dus van harte steun.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Geen steun voor een apart debat. We kunnen het betrekken bij het commissiedebat.
De heer Vermeer (BBB):
Geen steun.
De heer Soepboer (NSC):
Heel belangrijk, maar graag bij het Waddendebat, dus geen steun.
De heer Dassen (Volt):
Steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, mevrouw Chakor.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Nee, inderdaad. Ik zie het. Ik zie ook dat de volledige coalitie geen steun heeft uitgesproken. Dat begrijp ik. Ik begrijp heel goed de wens om het te verplaatsen naar het debat dat eraan komt, maar ik vind het zo ontzettend belangrijk dat ik ook graag een dertigledendebat hierover wil aanvragen.
De voorzitter:
Prima. Heel goed. We zetten u op de lijst.
Dan de heer Ergin van DENK.
De heer Ergin (DENK):
Voorzitter, dank je wel. In de afgelopen weken zagen we dat het aantal haatacties tegen Nederlandse moslims explosief is toegenomen. Vorige week nog vond er brandstichting plaats bij een islamitische basisschool in Zoetermeer. De 82-jarige oma Cemile is ernstig racistisch mishandeld en moest met flinke botbreuken dagenlang op de intensive care verblijven. Ook de 62-jarige meneer El Barnossi werd in zijn eigen portiek zeer ernstig mishandeld. Deze week zien we dat een woning is beklad met teksten als "kankermoslims" en "verboden voor moslims". Het houdt maar niet op. Het stopt niet vanzelf. Haatacties tegen moslims nemen ongekende proporties aan. Daarom vraag ik een debat aan met de minister van Binnenlandse Zaken over de explosieve toename van moslimhaat.
De voorzitter:
Goed. Ik ga kijken of daar een meerderheid voor is.
Mevrouw Tseggai (GroenLinks-PvdA):
Steun, voorzitter.
De heer Bamenga (D66):
Steun, voorzitter.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
Mevrouw Palmen (NSC):
Geen steun, maar ik nodig mijn collega uit voor het gesprek met de Commissie tegen Racisme en Intolerantie dat straks plaatsvindt.
De heer Deen (PVV):
Geen steun, voorzitter.
De heer Vermeer (BBB):
Geen steun. In het voorjaar is hier een speciaal debat over.
De heer Dassen (Volt):
Steun.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Voorzitter, geen steun.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Ergin.
De heer Ergin (DENK):
Jammer dat er geen steun is voor dit zeer belangrijke onderwerp waarover heel veel mensen zich zorgen maken. Maar ik tel wel voldoende steun voor een dertigledendebat en dat vraag ik hierbij aan.
De voorzitter:
Dat is bij dezen op de lijst gezet.
De heer Van Baarle, eveneens van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. De Knesset heeft een VN-organisatie verboden. De Israëlische regering heeft de overeenkomst om deze VN-organisatie, UNRWA, toegang te geven om de Palestijnen te helpen formeel opgezegd. De Israëlische regering steekt hiermee een ongehoorde middelvinger op naar de internationale gemeenschap. Dit is gewoon een internationale organisatie met VN-mandaat. Maar belangrijker nog, ze zet daarmee de hulpverlening aan enorm veel Palestijnen, die op dit moment enorm lijden, op het spel. De Nederlandse regering heeft hier buitengewoon slap op gereageerd. Ongehoord. Daarom wil ik hier zo snel mogelijk een debat over voeren met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De heer De Roon (PVV):
UNRWA wordt hier weer neergezet en afgeschilderd als een menselijke hulpverlener. Wat de PVV-fractie betreft, is UNRWA natuurlijk vooral de ruggengraat van Hamas. We hebben helemaal geen behoefte aan een debat over de ruggengraat van Hamas, dus ik verzet me tegen dit verzoek.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik vrees een beetje een herhaling van zetten van het verzoek van de heer Paternotte. Dat hebben wij gesteund. Wij steunen dit verzoek ook. Ik denk dat het wel belangrijk is om hier een plenair debat over te voeren, maar we vrezen dat het op hetzelfde uitdraait als zonet.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Zelfs het kabinet erkent dat zonder de UN Relief and Works Agency er nu echt niet voldoende noodhulp naar de Gazanen kan gaan en dat het dus heel veel doden gaat kosten. Steun voor het verzoek om hierover te debatteren.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Steun, ik kan niet wachten.
De heer Flach (SGP):
UNRWA heeft het aan zichzelf te danken, dus pertinent geen steun.
De heer Dassen (Volt):
Van harte steun, voorzitter. We moeten hier met elkaar zo snel mogelijk het gesprek over voeren.
De heer Van der Burg (VVD):
Geen steun, voorzitter. Het kan zowel bij de begroting BHO als bij de begroting Buitenlandse Zaken.
De heer Van Nispen (SP):
Steun voor een debat.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Er is natuurlijk veel over UNRWA te zeggen, maar dat kan bij de begrotingsbehandeling, dus geen steun.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Geen steun. Er zijn voldoende gelegenheden om dit te bespreken.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Voorzitter. Het gaat hier om mensenlevens, kinderlevens. Van harte steun voor dit debat.
De heer Vermeer (BBB):
Geen steun. Het kan bij de begrotingsbehandeling.
De voorzitter:
U heeft geen meerderheid, meneer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Desondanks laat ik het graag op de lijst van dertigledendebatten plaatsen, geachte voorzitter.
De voorzitter:
Heel goed, dat is bij dezen gebeurd.
Mevrouw Martens-America van de VVD.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Sinds 7 oktober vorig jaar is de spanning te voelen op onze universiteiten. Een aantal mensen heeft geprobeerd om een plenair debat hierover op de agenda te krijgen, maar helaas is dat tot op heden nog steeds niet gelukt. Het laatste debat dat is aangevraagd door de heer Eerdmans, begin september, zou ik hier graag opnieuw in stemming willen brengen, maar dan met het verzoek om dit in te plannen met de minister van OCW voor het einde van het jaar, zodat we hier een goed gesprek over kunnen voeren.
De voorzitter:
U weet dat de agenda helemaal vol zit, hè? Na deze week hebben we nog zes weken te gaan tot de kerst.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Ja.
De heer Krul (CDA):
Dat gaat gewoon lukken. Mede namens de ChristenUnie steun voor dit verzoek.
De voorzitter:
Dank voor uw optimisme.
Mevrouw Hertzberger (NSC):
Steun.
De heer Dassen (Volt):
Geen steun, voorzitter.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Zeker steun.
De heer Paternotte (D66):
Ik zou niet weten hoe dit, met alles wat er in december op de agenda staat en het debat over de Europese Raad, er zo even tussen te fietsen kan zijn. Ik zou wel steun geven als het verzoek is om het in januari in te plannen.
De voorzitter:
Ja, maar dat is dus geen steun.
De heer Van der Hoeff (PVV):
Steun.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Het mag wat mij betreft snel. Wij zijn er klaar voor, maar ik weet niet wat er dan van de lijst af gaat vallen. Dat vind ik moeilijk te overzien. Dus op zich steun voor zo snel mogelijk, maar als het januari is, is dat ook prima.
De voorzitter:
Dat is geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Dit kan in een commissiedebat. Geen steun.
De heer Ergin (DENK):
Geen steun.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid. We gaan het inplannen.
Dan mevrouw Rooderkerk van D66.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank, voorzitter. We blijken slecht zicht te hebben op de onderwijskwaliteit. Naar nu blijkt is het niet zo dat de inspectie elke vier jaar scholen bezoekt, zoals wel de afspraak met de Kamer was. Sterker nog, sinds 2021 heeft twee derde van de scholen helemaal geen bezoek gehad. Daardoor hebben we slecht zicht op de kwaliteit, terwijl we wel weten dat het slecht gaat met bijvoorbeeld de basisvaardigheden. Dit lijkt ons grote reden voor een debat. Ik hoop op steun van deze Kamer.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Mede namens CDA en SGP: steun.
De heer Kisteman (VVD):
Ik zou willen voorstellen minister Bruins ook uit te nodigen. Dan ook steun.
De heer Soepboer (NSC):
Van harte steun voor dit debat.
Mevrouw Pijpelink (GroenLinks-PvdA):
Zeer veel steun voor dit debat, dank.
De heer Uppelschoten (PVV):
Geen steun. We willen het graag bij de begrotingsbehandeling doen.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Van harte steun.
De heer Ergin (DENK):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Dijk (SP):
Steun.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid. We gaan het inboeken. Dank u wel.
Mevrouw Rooderkerk (D66):
Dank.
De voorzitter:
De heer Sneller, D66.
De heer Sneller (D66):
Dank u wel, voorzitter. Afgelopen week is er veel te doen geweest over de financiële en zakelijke belangen van bewindspersonen. Het lijkt me goed om, zoals collega Yeşilgöz het verwoordde, daar nog steeds als volwassenen onder elkaar over te discussiëren, maar ook om vooruit te blikken. De beantwoording van schriftelijke vragen laat een heel passieve houding zien van het kabinet ten aanzien van ervoor zorgen dat we onze regels verbeteren. Ik wil daar dus graag een debat over met de premier en de minister van Binnenlandse Zaken.
De heer Dijk (SP):
Voorzitter. Volop steun voor dit debat. Ik zou ook graag een extra verzoek willen doen, namelijk voor totale openbaarheid van alle aandelenportefeuilles van bewindspersonen. Ik heb het bijvoorbeeld over mevrouw Maeijer en mevrouw Faber. Zo zijn er nog een paar, zoals de heer Struycken en Mona Keijzer, die ook aandelenportefeuilles hebben. Ik heb begrepen dat de heer Wilders niet voor dit verzoek zou gaan liggen, dus ik reken, net als de vorige keer bij de heer Idsinga, op de steun van de oppositie en van de PVV. Het is mooi dat de PVV mijn verzoek ook zal steunen, want dan kunnen we morgen vóór 12.00 uur al die informatie schriftelijk openbaar krijgen, zoals het hoort bij bewindspersonen.
De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Steun voor het verzoek. Ik zou ook graag een brief van de regering ontvangen over hoe het staat met het uitvoeren van de aanbevelingen van de GRECO.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Steun voor het verzoek. Wat mij betreft is het "gelijke monniken, gelijke kappen", dus inderdaad volledige openheid.
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter. Wij willen graag eerst een brief over de naleving van de huidige regels. Daarna besluiten we of we hierover een debat willen. Voor nu dus geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun, met de toevoegingen van de SP.
Mevrouw Martens-America (VVD):
Voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Vermeer, dus geen steun.
Mevrouw Palmen (NSC):
Op dit moment geen steun, maar wij vragen ook graag een brief van de minister-president met twee beantwoordingen, namelijk over of er nog meer openheid van zaken moet worden gegeven op basis van de huidige regels en over een zo snel mogelijke uitvoering van de GRECO-aanbevelingen, zoals verwoord in de notitie van Omtzigt en Dassen.
De heer Ergin (DENK):
Steun.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Het is een beetje de "get out of jail free card". Als je niet tegen een debataanvraag kan zijn maar er toch tegen wil stemmen, zeg je: ik wil een brief. Het is mij niet helemaal helder wat nou precies het verzoek was van BBB en de VVD, maar als die brief er inderdaad voor volgende week kan zijn, dan kan de heer Sneller dit volgende week weer aanmelden voor de regeling, met die brief onder zijn arm. Dan hebben we volgens mij wel een meerderheid. Wat ons betreft kan dat prima.
De voorzitter:
Ja, want u stelt vast dat er geen meerderheid is. Maar de heer De Jonge ... Ik bedoel: de heer De Jong.
De heer Léon de Jong (PVV):
Ja, De Jonge? We zouden graag een brief willen zien en aan de hand van die brief willen bepalen of er wel of geen debat nodig zou zijn.
De heer Vermeer (BBB):
Voorzitter. Voor alle duidelijkheid nog een keer: ik vroeg om een brief over de naleving van de huidige regels, punt.
De voorzitter:
Ja. Ik zal het doorgeleiden aan het kabinet. Ik stel vast ...
De heer Sneller (D66):
Ja, dat snap ik ...
De voorzitter:
Meneer Sneller, ik stel vast dat u geen meerderheid heeft.
De heer Sneller (D66):
De brief waarom gevraagd wordt over de naleving en de ambities van dit kabinet als het gaat om GRECO hebben we vorige week ontvangen in de vorm van de beantwoording van schriftelijke vragen. Die ambitie is precies nul. Als dat de clausulering was, lijkt het me dat er nu steun is van de NSC-fractie om dat debat te voeren. Deze antwoorden hebben we al, dus daar gaat geen nieuwe brief over komen, althans, geen nieuwe informatie.
De voorzitter:
Ik stel vast dat u gewoon geen meerderheid heeft.
De heer Sneller (D66):
Dan zal ik hier volgende week weer staan.
De voorzitter:
Daar zie ik nu al naar uit.
De heer Dijk (SP):
Ik heb met name van de PVV geen antwoord gekregen op mijn verzoek, namelijk dat ik van de rest van de bewindspersonen met aandelenportefeuilles ook graag vóór morgen 12.00 uur schriftelijk openbaarheid wil ...
De voorzitter:
Nee, nee, nee.
De heer Dijk (SP):
Ik heb de heer Wilders net op de gang horen roepen dat dit heel goed zou zijn. Gelijke monniken, gelijke kappen. Dat wil ik nu dan ook graag horen van de PVV ...
De voorzitter:
Nee.
De heer Dijk (SP):
Anders moeten we het op een andere manier doen. Dat vind ik ook goed. Maar het lijkt me wel slim om dit zo snel mogelijk te doen, zeker ook nadat de heer Idsinga ...
De voorzitter:
Ja, ja.
De heer Dijk (SP):
... zo mans genoeg was om het na zijn aftreden wel openbaar te maken. Het lijkt me heel goed als de rest dat ook doet.
De voorzitter:
Ja, maar de regeling van werkzaamheden is niet bedoeld om elkaar vragen te stellen. U komt gewoon met een voorstel voor een debat, en dat wordt gesteund of niet. U moet het dus inderdaad op een andere manier doen.
De heer Stultiens, Partij van de Arbeid.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u, voorzitter. Afgelopen winter kregen we het rapport van de enquêtecommissie, met als hoofdboodschap: een volgend toeslagenschandaal kan morgen weer gebeuren. Afgelopen lente hadden we een debat daarover. Toen verzocht ik het kabinet om zo snel mogelijk te reageren. Afgelopen zomer stond ik hier ook, om te vragen of het voor de herfst kon. Nu is het herfst en inmiddels weten we dat er pas rond de kerst een reactie komt. Ik vind dat laat, maar om te voorkomen dat het nog later wordt, wil ik graag het debat dat ingepland staat, laten inplannen in de allereerste week na het kerstreces, met alle bewindspersonen die een aanbeveling aan hun broek hebben hangen: SZW, Financiën, BZK, JenV en Digitale Zaken.
De voorzitter:
Kijk, een debat over een parlementaire enquête vindt per definitie plaats. Dat is wat we altijd doen. Maar u komt met een verzoek om dat op een bepaald tijdstip te doen. Tja, ik kan even kijken of daar een meerderheid voor is.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Graag.
De voorzitter:
We kunnen er ook gewoon naar streven om dat te doen, maar ik kijk even wat voor gevoelens er in de Kamer zijn. Lid Kostić?
Kamerlid Kostić (PvdD):
...
De voorzitter:
Sorry, ik had uw microfoon niet aangezet, maar u zei: geen steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Wel steun.
De voorzitter:
O, wel steun. Soms hoor ik heel selectief; ik kan er ook niks aan doen! Meneer Sneller, help me.
De heer Sneller (D66):
Dat herken ik in ieder geval, voorzitter! Maar de heer Stultiens zegt: rond de kerst komt die kabinetsreactie. Weten we dat inderdaad zeker, vraag ik ook aan u, voorzitter.
De voorzitter:
Nee, dat is nieuw voor mij, maar ik zit niet op dit dossier. Maar als de heer Stultiens dat zegt, moeten we ervan uitgaan dat het waar is.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dat klopt.
De voorzitter:
En hoe weet u dat?
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Op onze schriftelijke vragen is het antwoord gekomen dat het voor het kerstreces naar de Kamer wordt gestuurd.
De voorzitter:
Dat staat dus in schriftelijke vragen?
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Ja, in schriftelijke vragen, door ons gesteld.
De heer Sneller (D66):
Dan ga ik daarvan uit en steun ik het verzoek.
De voorzitter:
Bij dezen.
De heer Dijk (SP):
Dat geldt ook voor ons. Wij steunen het verzoek.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Steun, mede namens het CDA.
Mevrouw Van Eijk (VVD):
Steun voor het debat en de planning, maar het kabinet gaat over de eigen afvaardiging. Ik neem aan dat ze begrijpen dat ze hierbij breed vertegenwoordigd zullen moeten zijn.
De heer Flach (SGP):
Steun voor dit verzoek, voorzitter.
De heer Dassen (Volt):
Steun.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Steun.
De heer Edgar Mulder (PVV):
Steun.
Mevrouw Palmen (NSC):
Steun.
De voorzitter:
U heeft een brede meerderheid, meneer Stultiens.
De heer Stultiens (GroenLinks-PvdA):
Dank u.
De voorzitter:
Dank u wel.
Dan mevrouw Patijn, GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Patijn (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Voor het reces werd aangekondigd dat de wet over de toelatingsplicht voor uitzendbureaus voor de tweede keer is uitgesteld, dit keer voor onbepaalde tijd. We wachten al jaren op die wet. Het is een van de belangrijkste wetten die voortkomen uit de aanbevelingen van de commissie-Roemer. Wij willen op korte termijn, maar in ieder geval voor het kerstreces, een debat met de minister van Sociale Zaken over het uitstel van de wet en over de mogelijke maatregelen die wél genomen kunnen worden om de misstanden met arbeidsmigranten tegen te gaan.
De heer Aartsen (VVD):
Voorzitter, steun voor dit verzoek. Ik ga u niet blij maken, maar ik verzoek wel om dit snel in te plannen. Daar is een speciale reden voor. Deze wet is natuurlijk plenair aangemeld, dus ik denk dat het belangrijk is dat we het hierover te spreken krijgen, ook gezien de grote zorgen die er leven ten aanzien van de uitvoeringstoets.
De heer Van Nispen (SP):
Steun.
De heer Van Oostenbruggen (NSC):
Steun. Ik sluit me helemaal aan bij de woorden van de heer Aartsen en de woorden van mevrouw Patijn.
De heer Léon de Jong (PVV):
Als hier een probleem mee is, is de begrotingsbehandeling volgens mij gewoon de snelste manier om dit te bespreken. En om nou de Partij van de Arbeid dit ... Het maakt mij niet uit, maar ik zou zeggen: geen steun.
De voorzitter:
Geen steun.
De heer Léon de Jong (PVV):
Nee, want dit kan gewoon bij de begroting.
De voorzitter:
Helder.
De heer Ergin (DENK):
Steun.
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter. Volgens mij stond de wet al ingepland, dus ik zou zeggen: gebruik die tijd wijs. Steun dus.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Steun.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid. Dank u wel.
Dan mevrouw Tielen, VVD.
Mevrouw Tielen (VVD):
Voorzitter. Gebedsgenezers, wonderkruidendokters, sickfluencers en andere wel heel alternatieve zelfbenoemde therapeuten: we lezen er behoorlijk wat over in de kranten, onder andere deze week in De Telegraaf. We zien erover op tv en horen erover op de radio. We stellen er ook weleens vragen over. Maar volgens mij wordt het ook tijd voor een debat hierover met de minister, om de minister ook handvatten mee te geven om onze volksgezondheid te beschermen tegen deze charlatans, zoals ik ze maar even noem. Ik sta hier niet vaak. Het is ook geen onderwerp dat makkelijk in een commissiedebat weg te duwen is. Het is dus niet urgent, maar volgens mij wel heel belangrijk. Daarom vraag ik steun aan de Kamer voor een debat over kwakzalverij.
De heer Claassen (PVV):
Steun.
De heer Sneller (D66):
Steun.
Mevrouw Daniëlle Jansen (NSC):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Krul (CDA):
Mede namens de ChristenUnie en de SGP: geen steun.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Steun.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Steun.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid, mevrouw Tielen. We gaan het inboeken.
Mevrouw Tielen (VVD):
Fijn, dank u wel.
De voorzitter:
En dan is het zover: het laatste verzoek. Dat komt van mevrouw Mutluer van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het woord is aan haar.
Mevrouw Mutluer (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Gisteren verschenen er twee vernietigende, kritische rapporten naar aanleiding van de tragische dood van een medewerker bij de Albert Heijn in Den Haag die werd veroorzaakt door een man met verward gedrag. Eén rapport komt van de Inspectie Justitie en Veiligheid. Het andere rapport komt van de procureur-generaal bij de Hoge Raad, wat een unicum is, en gaat over de handelswijze van het Openbaar Ministerie. De conclusies zijn niet mals. Er zijn gewoon grove fouten gemaakt door de voormalige bewindspersoon en door het Openbaar Ministerie. De informatie-uitwisseling was gebrekkig en de juiste zorg ontbrak. Wat mij betreft komt er een afzonderlijk debat over deze twee specifieke rapporten met de staatssecretaris van JenV, want ik denk dat de rapporten ernstig genoeg zijn om daar tijd en aandacht aan te schenken.
De voorzitter:
Heel goed.
De heer Van Nispen (SP):
Mevrouw Mutluer heeft volledig gelijk met deze debataanvraag. Van harte steun van de SP.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Inderdaad. Van harte steun.
De heer Flach (SGP):
Geen steun, mede namens het CDA.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun.
Kamerlid Kostić (PvdD):
Steun.
De heer Olger van Dijk (NSC):
Steun.
De heer Léon de Jong (PVV):
Verschrikkelijk. Zeker steun voor dit verzoek.
De heer Sneller (D66):
Steun.
De heer Dassen (Volt):
Steun.
Mevrouw Wijen-Nass (BBB):
Steun.
De heer Ellian (VVD):
Steun.
De voorzitter:
U heeft een meerderheid. We boeken het in.
Tot zover de regeling van werkzaamheden. Ik schors een paar minuutjes en dan gaan we praten over de Asielbegroting.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Begroting Asiel en Migratie 2025
Begroting Asiel en Migratie 2025
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Asiel en Migratie (XX) voor het jaar 2025 (36600-XX).
Termijn inbreng
De voorzitter:
Voordat we aan de begrotingsbehandeling van Asiel en Migratie beginnen, wil ik nog een klein gedicht ten gehore brengen. Het is een gedicht van iemand die twintig jaar en twee dagen geleden vermoord werd, namelijk Theo van Gogh. Het gedicht heet Kaag. Om misverstanden te voorkomen: het gaat over het natuurgebied Kaag. Het is een gedicht van acht regels van Theo van Gogh. Het luidt als volgt.
Wij roeiden op zwart water, omringd door riet van goud.
’t Was zo koud, ’t Was zo stil, alsof de zon ons had bevroren.
Alleen een meeuw schreeuwde kil dat ons geluk voor altijd was verloren,
maar dat pas later ’t verdriet komt waarom niemand van je houdt.
O, dit moment te ondergaan, broodnuchter maar bewogen.
Haast zou je denken dat alles al geregeld is, hier op de Kaag.
Bediend op al je wenken, antwoord bij de juiste vraag.
De wind verstaan die ons – hoe lang nog? – achteloos zal gedogen.
Aldus Theo van Gogh, God hebbe zijn ziel.
Dan is thans aan de orde de begroting Asiel en Migratie. Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn dat u bij ons bent. Vandaag doen we alleen de termijn van de Kamer. Daartoe hebben wij vijftien sprekers van de zijde van de Kamer. Onder hen bevindt zich ook een maidenspeecher — dat is toch altijd een heugelijk en belangrijk moment — namelijk de heer Boomsma van de fractie van NSC. Hij zal de zesde spreker van vandaag zijn. Ergens rond de klok van halfzeven ga ik schorsen voor het diner.
Ik geef graag als eerste spreker het woord aan mevrouw Piri, maar die heeft eerst een andere mededeling. Het woord is aan haar.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik vroeg me af hoeveel interrupties we hebben.
De voorzitter:
Acht. Die duren maximaal 45 seconden. Dat houd ik ook bij. Als ze daar ver overheen gaan, reken ik ze als twee interrupties. Een interruptie is dus gewoon een mededeling, een vraag of een zin. Dat is een interruptie. Ik leg het even uit voor de nieuwere leden, want soms komen er mensen naar voren die zeggen: acht interrupties, dat betekent toch dat ik acht maal drie keer iets kan zeggen? Nee, dat is niet zo. Toch, mevrouw Podt?
Mevrouw Podt (D66):
Grote teleurstelling! Maar goed, we gaan zien hoe het gaat.
Voorzitter. Ik had een ander punt van orde. De asielbegroting hangt natuurlijk altijd nauw samen met de prognose over de instroom en de uitstroom. Daar hebben we een medium voor. Dat heet de MPP, de Meerjaren Productie Prognose. Iedere keer als we het kabinet vragen, ook bij de feitelijke vragen, waar deze hele begroting nou op gebaseerd is, dan wordt er verwezen naar de MPP, maar die krijgen we pas eind van deze maand. Ik heb erg veel moeite om deze begroting op een goede manier te bediscussiëren en te beoordelen als ik de MPP niet heb. Ik wil de minister dus vragen om de MPP al voor de tweede termijn van dit debat naar de Kamer te sturen, want dan kunnen we echt op een goede manier in gesprek over deze begroting.
De voorzitter:
Prima. Ik zal dit doorgeleiden naar het kabinet. Ik wil niet uitsluiten dat de minister dit verzoek zelf heeft gehoord. Ik neem aan dat zij daar, indien mogelijk, aan tegemoet zal komen. Dan de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Wij hebben vorige week Kamervragen gesteld, omdat de technische vragen wat lastig waren omdat een parlementair contactpersoon ontbreekt. We hebben Kamervragen gesteld om voor het debat duidelijkheid te krijgen over een aantal vragen ten aanzien van de fundamentele asielheroriëntatie, die vorig jaar is opgeleverd. Die antwoorden hebben we nog niet gehad. Dit debat, dat volgens mij een belangrijk debat is, staat nu voor de deur. Ik ben benieuwd of de antwoorden er nog aan komen, want ik denk dat het relevant en belangrijk is om daar als parlement kennis van te nemen.
De voorzitter:
Ook dat zal ik doorgeleiden. De minister zal het gehoord hebben en haar ambtenaren zeker.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. Ik wil mij aansluiten bij het verzoek van mevrouw Podt, omdat we nu een begroting gaan bespreken op basis van verwachtingen die we nog niet hebben en op basis van cijfers die niet bestaan. Ik ben benieuwd of de minister nu alvast een reactie kan geven op de vraag of zij in ieder geval lopende het debat die cijfers al naar de Kamer kan sturen. Anders zijn we hier een debat aan het voeren op basis van verwachtingen, niet-bestaande cijfers en nattevingerwerk.
De voorzitter:
Ik neem aan dat de minister daarop terugkomt in de schriftelijke beantwoording, die wij laatstelijk donderdag zullen hebben. Misschien arriveert die woensdag al — ik weet het niet — en wordt het daarin meegenomen.
De heer Bontenbal (CDA):
Mag ik een soort handreiking doen om het mogelijk te maken? Ik kan me namelijk voorstellen dat dat hele rapport, die hele update, er nog niet helemaal is en nog niet vormgegeven is enzovoorts. Het gaat uiteindelijk om een aantal kerncijfers, dus volgens mij kan dat ook in een half A4'tje met een geüpdatete tabel naar de Kamer. Dat is volgens mij waar de Kamer behoefte aan heeft. Als het dus een afgeslankte vorm heeft, zou dat voor mijn fractie ook voldoende zijn. Maar wij willen wel inzicht in die cijfers, want anders moeten we ons baseren op verouderde cijfers.
De voorzitter:
Heel goed.
De heer Van Nispen (SP):
Op dit punt. Ik zou graag vanavond nog willen horen, of in ieder geval per brief ontvangen, wat er mogelijk is, bijvoorbeeld of het verzoek van de heer Bontenbal nodig is of dat het volledige verzoek van mevrouw Podt mogelijk is. Ik wil dat niet pas donderdag horen.
De voorzitter:
Oké. Nou ja, ik zal dit doorgeleiden naar het kabinet. Ik weet niet of de minister hierover iets wil zeggen of dat we dat gewoon tijdens het debat nog gaan horen. Als het mogelijk is, neem ik aan dat het gedurende het debat, of met welke tijdseenheid dan ook, op de een of andere manier naar de Kamer komt.
Ik geef even het woord aan de minister.
Minister Faber:
Het is een natuurlijk wel een feit dat de cijfers er al wel zijn. Ze zijn alleen niet geduid. We kunnen dus wel de "kale" cijfers — zo noem ik het maar even — delen met de Kamer.
De voorzitter:
Oké. Ik zie een duim omhooggaan. Heel goed.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de eerste spreker van vandaag. Dat is mevrouw Piri van de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Het woord is aan haar.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Het is nu vier maanden geleden dat het kabinet-Schoof is geïnstalleerd. Het waren vier maanden van ruzie en gedoe, getouwtrek over de vraag of het parlement buitenspel mag worden gezet. Elke week is er weer nieuwe ophef en afleiding van gebroken verkiezingsbeloftes. Maar zelfs het begin van een oplossing voor de problemen waar de mensen in het land, lokale bestuurders en asielzoekers zelf dagelijks mee worden geconfronteerd, is nog niet in zicht. Sterker nog, de enige wet die dan wél enig soelaas biedt door asielzoekers eerlijker over gemeenten te spreiden, wordt ingetrokken, nadat minister Faber zelf heeft toegegeven dat de wet gewoon werkt. Als ik kijk naar de begroting van het ministerie en de plannen van het kabinet, dan bevatten die, aardig geformuleerd, een hoge mate van wensdenken. Iets minder diplomatiek stel ik dat het wanbestuur is, dat maar op één ding uit is: het vergroten van de chaos en de problemen.
In de begroting zien we dat de bekostiging van de IND met 85% keldert, terwijl de prognose van het ministerie laat zien dat de werkvoorraad juist elk jaar verder oploopt. In de begroting keldert het aantal asielverzoeken binnen twee jaar plots met 66%. Daarmee keldert ook de financiering van de opvang door het COA. Waar zijn deze aannames op gebaseerd? Van een minister die medeverantwoordelijk is voor het landsbestuur mag je als Kamer verwachten dat zij de problemen die er zijn in de opvangketen oplost, of dat in ieder geval serieus poogt te doen. Je mag verwachten dat er bij het maken van wetgeving wordt overlegd met de mensen die het beleid moeten uitvoeren: zijn de plannen haalbaar? Je mag ook verwachten dat als het hoofddoel van het kabinet is om de instroom van de asielzoekers in te perken, er een gedegen analyse ten grondslag ligt aan de manier waarop het voorgenomen beleid bij moet dragen aan dat doel. Maar niets van dit alles. Mantra's als "het strengste asielbeleid ooit" en "de instroom moet omlaag", die steeds herhaald worden, maken nog geen verschil voor de mensen in het land. Waar minister-president Schoof eerder nog het inzetten van het noodrecht rechtvaardigde door te stellen dat veel Nederlanders nu eenmaal een asielcrisis ervaren, heeft het er alle schijn van dat de beleidsvoorstellen in het nieuwste asielpakket vooral op gevoelens en emoties zijn gebaseerd. De toets van effectiviteit zouden ze naar alle waarschijnlijkheid niet doorstaan.
Voorzitter. De asielketen in ons land is de afgelopen jaren bij elkaar gehouden door pleisters, paperclips en noodverband. Er is geen Kamerlid dat zegt dat er geen probleem is, maar over de oplossingen verschillen we wel van inzicht. Dat de inwoners van Ter Apel zich in de steek gelaten voelen, is terecht. Dat er ongerustheid is bij mensen in een kleine gemeente wanneer ze opeens te maken krijgen met een grote noodopvanglocatie voor honderden asielzoekers, is goed voor te stellen. De frustratie bij met name de noordelijke gemeenten omdat zij telkens weer moeten bijspringen, terwijl andere bestuurders structureel weigeren om verantwoordelijkheid te nemen, is volkomen begrijpelijk. Dat er inmiddels meer noodopvanglocaties zijn in sporthallen en voormalige paardenstallen dan in reguliere azc's, is beschamend voor een rijk land als Nederland. Een meerderheid in dit land is namelijk nog steeds van mening dat we mensen die vluchten voor oorlog of vervolging fatsoenlijk moeten opvangen.
Eindelijk was er een structurele oplossing: de Spreidingswet moest zorgen voor meer voorspelbaarheid bij gemeenten, rust in de keten, een einde aan de mensonterende crisisnoodopvang en een eerlijkere spreiding over gemeenten in het land. Maar juist die wet wil dit kabinet nu intrekken. Dat is niet uit te leggen. Welke voorwaarden heeft de coalitie verbonden aan eventuele intrekking? Heeft de minister berekend wat dit gaat kosten aan extra noodopvang?
Voorzitter. De asielketen zit in een constante crisisstand. Een gewone asielprocedure duurt inmiddels 61 weken. Asielzoekers zitten daarom vijftien maanden langer in de opvang dan voorzien. De prognose is dat eind dit jaar 30.000 statushouders vastzitten in azc's omdat ze niet kunnen doorstromen. De IND heeft nog 70.000 asielverzoeken op de plank liggen en 64.000 nareisverzoeken, met een wachttijd van 73 weken. Er zijn meer noodopvanglocaties die ondermaats zijn dan reguliere plekken. 6.140 kinderen in de noodopvang worden van hot naar her gesleept en moeten telkens afscheid nemen van de school waar ze net nieuwe klasgenoten hebben ontmoet. 15.600 asielzoekers en 1.700 statushouders kunnen niet aan het werk omdat ze nog geen bsn-nummer hebben; de wachttijd is inmiddels opgelopen tot negentien maanden.
Voorzitter. Telkens alleen maar roepen "de instroom moet omlaag" is geen plan. Let op mijn woorden: straks gaat de minister de daling van het aantal asielzoekers in de gehele EU, en dus ook in Nederland, claimen als haar eigen verdienste. Het is onverantwoord om geen plan van aanpak te hebben voor het wegwerken van de achterstanden en het verkorten van de doorlooptijden bij de IND. Wanneer kan de Kamer dat plan verwachten?
De heer Boomsma (NSC):
Nieuw Sociaal Contract is het natuurlijk met mevrouw Piri eens dat die noodopvang onwenselijk is, maar mijn vraag is nu even of GroenLinks-PvdA van mening is dat de instroom van asielzoekers naar Nederland ook echt omlaag moet. Zo ja, op welke manier zou haar partij dat dan willen bereiken?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Nee. Wij zien uiteraard wel dat migratie een enorme druk legt op voorzieningen. Als je dan naar de migratie kijkt, zie je dat de grootste groep daarbinnen duidelijk bestaat uit arbeidsmigranten. Wij vinden dat er in Nederland altijd ruimte moet zijn voor de opvang van vluchtelingen, dus wij zouden veel meer kijken naar instroombeperking als het gaat om arbeidsmigranten. Ik vind het eerlijk gezegd nogal teleurstellend dat de minister onlangs nog — volgens mij was dat vorige week — de wet die daarover gaat voor de tweede keer heeft uitgesteld.
De heer Boomsma (NSC):
Nieuw Sociaal Contract vindt dat we alle vormen van migratie moeten beperken, zeker ook arbeidsmigratie en studiemigratie. Dat hebben we natuurlijk op allerlei punten aangegeven en daar worden ook allemaal plannen voor gemaakt. Maar begrijp ik dan goed dan PvdA-GroenLinks niet vindt dat de asielinstroom in Nederland überhaupt omlaag moet? Dat vindt uw partij geen enkel probleem?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik zie dat er in de afgelopen drie jaar, zeker met de opvang van ongeveer 100.000 Oekraïners, heel veel is gevraagd van gemeenten, en natuurlijk ook van de inwoners van die gemeenten. Geen enkel onderzoek voorspelt dat de asielinstroom in de komende jaren alleen maar toe zal nemen; we zien nu al dat die afneemt. Kijk hoe het in de afgelopen 30 à 40 jaar is gelopen. Als je afspraken maakt, dan doe je dat op Europees niveau. Laten we eerlijk zijn: daar komen de meeste mensen ook binnen.
De heer Boomsma (NSC):
Maar dan concludeer ik dus dat PvdA-GroenLinks geen plannen of andere ideeën heeft om de asielinstroom naar Nederland terug te dringen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Als je kijkt wie Nederland binnenkomt, dan zie je dat de top vijf van landen waar die mensen vandaan komen, landen zijn in een oorlogssituatie. Dat weet de heer Boomsma ongetwijfeld ook. U vraagt mij dus eigenlijk niet of ik de instroom van asielzoekers wil beperken, maar of ik vind dat we de instroom van vluchtelingen moeten beperken. Daarop is mijn antwoord nee. Ik ben altijd zeer bereid om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen die kansarm zijn en hier waarschijnlijk geen asiel krijgen, die gevaarlijke overtocht niet maken.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik hoorde mevrouw Piri iets zeggen over dat oplossingen ook in Europa liggen. Nou heeft uw partij tegen die oplossingen gestemd. Een van die oplossingen is namelijk het EU-Migratiepact. Dus welke oplossingen bedoelt u dan precies?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik kom straks op de nationale oplossingen daarvoor. Het Migratiepact bestond uit verschillende onderdelen. De meeste daarvan hebben wij gewoon gesteund. Een aantal onderdelen hadden wij graag anders gezien. Nu het pact er is, staan wij daar gewoon achter en vinden wij dat het geïmplementeerd moet worden.
Voorzitter. Als het kabinet de asielplannen door… O!
De voorzitter:
Meneer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik wil graag nog even kort doorgaan op dit blokje. Ik denk dat het zou helpen als er breed in de Kamer, bij links en rechts, meer overeenstemming zou zijn over meer grip op migratie. Wat doet u met het advies van de staatscommissie? Die pleit wel degelijk voor bandbreedtes. Als je dat doorrekent, dan moet er bij asielmigratie ook iets van een bandbreedte komen. Volgens het advies moet je er dus toch wel iets meer grip op gaan krijgen. Hoe kijkt u dan naar het advies van de commissie?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Wij steunen het advies. Onze fractie heeft de auteurs ook uitgenodigd om daarover door te praten. Tegen de voorzitter zeg ik dat wij al een aantal maanden wachten op een debat daarover hier in de Kamer, dat toen meteen is aangevraagd. Maar laten we eerlijk zijn: alle adviezen, ook dat van de staatscommissie, zeggen dat het heel moeilijk is om te sturen op asielmigratie. Het is veel makkelijker om te sturen op wat voor economie je wilt hebben, op de naar schatting ongeveer 1,2 miljoen arbeidsmigranten die inmiddels werkzaam zijn in Nederland. Daar ligt de nadruk ook op. Wij steunen de plannen van de commissie en kijken uit naar dat debat.
De heer Bontenbal (CDA):
De commissie zegt: ga naar gematigde groei.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja.
De heer Bontenbal (CDA):
Dat betekent toch iets van een bandbreedte en iets van sturing op die verschillende typen van migratie, die leidt tot een bandbreedte. Als je vanuit dat eindpunt, die gematigde groei, vertrekt, dan ontkom je er ook niet aan om te sturen op een bandbreedte voor migratie. U zegt terecht dat …
De voorzitter:
Mevrouw Piri zegt terecht.
De heer Bontenbal (CDA):
Mevrouw Piri zegt terecht dat het een deel van de instroom betreft. Maar cumulatief opgeteld over de jaren en rekening houdend met de verblijfsduur, is het natuurlijk wel een substantieel deel in relatie tot arbeidsmigranten. Als de uitkomst is dat het sturen op die bandbreedtes wel degelijk meer grip op asielmigratie betekent, valt hier dan met de PvdA-GroenLinks, of andersom, over te praten?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik zal niet liegen: ik heb niet het hele rapport gelezen, maar wel hele onderdelen en natuurlijk de voor mijn portefeuille belangrijke onderdelen. Nogmaals, ik zie met name dat de commissie het logischerwijs heeft over sturen op de soort economie die je wilt hebben. Ook mijn fractie is voor gematigde groei. Mijn collega Mariëtte Patijn staat voor een veel forsere ingreep als het gaat om arbeidsmigratie dan tot nu toe vanuit dit kabinet komt. Over asielmigratie staat er het volgende. Als je gaat kijken naar bandbreedtes, zal je dat op Europees niveau moeten doen. De commissie heeft niet geadviseerd tot het afspreken van een bandbreedte, puur gericht op asielmigratie. Dat zou ik ook onverstandig vinden.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dit is wat mij betreft te makkelijk. Besturen is ook moeilijke keuzes maken. In het EU-Migratiepact zit zoet en zuur voor iedereen. Er is gezegd: we stemmen voor alle onderdelen, want anders gaat het pact niet door. U heeft voor een aantal onderdelen gestemd en tegen een aantal andere onderdelen. Daarmee heeft uw partij het risico genomen om dit Migratiepact niet door te laten gaan. Nu hoor ik weer: we willen wel dingen op studiemigratie en we willen het wel hebben over arbeidsmigratie. Maar ik heb nog geen voorstellen gehoord om ook op het gebied van asielmigratie met maatregelen te komen om de instroom naar beneden te brengen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor geen vraag, voorzitter. Maar ik vind het leuk zo, die interrupties tussendoor en dan nog even een berichtje van je adviseur krijgen: je moet nog even doorvragen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Persoonlijk feit, voorzitter. Dit gaan we niet doen. Het berichtje is er niet geweest: u mag in mijn telefoon kijken als u wilt.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik hoef niet in uw telefoon te kijken.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dit soort dingen gaan we niet doen. Ik wil een net debat met elkaar voeren. Niet dit soort persoonlijke dingen, alsof mensen elkaar berichtjes hebben gestuurd.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Prima. Als u een vraag heeft, zal ik die beantwoorden.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Mijn vraag heb ik net gesteld. U gaf geen antwoord, maar begon met een persoonlijke aanval. Daar maak ik nu een persoonlijk feit van.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Prima, voorzitter. Dan ga ik door.
De voorzitter:
De heer Diederik van Dijk.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Nog even om dit blokje af te ronden, als het ware. Ik begrijp uit de uitlatingen van mevrouw Piri dat wat PvdA-GroenLinks betreft de instroom van asiel niet naar beneden hoeft. Dat betekent dan dus ook dat u eigenlijk over alle maatregelen uit het asielnoodmaatregelenpakket, het hele stapeltje inmiddels, bij voorbaat al zegt: onbespreekbaar; wij zijn overal op tegen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Als de heer Van Dijk wacht op het einde van mijn inbreng, zal hij horen welke onderdelen wij inderdaad niet zien zitten. Ik zal ook suggesties doen voor wat volgens mij wel slim beleid zou zijn.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Op onderdelen misschien wel of niet … Ik begrijp uit de woorden van mevrouw Piri dat maatregelen om de instroom te beperken überhaupt niet nodig zijn, omdat de instroom op het gebied van asiel niet naar beneden hoeft. Dat zei u net.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Weet u, woorden doen ertoe. "Instroom beperken" klinkt gewoon als iets heel technisch. We hebben het hier over het asielvraagstuk. Kijk naar waar de meeste mensen die naar Nederland komen, vandaan komen. Dan zie je waarom zo'n hoog percentage erkenning krijgt. Het gaat om vluchtelingen. Ik ben benieuwd welke vluchtelingen niet meer welkom zijn volgens al die partijen die hier pleiten voor het verlagen van de instroom. Daar komt toevallig nooit een antwoord op. Als het gaat om dat kleine percentage mensen die een asielverzoek indienen, uit een veilig land komen en geen reden hebben voor bescherming, ben ik altijd bereid om te kijken hoe we die mensen kunnen ontmoedigen om hierheen te komen. Maar laten we eerlijk zijn: de meeste mensen die naar Nederland komen, vluchten voor oorlog en geweld. Ik ben benieuwd wie u dan wil terugsturen.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Er moet ruimte zijn voor echte vluchtelingen; daarover zijn we het eens.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Gelukkig.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Het punt is inderdaad hoe je dat op een goede manier kunt scheiden en hoe je op een fatsoenlijke manier het draagvlak in de samenleving kunt meewegen. We kunnen namelijk niet iedereen opvangen.
Ik heb een vervolgvraag. Op asiel kun je heel moeilijk sturen; mevrouw Piri wees daar eerder op. Ik verwijs naar een land als Zweden, waar het roer echt omgaat. Het is wel degelijk mogelijk om invloed uit te oefenen en te sturen. Het is niet fatalistisch in die zin.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Maar, nogmaals, u hoort mij ook niet zeggen: je moet niks doen op asiel. Daar is jaren over onderhandeld binnen de Europese Unie. Er liggen nu afspraken. Die moeten geïmplementeerd worden. We zien al dat de asielinstroom het afgelopen jaar met een kwart — in sommige landen is dat zelfs meer dan in Nederland — gedaald is. Het is dus niet zo dat er niks gebeurt. Alleen, de illusie die bij een aantal partijen in de Kamer heerst, namelijk dat je met nationale maatregelen ervoor kunt zorgen dat hier minder vluchtelingen naartoe komen, noem ik naïef.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik heb een korte vraag aan mevrouw Piri: weet mevrouw Piri hoeveel asielzoekers er over land naar Nederland komen, dus via een van onze veilige buurlanden?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik denk bijna allemaal.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Goed. Dan kunt u toch ook stellen dat de meeste vluchtelingen of asielzoekers die hiernaartoe komen, allang veilig waren voordat ze naar Nederland kwamen en dat ze dus een economisch motief hebben om naar Nederland te komen?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Die laatste conclusie kan ik daar niet uit trekken, nee.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Ik hoorde mevrouw Piri zeggen dat ze bepaalde partijen naïef vindt als die denken dat de instroom kan worden beperkt. Ik vraag mij het volgende af. Vindt mevrouw Piri het niet naïef om te denken dat we alle vluchtelingen van de hele wereld in Nederland kunnen opvangen?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Zeker. Dat zou ik heel naïef vinden.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Waar legt u dan zelf de grens?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat die grens er helaas al is. Kijk bijvoorbeeld naar de randen van Europa. We hebben volgens mij vandaag nog een bericht gekregen over hoe er weer 25 mensen in een boot zijn omgekomen. Helaas zijn er genoeg hordes voor mensen. Ik ben voor het financieren van veel meer opvang in de regio. Ik vind het jammer dat dit kabinet de grootste bezuiniging ooit doet op ontwikkelingssamenwerking. Daarmee bezuinig je juist op conflictpreventie in conflictgebieden. Denk ook aan bezuinigen op je diplomatieke apparaat. Dat zijn nou niet de dingen waarmee je ervoor zorgt dat mensen in de regio kunnen worden opgevangen.
De heer Eerdmans (JA21):
De vluchtelingen die wij hier binnenkrijgen, komen uit Jemen, Afghanistan, Turkije en Syrië. Die komen inderdaad via — ik doe een schatting — gemiddeld acht veilige landen in Nederland aan. We hebben er zelfs een verdrag voor getekend, het akkoord van Dublin, waarin staat dat mensen moeten blijven in het eerste veilige land waar ze komen. Zij reizen door en komen uiteindelijk bij Nederland uit. Waar komt de opmerking van mevrouw Piri vandaan over solidariteit als je weet dat inmiddels heel veel veilige landen doorkruist zijn en de vluchtelingen in feite niet voor onveiligheid vluchten, maar puur op zoek zijn naar Nederland?
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Over die acht landen. Het Dublinverdrag gaat over de EU-landen, maar het klopt: voordat je vanuit Griekenland uiteindelijk in Nederland bent, kom je door heel wat EU-landen. Het Europees recht werkt nu eenmaal zo dat je wel geregistreerd moet zijn in een land. Dan geldt het Dublinverdrag. Het klopt: een aantal van die mensen — sterker nog, het gaat om het merendeel van die mensen — is niet ergens geregistreerd. Ik denk dat dat ook een van de onderwerpen van discussie was bij het Europees Migratiepact. Tegelijkertijd zeg ik dat er geen pact was gesloten op het moment dat Griekenland, Italië en Spanje er niet op konden rekenen dat er vervolgens vanuit de andere Europese landen solidariteit zou zijn wat betreft de opvang van asielzoekers.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat is een heel ander verhaal. Dat gaat over het herverdelen van asielzoekers in de Unie. Mijn punt is het volgende. De PvdA en GroenLinks zetten politici hier eigenlijk weg als onbarmhartig, als niet humaan …
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dat deel komt nog.
De heer Eerdmans (JA21):
… en als haatdragend. Dat soort woorden worden allemaal gebruikt. Wij zeggen dat dat een heel oneerlijk verhaal is: als mensen al die veilige landen doorkruisen, moeten we niet doen alsof Nederland de reddende engel van de wereld is. Dat is gewoon niet waar. Mensen doen een bewuste poging om Nederland te bereiken — het erge is dat dat ook niet wordt afgeremd, dus mensen pakken dat bootje over de Middellandse Zee — terwijl ze de veiligheid allang hadden. Het is dan helemaal niet gek dat politici in Nederland zeggen: nee, sorry, u had moeten blijven in het eerste Europese land waar u in bescherming werd genomen. Kijk, als we die regel met z'n allen ondergraven, is het einde zoek.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Nou, ik denk niet dat wij met z'n allen die regel ondergraven. Je moet gewoon ergens geregistreerd staan voordat je de regels kan toepassen, en dat is nu niet het geval.
De voorzitter:
Prima. U continueert.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Als het kabinet de asielplannen doorzet, voorspel ik u dat er grote chaos gaat ontstaan. Het voornemen om een tweestatusstelsel in te voeren en voortaan tijdelijke vergunningen elke drie jaar te herbeoordelen, zal de werkdruk bij de IND fors verhogen. Hoe denkt de minister dat de IND onder deze omstandigheden komt tot snellere procedures?
Het plan om de Spreidingswet in te trekken en de verplichting van gemeenten af te schaffen om vluchtelingen met een verblijfsstatus te huisvesten, zal leiden tot een nog groter tekort aan opvangplekken en tot nog meer crisisnoodopvang. Wat doet dát volgens de minister met het draagvlak en de openbare veiligheid? Hoeveel gaat dit extra kosten?
De afschaffing van de asielvergunning onbepaalde tijd, niets doen aan de begeleiding naar werk en het leren van de Nederlandse taal, en het voortdurend heen en weer slepen van mensen: het zal allesbehalve een positieve bijdrage leveren aan de integratie. Is de minister het ermee eens dat Nederland nog wel een land moet zijn dat opvang biedt aan mensen op de vlucht voor oorlog en geweld?
Naast dat de chaos wordt vergroot, wordt er ook nog eens onnodig veel geld uitgegeven aan noodopvang. Het is natuurlijk niet uit te leggen dat mensen in peperdure hotels en cruiseschepen worden opgevangen vanwege een tekort aan reguliere bedden. De directeur van het COA zei bij Nieuwsuur dat er 1 miljard euro per jaar extra moet worden uitgegeven aan crisisnoodopvangplekken. Van de minister wil ik graag de berekening achter die cijfers hebben.
Ik noem een paar alternatieven waarvoor het kabinet zou kunnen kiezen om de opvangcrisis effectief aan te pakken. Kies voor het in stand houden van de Spreidingswet. Dat wordt gesteund door bijna alle gemeenten en alle twaalf provincies. Plaats asielzoekers in de gemeente waar ze na het verkrijgen van een verblijfsstatus kunnen blijven. Dat geeft rust en bevordert de integratie. Maak taalonderwijs verplicht vanaf dag één. Stel samen met werkgeversorganisaties een plan op voor hoe je elk jaar minstens 10.000 statushouders begeleidt naar een fatsoenlijke baan. Maak afspraken met de topvierlanden waar de meeste kansarme asielzoekers vandaan komen. Dus geen luchtballonnetjes oplaten in Oeganda, maar investeren in het maken van terugkeerafspraken met landen als Algerije, Marokko, Moldavië en Nigeria. Kom met een passende aanpak voor mensen die overlast veroorzaken. Maak werk van de uitvoering van het Europees Migratiepact in plaats van kansloze briefjes over opt-outs sturen waardoor de minister niet meer serieus wordt genomen in Brussel.
Voorzitter. Een ander voornemen dat bij de eerstvolgende ministerraad voorligt, is het plan om het normbedrag voor de gemeentelijke opvang voor Oekraïners met 30% te verlagen. Net op het moment dat aan gemeenten wordt gevraagd om voor 1 januari 27.000 extra plekken te regelen, wordt de landelijke vergoeding teruggeschroefd naar een onacceptabel laag niveau. De VNG heeft berekend dat twee op de drie gemeenten voor €45 per dag geen opvang kunnen regelen. Wat is de bedoeling van de minister met dit voorstel? Hoe kan het soberder?
Voorzitter. Misschien wel de belangrijkste vraag is wie dit kabinet eigenlijk als echte vluchteling beschouwt. De reden dat ik dit vraag, is dat de voorstellen van het kabinet juist de echte vluchtelingen het allerhardst raken. De echte vluchteling wordt straks in een container weggestopt zonder perspectief op de mogelijkheid om hier een nieuw leven op te bouwen. De Syriërs die hierheen kwamen op zoek naar veiligheid, duwen we straks terug in de armen van een moordlustige dictator. Oekraïners moeten voortaan nog soberder, in nog grotere hallen, worden opgevangen of op straat slapen. De lhbti-vluchtelingen mogen niet langer herenigd worden met hun partner. Afghaanse oud-medewerkers worden in de steek gelaten. 300 door de VN geselecteerde kwetsbare vluchtelingen mogen niet langer komen. Wie is volgens dit kabinet dan nog een echte vluchteling, die bescherming verdient in ons land? Graag een reactie.
Voorzitter. Dan over de minister, die deze wetsvoorstellen nu moet voorbereiden en op zoek moet naar meerderheden in beide Kamers. Mevrouw Faber wordt zelfs door haar eigen partijleider niet langer serieus genomen. De politica die de afgelopen jaren vaak het land in ging om te protesteren tegen de opening van azc's en die nu zelf verantwoordelijk is voor de opvang, is nu nergens meer in het land te vinden. Telefoontjes van burgemeesters worden genegeerd. Drie van haar vier woordvoerders zijn inmiddels vertrokken en haar p.a. hebben wij nog nooit gezien. Ze stuurt briefjes aan de verkeerde instanties, roept uit dat zij beleid is, verzint dingen die er niet zijn en heeft zestien weken aan een dragende motivering gewerkt die inmiddels in de prullenbak ligt, voordat iemand die zelfs maar heeft kunnen lezen. Op hét moment dat er in de coalitie werd onderhandeld over haar onderwerpen, mocht ze niet eens aanschuiven. Dit kabinet zou op zoek gaan naar wat er wél kan en maakte een minister verantwoordelijk die niets doet.
Voorzitter. Tot slot wil ik stilstaan bij de beschrijving die minister Faber gaf van haar eigen takenpakket. "De missie van het ministerie van Asiel en Migratie is: weloverwogen en uitvoerbaar migratiebeleid met respect voor de migrant en dat bijdraagt aan de Nederlandse samenleving." Ik denk dat we na vier maanden, met alles wat er op tafel ligt en wat we al hebben gezien, de conclusie kunnen trekken dat deze minister faalt in haar eigen opdracht.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Vondeling van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dank u wel, voorzitter. 2,5 miljoen Nederlanders hebben bijna een jaar geleden op de PVV gestemd, met als een van de belangrijkste redenen het aanpakken van het totaal uit de hand gelopen asiel- en migratiebeleid. Dat is een grote klus, want de afgelopen tien jaar is het er bepaald niet beter op geworden. Decennialang hebben we te veel immigranten binnengelaten. Bij hen staan alle integratieseinen op rood. De afgelopen veertien jaar zijn er meer dan 450.000 asielzoekers naar Nederland gekomen. Qua omvang is dat ongeveer een stad als Den Haag. Miljoenen Nederlanders willen een strenger asiel- en migratiebeleid. Voor die mensen sta ik hier. Voor die mensen staat de PVV er iedere dag. Voor hun land, Nederland, hebben we in het hoofdlijnenakkoord en later in het regeerprogramma de strengste afspraken ooit gemaakt op asiel en migratie.
Natuurlijk had ik het liefst gehad dat al die maatregelen ongewijzigd waren doorgevoerd, maar helaas bleek de noodwet geen haalbare kaart. De noodwet had het in de Eerste Kamer niet gehaald en had waarschijnlijk het kabinet voor die tijd al opgeblazen. Die noodwet wordt nu een spoedwet. Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Misschien was het een geluk bij een ongeluk, want ik ben ontzettend blij en trots dat we twee weken geleden aanvullende afspraken hebben kunnen maken binnen de coalitie. Die afspraken hadden we anders nooit voor elkaar kunnen krijgen. Van een ongekend streng en stevig Syriëbeleid tot meer cellen voor vreemdelingenbewaring en het vastzetten van ongedocumenteerde asielzoekers. Van bijna geen VN-vluchtelingen meer tot grensbewaking aan de Duitse en Belgische grens. Van het intrekken van die vreselijke Spreidingswet tot het einde van de wettelijke taakstelling voor het huisvesten van statushouders voor gemeenten. Zo zijn er nog meer maatregelen te noemen. Het is uiteindelijk een veel steviger pakket geworden. Mijn fractie, de Partij voor de Vrijheid, is daar heel erg blij mee. Het gaat ons uiteindelijk om het resultaat. Het gaat de PVV om het bereiken van resultaten op het asiel- en migratiedossier. Dat is wat de kiezer van ons verwacht. Zonder de PVV in het kabinet gaat dat niet lukken.
Voorzitter. Ik zou het kabinet willen vragen om nu snel met wetgeving te komen. Het duurt allemaal erg lang, te lang, eerlijk gezegd. Er zijn namelijk grote problemen die op korte termijn moeten worden opgelost. De woningmarkt, het onderwijs, de zorg, onze sociale voorzieningen, onze cultuur en onze veiligheid staan door de toenemende migratie onder druk. Kan de minister van Asiel en Migratie toezeggen met man en macht te werken om alle asielafspraken en -maatregelen zo snel als maar kan in wet- en regelgeving om te zetten?
Voorzitter. Tot slot heb ik een vraag over de eigen bijdrage van Oekraïners. Van de bijna 10 miljard euro die volgend jaar naar de begroting Asiel en Migratie gaat, gaat er 4 miljard naar de opvang van Oekraïners. Oekraïners moeten vanaf 1 januari 2025 een eigen bijdrage betalen voor hun opvang, wat natuurlijk meer dan logisch is. Maar hoewel bijna 60% van de Oekraïners werken, hoeven zij geen zorgpremie en eigen risico te betalen. Dat is natuurlijk belachelijk. In het hoofdlijnenakkoord hebben we afgesproken dat de eigen bijdrage voor Oekraïners wordt verhoogd. Gaat de minister hierin ook meenemen dat Oekraïners die werken voortaan ook zelf hun zorgpremie en hun eigen bijdrage betalen?
De voorzitter:
Dat was uw bijdrage?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ja.
De voorzitter:
Heel goed.
De heer Van Nispen (SP):
Mevrouw Vondeling van de PVV lijkt er trots op te zijn dat er nu eindelijk resultaten worden geboekt, want er zijn problemen. Die zijn er. Dat ben ik deels met u eens. Maar wat ik niet goed begrijp van de PVV, is dat er van alles aan deze minister wordt gevraagd — we moeten nog maar zien wat daarvan terechtkomt; daar kom ik zelf straks ook op terug — maar dat in de tussentijd allerlei voorstellen niet worden gesteund. Denk bijvoorbeeld aan voorstellen om Ter Apel te ontlasten, om te zorgen voor voldoende opvangplekken op andere plaatsen, om ook iets te gaan vragen van rijkere buurten, om asielzoekers wat eerder aan het werk te laten gaan zodat je van hen ook een financiële bijdrage kunt vragen, en om termijnen te verkorten bij de IND, wat miljoenen scheelt, die we nu betalen aan de eigenaren van hotels en cruiseschepen. Waarom steunt de PVV al die oplossingen voor de problemen van vandaag de dag niet?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Daar kan ik heel kort over zijn. Alle oplossingen die bijvoorbeeld de SP zal aandragen om de instroom te beperken, zullen wij van harte steunen, maar dit zijn allemaal maatregelen die niets doen aan de instroom.
De heer Van Nispen (SP):
Dit zijn allemaal voorstellen die iets doen aan de problemen waar mensen vandaag de dag mee te maken hebben. Ik heb nog een voorbeeld. De PVV zet mensen met psychische stoornissen op straat. Deze minister heeft een probleem met Veldzicht. COA-bewoners met psychische problemen kunnen daar straks niet langer terecht. De lvv wordt gesloten. Dat is de opvang voor ongedocumenteerde vreemdelingen, maar soms kunnen mensen met psychische stoornissen daar ook terecht. Die mensen komen op straat terecht. Wij dienen een voorstel in en zeggen: voorkom dat die mensen op straat komen te staan. Wat doet de PVV? Die stemt ertegen. We willen graag over de instroom praten, maar wat ons betreft praten we ook over arbeidsmigratie, en niet alleen over mensen die vluchten voor oorlog en geweld. De PVV moet ook de problemen van vandaag de dag oplossen. Als de PVV weigert dat te doen, laat ze mensen in Ter Apel, Budel en al die andere plekken in het land gewoon keihard in de steek.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik ga even kort reageren op het punt van de mensen uit de lvv's. Wat ons betreft gaan die Nederland gewoon uit. Dat betekent niet dat we ze hier gaan pamperen door illegalenopvang te faciliteren. Wij willen gewoon dat die mensen uit Nederland vertrekken. Dat betekent ook dat wij ze geen opvang meer willen bieden hier. Dat is waarom we uw voorstel daarvoor niet steunen.
De heer Van Nispen (SP):
Dit is interessant. In die motie stond namelijk dat je de terugkeer moet bespoedigen. Mevrouw Vondeling heeft de motie misschien niet voor zich, maar het stond erin. De PVV stemt daar gewoon tegen. Je moet die mensen terug laten keren, maar zolang dat niet gelukt is, moet je ze niet op straat kieperen, want dan zorgen ze voor overlast voor de mensen in de wijken waarin ook mensen op de PVV hebben gestemd, mensen die ook van uw partij oplossingen verwachten. Ik zou dus zeggen tegen mevrouw Vondeling: neem dus ook de verantwoordelijkheid.
Ik wil nog één voorstel doen; ik hoop dat de PVV ons daarin wil steunen. Wij gaan vandaag voorstellen dat we gaan doorrekenen wat de maatregelen van dit kabinet uiteindelijk gaan betekenen, qua aantallen, voor arbeidsmigratie, studiemigratie, kennismigratie en asielzoekers. Ik ben erg benieuwd wat daar uit gaat komen en hoeveel minder migranten dit beleid uiteindelijk op gaat leveren. Steunt de PVV het voorstel om dit door te laten rekenen?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik ga nog helemaal niets zeggen over wat ik ga steunen. Ik wacht uw bijdrage af. Wij hebben er gewoon vertrouwen in dat het het kabinet gaat lukken om met deze maatregelen de instroom te doen dalen.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben blij dat mevrouw Vondeling zegt dat het geduld begint op te raken. Dat waren ook de woorden van de heer Wilders vandaag. Ik denk dat we inmiddels heel wat tijd verloren hebben. We zijn 130 dagen verder. Alle hoop was gericht op het noodrecht, waardoor we een heleboel stappen zouden kunnen overslaan. Het geduld zal nog zwaarder op de proef worden gesteld als we met wetgeving komen. De Spreidingswet kan hier wel van tafel gaan, maar ik denk dat daar in de Eerste Kamer nog geen meerderheid voor is. Hoe denkt mevrouw Vondeling de belofte te kunnen waarmaken dat de Spreidingswet, de dwangwet die gemeenten asielzoekers laat opnemen, voor het einde van het jaar van tafel gaat?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik ga niet in op alle separate maatregelen. Daar komen we allemaal nog over te spreken bij de wetgeving die naar de Kamer gaat. In de brief van het kabinet staat duidelijk dat er mogelijk dit jaar nog wetgeving wordt ingediend. U heeft het erover dat de wet van tafel moet, maar dat is natuurlijk niet mogelijk binnen twee maanden. Het streven van het kabinet is om nog in dit jaar met wetgeving te komen. Daar zien wij ook op toe. Daarom vraag ik aan de minister: maak vaart; schiet ermee op.
De heer Eerdmans (JA21):
We hebben 130 dagen gedaan over briefjes aan het verkeerde adres en over bordjes die er zouden moeten komen. We hebben gezeur gehad over de Spreidingswet. Moeten we wel of niet met de gemeenten om tafel? Dat was allemaal knullig gedoe. We weten allemaal dat 1 november is gepasseerd, dus dat het dwangmatige karakter van de Spreidingswet ingaat. Dat hadden we allemaal kunnen voorkomen als deze minister op dag één was gekomen met wetgeving. Waarom hebben we 130 dagen moeten wachten om te horen dat Wilders door de pomp is gegaan voor Omtzigt ten aanzien van het noodrecht? Dat mocht niet. Ik ben ook benieuwd of er een dragende motivering is gekomen of dat dat niet eens het geval was. Er is allemaal tijd verspild. Er is allemaal tijd verspild vanaf dag één. Het zijn allemaal onzinnige dingen waar we niks aan hebben.
De voorzitter:
Ja, ja.
De heer Eerdmans (JA21):
Mijn laatste vraag is: gelooft u er nog in dat deze coalitie tot het strengste pakket ooit gaat leiden?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Zoals u weet, hadden wij liever die noodwet gehad, maar de politieke werkelijkheid is gewoon anders. Wij zijn er juist hartstikke blij mee — ik dacht dat JA21 dat ook zou zijn — dat er allemaal extra maatregelen zullen worden genomen. We gaan kijken naar Syrië, er komen meer cellen voor vreemdelingenbewaring, er komen minder VN-vluchtelingen, het nareisbeleid wordt aangescherpt en er komen kortere verblijfsvergunningen. Ik had verwacht dat JA21 daar juist heel blij om zou zijn.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik was blij met het hoofdlijnenakkoord en met het regeerakkoord. Ik ben heel vaak blij geweest. Het is bijzonder dat er een regime change is geweest. Er is echt een andere koers, maar mijn punt is: de rechtse kiezer verlangt nu wel een keer boter bij de vis. Ik heb gezegd: niet kakelen maar eieren leggen, minister. Ja! Dat hebben we nu nodig. Het is nu wel een keer klaar met alle wensen en intenties op elkaar stapelen. Ik wil gewoon resultaten zien. U toch ook?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dat wil de PVV ook. Vandaar mijn vraag aan de minister.
De heer Ceder (ChristenUnie):
De PVV en de ChristenUnie kijken niet op alle punten hetzelfde naar het migratiedossier, maar ik hoop dat we het er wel over eens zijn dat Nederland uiteindelijk beter moet worden van het beleid dat we voeren. Ik heb naar het betoog geluisterd van mevrouw Vondeling en naar de interruptie van de heer Van Nispen over de opvang. Het stoort mij wat u zegt over de opvang. In de afgelopen maanden heeft u moties weggestemd ...
De voorzitter:
... heeft mevrouw Vondeling moties weggestemd.
De heer Ceder (ChristenUnie):
... heeft mevrouw Vondeling moties weggestemd die niet alleen de opvang zouden kunnen ontlasten, maar die ook veel goedkopere opvang zouden kunnen realiseren. Het stoort mij dat de PVV zegt op te komen voor de hardwerkende Nederlander, maar we vervolgens wel mensen moeten opvangen. We hebben te weinig opvangplekken in Nederland, maar we moeten ons wel houden aan de verdragen. De opt-out is niet gelukt. Het gevolg van te weinig opvangplekken is dat we noodopvang moeten kopen.
De voorzitter:
U zit nu al op een minuut.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Waren er grenzen, voorzitter?
De voorzitter:
45 seconden.
De heer Ceder (ChristenUnie):
O, oké. Excuses. Er zijn grenzen.
De voorzitter:
Ja, er zijn grenzen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Mijn vraag is als volgt. De Algemene Rekenkamer heeft uitgerekend dat het feit dat we te weinig reguliere opvangplekken hebben en waardoor we noodopvangplekken moesten inkopen — dat is precies het beleid dat de PVV voorstelt — vorig jaar al 1 miljard euro aan belastinggeld heeft gekost. Dat is PVV-beleid. Er is gewoon 1 miljard euro weggegooid. Ik wil aan u vragen: bent u het ermee eens dat als we te weinig opvangplekken hebben — dat is precies wat deze begroting voor ogen heeft in de komende jaren — we extra belastinggeld kwijt zijn omdat we noodopvang moeten inkopen? Bent u het eens met mijn stelling?
De voorzitter:
U zit nu op 1 minuut 50. Dat is echt twee keer zo lang. Ik reken het nog steeds als één interruptie, maar dat is omdat ik in een goede bui ben. Vanaf nu ga ik het rekenen als twee interrupties als u er zo lang over doet. Het antwoord van mevrouw Vondeling.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dat is nu juist het verschil tussen de ChristenUnie en de Partij voor de Vrijheid. Wij vinden niet dat er te weinig opvangplekken zijn; wij vinden dat er te veel opvangplekken zijn. Wij willen de instroom omlaag brengen. Wij zijn helemaal niet voor dure noodopvang. Juist onder het kabinet waar de heer Ceder van de ChristenUnie deel van uitmaakte, is er begonnen met het binnenhalen van cruiseschepen en het gebruiken van dure hotels om asielzoekers op te vangen. Wij hebben dat nooit gesteund. Onze minister zit nu eigenlijk met de gebakken peren. Zij moet nu het beleid van het vorige kabinet voort gaan zetten totdat we het veranderd hebben. Ik ben het dus niet eens met wat u zegt.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik hoor mevrouw Vondeling. Deze argumentatiefout is de reden waarom we de afgelopen jaren miljarden euro's hebben weggegooid. "We hebben te veel opvangplaatsen, en door daarin te minderen, doen we iets aan de instroom". Dat is gewoon PVV-beleid waardoor we miljarden euro's weggooien. Mevrouw Vondeling pakt de opvang en zegt: als we die maar verminderen, zal de instroom op magische wijze stoppen. Dat is natuurlijk niet waar. Dat is een argumentatiefout, maar wel eentje met gigantisch veel consequenties, namelijk honderden miljoenen euro's die over de brug worden gegooid. Mijn vraag aan de PVV is: klopt mijn constatering dat de opvang een andere opgave is dan de instroom, en dat door het hebben van te weinig opvangplekken niet op magische wijze de instroom aangepast wordt? Klopt die constatering?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik ben het niet met u eens. Er worden heel veel maatregelen genomen door het kabinet om de instroom te beperken. Als we die instroom omlaag hebben, dan hebben we minder opvangplekken nodig. Dat is volgens mij gewoon hoe het werkt.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Een derde interruptie, voorzitter. Dat is niet hoe het werkt. Deze argumentatie is de reden waarom er al miljarden euro's aan belastinggeld verspild zijn. Dat is omdat rechtse partijen zeggen: we moeten weinig opvangplekken hebben, omdat er anders mensen komen. Opvang doet weinig aan de instroom; dat zijn twee verschillende onderwerpen. Omdat die met elkaar verknoopt worden, moet er dure noodopvang ingekocht worden. Die peperdure hotels en die luxe schepen zijn dus een uitkomst van het PVV-beleid, al jarenlang. En dat gaat zo door, als we de begroting moeten geloven. Mijn vraag aan mevrouw Vondeling, zeg ik via de voorzitter, is de volgende. Bent u bereid om te erkennen dat als wij onvoldoende opvangplekken hebben en de prognose van deze minister over een aantal jaar niet uitkomt, we opnieuw dure noodopvang moeten inkopen? En neemt u daar als PVV verantwoordelijkheid voor? Zegt u dan: die extra centen komen door ons beleid?
Mevrouw Vondeling (PVV):
U heeft het over jaren PVV-beleid, maar deze minister is nog geeneens een jaar minister, dus wat u zegt klopt al niet. Ik heb al antwoord gegeven. Ik kan dat nog drie keer herhalen, maar ...
De voorzitter:
Graag via de voorzitter spreken.
Mevrouw Vondeling (PVV):
O ja, sorry.
De heer Bontenbal (CDA):
In antwoord op een interruptie van collega Van Nispen zei mevrouw Vondeling iets waarvan ik wil checken of ze dat echt zo bedoelt of dat ik het verkeerd heb begrepen. Zegt ze nu eigenlijk: alle voorstellen vanuit de Kamer die wel de asielketen in Nederland willen verbeteren, maar niet direct iets doen aan de instroom, steunen wij niet?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Dat zeg ik niet. Ik heb alleen gezegd dat ik serieus ga kijken naar voorstellen die de instroom beperken. Dat heb ik gezegd, meer niet.
De heer Bontenbal (CDA):
Dank, want dan bent u dus ook bereid om voorstellen te steunen die de asielketen in Nederland beter willen maken. Dat lijkt me een rationele positie. Daar ben ik blij om. Dan zou mijn tweede vraag zijn wanneer u verwacht dat de instroom echt omlaaggaat, en dan niet op basis van de Europese maatregelen, maar op basis van Nederlandse maatregelen, en welke maatregelen er volgens u nodig zijn om de opvangketen in Nederland beter te organiseren. Ik vraag dus concreet wanneer u daadwerkelijk een echte daling van de instroom verwacht door Nederlands beleid.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Nou, zoals u weet ben ik geen waarzegger. Ik heb nu ook geen cijfers. Ik heb geen berekeningen. Ik verwacht gewoon dat alle maatregelen die we gaan nemen — dat zijn er heel veel — wat gaan doen met de instroom en dat die inderdaad gaat dalen.
De heer Bontenbal (CDA):
Maar dan is het totaal onverantwoordelijk om voor allerlei voorstellen te gaan stemmen die de keten in Nederland niet op orde brengen zolang je niet weet dat de instroom daadwerkelijk gaat dalen. Als je dat als PVV wel doet, creëer je heel bewust chaos. Dan maak je heel bewust een puinhoop van Nederland. Dat vind ik zulke cynische politiek. Ik snap dat u de instroom omlaag wilt krijgen. Dat willen meerdere partijen. Maar de asielketen in Nederland moet ook gewoon op orde zijn. Waarom wil de PVV daar niet gewoon bij gaan helpen?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Die chaos is er al jaren. Het is al jaren chaos, al decennialang. Het is gewoon onzin dat u nu met de vinger naar de PVV gaat wijzen. Dit is het eerste kabinet dat iets gaat doen aan de instroom. Voorgaande kabinetten hebben er niets aan gedaan en daardoor is het nu een chaos.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Alleen maar roepen "we gaan iets doen aan de instroom" is nog geen beleid. Ik vraag dan aan mevrouw Vondeling: welke specifieke plannen van al die plannen die het kabinet heeft, gaan iets doen aan de instroom? Hoe groot verwacht zij dat de effecten zijn? Ik zal u heel eerlijk zeggen dat ik dat antwoord nog niet gehoord heb van de regering. Maar misschien kan de PVV-collega mij daarbij helpen.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Zoals ik net al aangaf bij de vraag van de heer Bontenbal: ik heb op dit moment geen cijfers of prognoses. Ik weet alleen dat wij het strengste asielbeleid ooit gaan uitvoeren. Dus ik verwacht ook gewoon dat dat effect heeft op de instroom. Dat is mijn beeld hierbij.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Maar ik verwacht dat het effect vooral een nog grotere chaos is. De problemen zijn inderdaad niet te wijten aan de PVV, want die zat niet aan de knoppen van het regeringsbeleid. Dat waren de afgelopen jaren andere partijen. Maar ik verwacht dat de chaos in de opvang alleen maar erger gaat worden. Dus ik stel nogmaals de vraag. Ik hoef geen cijfers en ook geen cijfers achter de komma. Van welke beleidsmaatregel van alles wat het kabinet nu voorstelt, denkt u: dat gaat nu echt iets doen aan die instroom?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Het is het totale pakket aan maatregelen. Ik denk dat mevrouw Piri dat ook snapt. We willen heel veel maatregelen gaan uitvoeren. Ik verwacht gewoon dat dat in totaal zal leiden tot een daling van de instroom.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
De PVV verwacht op basis van maatregelen die nog moeten komen dat het aantal vluchtelingen naar beneden gaat, maar helaas kunnen we op basis van verwachtingen geen beleid maken. Toch zien we dat dat nu gebeurt met deze begroting. Er wordt de komende jaren fors bezuinigd op de opvang. Het verbaast mij dat de PVV hier zegt: we zijn niet eens benieuwd naar de doorrekeningen van de maatregelen. Waarom steunt u het voorstel niet om de maatregelen door te rekenen om te zien of het ook daadwerkelijk effect heeft?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik heb volgens mij sowieso niet gezegd dat ik het niet steun. Volgens mij komt de minister met cijfers en die wachten we gewoon af. Maar ik heb er inderdaad gewoon vertrouwen in dat dit kabinet ervoor gaat zorgen dat de instroom gaat dalen. Er kunnen nog vier partijen hetzelfde vragen, maar mijn antwoord blijft hetzelfde.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Maar als we dat niet weten, dan is wat nu in de begroting staat, namelijk dat er wordt bezuinigd op de opvang, toch totaal onverantwoord? Als we het beleid niet maken op basis van cijfers, dan krijgen we nog veel meer ellende zoals in Ter Apel. Is de PVV het met mij eens dat de begroting die hier voorligt, dat er wordt bezuinigd op opvang zonder dat we weten of de maatregelen effect hebben, onverantwoord is?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Nee, daar ben ik het niet mee eens. Wij vinden het juist goed dat er bezuinigd gaat worden op de opvang. Wij vinden dat er de afgelopen jaren genoeg geld naartoe is gegaan. Komend jaar gaat er, geloof ik, bijna 5 miljard naar het COA en de IND. Wij vinden dat te veel. Dus wij vinden het juist goed. Wij steunen de minister daarin.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Tot slot. Ik constateer dat de PVV dus beleid voert waardoor we straks niet minder, maar meer problemen hebben. We gaan heel hard bezuinigen op de opvang. We weten niet hoeveel vluchtelingen er daadwerkelijk minder gaan komen. Er ontstaat dus nog veel meer chaos. Er zal veel meer noodopvang nodig zijn, wat veel duurder is. En er gaan nog veel meer mensen buiten slapen.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ik hoor collega Vondeling net zeggen "we gaan het strengste asielbeleid ooit uitvoeren". Via de voorzitter zeg ik dat u dat natuurlijk niet gaat uitvoeren, want de zogenaamde "asielcrisis" is gestrand omdat coalitiepartner NSC dat niet wilde en de PVV heeft daarnaar moeten luisteren. Hetzelfde gebeurde op het moment dat die nieuwe asielmaatregelen werden gepresenteerd. Nog diezelfde avond heeft de vervangend fractievoorzitter van NSC gezegd: als Syrië geen veilig land kan zijn en als het niet mag van ambtenaren of van rechters, gaan we dat natuurlijk niet doen. En de woordvoerder van NSC heeft al laten weten dat er meer geld naar IND en COA moet. Dus waar komt nou dat idee vandaan dat dit beleid uitgevoerd gaat worden?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik verwacht dat omdat … Het idee komt ervandaan dat het kabinet dit beleid gaat uitvoeren. Het kabinet heeft een brief naar de Kamer gestuurd met daarin die extra maatregelen. Het kabinet heeft een regeerprogramma opgesteld, met daarin de maatregelen, dat gesteund wordt door de vier coalitiepartijen. Dus ja, ik verwacht inderdaad dat het gewoon uitgevoerd gaat worden.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Die verwachting is dan voor een heel groot deel wensdenken, want van een heel groot deel van die maatregelen werd al meteen gezegd: ja, maar met mitsen en maren. Naar dat stukje theater hebben we de afgelopen maanden nou net zitten kijken. We hebben het heel lang gehad over een zogenaamde "asielcrisis". Alle politieke zuurstof in Den Haag werd getrokken naar dat theaterspel, maar het komt uiteindelijk niet van de grond. Ik ben daar blij mee, maar ik begrijp niet dat de PVV een coalitie steunt die er zo'n potje van maakt. Daarom stel ik de vraag nog een keer en verwacht ik daar eigenlijk een beter antwoord op: waarom verwacht de PVV dat dit uitgevoerd gaat worden? Want dit gaat natuurlijk niet uitgevoerd worden.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik herhaal maar weer hetzelfde antwoord. Het kabinet heeft een brief gestuurd met daarin de extra maatregelen. We hebben een regeerprogramma van het kabinet. We hebben een hoofdlijnenakkoord dat ondersteund wordt door de vier coalitiepartijen. Dus ja, ik verwacht gewoon dat het beleid uitgevoerd gaat worden.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ja, maar dat hoofdlijnenakkoord en dat regeerakkoord kunnen kennelijk dus zomaar opengebroken worden, want dat is zojuist gebeurd. De PVV heeft daarbij aan het kortste eind getrokken. Nogmaals, ik vind dat prima, maar ik kan me niet voorstellen dat de PVV daar blij van wordt. Moet ik nou constateren dat we weer maanden naar een stukje theater gaan zitten kijken, maar dan nu naar de tweede akte over de zogenaamde asielmaatregelen die nu weer zijn aangekondigd? En gaat de PVV dan weer een beetje roepen, maar uiteindelijk verder niks doen? Nogmaals, komt er geen beleid met oplossingen uit dit kabinet rollen?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Nou ja, er zijn genoeg extra maatregelen die we gaan nemen. Ik heb de minister gevraagd om vaart te maken met wetgeving. Ik heb dus gewoon goede hoop.
De heer Van Baarle (DENK):
Het verhaal van de PVV en van dit kabinet is allemaal drijfzand: verwachtingen die nergens op gebaseerd zijn. Tegelijkertijd wordt er een recordbezuiniging ingeboekt op de IND en op het COA. Als je niet weet wat de maatregelen doen en als je verwachtingen op drijfzand gebaseerd zijn, dan is de vraag aan de PVV: wie moet straks de aanvragen van mensen gaan behandelen als we bijna geen IND of COA meer hebben? Waar moeten mensen straks opgevangen worden? Wat de PVV met dit beleid doet, is geen asielcrisis oplossen, want die crisis bestaat niet, maar een crisis veroorzaken. Als je weet dat je cijfers en verwachtingen op niks gebaseerd zijn en je tegelijkertijd alles wegbezuinigt, dan creëer je een probleem. Waarom doet de PVV dat?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik heb het ook al ... Volgens mij is het de zesde keer dat deze vraag gesteld wordt. Wij creëren geen probleem. Wij moeten de problemen van de afgelopen jaren nu oplossen; in ieder geval onze minister van Asiel en Migratie moet die problemen oplossen. Dat doen we met een lijst van maatregelen om de asielinstroom te beperken. Dat is onze oplossing. Wij creëren geen chaos. Die chaos is er al en die proberen wij nu op te lossen.
De heer Van Baarle (DENK):
Maar de PVV lost helemaal niks op, want de PVV komt niet verder dan zeggen dat ze een lijstje met maatregelen heeft, zonder te kunnen zeggen wat die maatregelen doen. Wat we wél weten — keihard — is dat de PVV met dit kabinet ervoor gaat zorgen dat we dadelijk bijna geen IND meer hebben, terwijl de achterstanden bij de IND oplopen. We weten ook dat er gewoon mensen vluchten voor oorlog en geweld en dat die mensen recht hebben op een behandeling. Wie gaat die mensen straks die behandeling geven als we geen IND meer hebben? Dat is de consequentie van dit beleid. Ik vraag de PVV nogmaals: als je dat ziet aankomen, dan ben je toch moedwillig een crisis aan het creëren?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Waar de PVV zich zorgen om maakt, is waar al die Nederlanders gaan wonen. In welke huizen moeten zij gaan wonen en hoe gaan ze dit allemaal betalen? Daar maken wij ons zorgen om. Daarom steunen we deze maatregelen om de asielinstroom te beperken, want Nederland kan het gewoon niet meer aan.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb net ook weer naar alle andere betogen geluisterd en opeens begon het me te dagen. Mevrouw Vondeling heeft geen flauw idee of dit gaat werken. Ze heeft werkelijk geen flauw idee. Ze zegt: ik verwacht het gewoon. Dat is spelen met de rust in Nederland. Dit is spelen met miljarden euro's. Mevrouw Vondeling heeft geen flauw idee. Ik zal ook maar zeggen wat ik verwacht. Ik verwacht over een aantal jaar een parlementaire enquête. Ik ga de vraag stellen, en daarbij kijk ik ook de andere coalitiepartijen aan, want die gaan hier ook antwoord op moeten geven. Er wordt een bezuiniging ingeboekt en na een aantal maanden kan nog altijd niemand zeggen wat voor effect die heeft en of die gaat werken. Over een aantal jaren, als er een nieuw kabinet is en we met een miljardenchaos en een bestuurlijke chaos zitten, zal iedereen zeggen: we wisten het niet. Dit wordt een parlementaire enquête. Mijn vraag aan mevrouw Vondeling is de volgende. Stel je voor dat de instroom niet daalt zoals de PVV dat voor ogen heeft. Dan zal er noodopvang ingekocht moeten worden. De reguliere opvang kost ongeveer €80. Noodopvang kost een veelvoud daarvan vanwege dure hotels en cruiseships. Gaat de PVV dan ook staan en het volgende zeggen? We hebben gegokt en we hebben verloren, dus die miljarden euro's gaan we leveren.
Mevrouw Vondeling (PVV):
Ik kan het weer herhalen: wij verwachten dat de instroom gaat dalen met deze maatregelen.
Mevrouw Podt (D66):
Ik zat even mee te schrijven tijdens alle debatjes. Mevrouw Vondeling zegt eigenlijk: ik heb geen cijfers; ik heb er gewoon vertrouwen in. Nou heb ik weleens begrepen dat vertrouwen hartstikke goed is, maar controle nog iets beter. Dat is natuurlijk ook onze rol hier in deze Kamer. Of je nu van de coalitie of de oppositie bent, wij moeten deze minister controleren. Nou heeft de Rekenkamer doorgerekend dat deze hele begroting van Asiel en Migratie nergens op gebaseerd is. Het is een soort ravijn. We gaan een aantal jaren goed begroten en daarna zakt het in totale derrie uiteen. De PVV zegt: we willen minder kosten. De Rekenkamer zegt: de kosten gaan op deze manier juist oplopen, en niet een beetje, want ze gaan echt helemaal omhoog spiralen. De PVV zegt: we willen de problemen van mensen in Nederland oplossen. Dat zei mevrouw Vondeling net nog. De VNG zegt: wat we nu aan het doen zijn, gaat ten koste van de samenleving. Dat zegt de VNG niet zomaar. Ik vraag daarom: kan mevrouw Vondeling het nou gewoon eens een keertje uitleggen aan de mensen in Ter Apel en Budel die nu zitten te kijken? Zij worden straks de dupe van deze begroting en het intrekken van de Spreidingswet. Wat zegt zij tegen die mensen?
Mevrouw Vondeling (PVV):
Wat zeg ik tegen die mensen? Het kabinet gaat wat doen om hun leed te verzachten. De voorgaande kabinetten hebben niets gedaan; zij hebben het alleen maar erger gemaakt. Dát zeg ik tegen die mensen.
Mevrouw Podt (D66):
De instroom, de instroom, de instroom: dat is het verhaal van de PVV. Maar we hebben natuurlijk net al van de collega's gehoord dat dit niet het hele verhaal is. Zelfs als de instroom volgende week naar 0 gaat, zitten er straks nog steeds 150.000 mensen in de opvang. Zij worden hier in Nederland opgevangen. De PVV kan dan wel zeggen: we halen al die opvang weg. Maar dan staan die mensen op straat. Wat gebeurt er dan? Dit is geen realistische begroting. Vertrouwen is niet genoeg.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is mevrouw Podt van de D66.
Mevrouw Podt (D66):
Dank u wel, voorzitter. Geen vrolijk begin, want we zitten al vier maanden lang te kijken naar chaos en amateurisme. Ondertussen is de overlast niet afgenomen, is de terugkeer niet toegenomen, is de asielketen nog steeds een puinhoop en hebben we nog geen serieus voorstel van deze minister gezien. Er kwam slechts een aankondiging van een asielnoodmaatregelenwetsvoorstel en er werd wat geschoven met plannen uit het coalitieakkoord. Wanneer kunnen we de daadwerkelijke voorstellen verwachten?
Voorzitter. Ik zal gelijk zeggen: er valt met D66 best te praten, bijvoorbeeld over vreemdelingenbewaring, over de definitie van "kerngezin" of over hoe we omgaan met de ongewenstverklaringen na zware criminaliteit. Wij zullen alle voorstellen eerlijk beoordelen.
Daarnaast blijven we komen met eigen voorstellen. Mijn initiatiefwet om werken tijdens de asielprocedure te stimuleren en de drempel voor werkgevers te verlagen, is inmiddels in consultatie gegaan, want gelijk meedoen is goed voor nieuwkomers en voor Nederland.
Maar ik zal het ook gelijk zeggen: het voornemen om politiek te besluiten dat delen van Syrië dan wel veilig zullen zijn, is een onhaalbaar en onmenselijk voorstel, waar de coalitie D66 recht tegenover zich zal vinden. We hoorden de collega van NSC vandaag nog op de radio zeggen dat we gewoon de procedure volgen. Hij zei het niet met zoveel woorden, maar het komt er eigenlijk op neer dat het gewoon niet gaat gebeuren. Vorige week was ik aanwezig bij een demonstratie van de Syrische gemeenschap in Nederland. De mensen die ik daar sprak, waren gewoon bang. Ik hoop dus dat coalitiepartijen beseffen wat ze teweegbrengen met het politieke spelletje om tijd te kopen en dat ze besluiten om dit idiote plan vandaag nog in te trekken.
Ook het intrekken van de Spreidingswet kan niet op onze steun rekenen. Vorige week hebben de provincies laten zien wat wél kan. Iets weggooien wat werkt en gewenst is, zorgt alleen maar voor meer chaos.
Voorzitter. Mijn fractie maakt zich — ik zei het net al even — grote zorgen over de financiële degelijkheid van deze begroting. De gapende gaten in deze begroting leiden, zo zonder onderbouwing, tot een fabeltjesbegroting. Allereerst even die onderbouwing. Ook de Rekenkamer is daar echt heel kritisch over. Er zit een groot gat tussen het aantal mensen in de opvang en de begroting van het COA. Ik zei het al even: het is een soort ravijn. Ook de IND wordt de komende jaren financieel uitgekleed, terwijl ze alle mensen die hier al zijn gewoon nog moet beoordelen.
Waarschijnlijk zal de minister wel weer vier keer roepen dat er een heel streng asielbeleid komt waardoor de instroom écht gaat dalen, maar steeds als er wordt gevraagd wat de voorgestelde maatregelen nou gaan doen met de instroom, komt daar geen antwoord op, net ook weer niet. Toen de premier tijdens de persconferentie gevraagd werd wat het pakket zou doen met de instroom, was zijn antwoord: nou, dat is afwachten. Is de minister ook nog steeds aan het afwachten, of kan zij nog een poging doen de enorme daling in de begroting en in de aantallen asielzoekers hier voor ons te onderbouwen?
De gevolgen van deze fabeltjesbegroting zijn gigantisch. Vrij Nederland sprak van een "ontmanteling" van de IND en het COA. Wat zegt de minister tegen de uitvoerders die dit weer mogen oplossen? En hoe reageert ze op de Rekenkamer, die zegt dat op deze manier begroten, de kosten nog meer zal doen toenemen? Want wensdenken leidt niet tot lagere kosten, maar tot meer dure externe inhuur, dure noodopvang en dure dwangsommen.
Voorzitter. Wat D66 betreft is er in Nederland altijd ruimte voor mensen die op de vlucht zijn. Maar mensen die hier niets te zoeken hebben, moeten zo snel mogelijk terugkeren. Daarvoor moet je beginnen met het onder ogen zien van de realiteit: mensen wegwensen heeft geen zin. Erkent de minister dat inzetten op zelfstandige terugkeer zonder toezicht, zoals de minister wil, leidt tot mensen die helemaal niet gaan vertrekken?
Wat D66 betreft is het ook onbegrijpelijk dat het kabinet ervoor kiest om niet alleen te stoppen met het financieren van de lvv, maar ook om de opgebouwde samenwerking met de IND en DT&V te slopen. Een aantal gemeenten kiest ervoor om de troep van deze minister op te ruimen en de lvv zelf te financieren, maar zij dreigen de instrumenten om deze mensen te begeleiden naar terugkeer te verliezen. Kan de minister toezeggen de samenwerking tussen de uitvoeringsorganisaties en de lvv's in stand te houden?
Voorzitter. Gemeenten zitten ook met hun handen in het haar bij de opvang van Oekraïners. D66 heeft al vaker aandacht gevraagd voor stabiele financiering van deze opvang, omdat de kosten op deze manier alleen maar oplopen. Er is ook te weinig geld om voldoende time-outlocaties voor overlastgevers te realiseren. Kan de minister toezeggen afspraken te maken met de VNG over stabiele, voldoende en voorspelbare financiering van de opvang? En kan de minister toezeggen te zorgen voor voldoende financiering voor time-outlocaties?
Ten slotte, voorzitter. De minister heeft mijn eerdere motie over kleinschalige opvang geïnterpreteerd als: we vervangen noodopvang door grote, sobere locaties, maar kleinschalige opvang kan bijvoorbeeld voor amv's. Dat was evident niet de strekking van de motie. Graag een reactie van de minister. Wie zitten er precies op te wachten op die grote, sobere locaties?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar mevrouw Rajkowski van de VVD. Daarna spreekt de heer Bontenbal en daarna hebben we de heer Boomsma met zijn maidenspeech. Ik denk dat ik daarna ga schorsen voor het diner. Het woord is aan mevrouw Rajkowski.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Op dit moment heeft Nederland 18 miljoen inwoners. Dat zijn verhoudingsgewijs heel veel mensen op dit kleine stukje aarde. De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 constateerde dat Nederland in 2050 meer dan 21 miljoen inwoners zou kunnen hebben en dat migratie de motor is achter de huidige bevolkingsgroei. Ik snap ook dat mensen naar Nederland willen komen, want we leven in een vrij land met een democratische rechtsstaat en we hebben hele goede sociale voorzieningen. Maar we moeten er ook voor zorgen dat Nederland in de toekomst leefbaar blijft, met genoeg woningen, betaalbare woningen, gezonde natuur. En hoe zorgen we ervoor dat er genoeg mensen in het bedrijfsleven blijven werken om al die publieke voorzieningen te kunnen betalen? Kortom, hoe houden we Nederland en onze welvaart in stand? We moeten hierbij niet alleen kijken naar asielmigratie, maar ook naar arbeids- en studiemigratie. Voor de VVD is het bijvoorbeeld belangrijk dat het in balans is als je kijkt naar wie naar Nederland wil komen en wie we hier in Nederland nodig hebben.
Voorzitter. Vandaag gaat het over asielmigratie. Op dit moment overkomt asielmigratie ons. Het heeft de woningnood substantieel vergroot en de asielketen is zwaar overbelast. Nederlanders maken zich als gevolg hiervan zorgen over de toekomst van ons land. Laat duidelijk zijn: migratie is van alle tijden, maar grenzen stellen door de overheid ook. De overheid moet ook grenzen stellen en handhaven om weer grip te krijgen op migratie, zodat we de mensen die we hier binnen willen hebben en ook moeten opvangen, ook netjes kunnen blijven opvangen en die mensen ook daadwerkelijk kunnen integreren. Waar sommige partijen geen grenzen durven te stellen of juist rabiate voorstellen doen, neemt de VVD haar verantwoordelijkheid.
Voorzitter. Hierbij houden we vier aspecten in het achterhoofd: draagvlak, draagkracht, rechtsstaat en humanitair. Plat gezegd moet Nederland het aankunnen. We willen echte vluchtelingen opvangen, maar mensen die hier niet horen, moeten zo snel mogelijk weer weg. Ons motto daarbij — u kent het vast — is: opvang in de regio is leidend. Zo willen we bijdragen aan de veiligheid van mensen op een manier die Nederland kan en wil dragen. Uiteraard hebben we voor al deze plannen ook Europese en internationale afspraken en partners nodig. Het immigratiepact speelt een belangrijke rol in het onder controle krijgen van migratiestromen. Wat de VVD betreft moet dit pact zo snel mogelijk worden geïmplementeerd door alle EU-lidstaten.
Voorzitter. Ik heb vijf onderwerpen die ik wil aanstippen. De eerste heet: actie.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor mevrouw Rajkowski, zoals haar fractievoorzitter volgens mij ook vaak heeft gezegd, zeggen dat echte vluchtelingen hier welkom zijn. Van de echte vluchtelingen die hier nu zijn in Nederland, wie had mevrouw Rajkowski hier liever niet gehad?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Als het gaat om echte vluchtelingen die hier niet hadden hoeven zijn, zijn dat wat ons betreft de kansarme vluchtelingen en de Dublinclaimanten. Verder is het ook per land afhankelijk wie er wel of niet als vluchteling wordt bestempeld.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dus als ik het goed begrijp, zijn dat kansarme asielzoekers …
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Bijvoorbeeld, ja.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
… uit veilige landen, die waarschijnlijk geen kans maken op asiel.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Bijvoorbeeld. Maar het kan ook gaan om Dublinclaimanten. Daarnaast wordt er natuurlijk per land per persoon een afweging gemaakt met betrekking tot wie hier mag blijven en wie niet.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Dank voor de verduidelijking. Klopt het dan dat er eigenlijk niet zo veel verschil zit tussen wat de VVD zegt en wat ik stelde? Ik stelde dat we er best voor openstaan om te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat kansarme asielzoekers worden ontmoedigd om hierheen te komen, maar dat echte vluchtelingen — dat zijn over het algemeen mensen die voor vervolging of oorlog vluchten — natuurlijk nog steeds welkom zijn in Nederland. Dan zit daar toch geen verschil tussen? Of interpreteer ik dat verkeerd?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Theoretisch zit er natuurlijk wel een grens aan, maar wat ons betreft moeten we ons uiterste best doen om die mensen zo veel mogelijk netjes op te kunnen vangen.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Mijn vraag is dan eigenlijk als volgt. Heel veel van de maatregelen die ik zie, raken nu eigenlijk juist die echte vluchteling, bijvoorbeeld als het gaat over Syriërs die hier zijn. Dat probeerde ik ook in mijn betoog te zeggen. Het kabinet gaat nu weer komen met een voorstel om bijvoorbeeld de opvang voor Oekraïners nog soberder te maken. Maar ook een groep waar de VVD zich altijd keihard voor heeft ingezet, de lhbti'ers, wordt hierdoor geraakt. Uiteraard konden zij in het land waar zij vandaan vluchtten niet trouwen. Omdat zij niet getrouwd zijn, kan hun partner nu niet meer hierheen komen. Ziet mevrouw Rajkowski ook dat een groot deel van het maatregelenpakket de echte vluchteling, waar de VVD voor zegt te staan, keihard raakt?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Als ik kijk naar Nederland en naar hoe vast de asielketen zit, zie ik dat het ons niet lukt om alle echte vluchtelingen netjes genoeg op te vangen. Dat gezegd hebbende, moet er altijd ruimte blijven, bijvoorbeeld op het moment dat je inderdaad niet kan trouwen met degene van wie je houdt, zoals in Syrië. Dan moet er altijd ruimte en coulance mogelijk blijven om te zeggen: op papier is het misschien niet je gezin en je partner, maar het ís wel je levenspartner. Daar staat de VVD voor en daar zal de VVD ook voor blijven staan. Dit soort dingen moeten mogelijk blijven.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ik had eigenlijk dezelfde vraag. Ik hoor de VVD namelijk heel vaak spreken over ruimte houden voor de echte vluchtelingen. Dat klinkt heel humaan. In principe ken ik de VVD ook wel als een partij die zegt: ik wil die ruimte houden en ik wil mij committeren aan internationale afspraken, aan mensenrechtenverdragen en aan Europese verdragen. Maar gezien het antwoord zou ik een andere vraag willen stellen dan die ik in gedachten had, namelijk de vraag die ik net ook aan de collega van de PVV stelde. Het regeerakkoord is opengebroken en daaruit is de zogenaamde asieldeal voortgekomen, die net is gepresenteerd. Dan gaan we toch een heel groot deel van die asieldeal niet uitvoeren? Een belangrijk voorbeeld is dat van die ongehuwde partners. Dat kan dus al niet, of dat wil de VVD in ieder geval niet. Maar klopt die constatering?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik begrijp eigenlijk niet welke constatering u bedoelt. Ik hoor er in uw vraag namelijk een paar. Met een paar ben ik het eens en met een paar niet. Dus welke bedoelt u?
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Concreet was de vraag als volgt. Klopt de constatering dat een heel groot deel van die maatregelen in de asieldeal die net gepresenteerd is na het openbreken van het regeerakkoord niet zal worden uitgevoerd? In het antwoord op collega Piri, die terecht aangeeft dat dit de echte vluchtelingen zijn, hoorde ik eigenlijk dat de VVD en een deel van de Kamer elkaar de hand kunnen schudden over hoe we willen omgaan met echte vluchtelingen. Die gaan we volgens de VVD inderdaad opvangen. Klopt dan de constatering dat een heel groot deel van die maatregelen uit de asieldeal geen doorgang gaan vinden, dus dat die niet uitgevoerd gaan worden?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nee. Voor mij was dit geen tegenstelling, maar een aanvulling en een verduidelijking van hoe wij kijken naar een aantal van deze maatregelen en naar de deal die gesloten is. Maar dit gaat zeker ook wat doen. Juist omdat de vergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft en juist omdat de bepaalde tijd van vijf naar drie jaar gaat, kun je mensen tijdelijk opvangen als dat moet. Maar je kunt ook na drie jaar herbeoordelen en kijken of een land veilig is of kijken of iemand als persoon veilig terug kan. Is het nee, dan kan iemand blijven, dan kan de vergunning verlengd worden. Is het ja, dan kan iemand dus na drie jaar al terug in plaats van na vijf jaar. Er zitten dus wel degelijk maatregelen in het pakket waar de VVD erg blij mee is.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Maar als ik het goed begrijp, zijn er dus een heleboel maatregelen die de echte vluchtelingen raken. Dat ongehuwde partners niet meer zouden mogen komen, dat meerderjarige kinderen die afhankelijk zijn omdat ze bijvoorbeeld een beperking hebben niet meer mogen komen en dat vluchtelingen die vluchten vanwege religieuze overtuigingen of hun geaardheid niet meer mogen komen, gaat allemaal nog steeds door. Dat deel van het pakket kunnen we dus afserveren. Dan is mijn vervolgvraag: als dat klopt, naar welk theaterstuk zijn we nu dan aan het kijken? Ik vroeg dat net ook al aan de collega van de PVV. Er is oprechte irritatie in het land. Eerst worden we gegijzeld door een soort asielcrisis die er niet gaat komen, want niemand kan die uitleggen, en dan komt er nu zogenaamd een asieldeal, waarvan we nu al kunnen constateren dat de coalitie er niet achter staat en dat er geen meerderheid voor is in de Kamer.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nee, dat is niet waar. Wij en de andere coalitiepartijen staan voor deze asieldeal. Onze handtekening is ook wat waard. Ik gaf net een verduidelijkend antwoord op de vraag van collega Piri, dacht ik, die vroeg hoe wij het interpreteren. Dit zijn gewoon afspraken die zijn gemaakt. Wij staan voor deze deal en wij zijn blij met de maatregelen die erin staan. De ene maatregel is misschien meer een VVD-maatregel dan de andere, maar zo werkt besturen: we zullen het met z'n vieren moeten doen. Maar uiteindelijk hebben we ervoor gezorgd dat er een deal ligt. Ik zou graag willen dat we nu eindelijk aan de slag kunnen. Ik wil namelijk graag voorstellen van de minister zien om de instroom te beperken, want er is nogal een ambitie, zoals meerdere collega's al hebben aangehaald. Die ambitie moet wel gehaald worden. We hebben geen tijd te verliezen.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Oké, maar dan wordt het onduidelijk. Of de VVD zegt dat bij de echte vluchtelingen, zoals ook internationale verdragen, Europese verdragen en wij als Nederland willen beschermen, ook de ongehuwde partners en de meerderjarige kinderen die afhankelijk zijn vanwege bijvoorbeeld een beperking horen, of de VVD zegt dat niet. Er zit eigenlijk heel weinig tussen. Als dan in antwoord op de vragen van collega Piri wordt gezegd "nee, inderdaad, die zien wij ook als echte vluchtelingen", dan gaat een heel deel van dat maatregelenpakket niet door. Een deel mag namelijk niet en een deel kan niet. Ik hoor gelukkig dat de VVD aangeeft dat zij een deel ook niet wil, omdat ze staat voor de bescherming van echte vluchtelingen. Het is de laatste keer dat ik deze vraag ga stellen, hoor. Dan vraag ik me echt af: waarom houden we elkaar hier zo gegijzeld? Ga werken aan echte oplossingen en ga niet maatregelen met een handtekening onderschrijven die echt niet uitgevoerd gaan worden. Daarvan zeggen de VVD en NSC namelijk nu al: dat gaan we niet doen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Deze asieldeal gaat uitgevoerd worden. Daarom staat onze handtekening eronder. Wij willen van de minister weten hoe ze dat gaat doen, wanneer ze dat gaat doen en wanneer het tweestatusvoorstel naar de Tweede Kamer komt. Daar heb ik eerder een motie over ingediend. Daarvan heb ik ook nog niks gezien. Ik heb net aangegeven wat zo'n beperking van een bepaaldetijdvergunning, zo'n verkorting, van vijf naar drie jaar daadwerkelijk kan betekenen. Je kan ervoor zorgen dat mensen eerder teruggaan. We hebben het gehad over grenscontroles. Dat werd hier in de Tweede Kamer altijd gepresenteerd als een symbolische maatregel. Nu blijkt — kijk hoe Duitsland het uitvoert — dat er wel degelijk een verhaal te bouwen is, omdat het echt werkt. We zouden de hele avond met elkaar in debat kunnen gaan over de vragen "kan dit wel of net niet?" en "werkt dit net wel of net niet?", maar dan komen we geen steek verder. Volgens mij is het onze verantwoordelijkheid, ook richting Nederland, om ervoor te zorgen dat we ook dingen waarvan we ons afvragen of ze heel veel gaan helpen of misschien slechts een beetje, toch proberen. Laten we wetsvoorstellen in de Kamer krijgen. Dan kunnen we die op hun merites beoordelen. Dan kunnen we tenminste wat gaan doen.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
We zijn het erover eens dat we wat moeten gaan doen aan de problemen die er daadwerkelijk zijn. Mijn bezwaar zit 'm erin dat ons als Nederland steeds een rad voor de ogen wordt gedraaid. Dit gebeurde eerst met een zogenaamde asielcrisis, waarvan niemand kon vertellen wat die nou precies inhield en waar die nou precies ophield. Nu wordt een pakket aan maatregelen voorgesteld die óf niet kunnen omdat Nederland die niet wil omdat het onderdeel is van een internationale gemeenschap, óf niks doen — die grenscontroles kosten namelijk 75 miljoen per maand, maar we halen er amper Dublinners uit — óf inhumaan zijn, zoals een ongehuwde partner niet meer laten overkomen, terwijl juist de VVD, die staat voor de lhbti'ers, dat donders goed weet. Daar zit mijn frustratie. Stel niet dingen voor die we eigenlijk niet willen, omdat ze niet een oplossing zijn voor het probleem. Houd Nederland daarmee niet gegijzeld.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik heb het idee dat we langs elkaar heen praten, want ik heb volgens mij mijn best gedaan om uit te leggen dat dit niet zo is. Ook voor de ongehuwde partners, als het gaat om lhbti, moet er ruimte blijven. Dat is ook afgesproken in deze asieldeal. Ik kan het weer gaan herhalen, maar ik heb oprecht mijn best gedaan om hier een antwoord op te geven. Volgens mij praten we langs elkaar heen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik wil hier graag concreet op doorvragen. Het kabinet gaat namelijk nu met een plan komen waarbij het geen ongehuwde partners meer wil toelaten. De VVD draagt altijd de lhbti-gemeenschap een heel warm hart toe. Uw partijleider zegt altijd dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn. Dat is volledig terecht. U heeft als partij ook verschillende voorstellen gedaan om de lhbti-gemeenschap te beschermen. Nu zegt mevrouw Rajkowski hier: echte vluchtelingen moeten wel een plek krijgen. Maar het kabinet komt met een hele concrete maatregel, namelijk het beperken van gezinshereniging, waarbij ongehuwde partners uit onveilige landen hier niet meer heen mogen komen. Dat betekent dus dat homostellen, die niet mogen trouwen in bepaalde landen, hier niet meer herenigd kunnen worden. Wat vindt de VVD daarvan?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Misschien praat ik Spaans, maar ik heb al honderd keer aangegeven wat wij hiervan vinden. Ik kan het nog een keer herhalen: voor mensen uit de lhbti-gemeenschap die in bepaalde landen niet kúnnen trouwen en voor wie het in die landen daarom misschien onveilig is, moet altijd ruimte blijven. Punt. Verschillende partijen kunnen daar nu vragen over gaan stellen — ik weet niet wat hier aan de hand is — maar volgens mij ben ik vrij duidelijk. Dit was ons standpunt en dit blijft ons standpunt.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Oké. Dus dat betekent dat als de minister komt met de maatregel dat gezinshereniging voor ongehuwde partners niet mogelijk is, de VVD daartegen is.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, zeker als het gaat om de lhbti-gemeenschap. Daar moet altijd ruimte voor blijven. Dat is toch geen Spaans.
De heer Van Baarle (DENK):
In de asieldeal kunnen we lezen dat het landenbeleid voor Syrië aanzienlijk wordt aangescherpt. Dat is de eerste zin. Ik was ook bij die demonstratie van Syrische Nederlanders. Daar heb ik gezien dat mensen zich zorgen maken over hun veiligheid, over hun voortbestaan, over wat de toekomst hun gaat brengen. Ik vraag mij af of mevrouw Rajkowski beseft wat de politieke afspraak die zij met de VVD en met deze coalitie in die brief heeft gemaakt, zonder enige vorm van onderbouwing, doet met die mensen, die nu in angst en onzekerheid zijn gestort.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Goed om dit te verduidelijken. Die afspraak is niet zo bedoeld dat het landenbeleid coûte que coûte aangepast gaat worden. Dat is wel het streven, maar daarvoor moet altijd eerst een ambtsbericht worden gevraagd en daar moet dan een aanleiding in staan die kan zorgen voor een aanscherping van het landenbeleid. Als er geen aanleiding in staat, kan er ook geen aanscherping komen.
De heer Van Baarle (DENK):
Nou, dat staat niet in die brief. In die brief staat: het landenbeleid wordt aanzienlijk aangescherpt. We hebben gehoord dat deze minister in een eerder commissiedebat zei: zo'n advies, zo'n advies; uiteindelijk is het een politiek besluit. Mevrouw Rajkowski kent het reisadvies voor Syrië. We adviseren Nederlanders om daar onder geen enkele omstandigheid naartoe te gaan. Als nota bene deze minister, die heeft gezegd dat het een politiek besluit is en dat het maar een adviesje is, zo'n zin in handen wordt gegeven om mensen dan maar even terug te kunnen sturen, is dat toch politiek bedrijven over de veiligheid van Syriërs in Nederland? Dat moet je gewoon niet doen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat gaan we ook niet doen. Als mensen niet veilig terug kunnen, worden ze ook niet teruggestuurd.
De heer Van Baarle (DENK):
Waar haalt de VVD überhaupt het idee vandaan dat Syrië een veilig land zou kunnen zijn? We zien het reisadvies: donkerrood. We zien de berichten van mensenrechtenorganisaties waarin wordt verteld dat mensen die vanuit Europa in Syrië zijn teruggekomen, worden gefolterd en gemarteld. In het ambtsbericht dat we nu hebben, staat dat er meer dan 200 gevallen waren van foltering en marteling. Als je dan in een brief schrijft dat je het landenbeleid gaat aanscherpen, sta je toch compleet buiten de werkelijkheid? Assad zwaait nog steeds de scepter in Syrië en zorgt voor een levensbedreiging voor al die mensen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Er wordt een nieuw ambtsbericht gevraagd. Als daar geen aanleiding in staat om het landenbeleid aan te scherpen, gebeurt dat ook niet. Ik kan me inbeelden dat Syrië inderdaad niet veilig is, maar we wachten op de diplomaten, de experts. Daarom vragen we een ambtsbericht. Als je het niet vraagt, kun je het antwoord ook niet krijgen. Daarom wordt die vraag gesteld. We kijken naar het antwoord dat er komt. Dan vindt er vanzelf weer een debat in deze Kamer plaats over het landenbeleid.
De heer Van Baarle (DENK):
Tot slot. De eerste zin van de deal is: het landenbeleid ten aanzien van Syrië wordt aanzienlijk aangescherpt.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja.
De heer Van Baarle (DENK):
De VVD heeft dus al bij het kruisje getekend.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, en dit is wat wij daarmee bedoelen.
De voorzitter:
De heer Van Baarle is aan het woord.
De heer Van Baarle (DENK):
In het hoofdlijnenakkoord staat dat de ambtsberichten niet meer openbaar zullen worden gemaakt. De minister heeft in een commissiedebat gezegd dat het maar een advies is en dat het uiteindelijk een politiek besluit is. Als we het ambtsbericht niet hebben en we hebben een minister die zegt dat het ambtsbericht haar niets kan schelen en dat ze politiek toch wel een besluit gaat nemen — we weten hoe deze minister denkt — hoe kan de VVD dat dan nog toetsen? Hoe kunnen wij in deze Kamer dan nog opkomen voor de veiligheid van al die Syrische Nederlanders?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ja, een heldere vraag. Daarvoor is dat ambtsbericht nodig, misschien dan niet openbaar maar op een andere manier gedeeld met de Kamer. Voor ons is het ambtsbericht nodig om verder naar het landenbeleid te kunnen kijken.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ken de VVD als een partij die zegt op te komen voor rechtsstatelijkheid. Dan begrijp ik niet dat ze instemt met een pakket waarvan ze niet weet wat de uitkomst is. Maar goed, daar heb ik al een gesprek over gehad. Ik snap de argumentatie ook niet dat de instroom zou dalen als wij extra cellen beschikbaar stellen. Als de VVD zegt dat echte vluchtelingen mogen komen, snap ik niet dat de VVD ermee heeft ingestemd dat juist echte vluchtelingen, namelijk de 200 mensen op het VN-quotum die echte vluchtelingen zijn, geschrapt worden. Ik begrijp het gewoon niet, maar daar zal de VVD haar beweegredenen voor hebben.
De voorzitter:
Dank u wel.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Ten aanzien van Syrië wil ik wel het volgende zeggen, want dat is een belangrijk markeringspunt. In de brief staat inderdaad wat de heer Van Baarle zegt: er wordt een politiek besluit genomen. De VVD zegt: nee, het ambtsbericht is leidend. Ik wil dat wel even markeren om te voorkomen dat we over een paar dagen weer een asielcrisis hebben. Klopt het dat als uit het ambtsbericht blijkt dat het niet veilig is, de VVD pal zal staan voor al die Syriërs en de moties over het terugsturen van Syriërs gewoon zal wegstemmen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dit wordt weer Spaans, denk ik. Als er geen enkele aanleiding is om het landenbeleid aan te scherpen, dan zullen we dat ook niet willen. Ik zou zeggen: knip, plak en bewaar de video's van dit debat. Dan kunt u die in het volgende debat weer voor mijn neus houden.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ik ben blij met die uitspraak, maar er is ook een scenario mogelijk dat een deel van Syrië veilig is. Dan kan zo'n ambtsbericht voor asielzoekers natuurlijk betekenen dat hun asielverzoek wordt afgewezen, maar dat ze alsnog niet kunnen worden uitgezet. Hetzelfde geldt voor mensen die hier een tijdelijke vergunning hebben. Wij hebben namelijk geen diplomatieke relaties met Syrië, met Assad. Ik heb deze vraag eerder aan mevrouw Rajkowski gesteld. Volgens mij was dat een week of drie geleden, nog voordat dit akkoord er was. Toen zei ze: ik ga eens overleggen met mijn fractie. Ik ben benieuwd of als er veilige regio's zijn in Syrië, dat automatisch betekent dat de VVD voorstander is van het opheffen van alle sancties en het herstellen van de diplomatieke relaties met Assad.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Nee.
De heer Van Nispen (SP):
Ik wil graag met de VVD kijken hoe je grip kunt krijgen op alle vormen van migratie. Maar specifiek over asiel blijkt nu eigenlijk wel dat een aantal onderdelen uit de brief van de minister, zojuist van harte gesteund door de PVV-fractie, toch niet zo heet gegeten hoeven te worden, bijvoorbeeld ten aanzien van de ongehuwde partner en Syrië. We hebben kunnen constateren dat dat toch heel anders ligt dan ze ons hebben willen laten geloven. Dat ligt veel genuanceerder, als ik de woordvoerder van de VVD goed begrijp.
Ik wil er dus ook één proberen, namelijk de hervestiging. Mevrouw Rajkowski zei zojuist "echte vluchtelingen vangen we op" en "we hebben het humanitaire uitgangspunt". Echte vluchtelingen zijn de mensen die door de Verenigde Naties geselecteerd worden in het kader van hervestiging. Dat is echt een kwestie van leven of dood. Hervestiging redt levens. Waarom moeten er juist van die groep 300 mensen minder naar Nederland komen? Waarom is dat nou per se zo urgent en wordt dat voorgesteld?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Deze maatregel is mijn minst favoriete. Dat is eigenlijk een raar woord, maar dit is mijn minst favoriete maatregel van allemaal. Wat de VVD betreft gaat die 200 ook gewoon weer omhoog op het moment dat er ruimte komt.
De heer Van Nispen (SP):
Oké. Ik ben echt benieuwd wanneer die ruimte er dan komt. Wie bepaalt dat en wanneer gaan we dat dan doen? Is dat als deze minister weg is of op een ander moment? Daar ben ik benieuwd naar.
Maar ik heb weinig interrupties, dus ik koppel daar nog de volgende vraag aan. Hoe kan de VVD instemmen met een begroting, niet alleen voor 2025 maar meerjarig, die 85% van de COA-begroting wegbezuinigt en 80% van de IND-medewerkers laat vertrekken, wat dus alleen maar leidt tot veel grotere problemen in de toekomst? Als mevrouw Rajkowski eerlijk is, dan erkent ze dat. Hoe zit het nou eigenlijk met de financiële degelijkheid van de VVD?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Het streven is dat deze begroting werkt, dus dat de instroom zodanig omlaaggaat dat het niet meer nodig is. Ik ga straks in mijn spreektekst ook nog iets vragen over de MPP, dus misschien beantwoord ik daarmee al uw vraag.
De heer Van Nispen (SP):
Dit is mijn eigen schuld, want je moet nooit twee vragen stellen in één interruptie, maar dan ben ik toch benieuwd naar het antwoord op de vraag op welk moment er dan ruimte is om het aantal hervestigingsplaatsen in het kader van de VN weer omhoog te brengen. Daar ben ik erg benieuwd naar. Is die ruimte er pas als deze minister is vertrokken? Wanneer is dat?
En toch ten aanzien van die begroting … Nee, ik wil eigenlijk ook van mevrouw Rajkowski weten welke andere voorstellen uit het maatregelenpakket substantieel gaan leiden tot minder instroom. Wat ik net opnoemde over de hervestiging, gaat namelijk om hele concrete plaatsen. Zoals ik net al zei: dat redt nu levens, en straks niet meer. Dat is dus heel concreet. Die mensen gaan we voortaan niet meer beschermen. Welke andere maatregelen leiden nou echt tot substantieel minder instroom? Ik trek dat namelijk in twijfel. Dat doen meer collega's hier. Ik zou voor willen stellen om dit door te rekenen en te laten onderzoeken. Dat kan snel; dat is geen vertragingstactiek. Ik wil gewoon echt weten wat dit concreet gaat doen. Zou mevrouw Rajkowski dat willen steunen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Misschien is het goed om inderdaad de daadwerkelijke ingeschatte effecten van de maatregelen mee te nemen bij de bespreking van de wetsvoorstellen, maar wat mij betreft hoeft er geen impactanalyse te komen voordat we dat gaan bespreken. Ik wil graag, alsjeblieft, dat er zo snel mogelijk wetsvoorstellen naar de Kamer komen. Laten we die dan bespreken en dan goed met elkaar bekijken of die er echt voor gaan zorgen dat de instroom omlaaggaat; dat hebben we graag. Dat is wel onze ambitie. Dan kunnen we ook met elkaar bekijken of we misschien nog extra maatregelen moeten nemen om die instroom daadwerkelijk omlaag te brengen, en dan vindt u de VVD aan uw zijde.
De heer Van Nispen (SP):
Dit is de omgekeerde volgorde. We behandelen nu de begroting. Het mes gaat gezet worden in het COA: 85% van het budget eraf. We weten dat we nu 1 miljard euro per jaar besteden aan de hoteleigenaren en de cruiseschepen, vanwege maatregelen die in het verleden ook niet zo effectief zijn gebleken en die we met elkaar niet goed hebben genomen. We weten dat nu de wachttijden bij de IND zo verschrikkelijk lang zijn, omdat er in het verleden te snel onverantwoord is bezuinigd op de IND. In deze begroting zit een bezuiniging van 80% van de IND-medewerkers, die de laan uitvliegen. Wie moet straks de mensen gaan beoordelen? Wie moet er straks zorgen voor snellere procedures? Dus ik vind het de verkeerde volgorde. Dat verwijt ik de VVD wel, als een partij die toch bekend wil staan als de financieel degelijke partij. Daar kan dan een streep doorheen, als je zegt: we gaan nu deze begroting doen, zonder dat we de cijfers hebben, zonder dat we weten wat de effecten gaan zijn en zonder dat we überhaupt een voorstel hebben gesteund om het door te rekenen. Dat is heel erg raar, dus ik hoop echt dat mevrouw Rajkowski dat wil terugnemen en van gedachten wil veranderen, zodat we het wel gaan doorrekenen.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dan lees ik gewoon alvast het stukje uit mijn spreektekst voor. Ik vind het jammer dat we die MPP nog niet hebben, want die hebben we wel nodig om inderdaad te weten wat er voor de komende jaren wordt verwacht, niet alleen voor korte termijn, maar ook voor daarna. Wat ons betreft wordt de instroom daadwerkelijk omlaag gebracht, maar ik wil ook weten hoe het er precies uitziet. Wat betekent dit voor de benodigde middelen bij het COA en bij de IND? Zijn we wel goed genoeg voorbereid? Wat ons betreft zetten we alles op alles om de instroom omlaag te brengen. Dat is onze ambitie. Het moet wel degelijk en realistisch. Daarom wil ik een toezegging van de minister dat we voor het kerstreces de MPP ontvangen, met een bijpassend plan. Een deel van de cijfers ontvangen we volgens mij vandaag al. Dan kunnen we het daarover hebben. We hebben nu de prognose nog niet.
De voorzitter:
Neeneenee, zeg ik tegen de heer Van Nispen, niet buiten de microfoon met elkaar gaan praten.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het probleem is een beetje dat de begroting er vandaag ligt en dat we het er nu over hebben. In die begroting wordt gigantisch bezuinigd op de opvang. Nou hebben we de Comptabiliteitswet. Die heb ik even opgezocht. Die ken ik niet uit mijn hoofd. Het is artikel 3.6. Andere collega's weten dat misschien wel uit hun hoofd. Daarin staat dat een financiële begroting gewoon moet voldoen aan de norm van betrouwbaarheid en ordelijkheid. Vindt de VVD het betrouwbaar en ordelijk als we heel fors gaan bezuinigen op de IND en op de opvang en we tegelijkertijd niet eens weten welk effect de maatregelen hebben, die nog naar de Kamer moeten komen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
De ambitie die we hebben, is dat de instroom zo snel mogelijk omlaaggaat. Daar horen financiële kaders bij. Die hebben we meegegeven aan de minister. Als het niet haalbaar is, horen we dat graag snel. Dan kunnen we daar het debat met elkaar over voeren. Daarom vind ik het ook jammer dat we die MPP nog niet hebben, want als we die hebben, kunnen we dat debat beter met elkaar voeren. Er moeten nog een hele hoop wetsvoorstellen, zoals het asieldealpakket, naar de Kamer komen. Ook daarbij weten we niet honderd procent hoeveel de instroom nou wel of niet omlaag zal gaan. Maar dat er iets gaat veranderen, daar sta ik wel voor.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Met dat laatste ben ik wel blij, namelijk dat er wat gaat veranderen. Maar ik ben nog steeds heel erg benieuwd naar wat de VVD op dit moment vindt van de begroting die voorligt. Het zijn geen ambities die we vastleggen in een begroting. We leggen de financiële kaders vast in de begroting. Ik ben heel benieuwd: wat vindt de VVD van deze kaders? Vindt de VVD deze kaders betrouwbaar? Voldoen ze aan de begrotingsregels?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
De hele begroting voldoet aan de begrotingsregels. Dat is niet alleen per se dankzij mij, maar dankzij een hele goede minister van Financiën die we hier hebben zitten. Alle begrotingsregels zijn nageleefd, nationale afspraken en Europese afspraken. Dus daar kunt u me echt niet op pakken, zeg ik via de voorzitter.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Tot slot. Hoe kan de VVD zeggen dat dit een betrouwbare begroting is, terwijl we niet weten welk effect de maatregelen hebben? Er wordt van uitgegaan dat de instroom van mensen wordt beperkt, terwijl er tegelijkertijd enorm wordt bezuinigd op de opvang. Dat kunt u toch niet betrouwbaar noemen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik vraag volgens mij naar dezelfde cijfers als waar andere Kamerleden om vragen. Die cijfers hebben we nog niet. We krijgen ze misschien later vandaag. Sowieso wil ik de hele MPP hebben en daarnaast dus ook, zoals ik zei, dat bijpassende plan. Als blijkt dat er iets veranderd moeten worden, moet dat ook in dat plan zitten. Dan kunnen we daar weer met elkaar een debat over voeren. Laten we het wel volgordelijk doen. Als er één ding is dat ik wel heb geleerd op dit thema, is het dat cijfers altijd op vier verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden en dat definities over de jaren veranderen. Soms wordt een jaar iets wel of niet geregistreerd. Zo makkelijk gaat dat niet. Ik heb dus echt eerst wel degelijk een prognose en cijfers nodig om daar nog verder een oordeel over te kunnen vellen. Tot die tijd staan wij voor deze begroting.
Mevrouw Podt (D66):
Mevrouw Rajkowski spreekt haar lof uit over deze minister van Financiën, want "hij houdt zich zo goed aan de begrotingsregels". Maar het probleem is dat deze begroting natuurlijk ook gaat over de financiële degelijkheid. Ik denk echt dat we kunnen vaststellen dat die niet in deze begroting zit. Laat ik beginnen met het volgende. Mevrouw Rajkowski hangt heel veel dingen op aan de MPP. Ze zegt: we moeten de cijfers van de MPP hebben; we willen eventueel een plan hebben voor als het niet voldoende is. Waar moeten volgens haar de cijfers van de MPP en dat plan aan voldoen om haar de geruststelling te geven dat het oké is om 85% te bezuinigen op de IND en het COA en om 80% van de medewerkers te ontslaan?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat heeft te maken met hoeveel mensen hier nog zijn, met de verwachting van het aantal mensen dat hier nog zal komen en met de wachttijden. Zo kan ik nog wel een heel rijtje noemen. Daar heeft het allemaal mee te maken. Of we mensen nodig hebben, hangt af van wie hier zijn, de instroom et cetera. Er komt vast een vervolgvraag.
Mevrouw Podt (D66):
Ja, want dat is natuurlijk wel het probleem. Mevrouw Rajkowski en ik hebben bij dezelfde briefing van de Rekenkamer gezeten. Zij lieten ons daar de grafiek zien die ik net ook liet zien toen ik achter het spreekgestoelte stond. Daar zit gewoon een enorm ravijn in. De MPP gaat voor een heel groot deel over de instroom, maar het gaat natuurlijk niet alleen over de instroom. Zelfs als de instroom naar 0 gaat, zitten er nog steeds 150.000 mensen in de opvang. Die komen er voorlopig niet uit, want dit kabinet zegt: we gaan die mensen niet meer helpen uitstromen. Heeft die hele presentatie van de Rekenkamer dan geen indruk gemaakt? Hoe moet ik dit zien? Je kan toch niet met droge ogen volhouden dat dit een realistische begroting is?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dit zijn de kaders; dit is de ambitie. Als de minister aangeeft het hiermee niet te kunnen doen, hoor ik dat graag snel. Dan hebben we daar met elkaar een debat over.
Mevrouw Podt (D66):
Het spijt me heel erg, maar de reden van deze serie interrupties, de reden waarom ik hier mijn interrupties aan besteed, is dat de VVD hierin een bovengemiddelde verantwoordelijkheid heeft. Zij leveren de minister van Financiën. De minister van Financiën heeft hopelijk meegekeken naar deze begroting. Die heeft hier zijn stempel van goedkeuring aan gegeven. Wij zaten bij de Rekenkamer en die zei: we weten niet eens waar we moeten beginnen; de kosten gaan alleen maar toenemen als je dit doet. Het is nergens op gebaseerd. Het komt gewoon uit de lucht vallen. Wat zijn we dan aan het doen met elkaar? Ik kan eigenlijk alleen maar concluderen dat dit kabinet bezig is met het bewust creëren van chaos en het bewust ontmantelen van het systeem. Je kan namelijk niet met droge ogen volhouden dat deze begroting ergens op gebaseerd is.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Het enige wat ik nu de hele middag heb gehoord, voornamelijk van oppositiepartijen, is: dit is niet goed, dat is niet goed, dit is niet haalbaar, dat is niet haalbaar. De afgelopen jaren — ik wil mijn punt graag even afmaken — hebben wij veel voorstellen gedaan om te bekijken hoe we de instroom daadwerkelijk omlaag kunnen brengen. Daar zijn we het politiek nooit over eens geworden. Nu, in deze coalitie, kunnen we wel een heel aantal afspraken met elkaar maken. We hopen — we streven daarnaar — dat de instroom zo ver mogelijk omlaaggaat. Is alles honderd procent haalbaar? Misschien niet. Maar als we een houding blijven hebben als "dit kan misschien niet en dat kan misschien niet", dan gaan we nooit iets veranderen en wordt het asielprobleem alleen maar groter en groter. We zijn het Nederland verschuldigd om nu écht iets te gaan doen. De ene maatregel gaat beter werken dan de ander; dat besef ik. De ene maatregel is een VVD-maatregel en de andere is een politiek compromis. Dat hoort er allemaal bij. Maar dit is het verhaal en daar zult u het mee moeten doen.
Mevrouw Podt (D66):
Echt … U kunt mij moeilijk verwijten — ik sta al drie jaar dit soort debatten te doen — dat ik mijzelf geen rekenschap heb gegeven van de puinhopen in deze hele keten. Ik sta hier al een hele poos en ben hier heel erg veel mee bezig geweest. Ik vind het echt een schoffering dat mevrouw Rajkowski hier dan volhoudt dat we het Nederland zijn verschuldigd. Weet je wat we Nederland verschuldigd zijn? Echte oplossingen. En ja, dan is het mijn taak als Tweede Kamerlid om deze minister heel goed te controleren; ik hoop dat mevrouw Rajkowski dat ook als haar taak ziet. Dat begint bij waar we het vandaag over hebben, namelijk bij een financieel deugdelijke begroting.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat begint bij voorstellen die daadwerkelijk wat aan de instroom doen. Dat zijn de voorstellen waar we het vandaag met elkaar over hebben. Denk aan de asieldeal. Als partijen andere voorstellen hebben om overlastgevende asielzoekers aan te pakken en terug te sturen en om iets aan de instroom te doen, graag. Dan vindt u ons aan uw zijde. Laten we dus alsjeblieft over dat soort voorstellen praten in plaats van dat we zeggen: ja, misschien is dit 1% meer of minder. Daar hamer ik op, want we moeten echt wat doen voor Nederland.
De heer Bontenbal (CDA):
In de vorige coalitie hebben CDA en VVD veel samengewerkt op dit dossier. U weet dat het CDA ook bereid was om over allerlei maatregelen te praten. We stonden in de vorige coalitie vaak aan dezelfde kant in dit soort onderhandelingen. Die maatregelen gaan iets doen, maar laten we eerlijk zijn: die gaan niet doen wat rechtvaardigt dat we deze begroting zo insteken. Er is gewoon een ravijn gecreëerd. Na twee jaar komt er een enorme korting. Iedereen hier weet dat dat totaal onrealistisch is. Dit kabinet stopt dus gewoon al een lijk in de kast voor het volgende kabinet, omdat de VVD ervan uitgaat dat dit kabinet snel valt, of in ieder geval binnen anderhalf jaar. Zo interpreteer ik het. Het volgende kabinet mag dit gewoon gaan oplossen. Ik vind dat echt niet oké. De cruciale vraag die, denk ik, nu voorligt, is de volgende. De IND moet al die aanvragen doen, bijvoorbeeld om mensen een afwijzing te geven, wat u ook graag wil. Er is geld nodig om de IND en het COA goed overeind te houden en om de keten op orde te krijgen. Kunt u garanderen dat dat geld er zal zijn?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik zit niet in de Tweede Kamer om cynisch naar een politiek spel te kijken en te wachten tot er een kabinet valt. Ik word in de Tweede Kamer betaald met belastinggeld om wat te gaan doen. En elke dag dat ik hier zit, kijk ik wat we kunnen doen op asiel. Dat gaat om het verlagen van de instroom en het aanpakken van overlastgevende asielzoekers. Dat is wat ik hier aan het doen ben. Ik ben hier om in alle oprechtheid dit gesprek ook met u te kunnen voeren. Dat is waarvoor ik aangenomen ben. Dat is de verantwoordelijkheid die ik pak. En ja, als blijkt dat er meer geld nodig is om de wachtlijsten weg te werken en de asielketen draaiende te houden, vindt u mij ook aan uw zijde, maar er moeten eerst prognoses komen. Als de minister zegt dat het niet haalbaar is, hoor ik dat graag. Dan kunnen we het daarover hebben. Maar dit is de volgorde. Ik heb kaders meegegeven en we hebben financiële middelen meegegeven. Als de minister zegt "daar kan ik het mee doen", hou ik haar daaraan.
De heer Bontenbal (CDA):
Het gaat natuurlijk andersom werken. Er gaat straks een financieel kader zijn dat bepaalt wat we nog gaan doen. Daar zit mijn zorg. Stel dat u nou gewoon zegt: "We zorgen dat het geld er is dat we nodig hebben voor het versterken van de asielketen. We zorgen dat het geld er is voor het COA en de IND, zodat de IND die enorme rij mensen kan afhandelen en ook mensen kan terugsturen als dat nodig is." Als u mij dat kunt garanderen, ben ik al een stuk geruster. Dan zit nog steeds dat lijk in de kast, maar weten we in ieder geval voor de komende twee jaar dat er genoeg geld is om de keten op orde te brengen. Dat is de cruciale vraag. De rest snap ik allemaal, maar mijn constatering wordt daar niet anders van. Ik wil de garantie dat we er niet bewust een grote — ik zoek naar een woord; ik wou het op z'n Rotterdam-Zuids zeggen — zooi van maken. Want dat is wat er gaat gebeuren. Daar ben ik bang voor.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Dat is zeker niet onze strategie. Natuurlijk, er is geld nodig voor de asielketen om het werk goed te kunnen doen. Ik constateer daarnaast dat de IND de afgelopen jaren is gegroeid, gegroeid, gegroeid, en dat ook daar niet alle problemen zijn opgelost. Dus alleen maar meer mensen is ook niet altijd het antwoord. Wij kunnen voor geen enkele taak in Nederland beloven dat er honderd procent geld is voor honderd procent van wat er moet gebeuren, dus dat ga ik hier nu ook niet doen. Ik snap dat u het vraagt — dat is politiek slim — maar dat ga ik niet doen.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Mevrouw Rajkowski weet dat wij parlementariërs zijn — dat zei ze net ook — maar we hebben ook een controlerende rol. Wij kunnen niet controleren of deze begroting klopt en of het voldoende geld is om de opgaven te realiseren, want de cijfers die wij nodig hebben zijn gewoon niet bekend. Ik vind het best ernstig dat u zegt dat er een volgordelijkheid is. U beroept zich daarop, terwijl ik geen enkel ander dossier uit de afgelopen drie jaar ken waarin dit als logica gehanteerd werd. Dit is de eerste keer dat ik dit meemaak. Daarom heb ik net ook gezegd: volgens mij wordt dit een parlementaire enquête. We weten namelijk allemaal donders goed dat dit niet deugt. We weten het gewoon. Mijn vraag aan u — misschien stel ik hem wel zo — is: hebben we dit op andere dossiers ook zo gedaan? Kunt u zich herinneren dat de VVD ook op een ander dossier op deze manier gezegd heeft: we weten niet wat de opgave is, maar het is volgordelijk om eerst kaders te stellen en dan pas na de begroting of na onze bijdrage te horen wat daarvoor nodig is?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
We weten wat de opdracht en de opgave zijn, en we weten welke financiële middelen er nu voor gereserveerd zijn in de begroting. Als dat geen match is, hoor ik dat graag van de minister.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Kan ik dus concluderen dat als er op basis van de MPP of de rauwe cijfers die er gaan komen geen match is … Ik ben geen wiskundige, maar als je 80% gaat saneren en we nu al te weinig opvangplaatsen hebben, dan zou de instroom dus met minimaal 80% moeten dalen. Misschien klopt dit niet, hoor, maar ik denk dat het ongeveer zo moet zijn. Als blijkt dat daar vraagtekens bij zijn, horen we de VVD dan ook in de termijn van de minister hier zeggen: wacht even; dit deugt niet? Het gaat namelijk niet om een raketijsje of een citroenijsje. Als dit niet lukt, als die opgave niet slaagt, dan kost het miljarden euro's om het te repareren.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Zeker.
De heer Ceder (ChristenUnie):
En dat is uw en mijn verantwoordelijkheid. Ik wil daarvoor dus toch het zwaard neerleggen. Het is niet gegokt en verloren. Het is gegokt en er moeten miljarden tegenaan. Ga ik u bij de interruptiemicrofoon zien als er naar aanleiding van de cijfers vragen ontstaan?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Tuurlijk.
De voorzitter:
De laatste interruptie van mevrouw Koekkoek.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Het volgende verbaast me. Stel dat ik hier sta met een motie of een amendement en ik zeg: ik zou graag dit en dit willen bereiken, maar ik zet er geen geld tegenover. Dan zegt de VVD: "Ja, Koekkoek, dat gaan we niet doen. Ik heb hier iets ongedekts in mijn handen. Daar ga ik tegen stemmen." Nu kijken we naar een begroting waarvan de gemeenten, de wethouders, de provincies en de Rekenkamer allemaal zeggen: dat is onzin. Er wordt nu namelijk iets ingecalculeerd, een daling van de instroom met echt forse cijfers, maar die daling wordt niet bewezen, want niemand, niet de premier en niet de minister, kan mij duidelijk maken wat die maatregelen nou precies doen tegen de instroom. Tegelijkertijd wordt er wel al heel, heel fors bezuinigd op alle uitvoeringsorganisaties. Dit is dus een onzinnige begroting. Het is toch heel gek om eerst iets van de minister te willen horen — wij zijn kritische Kamerleden; wij denken zelf na — en om ook nog eens het fiat te geven aan een onzinnige begroting, om misschien maanden later te zeggen: o ja, er moet toch iets anders? Dat is toch een rare volgorde? Dan zeg je toch nu als Kamer: ho, dit gaan we niet doen?
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Maar dit is natuurlijk de pot die de ketel verwijt, want als u zegt "u heeft bepaalde cijfers niet; die kunt u niet vaststellen", dan kunt u toch ook niet concluderen dat de cijfers niet kloppen? Daarom zeg ik tegen deze minister dat ik het graag zo snel mogelijk van haar hoor als het niet gaat lukken. Dan kunnen we daar het debat over voeren.
De voorzitter:
U continueert, want mevrouw Koekkoek is door haar interrupties heen. Het woord is aan u, mevrouw Rajkowski. U continueert.
Mevrouw Rajkowski (VVD):
Ik wil nog vijf onderwerpen bespreken. De eerste is actie, want er is veel gebeurd de afgelopen weken. Het meest in het oog springend zijn de onderhandelingen rondom de asielnoodmaatregelenwet. Ik hoorde collega Dijk van de SP vragen hoe je het uitspreekt. Zo spreek je het uit. De inzet van de VVD in de onderhandelingen was: gaan deze maatregelen daadwerkelijk de instroom omlaagbrengen? Er ligt nu een pakket en het is aan de minister om daar een succes van te maken. Ik hou de minister eraan dat zij deze afspraken nakomt en daadwerkelijk met structurele oplossingen komt die werken. Wij zijn blij dat er nu een deal ligt. Er is geen tijd te verliezen. We moeten aan de slag. We willen actie zien. Het wordt namelijk tijd dat we gaan leveren. Dat zijn we Nederland verplicht. Het is tijd om te gaan leveren met wetten die structureel het verschil gaan maken. Wanneer komen die wetten er, minister? Wanneer komt bijvoorbeeld het wetsvoorstel voor een tweestatusstelsel? Ik heb hier niet voor niets een motie over ingediend. Actie, actie, actie.
De wettelijke taakstelling voor statushouders voor gemeenten wordt geschrapt. Dat is heel goed. Of die taakstelling er uiteindelijk voor gaat zorgen dat statushouders een azc kunnen verlaten, staat of valt met wanneer en hoeveel tijdelijke huisvesting er wordt gerealiseerd. Heeft u al contact met uw collega van VRO hierover? Ik zou graag voor het kerstreces een update ontvangen over hoe u beiden dit gaan realiseren.
Ik heb al wat gezegd over het MPP. Dan het tweede blokje: ondernemers. Wanneer mensen de dupe worden van overheidsbeleid, is het aan de overheid om daar wat tegen te doen. Denk bijvoorbeeld aan ondernemers in Ter Apel of Budel, die hun klanten als sneeuw voor de zon zien verdwijnen door overlastgevende asielzoekers. Ik heb hier eerder naar gevraagd. Deze ondernemers zien elke dag met lede ogen aan hoe hun bedrijf schade ondervindt. We kunnen niet wachten. Ik heb daarom om een brief gevraagd. Wanneer kunnen we deze brief verwachten? De ondernemers staat het water aan de lippen, dus we moeten hier snel op acteren.
Voorzitter. Het derde punt gaat over werken en veiligelanders. Door een uitspraak van de Raad van State kunnen asielzoekers na een wachttijd van 6 maanden volledig de arbeidsmarkt op. Een motie van Becker en Flach verzocht de regering om dit niet te laten gelden voor veiligelanders. Wanneer kan de VVD deze uitwerking verwachten?
Voorzitter. Het vierde punt gaat over procesbeschikbaarheidslocaties, pbl's. Die waren bedoeld om kansarme asielzoekers op te vangen. De rechter oordeelde dat het feit dat iemand kansarm is, niet betekent dat je iemand vrijheidsbeperkende maatregelen mag opleggen. Dat begrijp ik ook. Daarom heb ik de minister gevraagd om de pbl's anders in te richten, bijvoorbeeld specifiek voor overlastgevende of criminele asielzoekers. Wanneer kunnen we dit voorstel verwachten?
Voorzitter. Mijn laatste punt gaat over verblijfsontwijking. Door het afschaffen en de beperking van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd en bepaalde tijd kan het voor asielzoekers aantrekkelijk worden om in te zetten op verblijfsontwijking. Mogelijk — dit is lastig in te schatten — kan er een groter beroep worden gedaan op verblijfsvergunningen in het kader van artikel 8 van het EVRM over familie- en gezinsleven en langdurig ingezetenen van de EU. Denkt de minister dat hier gebruik van wordt gemaakt? Is zij het met de VVD eens dat de huidige werkinstructie van de IND niet volstaat?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Bontenbal van de fractie van het CDA.
De heer Bontenbal (CDA):
Voorzitter. Het startpunt voor politiek is voor de CDA-fractie onze visie op de verantwoordelijke samenleving. Dat is ons fundament. Van daaruit vertrekken wij. Daar toetsen wij de plannen van het kabinet aan. Politiek gaat vaak over moeilijke morele dilemma's, zeker als het gaat over het onderwerp van vandaag: migratie. Denk bijvoorbeeld aan het dilemma tussen enerzijds de spankracht van de samenleving en anderzijds de vluchteling die aanklopt en bij ons veiligheid zoekt. Denk aan het dilemma van gemeenten die al jarenlang vrijwillige asielopvang bieden versus gemeenten die ondanks ruimte en financiële middelen al jarenlang weigeren om opvang te bieden. Denk aan het dilemma van de jongere die al jarenlang wacht op een woning versus de statushouder die al jarenlang in een azc zit. Dilemma's los je niet op door er simpele antwoorden op te geven, maar door verantwoordelijkheid te nemen voor het zoeken naar een goede balans en daar dan ook voor te durven staan.
Het CDA heeft de afgelopen jaren voorstellen gedaan om meer grip te krijgen op migratie, maar heeft ook de verantwoordelijkheid genomen om de opvang op orde te brengen met het aannemen van de Spreidingswet en door te investeren in het COA en de IND. Het CDA verwacht ook — ik zou zeggen: juist — van de minister van Asiel en Migratie een houding van verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid om moeilijke besluiten te nemen en deze uit te leggen. Dat moet ook om verantwoordelijke keuzes te maken die recht doen aan morele dilemma's. We verwachten van een minister ook bekwaamheid om het beleid goed uit te voeren. Op beide punten raakt ons geduld met deze minister op. Deze minister grossiert in harde woorden en stoere taal, maar sinds haar aantreden op 2 juli hebben we nog niets aan concrete daden gezien. Wat we wel hebben gezien, is amateurisme.
Wat gaat deze minister doen om de hoge kosten voor de opvang omlaag te brengen bijvoorbeeld? De minister vraagt 9,5 miljard euro aan het parlement voor Asiel en Migratie in 2025. Dat bedrag is vooral nodig door de slechte organisatie van de opvang. Een reguliere opvangplek kost zo'n €32.000. Een opvangplek op een cruiseschip kost €63.000. Dat is dus twee keer zo duur als een reguliere opvangplek. Een opvangplek in een hotel kost €94.000. Dat is dus drie keer zo duur als een reguliere opvangplek. Het CDA wil heel concreet van deze minister weten wat ze gaat doen om voldoende reguliere opvangplekken te realiseren. De minister kan en mag niet wegkomen met het antwoord dat de instroom omlaaggaat. Want hoe wenselijk het ook is dat de instroom omlaaggaat, dat is niet voldoende om de asielketen snel op orde te krijgen.
Ook hoor ik graag wanneer de minister haar bestuurlijke verantwoordelijkheid neemt en eindelijk eens fatsoenlijk in gesprek gaat met burgemeesters en commissarissen van de Koning die wél bereid zijn om de opvangproblemen op te lossen. Het klinkt stoer dat het kabinet de Spreidingswet gaat intrekken, maar de minister loopt daarmee weg voor de ministeriële verantwoordelijkheid die zij heeft voor de fatsoenlijke opvang van asielzoekers tegen acceptabele kosten.
Een tweede reden waarom de kosten zo hoog zijn en blijven is het ontbreken van een stabiele financiering voor de IND en het COA. De instroom neemt namelijk ook af als kansloze asielaanvragen in no time worden afgewezen. Daarmee voorkomen we ook allerlei dwangsommen. Kan de minister uitleggen waarom zij de financiering niet voor bijvoorbeeld vijf jaar vooruit wil regelen en plannen?
Het CDA heeft ook steeds voorstellen gedaan en zijn verantwoordelijkheid genomen om de instroom te beperken, zoals het voorstel voor een tweestatusstelsel, het beperken van gezinshereniging en het stoppen met het stapelen van procedures. De basis daaronder is het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen. Deze commissie adviseert om met bandbreedtes te werken voor de verschillende typen migratie. Mijn vraag aan de minister is: wil het kabinet daarvoor een voorstel doen voordat we het plenaire debat over het rapport van de staatscommissie gaan voeren? Ik overweeg daar een motie over in te dienen.
Voorzitter. Dit kabinet heeft grip op migratie tot zijn speerpunt gemaakt. Er zijn meer dan 70 maatregelen aangekondigd, maar tot nu toe zijn er nul maatregelen genomen om de instroom te beperken. Ik vraag de minister: wanneer komt zij in actie? Wanneer liggen de eerste voorstellen in de ministerraad? Aanstaande vrijdag? Wanneer kunnen wij als Kamer deze voorstellen bespreken? Wanneer kunnen ze in werking treden?
Welke aanpak van migratie je ook voorstaat: het begint allemaal in Europa en met internationale samenwerking. Daarover heb ik nog drie vragen aan deze minister. De eerste is: is het niet noodzakelijk dat Europa werkt aan een bijzondere regeling voor landen die te maken krijgen met migranten die doelbewust door Wit-Rusland en Rusland over de grens worden gezet om Europa te destabiliseren? Dit heeft in beginsel namelijk niks met asiel te maken. De tweede vraag is: wil de minister bezien of een snellere invoering van het Europees Migratiepact mogelijk is? Ten derde willen wij ervoor pleiten dat Nederland bij alle handelsverdragen die het met andere landen sluit en bij alle economische samenwerking of ontwikkelingssamenwerking met andere landen expliciete afspraken maakt over de terugname van uitgeprocedeerde asielzoekers. Ik krijg daar graag een reactie van de minister op. Ook daarover overweeg ik een motie in te dienen.
Voorzitter, tot slot. Ik wil graag namens de CDA-fractie alle medewerkers bij het COA en de IND een hart onder de riem steken. Jullie werk wordt gezien. Houd vol. Dat geldt ook voor alle lokale bestuurders die wél hun verantwoordelijkheid nemen. Wij staan achter jullie.
De voorzitter:
Dank u wel. Er is een vraag van de heer Boomsma.
De heer Boomsma (NSC):
De heer Bontenbal zegt dat als wij afspraken maken over handel met andere landen, er ook afspraken gemaakt moeten worden over terugkeer. Ik vind dat een hele logische en goede gedachte, maar moeten we dat niet veel meer in Europees verband doen? Want dit soort handelsverdragen worden natuurlijk op Europese schaal gesloten. Is dat niet juist iets waar je de hele EU in mee moet krijgen?
De heer Bontenbal (CDA):
Jazeker. We doen dat het liefst Europees. Wij zeggen ook steeds: een Europees migratiebeleid is voor ons het begin, ook om de instroom te beperken. Ik ben het zeker met u eens. Handelsverdragen worden vaak vanuit Europa afgesproken, maar Nederland doet natuurlijk wel degelijk ook bilateraal zaken. Ik heb mensen gesproken die zeggen dat er in het verleden wel vaker geprobeerd is om de terugname van uitgeprocedeerde asielzoekers mee te nemen in allerlei handelsakkoorden, maar dat dat uiteindelijk nooit top of mind werd, terwijl dat wel degelijk heel kansrijk is. We hebben dat eigenlijk nooit goed gedaan of geprobeerd. Ik vind dat dit hoger op de agenda moet komen te staan. Laat Nederland er in ieder geval zelf mee beginnen. Op het gebied van energie sluiten we bijvoorbeeld akkoorden met Afrikaanse landen. Laten we het proberen, maar de Europese route heeft altijd mijn voorkeur. Dat ben ik met collega Boomsma eens.
De heer Boomsma (NSC):
Dat is een goed idee.
De voorzitter:
Dat was wel een hele korte interruptie. Dank u wel, meneer Bontenbal.
De heer Bontenbal (CDA):
Ik heb nog een minuut over.
De voorzitter:
Doe er iets moois mee, zou ik zeggen.
De heer Bontenbal (CDA):
Die bewaar ik voor de begroting energie en klimaat.
De voorzitter:
Dan gaan wij met heel veel plezier naar u luisteren. Daar zie ik nu al naar uit.
Het is mij nu een eer en een genoegen, ook als oud-abonnee van Opinio, om het woord te geven aan de heer Boomsma van de fractie van Nieuw Sociaal Contract voor zijn maidenspeech. Ik begrijp dat de heer Boomsma interrupties van harte verwelkomt na afloop van zijn maidenspeech, maar dat is aan u.
De heer Boomsma (NSC):
Dank, voorzitter. Dit is inderdaad mijn maidenspeech, maar ik heb van een aantal partijen al de zeer dringende vraag gekregen om toch echt vragen toe te staan. Die kans wil ik ze ook zeker niet ontzeggen, maar ik zou inderdaad willen verzoeken om me even een voorsprong te gunnen en die vragen tot het einde te bewaren.
Voorzitter. Wat een ongekend grote eer en genoegen om hier te staan als lid van de Staten-Generaal om namens Nieuw Sociaal Contract te kunnen werken aan een dienstbare, betrouwbare en rechtvaardige overheid. Want zonder rechtvaardigheid is de overheid, in de woorden van de heilige Augustinus, niets anders dan een roversbende op grotere schaal. Dit is toch zeker zo'n eer als mijn toetreding tot de gemeenteraad van Amsterdam, acht jaar geleden. Daar zat ik altijd in de oppositie, een ervaring die hopelijk goed van pas komt in de huidige constellatie van een soort extraparlementair kabinet. In mijn geliefde Mokum kon ik mij als eenmansfractie met zo ongeveer alles bemoeien. En dat deed ik ook, van het opspuiten van nieuwe eilanden tot het bestrijden van uitbuiting, van damherten en drugsmaffia tot Napolitaanse afvalbergen en cetera, en niet te vergeten het absurde neofeodale stelsel van gemeentelijke erfpacht — niet te verwarren met de erfzonde, al hebben die twee veel met elkaar te maken. De gemeente had een systeem opgetuigd waarbij mensen die iets te laat hadden ingelogd op de gemeentelijke website om een vinkje te zetten, boven op plotselinge andere verhogingen nog een keer letterlijk €80.000 extra moesten betalen. Ik heb gezinnen gesproken die hierdoor aan de grond kwamen te zitten. Dan komt de overheid inderdaad over als een roversbende. Om mensen te beschermen tegen deze woekerpraktijken, zal ik binnenkort samen met andere partijen komen met een initiatiefwet betaalbare erfpacht.
Voorzitter. Ik heb dus gezien wat er gebeurt als de overheid haar fundamentele kerntaken verwaarloost. Ik heb ook gezien wat er kan gebeuren als mensen worden vermalen in de bureaucratische machinerie van die overheid. Aan ons de taak en de plicht om te werken aan herstel van gezond verstand en van de menselijke maat. Als studiemigrant en arbeidsmigrant in Engeland, Spanje en Sri Lanka was ik zeven jaar weg uit Nederland. Ik heb daar onderzoek gedaan naar zware metalen in Engelse zoutmoerassen en naar de voortplanting van steeneiken via de verstrooidheid van Vlaamse gaaien in de schitterende savannes rond Toledo. Maar na zeven jaar weg ben ik teruggekomen om te kijken of ik me hier nuttig zou kunnen maken. Terug in Nederland heb ik na een stevig herinburgeringstraject mijn aandacht verbreed, van het beschermen, behouden en versterken van onze natuur naar het beschermen, behouden en versterken van onze cultuur, de fysieke maar ook de sociale ecologie. Daarom ben ik ook lid geworden van Nieuw Sociaal Contract.
Voorzitter. Ik zie dat contract zoals Edmund Burke dat begreep, niet als een soort zakelijke deal, maar als een verbond, niet alleen tussen de overheid en de mensen die nu leven, maar ook met de doden en onze achterachterkleinkinderen. Een verbond tussen de generaties, in het Hebreeuws "l'dor vador", met een opdracht: om goede voorouders te zijn, maar ook goede nakomelingen. Dat is waar Nieuw Sociaal Contract voor staat: Nederland als een zorgzame samenleving van vrije burgers die verantwoordelijkheid nemen, niet alleen voor zichzelf, maar voor elkaar en voor hun omgeving als een gemeenschappelijk thuis. En wanneer doen mensen dat? Als ze weten dat ze erbij horen. Als ze zich onderdeel weten van een gedeeld verhaal. Want Nederland is niet een willekeurig neutraal stukje real estate met een groep individuen die met wat rechten staan te wapperen of hun voordelen aan het claimen zijn. Nee, Nederland is een historisch gegroeide cultuurgemeenschap met een gedeeld verleden en een gedeelde toekomst, een thuis. Dat is een fundamentele voorwaarde voor het sociaal contract: dat mensen het vertrouwen hebben dat hun overheid dienstbaar is aan het gemeenschappelijk thuis. Dat contract is de afgelopen jaren zwaar onder druk komen te staan, door de technocratische tunnels waar Nederland in is gezwommen, maar ook door de ongecontroleerde migratie. Dat brengt mij nu tot de begroting.
Voorzitter. Migratie verandert samenlevingen ingrijpend en voorgoed, soms ten goede, maar niet altijd. Een rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen toont aan: als we niet ingrijpen, groeit Nederland de komende jaren door naar 23 miljoen inwoners. Zeker als het daarbij gaat om mensen met een grote culturele afstand die moeilijk integreren, is dat onhoudbaar. Veel te lang is er gedaan alsof migratie een soort natuurfenomeen is dat ons maar overkomt. De boodschap dat we nauwelijks invloed kunnen uitoefenen op welke mensen en hoeveel mensen hier komen, ondermijnt het sociaal contract. Het roer moet dus om. Er rust dan ook een zware verantwoordelijkheid op onze schouders om eindelijk grip te krijgen op alle vormen van migratie. Daarom is Nieuw Sociaal Contract tevreden met de nieuwe afspraken die zijn gemaakt in de brief van premier Schoof. Of je dit nu een asielcrisis wilt noemen, een opvangcrisis of helemaal geen crisis, we moeten gewoon stappen zetten. Het is goed dat er is gekozen voor de normale parlementaire procedure. Wij zien er ook naar uit om die voorstellen nu ook echt snel te gaan behandelen. Laat daarbij helder zijn: Nieuw Sociaal Contract zal daarbij altijd onze rechtsstatelijke en humanitaire grenzen blijven bewaken. Daar zullen wij dit kabinet op blijven controleren.
Voorzitter. Tegelijkertijd moeten we ook niet blind zijn voor de neveneffecten van het huidige asielstelsel. De tragische realiteit is dat de afgelopen jaren tienduizenden mensen zijn verdronken in de Middellandse Zee. Het huidige systeem heeft in die zin ook bijna iets pervers. Je zegt nu tegen asielzoekers: "U mag niet op een veilige manier hierheen komen. We ontmoedigen dat. U krijgt geen visum. U mag niet het vliegtuig in. U mag de veerboot niet op." Ze kunnen ook niet terecht op ambassades. Maar als ze zich diep in de schulden steken om de criminele mensensmokkelaars te betalen en dan in die gammele bootjes de overtocht overleven en vervolgens Europees grondgebied of de grens bereiken, dan krijgen ze wel toegang tot de procedure met recht op opvang en zicht op verblijf. Daardoor komen er ook veel mensen die niet vluchten voor vervolging, maar die op zoek zijn naar een beter leven. Laat niemand het ze kwalijk nemen. Gelukzoekers zijn wij allemaal. Maar er willen nu eenmaal veel meer mensen hiernaartoe komen dan wij kunnen toelaten. Daarom zijn we nu gedwongen om stevige maatregelen te nemen. Maar ik wil ook de oproep doen: laten we ook verder blijven denken en kijken naar hoe we kunnen komen tot een beter en fundamenteel ander asielstelsel, waarbij niet de mensensmokkelaars bepalen wie hier komen, maar waarbij wij dat zelf doen, zodat we zelf kunnen kiezen wie die hulp het meeste nodig heeft en wie het beste kan bijdragen aan onze brede welvaart. Dat vraagt om een ander systeem, waarbij we veel meer inzetten op het creëren van legale routes voor migratie en dan ook echt de irreguliere migratie gaan beperken.
Voorzitter. Wij hebben de morele plicht om onze naasten in nood te helpen. Er is echter een groot verschil tussen mensen tijdelijk hulp bieden en anderzijds mensen het recht geven om zich permanent in jouw land te vestigen, zeker in een land met een giga woningtekort. Dat onderscheid moeten we veel scherper gaan maken. Dat is ook de reden dat wij vinden dat er veel meer nadruk moet komen op opvang in de regio en op terugkeer zodra dat kan. Binnen Europa is nu echt een andere wind gaan waaien, zelfs in Duitsland en Zweden. Dat betekent dat er mogelijkheden zijn om zaken te doen in Brussel en om dat goed te gaan regelen. Dat momentum moet de minister ook zeker aangrijpen om binnen de EU en samen met de premier de lead te nemen om te kijken of je de implementatie van het Asiel- en Migratiepact kunt versnellen, maar ook om dat aan te vullen en nieuwe stappen te zetten. Een onderdeel daarvan is wat ons betreft het aanpassen of afschaffen van het zogenaamde bandencriterium, om die opvang in derde landen echt te kunnen organiseren.
Voorzitter. Helaas zijn er ook signalen dat migranten bijvoorbeeld in Turkije en Tunesië slecht worden behandeld of zelfs uitgebuit. Ik denk dat we niet kunnen zonder migratiedeals, maar we moeten zowel bilateraal als in EU-verband betere voorwaarden gaan stellen, zodat fundamentele rechten van mensen worden beschermd. We moeten ook harde afspraken maken over de naleving van die voorwaarden en het toezicht daarop. Het kan niet zo zijn dat Europa zomaar een zak geld geeft. Het moet voor die landen lonen om aan de voorwaarden te voldoen en dat vraagt een kader of een protocol dat we kunnen hanteren en waarmee we kunnen toetsen. Daartoe overwegen wij met een motie te komen.
Voorzitter. Ondertussen moeten we ook orde op zaken stellen in onze eigen asielketen; het is er vandaag al veel over gegaan. Want als mensen hier zijn, zijn we verplicht om ze fatsoenlijk op te vangen. Er komt heel veel nieuw beleid, maar daarbij is het cruciaal dat goed wordt gekeken naar eventuele knelpunten en negatieve neveneffecten, om die te voorkomen en eventueel bij te sturen. Daarom willen we bij elk wetsvoorstel ook een goede uitvoeringstoets zien. Kan de minister dat bevestigen?
Er moet uiteindelijk ook echt een einde komen aan het jojobeleid in de financiering van de opvang. De afgelopen jaren is voor de opvang en de IND stelselmatig te weinig begroot. Dat leidt tot slecht beleid. We hebben het de afgelopen jaren gezien: slechte opvang en enorme extra kosten waarbij asielzoekers ook nog eens van hot naar her worden vervoerd. Nu is er inderdaad een grote bezuiniging voorzien voor 2027. Wij hopen natuurlijk dat dit kan, maar we moeten ook tijdelijk bijsturen als blijkt dat dat niet zo is. Verder moeten we inderdaad snel weg van die peperdure opvang in hotels en naar normale locaties voor de lange termijn. Ik ben dus ook benieuwd of de minister een planning of tijdplan kan aanleveren voor hoe we daar die orde op zaken gaan stellen.
Dan over opvangplekken. Ook zonder het dwangaspect van de Spreidingswet ben je natuurlijk afhankelijk van goed bestuurlijk overleg. Het is dus des te belangrijker dat die regionale overlegstructuren voor de Spreidingswet en voor de huisvesting wel gehandhaafd blijven en dat er ook goed wordt overlegd met het Rijk. Dus kan de minister dat toezeggen?
Voorzitter. Voor kinderen moet er sowieso altijd fatsoenlijke opvang zijn. Op dit moment wordt niet geregistreerd of kinderen onderwijs volgen. Dat moet wel gebeuren, zodat je indien nodig kunt bijsturen. Dus kan de minister dit wel gaan doen? En kan de minister ook ingaan op de noodkreten van de Kinderombudsman en anderen over de situatie van kinderen in de noodopvang? En welke stappen gaat zij nu zetten om ervoor te zorgen dat jonge kinderen allemaal op passende plekken komen waar ze buiten kunnen spelen en dat ze ook zo min mogelijk hoeven te verhuizen?
Voorzitter. Dan over de doorstroom. Op dit moment blijven veel statushouders in de azc's. Dat kost 600 miljoen extra per jaar. Nu zal worden ingezet op doorstroomlocaties. Nieuw Sociaal Contract denkt dat je ook moet inzetten op het meer splitsen en delen van woningen. Op welke manier wil de minister dat gaan stimuleren?
Voorzitter. We moeten Ter Apel nu echt gaan ontlasten. Wat echt helpt in het bestrijden van overlast, zijn de pbl-locaties; mevrouw Rajkowski had het er ook al over. Wat is nu het plan en wat is de tijdlijn? Ik vind dat we ook die pbl-locaties niet alleen aan Ter Apel kunnen overlaten. Dus hoeveel komen er, waar en wanneer?
Voorzitter. Dan de opvang van Oekraïense ontheemden. Het blijft natuurlijk buitengewoon suf dat gemeenten door een fout in de wet die eigen bijdragen nog niet konden innen, maar ik ben blij dat dat nu eindelijk, ook op ons aandringen, wordt hersteld. Gaan de gemeenten dit vanaf 1 januari ook echt doen?
Voorzitter. Ontheemden die fulltime werken voor het minimumloon, verdienen netto €2.000 en houden op dit moment ook nog gratis zorg. Dat bedrag van €105 per maand is wat ons betreft veel te laag. Wij gunnen elke ontheemde uit Oekraïne natuurlijk het beste, maar dit staat gewoon niet in verhouding tot wat de meeste mensen in Nederland betalen aan woonlasten en ook niet tot wat werkende asielzoekers betalen, want die betalen soms wel tot €500 per maand. Die eigen bijdrage moet wat ons betreft dus worden verhoogd. Kan dat zonder huurrechten op te bouwen, zoals bij asielzoekers blijkbaar ook kan? Daarnaast is het ook niet meer dan redelijk dat Oekraïense ontheemden een bijdrage gaan betalen aan de zorgkosten. Ook daarvoor zullen we dus met een motie komen.
Tot slot, voorzitter, de tewerkstellingsvergunning. Asielzoekers hebben na zes maanden het recht om te werken. Heel veel werkgevers snakken ook naar arbeidskrachten. Het is dus onbegrijpelijk dat die achterstanden bij de BRP-registratie al jaren voortduren. Die zouden nu worden weggewerkt, maar dat wordt al jaren beloofd. Ik vraag me af welke minister hier nu eigenlijk verantwoordelijk voor is. Welke stappen worden nu echt gezet om het proces van de BRP-straten te versimpelen? Hoeveel extra worden er gerealiseerd en in hoeveel gemeentes? Het budget dat je daarvoor nodig hebt, betaalt zich vrij snel terug in de extra belastinginkomsten en extra betalingen voor de opvang.
Dan is er nog een tweede hobbel om weg te werken voordat asielzoekers kunnen gaan werken, namelijk de tewerkstellingsvergunning die alle werkgevers moeten aanvragen voor asielzoekers. Ook dat duurt vaak maanden en dat is dus een obstakel. De reden hiervoor is dat men vreest voor uitbuiting. Maar dat zou je toch ook op een andere manier kunnen oplossen? Oekraïense ontheemden hoeven ook geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Voor hen volstaat een meldingsplicht. Ik zie mevrouw Podt knikken. Waarom kunnen we bij asielzoekers niet ook volstaan met een meldplicht, zeker als vaststaat dat ze kunnen werken en dat ze een BSN-nummer hebben?
Voorzitter, tot zover deze eerste termijn.
(Geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
Dank u wel. Mensen komen nu juichend en applaudisserend naar de interruptiemicrofoon. Dat maakt een Kamerlid weinig mee, dus geniet er even van.
Mevrouw Podt (D66):
Dat juichen ging natuurlijk over de fantastische oproep van de heer Boomsma over het afschaffen van de tewerkstellingsvergunning. Ik ben daar inderdaad heel blij mee, want dat staat ook in mijn initiatiefwet die hopelijk binnenkort naar de Kamer komt. Dan kunnen we daar zeker zaken op doen.
Maar daar gaat mijn interruptie natuurlijk niet over. We hadden net al een aantal debatjes met uw coalitiegenoten over de financiële degelijkheid van deze begroting. Ik hoor de heer Boomsma zeggen "ik hoop dat het allemaal kan" en "ik denk dat we snel moeten bijsturen als het niet blijkt te kunnen". Nou, ik hoop alleen maar dat we dat gestand kunnen doen. Ik hoop ook dat we dat bij deze begroting al kunnen doen, want het probleem is dat als je dit boven de markt laat hangen, het COA natuurlijk niet gaat investeren in die langetermijnopvang, die we volgens mij allebei willen.
Maar mijn vraag gaat eigenlijk over een ander punt uit het betoog van de Boomsma. Volgend jaar wordt er 29 miljoen bezuinigd op opvang in de regio. In 2026 wordt er 21 miljoen bezuinigd. In 2027 wordt er bijna 100 miljoen bezuinigd op opvang in de regio. Als je serieus bent over opvang in de regio als speerpunt, dan moet je dit toch anders doen?
De heer Boomsma (NSC):
Ik denk dat we moeten inzetten op opvang in de regio. We moeten kijken hoeveel geld daarvoor nodig is als er serieuze plannen komen. Dit zullen we ook in Europees verband moeten doen, want daar is natuurlijk heel veel gaande op dit moment. Ik denk dat die financiering voor een deel uit Europa zal moeten komen. Maar daar kunnen we zeker over praten.
Mevrouw Podt (D66):
Dan moet er natuurlijk wel boter bij de vis. Je kunt hier niet gaan staan en zeggen "ik vind opvang in de regio heel belangrijk, want dat is een van de grote oplossingen in het hele verhaal" en "de financiering komt misschien wel uit Europa", terwijl je ondertussen in een kabinet zit dat gewoon honderden miljoenen bezuinigt op opvang in de regio. Dat geld heb je nodig. Je kunt niet tegen andere landen zeggen: regelen jullie het maar, maar je krijgt geen geld. Wat is dan het antwoord van de heer Boomsma?
De heer Boomsma (NSC):
Nee, er wordt bezuinigd op ontwikkelingssamenwerking. Dat gaat ook naar heel veel andere projecten. Als er een concreet voorstel komt voor goede opvang in de regio, dan zullen we daar zeker naar kijken. Ik ben ervan overtuigd dat er binnen de coalitie heel serieus zal worden gekeken naar hoe dat kan worden aangevuld.
De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer Van Nispen.
De heer Van Nispen (SP):
Gefeliciteerd met de maidenspeech, zeg ik tegen de heer Boomsma. Sportief ook dat hij interrupties wil ontvangen. Ik vond het ook een heel mooi betoog. Het stond alleen wel volstrekt haaks op het hele beleid van deze minister en op wat we van de PVV-fractie hebben gehoord. Ik noem bijvoorbeeld het jojobeleid en de financiering. Dat zou je niet moeten willen hebben. Ik heb nog nooit zo'n erge jojo gezien als de begroting die we vandaag bespreken. Ik noem ook het einde aan de peperdure opvang en het beter behartigen van de belangen van kinderen. Dat gebeurt niet. Ik heb een amendement klaarliggen om daarvoor 20 miljoen te verschuiven. Ik hoop dus van harte op steun van de NSC-fractie daarvoor.
Maar ik werd nog wel het meest getroffen door het stukje van het betoog over legale, veilige migratieroutes. De heer Boomsma zei: "Niet de mensensmokkelaar zou moeten bepalen wie er in Nederland komt. Daar zouden we zelf over moeten gaan." Toen dacht ik: hadden we maar een club die dat voor ons deed, bijvoorbeeld de Verenigde Naties. De UNHCR kijkt jaarlijks welke 500 mensen in Nederland beschermd moeten worden. Deze mensen moeten echt beschermd worden. Dat zijn de echte vluchtelingen. NSC dreigt ermee akkoord te gaan dat we er 300 van die groep voortaan niet meer naar Nederland laten komen. Die mensen laten we gewoon creperen. Hervestiging redt levens. Ik snap niet hoe de heer Boomsma daarmee akkoord kan gaan.
De heer Boomsma (NSC):
Kijk, het is natuurlijk niet zo dat mensen alleen in Nederland veilig zijn. Hervestiging is belangrijk, maar het is niet zo dat mensen per definitie op andere plekken op aarde zullen creperen. Het is zeker een pijnlijke maatregel, maar op dit moment staan we voor de taak om de instroom echt te beperken. Er staat ook "voorlopig". Mijn pleidooi voor de inzet op legale migratieroutes en het beperken van irreguliere migratie is veel fundamenteler. Die 500 is ook maar een heel klein deel van de asielinstroom. Dit gaat erover dat we moeten toewerken naar een fundamenteel ander asielstelsel, waarbij we inderdaad zelf gaan bepalen wie hier komen. Dat is voor de langere termijn. Voor nu, op de korte termijn, moeten we de instroom gewoon beperken. Dat heeft nu prioriteit.
De heer Bontenbal (CDA):
Allereerst wil ik collega Boomsma feliciteren met zijn maidenspeech. Ik had eigenlijk wel een paar mooie quotes van Ortega y Gasset verwacht. U had het over een verbond in plaats van een contract. Dat vind ik ook heel mooi. U heeft een goede opleiding genoten bij het CDA. Bij het CDA heeft u ook geleerd dat financiële degelijkheid heel belangrijk is. Ik heb net een andere coalitiepartij verweten een lijk in de kast te stoppen voor een volgend kabinet. Dat is een hard verwijt. Dat besef ik. Maar de begroting die er nu ligt, is op geen enkele manier robuust of goed bestuur. Voor de eerste twee jaar is er genoeg geld geregeld, maar voor daarna echt niet. Daarna is er gewoon een ravijn. Om welke cijfers — laat het 50% zijn — over het beperken van de instroom het ook gaat: we weten allemaal dat het niet voldoende zal zijn. Hoe kan NSC dus akkoord gaan met deze begroting, waarin op de lange termijn gewoon echt geen adequate financiering is geregeld voor het COA en de IND?
De heer Boomsma (NSC):
Kijk, financiële degelijkheid is belangrijk. Daar heeft het de afgelopen tijd inderdaad weleens aan ontbroken. U heeft een zorg, die wij ten dele delen. Voor de komende twee jaar wordt er echt veel extra geld gereserveerd. Dat is ook goed. Daarnaast kan heel veel geld dat nu wordt uitgegeven worden bespaard zonder dat je daarmee het aantal plekken vermindert. Als je minder noodopvang nodig hebt, kun je al tot 1,5 miljard bezuinigen. Dat mensen lang in de azc's blijven in plaats van doorstromen, kost ook nog eens 600 miljoen. We kunnen dus allerlei stappen zetten om de keten op orde te krijgen. Dat zullen we ook moeten doen. Verder is het zaak om gewoon op tijd bij te sturen. Als het nodig is, zullen we dat op dat moment doen.
De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer Ceder.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Felicitaties aan de heer Boomsma. Ik vind hem ook echt oprecht een aanwinst voor de Kamer. Ik heb samen met hem in de gemeenteraad van Amsterdam mogen strijden voor heel veel mooie dingen. Toen was hij nog CDA-lid, dus ik weet niet of hij vooruitgang heeft geboekt; no offense, maar ik weet niet of het dat betekent. Ik heb de heer Boomsma in het verleden ook Shakespeare horen quoten, evenals de filosoof waarop hij promoveerde, Ortega volgens mij. Dus echt complimenten voor de heer Boomsma. Juist daarom vind ik het toch wel kwalijk dat de heer Boomsma doet alsof hij hiermee akkoord kan gaan. De heer Boomsma weet heel goed dat een paar extra cellen niks doen voor de instroom. Die correlatie kan niet gemaakt worden. De heer Boomsma weet dat er, als je de reguliere opvang vermindert door het intrekken van de Spreidingswet, duurdere noodopvang ingekocht zal moeten worden. Dat is dus geen bezuiniging, maar zal tot extra kosten leiden. Dat is het PVV-verwijt waarvan u zegt: dat zal niet kloppen. U had het zelf over het jojobeleid. Tegelijkertijd hebben we dit debat juist omdat we zien dat de aanvraagduur nu 61 weken is, terwijl dat een jaar was. Dat loopt dus op. U zegt vervolgens: ik heb er vertrouwen in dat dit goed gaat komen. Hoe kunt u dat rijmen?
De heer Boomsma (NSC):
De heer Ceder haalt één maatregel uit een heel groot pakket. We hebben wel degelijk het vertrouwen dat het geheel zal leiden tot een beperking van de instroom. Vergeet ook niet: vanaf 2026 zal het Europees Asiel- en Migratiepact in werking zijn getreden. Ook dat zal zeker effect hebben, net als de invoering van het tweestatusstelsel en het beperken van gezinshereniging. Al die dingen zullen inderdaad leiden tot minder instroom. Het is iets wat je uiteindelijk niet volledig onder controle hebt. Dat moeten we ook erkennen. Het is heel complex. Je kunt ook niet zomaar prognoses maken die volledig kloppen. Er kunnen altijd onverwachte ontwikkelingen plaatsvinden. Daar zullen we dan op moeten handelen. Dat is dus volkomen logisch, ook qua beleid, bestuur. En vervolgens ga je, als het nodig is, bijsturen.
De voorzitter:
De laatste interruptie van mevrouw Piri. U bent even in gesprek, zie ik.
Mevrouw Piri (GroenLinks-PvdA):
Ja, want de heer Bontenbal heeft geen interrupties meer.
Maar ik heb net een vraag gesteld aan de VVD over onder welke omstandigheden mensen zouden kunnen worden teruggestuurd naar Syrië. Als ik het goed heb begrepen, zei de VVD: ook als uit het ambtsbericht zou blijken dat bijvoorbeeld een deel van Syrië veilig is, zijn wij niet voor het herstel van diplomatieke relaties. De conclusie daarvan is dat het deel uit het akkoord waarin staat dat er afspraken worden gemaakt over feitelijke, ook niet-vrijwillige terugkeer naar Syrië, niet kan. Dat kan namelijk niet als je geen diplomatieke relaties hebt met dat land. Ik vraag me dus vooral af of NSC daarbij aan de kant staat van hoe ik net de woorden van mevrouw Rajkowski heb uitgelegd. Of was dit in de bilaterale onderhandelingen tussen NSC en PVV misschien iets waarin u een stap verder heeft gezet?
En ik wil u uiteraard feliciteren met uw maidenspeech!
De heer Boomsma (NSC):
Nee, wij staan achter elke letter, komma en spatie van het hoofdlijnenakkoord en van de aanvullende afspraken. Wat Syrië betreft zal er inderdaad een ambtsbericht moeten komen. Het zijn wel twee verschillende dingen. Het aanknopen van diplomatieke betrekkingen en het opheffen van sancties zijn iets heel anders dan kijken of bepaalde delen van Syrië mogelijk veilig genoeg kunnen zijn. Zo staat het ook in de brief van Schoof. Alleen als het feitelijk veilig is, kan het asielbeleid worden aangepast. Terugkeer is nog weer een andere stap. Het is inderdaad zo dat als er geen diplomatieke banden zijn, het moeilijk is om iemand gedwongen terug te sturen, want dan is daar niemand om diegene in ontvangst te nemen. Dat zal dan dus niet kunnen.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, heb ik nog een of twee interrupties?
De voorzitter:
Twee.
De heer Van Baarle (DENK):
Nog twee. Kijk, dan heb ik mazzel. Allereerst natuurlijk felicitaties voor uw maidenspeech.
Maar dan over de aanvullende afspraak die is gemaakt, waarin staat dat het landenbeleid ten aanzien van Syrië aanzienlijk wordt aangescherpt. We weten ook dat er een arrest ligt van het Europese Hof, waarin het Europese Hof zegt dat de criteria aan de hand waarvan een land als veilig herkomstland kan worden aangemerkt, moeten worden toegepast op het hele grondgebied van dat land. Dus in hoeverre kan NSC hier nou vaststellen dat hetgeen is afgesproken, waarmee ik het heel erg oneens ben, überhaupt juridisch houdbaar is?
De heer Boomsma (NSC):
Hier wordt verwezen naar de uitspraak van het Europese Hof van 4 oktober, maar die ging over Moldavië. Daarbij werd aangegeven dat je dat hele land niet op de lijst van veilige landen kunt zetten, omdat Transnistrië niet veilig is. Dat ging dus over de lijst van veilige landen. Maar dat betekent niet dat je de hele staande praktijk van de afgelopen jaren dat je nooit bepaalde delen van landen veilig kunt verklaren en daarbij anders kunt handelen dan bij andere delen van dat land ... De wereld is groot. Sommige landen zijn heel erg groot. Dat betekent dus niet dat dit per definitie onmogelijk is. Die uitspraak wordt nog onderzocht, ook de precieze consequenties daarvan. Dit moet inderdaad nog worden bekeken. Maar op dit moment ga ik er zeker van uit dat dit nog steeds mogelijk zal zijn. En anders zul je stappen moeten zetten om dit weer mogelijk te maken.
De voorzitter:
De laatste interruptie van de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Ik lees het toch anders. Maar als er een uitspraak voorligt, kan de heer Boomsma daar natuurlijk een andere interpretatie van hebben. Ik denk echt dat het niet kan. Vervolgens wordt er ook gesteld dat we op grond van het ambtsbericht zouden moeten gaan beoordelen of er al dan niet sprake is van veilige gebieden. Nu is er in het hoofdlijnenakkoord ook afgesproken dat ambtsberichten in beginsel niet meer openbaar worden. Ik vraag mij dan het volgende af. Als de fractie van NSC zo veel waarde hecht aan dat ambtsbericht, maar als dat niet openbaar zou worden, hoe kunnen wij dan als Kamer toetsen of deze minister op basis van een ambtsbericht een besluit neemt of een politiek besluit neemt? We weten namelijk hoe deze minister er inhoudelijk in zit. Hoe gaan we dat dan dus als Kamer toetsen?
De heer Boomsma (NSC):
Nee, wij volgen de gewone procedure. Er wordt een ambtsbericht opgesteld door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vervolgens komt het kabinet tot een besluit. Dan wordt daar, zoals ook in de brief van premier Schoof staat, gewoon naar gekeken. En als gebieden of landen inderdaad feitelijk veilig zijn, dan worden ze ook als zodanig aangemerkt.
Voor wat betreft de openbaarheid van dat ambtsbericht: op dit moment zijn ze nog openbaar. Er worden natuurlijk allemaal vertrouwelijke bronnen in die landenberichten aangehaald. Maar het is natuurlijk zeker de bedoeling dat de Kamer daar altijd wel kennis van kan nemen. Wij willen dat namelijk ook kunnen controleren en we willen dat zelf kunnen lezen. Ook als dat op een gegeven moment niet meer openbaar wordt — het is overigens in veel van de ons omringende landen gebruikelijk dat dat niet openbaar is; daar wordt veel minder openbaar gemaakt — dan moeten we daar natuurlijk als Kamer "kabinet" van kennisnemen. Zo heet dat in Amsterdam, kabinet, maar daarmee bedoel ik achter gesloten deuren. Dus niet openbaar, maar in het geheim.
De voorzitter:
O, dus zo gaat dat in Amsterdam!
De heer Boomsma (NSC):
Ja, zo heet dat.
De voorzitter:
Dat horen we. Ik feliciteer u graag met uw prachtige maidenspeech. Gloedvol, uit het boekje, met toch iets persoonlijks en ook nog eens Augustinus en Edmund Burke erin, dus u krijgt extra bonuspunten. Als u hier naar voren komt, is het mij een eer en een genoegen om u als eerste te mogen feliciteren. Ik zie ook andere mensen klaarstaan om dat te doen. Vervolgens schors ik voor het diner tot 20.00 uur.
De vergadering wordt van 19.07 uur tot 20.04 uur geschorst.
De voorzitter:
We gaan door met de eerste termijn van de Kamer. Ik geef graag het woord aan de heer Van Nispen van de fractie van de SP. Het woord is aan hem.
De heer Van Nispen (SP):
Dank u wel, voorzitter. Er zijn grote problemen in wijken waar mensen hun buren niet meer verstaan. Er zijn problemen in de zorg en in het onderwijs. Er zijn te weinig huizen. Maar dat komt niet door migranten; dat komt door het falende beleid van de afgelopen jaren. Als uw zorgen over grote migratieaantallen oprecht zouden zijn, zeg ik tegen de woordvoerders van PVV, VVD, NSC en BBB, dan zou u ook echt bekijken wat u kunt doen om andere vormen van migratie te beperken in plaats van enkel naar het asielgedeelte te kijken. Als uw zorgen oprecht zouden zijn, dan zou u niet opnieuw miljarden bezuinigen op de zorg, het onderwijs en de sociale zekerheid, waar u zo bezorgd over zegt te zijn. Het is huichelachtige zondebokpolitiek om enkel op deze vorm van migratie superstreng treiterbeleid te maken en asielzoekers als tweederangsmensen te behandelen en zelfs in gevaar te brengen. Daarnaast gaan deze voorstellen helemaal niet tot minder migratie leiden. Want waar is de onderbouwing? Hoeveel minder migranten komen er als gevolg van deze voorstellen?
Voorzitter. Voor de duidelijkheid: ik verwijt deze partijen niet dat zij de migratie willen beperken. Dat mag. Sterker nog, dat wil mijn partij ook. Wij gaan nog veel verder qua aantallen. Maar ik verwijt deze partijen wel de manier waarop zij dat willen doen. Ik verwijt deze partijen dat problemen niet worden aangepakt en zelfs groter worden. Ik verwijt hun ook dat ze een incompetente minister hebben neergezet die steeds kiest voor ophef en beeldvorming, en niet voor het oplossen van problemen. Deze minister verzint borden die niet bestaan en liegt over een juridische onderbouwing van een noodwet die er nooit is geweest. Het enige dat wel werkte, kwam van haar voorganger. Dat was de Spreidingswet. Maar die wil deze minister intrekken. Laten we vooral geen problemen oplossen; het moet wel een crisis lijken. Want alleen dan kun je besluiten om van de aller-, allerkwetsbaarsten op de wereld, de door de VN uitgenodigde vluchtelingen, er 300 minder te laten komen. Wat een daadkracht! Nou, gefeliciteerd. Laat ze maar creperen. Of Syrië zomaar veilig verklaren, omdat jullie dat met elkaar hebben besloten. Het is hufterig beleid, waar ik geen respect voor kan opbrengen.
Wat ik deze partijen ook verwijt, is de lompe en onrealistische manier van begroten. De begroting van Asiel en Migratie is denk ik de domste begroting die ik ooit gezien heb. Dit gaat tot grote problemen leiden in de uitvoering, die een kopje kleiner wordt gemaakt. De IND en het COA worden kapotbezuinigd. Dat betekent nog langere procedures en nog meer geldverspilling. Waarom? Deze minister maakt er een puinhoop van en lost niets op. Deze minister biedt geen oplossingen voor Ter Apel en de nood in de opvang. Waar blijft het plan van deze minister voor kortere procedures? Deze minister staat liever toe dat we miljarden aan belastinggeld blijven verspillen aan rijke ondernemers die profiteren van de opvangcrisis. Deze minister zorgt ervoor dat mensen met stoornissen of zonder perspectief op terugkeer op straat komen te staan en een gevaar opleveren voor de samenleving. Rotterdam waarschuwt dat kwetsbare mensen dood zullen gaan op straat. Deze minister doet niet eens iets voor kinderen, voor wie de situatie in de opvang traumatisch is. Zelfs kinderrechten interesseren deze minister niets.
Voorzitter. Hadden we maar iemand die ervoor betaald werd om problemen op te lossen. Hadden we maar een minister die wat kan. Hadden we maar een minister met ten minste een hart. Omdat deze minister het niet doet, doen wij het. De SP stelt voor om te gaan werken met een migratiesaldo van 40.000. Dat is fors minder dan nu en fors minder dan in de plannen van deze minister en de coalitiepartijen. Maar wij kiezen ervoor om het verdienmodel van grote bedrijven aan te pakken, want mensen op de vlucht voor oorlog, geweld of politieke vervolging vangen we op. Zij horen bescherming te krijgen. Dat doen we in publieke opvang. We stoppen het gigarijk worden van hoteleigenaren en andere handige ondernemers die nu binnenlopen op belastinggeld. We doen dat kleinschalig, gespreid over het land. Ook de rijke wijken gaan hun eerlijke deel van de opvang leveren. De uitvoering, IND en COA, heeft een stabiele financiering nodig om de procedures te verkorten en terugkeer te bespoedigen. Dat scheelt bakken met belastinggeld. De SP vindt dat mensen die hier komen vanaf dag één de taal moeten gaan leren en moeten gaan werken. Dat helpt bij het terugkeren of bij het integreren, want het is altijd een van deze twee. Kinderen horen opgevangen te worden op plekken waar voorzieningen voor kinderen zijn, zoals onderwijs, zorg, speelmogelijkheden en hygiënische toestanden. Ik heb hiervoor een amendement ingediend. Ik hoop echt dat daar heel serieus naar gekeken wordt door de collega's. Op al die andere punten zal ik voorstellen indienen in tweede termijn en die in stemming brengen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Van Zanten, BBB.
Mevrouw Van Zanten (BBB):
Dank u wel, voorzitter. In een eerder debat noemde ik al de nummer 1-hit van Fluitsma & Van Tijn uit 1996: 15 miljoen mensen op dat hele kleine stukje aarde. Nu, 28 jaar later, kunnen we er 18 miljoen van maken. Als we in hetzelfde tempo van de afgelopen acht jaar doorgaan, verwacht de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen dat ons inwoneraantal in 2050 tussen de 21 miljoen en 23 miljoen ligt. Dat is onwenselijk, zegt ook de staatscommissie. De enorme bevolkingsgroei werkt namelijk door in alle aspecten van de samenleving. We komen nu al zo'n 400.000 huizen te kort, de wachtlijst voor een sociale huurwoning is in veel gemeenten langer dan tien jaar en ziekenhuizen hebben soms maandenlange wachtlijsten voor specialistische zorg. Ook een kwart van de instellingen voor speciaal onderwijs heeft een wachtlijst. Al deze mensen moeten zich ook nog eens verplaatsen over fietspaden, wegen en spoorwegen.
Voorzitter. Dit is echt niet alleen te wijten aan asielzoekers; dat weet ook de BBB. Alle vormen van migratie dragen hieraan bij. Aan één ding zal het in ieder geval niet liggen: ons geboortecijfer. Echter, volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid komen er tussen 2022 en 2026 zo'n 45.000 asielzoekers per jaar bij. Daar valt niet tegenop te bouwen. Ook hebben statushouders volgens landelijk expertisecentrum Pharos meer psychische problemen dan autochtonen. Uit onderzoek van onder anderen Jan van de Beek blijkt dat zij gemiddeld genomen een veel lager opleidingsniveau hebben en veel vaker een uitkering hebben. Zonder daar een waardeoordeel over te vellen — dit kan namelijk aan verschillende dingen liggen; maar dit zijn wel de feiten — zeg ik wel dat dit een ongelofelijke druk op onze voorzieningen en op onze verzorgingsstaat legt. Deze feiten alsook de zeer gebrekkige integratie van sommige migrantengroepen zorgen wel degelijk voor een asielcrisis. Als er hiervoor al een schuldige valt aan te wijzen, dan zijn het toch vooral de beleidsmakers die decennialang problemen niet durfden te benoemen en wegkeken. Ze waren te bang voor het predicaat "radicaal-rechts", "racist" of erger. Maar zowel wegkijken als iemand meteen een racist noemen, helpt het debat niet. Het draagt al helemaal niet bij aan het erkennen van oorzaken en gevolgen en het komen tot oplossingen.
Mijn fractie durft problemen wel te benoemen en is blij dat er een asielnoodmaatregelenpakket ligt dat de instroom nu eindelijk naar beneden zal brengen. Daarnaast pleit de BBB er al jaren voor om criminele asielzoekers zo snel mogelijk uit te zetten. Deze groep is misschien niet zo heel groot, maar veroorzaakt wel buitensporig veel ellende, zowel voor omwonenden als voor andere asielzoekers. Ik ben daarom ook blij dat mijn motie om criminele asielzoekers sneller te kunnen uitzetten onlangs is aangenomen. Graag hoor ik van de minister hoe ze deze gaat uitvoeren en wanneer ze dat gaat doen.
Voorzitter. Het is onmogelijk om de asielprocedurestop in te zetten of de verblijfsvergunning in te trekken wanneer de asielzoeker of statushouder afreist naar het land van herkomst. Ik was onlangs in Ter Apel en daar kreeg ik te horen dat het vaak enkel bij een stevig gesprek blijft. Wanneer mensen terugreizen naar het land van herkomst voor een vakantie, hoeveel gevaar lopen zij daar dan precies? Mijn vraag aan de minister is dan ook: waarom wordt de asielprocedure niet automatisch stopgezet of waarom wordt de verblijfsvergunning niet automatisch ingetrokken wanneer een asielzoeker of statushouder teruggaat naar het land van herkomst? We weten dat ze vaak vanaf een buitenlands vliegveld terugvliegen naar hun land van herkomst, dus zouden we hiernaar kunnen kijken in samenspraak met andere EU-landen? Graag een reactie.
Dan Zweden. Zweden telt het laagste aantal asielaanvragen in 30 jaar. Terwijl het land in 2015 nog de meeste asielzoekers opving, heeft het nu het strengste asielbeleid van de EU, dankzij het invoeren van diverse maatregelen die mogelijk zijn binnen de internationale verdragen. Onze maatregelen lijken erg op die van Zweden, dus het is zeer aannemelijk dat ze effect gaan hebben. Ik zou er echter een maatregel willen uitlichten die ik hier nog niet gehoord heb. Zweden voert namelijk actief campagne om asielzoekers te ontmoedigen om naar Zweden te komen. Het land meldt onder meer via zijn ambassades in alle externe communicatie dat het het strengste asielbeleid van de EU heeft. Graag hoor ik van de minister of zij dit ook wil gaan doen. Dat lijkt mij persoonlijk namelijk effectiever dan het plaatsen van borden bij azc's.
Ook heeft in Zweden nog maar één op de vier asielzoekers recht op verblijf. Hoe kijkt de minister hiernaar? Kan zij toelichten in welk opzicht de procedure van Zweden strenger is dan die van ons? Hoe kan het dat het maar een kwart van alle mensen met een asielaanvraag binnenlaat, terwijl dat bij ons een cijfer is dat ruim drie keer zo hoog ligt?
Voorzitter. Het kabinet wil vanaf 2027 grote bezuinigingen doorvoeren in de asielketen. Er gaat van 2026 naar 2027 bijna 7 miljard van de begroting af. Nu zijn we er absoluut van overtuigd dat de maatregelen de instroom significant naar beneden zullen krijgen, maar ik maak me toch wel een beetje zorgen over de onderbouwing. Hoe staat dit in verhouding tot elkaar? Kan de minister dit wat uitgebreider toelichten?
Ik noemde aan het begin van mijn inbreng het liedje van Fluitsma en Van Tijn. Als de bevolkingsgroei blijft toenemen in dit tempo, dan luidt het liedje 100 jaar na het uitbrengen: 30 miljoen mensen op dit hele kleine stukje aarde. Ik ga dat niet meer meemaken, maar ik hoop voor mijn kind en haar kleinkinderen en alle andere kinderen en kleinkinderen, of ze hier nu geboren zijn of hiernaartoe zijn gekomen, dat dit niet zo zal zijn.
Voorzitter. We moeten ons mooie Nederland koesteren. Een plek in ons land moet een gunst zijn, niet een recht.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker is de heer Van Baarle van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter. De afgelopen 130 dagen zijn wij getuige geweest van een rondreizend circus met als hoofdact minister Faber, die haar roeping heeft gevonden als bestuurlijke clown: een opeenstapeling van bestuurlijk onvermogen, luchtkastelen en internationaal opgelopen blauwtjes. Neem de openingsact, een opt-outbrief waarna de minister werd weggehoond in Europa. Iedereen, op Hongarije na, vond dit een slecht idee, maar volgens deze minister was het een prima en constructieve discussie. Ben je dan nog wel in contact met de werkelijkheid? Daarna had minister Faber terugkeerborden ontdekt in Denemarken, borden die volgens haar ambtenaren niet bestaan en die ze dus nooit gezien kan hebben.
Dingen zien die niet bestaan, dingen horen die niet gebeurd zijn; eigenlijk zien we hier een soort hallucinante paddopolitiek. We zagen de minister stuntelen toen het intrekken van de Spreidingswet te lang ging duren en toen opeens weer niet. We zagen haar voor schut staan toen provincies per toerbeurt asielzoekers zouden opvangen, waarna de provincies zeiden: wij weten daar helemaal niets van af. En dan die dragende motivering. Die is er, zei minister Faber na maanden broeden, om niet veel later te moeten aangeven dat die dragende motivering er helemaal niet is. Dingen zien, horen en vertellen die niet bestaan, dat is het kenmerk van circus Faber: waanideeën, illusies en politieke fantasieën. Dat krijg je als paddopolitiek de basis is van je beleid. Dit hele kabinet is namelijk gebouwd op beeldvorming. Er moest en zou een asielcrisis worden uitgeroepen, terwijl de asielinstroom daalt. Ja, er zijn opvangproblemen, maar zoals de Algemene Rekenkamer vorig jaar aangaf, komt dat doordat er de afgelopen jaren structureel te laag is begroot. Ja, er is druk op de woningmarkt, maar dat is het gevolg van neoliberaal beleid. Het is je reinste zondebokpolitiek om de aandacht hiervan af te leiden door af te geven op vluchtelingen.
Dit kabinet zou het strengste asielbeleid ooit gaan presenteren. We zijn inmiddels bijna een halfjaar verder en het kabinet weet nog steeds niet wat de effecten van de nieuwe asielmaatregelen zijn. Kan de minister nou eindelijk een keer concreet aangeven welke maatregelen in het pakket tot hoeveel minder asielinstroom zouden leiden in het komende jaar en elk jaar daarop? Wij willen gewoon de concrete cijfers weten. De minister presenteert namelijk een begroting op drijfzand. Het COA en de IND worden de komende jaren vrijwel helemaal wegbezuinigd, terwijl er een enorme achterstand is en er geen enkele verwachting is dat de instroom ook daadwerkelijk aanzienlijk zal dalen. Hoe komt de minister tot de hallucinante verwachting dat er in 2027 een instroom zou zijn van 25.000 mensen, terwijl ze niet eens weet wat haar maatregelen gaan doen? Hoe kan je op grond daarvan het hele COA en de IND bijna wegbezuinigen? Hoe kan je überhaupt deze recordbezuiniging inboeken als de achterstanden alleen maar oplopen? Wie gaat al dat werk dat gedaan moet worden straks nog doen? Hoe ga je de afspraak over 41.000 opvangplekken bij het COA dan realiseren?
Het is wederom hallucinante paddopolitiek, politiek die nieuwkomers verder op afstand zet. Nieuwkomers moeten zo snel mogelijk inburgeren of aan het werk, want daarmee help je hun integratie. Maar door mensen op te hokken in doorstroomlocaties, door ze nog steeds nodeloos te laten wachten om te kunnen werken en door ze eindeloos in de procedure te laten, doe je precies het tegendeel. Waarom gaat de minister het participeren door nieuwkomers bemoeilijken? Is zij bereid vluchtelingen eerder toe te staan om te werken? Hoe gaat zij er eindelijk voor zorgen dat er niet zo lang hoeft te worden gewacht op een tewerkstellingsvergunning en een BRP-inschrijving?
Voorzitter. Het beleid van deze minister rammelt ook rechtsstatelijk. De Nederlandse orde van advocaten komt tot de conclusie dat geen enkel beleidsvoorstel op Asiel groen licht kan krijgen, letterlijk geen enkel voorstel. Dit is een stevig signaal dat we door een juridische ondergrens gaan zakken. Ik wil daarom aan de minister vragen of zij al haar asielplannen en -wetsvoorstellen al juridisch heeft laten toetsen en of ze de uitkomsten van al die juridische toetsen van die individuele maatregelen voor de tweede termijn met de Kamer kan delen.
Tot slot, voorzitter. De minister wil laten onderzoeken of delen van Syrië als veilig kunnen worden bestempeld met als doel asielzoekers en zelfs gevestigde Syrische Nederlanders terug te kunnen sturen. Hier heb ik de kaart van Syrië met het reisadvies van ons eigen ministerie van Buitenlandse Zaken. We zien dat de kaart donkerrood is. Mijn vraag aan de minister is: waar zouden die Syrische Nederlanders dan naartoe gestuurd moeten worden? Vertelt u het mij. Welke gedeelte van Syrië is veilig als je deze kaart ziet? Op de Global Peace Index staat het Syrië van Assad in de top tien van gevaarlijkste landen ter wereld. 17 miljoen van de 24 miljoen inwoners zijn volgens de VN nog altijd afhankelijk van humanitaire hulp. Zou de minister zelf in deze situatie naar Syrië gaan? Zou ze daar met haar gezin gaan wonen? Ik denk het niet. Ik denk dat zij dit reisadvies van het ministerie van Buitenlandse Zaken zou opvolgen. Waarom speelt ze dan wel met de veiligheid van de levens van onze Syrische burgers? Het Europese Hof heeft op 4 oktober jongstleden al duidelijk gemaakt dat je niet mensen kan terugsturen omdat slechts delen van een land veilig zouden zijn. We hebben helaas te veel voorbeelden gezien van Syriërs die bij terugkeer zijn bedreigd, gemarteld, verkracht en verdwenen. Amnesty International en vele andere mensenrechtenorganisaties waren glashelder: geen enkel deel van Syrië is veilig voor terugkeer.
Voorzitter. Ik vind het dan ook buitengewoon cynisch en harteloos dat dit kabinet en deze coalitie over de rug van de veiligheid van deze Syrische Nederlanders de politieke afspraak hebben gemaakt om het landenbeleid voor Syrië aanzienlijk aan te gaan scherpen. Ik was op een demonstratie van de Syrische gemeenschap, waarbij zij hun zorgen hebben geuit. Ik zag de emotie van al deze mensen en wat deze cynische plannen met deze mensen doen. Ik zeg tegen deze minister: u kunt dit plan niet doorzetten. DENK zal op alle mogelijke manieren tegen dit plan gaan strijden.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. We staan op een pijnlijk historisch dieptepunt op het gebied van rechten voor vluchtelingen, de bescherming van mensenrechten en de bescherming van kinderen. In plaats van de problemen op te lossen kiest het kabinet voor onrechtvaardige maatregelen die in strijd zijn met het internationaal recht of simpelweg de problemen verergeren. Van voorloper en tolerant Nederland drijven we af naar een intolerante samenleving om je voor te schamen. Nederland heeft de traditie vooraan te staan bij de verdediging van mensenrechten. We dragen dus ook ons steentje bij aan de opvang van mensen die vluchten voor oorlog, geweld en vervolging. Dat doen we het best op een manier die door de wetenschap wordt onderbouwd en in de praktijk bewezen het beste werkt: kleinschalige opvang, eerlijke verdeling, werken, meedoen, lokale betrokkenheid, de taal snel leren en sociale verbinding.
Voorzitter. De Partij voor de Dieren weigert mee te gaan in het zwartmaken van mensen, het wegzetten van mensen als minderwaardig, het angst zaaien en het wegkijken van de problemen. Deze feitenvrije ophitspolitiek moet stoppen. Het pesten van asielzoekers moet stoppen. Laten we namelijk eens inzoomen op de beoogde maatregelen. Delen van Syrië veilig verklaren is onmogelijk, zo blijkt letterlijk uit de tekst van de recente uitspraak van het Europese Hof. Tijdelijke verblijfsvergunningen van drie jaar gaan voor een enorme extra belasting voor de IND zorgen, die nu al op zijn tandvlees functioneert. Dat werkt dus niet. Er is sprake van symboolpolitiek, zoals extra cellen en grenscontroles, die helemaal niets gaan doen aan de structurele problemen in de opvang. Ik noem ook het intrekken van de Spreidingswet, juist een wet die eindelijk de druk op de opvang wat verlicht. Het zijn allemaal maatregelen die de problemen niet oplossen, maar verergeren.
Als we naar de begroting kijken, dan vragen we ons ook af waar de minister in vredesnaam mee bezig is. De geldkraan gaat dicht, terwijl er geen plan voor de opvang ligt. Door dit te doen, weet je zeker dat in de toekomst kinderen in de kou buiten moeten slapen en dat er weer baby's kunnen overlijden. We weten dat de minister weer noodopvang moet gaan zoeken en we weten allemaal dat dit dubbel zo duur is. Het is dus niet alleen moreel verwerpelijk, maar het is ook nog eens wanbeleid. De minister gaat uit van een gigantische daling van het aantal vluchtelingen. Wat is de wetenschappelijke onderbouwing van de aanname dat de door het kabinet beoogde maatregelen daadwerkelijk tot een daling van de aantallen asielzoekers zouden leiden en daarmee de voorgenomen bezuiniging zouden dragen, vraag ik de minister.
Bezuinigingen op de opvang, zonder dat de problemen bij de oorzaak worden aangepakt: dat kan niet anders dan wanbeleid worden genoemd. Want waar gaat het nu eigenlijk om? Een gecreëerd probleem. De Raad voor het Openbaar Bestuur en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken concludeerden in 2022 al dat de overvolle opvangcentra voor asielzoekers het resultaat zijn van problemen die door de overheid zelf zijn gecreëerd en in stand gehouden worden. Zij adviseren dat er structureel meer geld en meer ruimte aan gemeenten wordt gegeven om naar eigen inzicht en met oog voor de sociale samenhang mensen op te kunnen vangen. Daar is ook die Spreidingswet voor bedoeld. Dus op welke wijze neemt de minister nu de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken mee in haar beleid? Waarom zorgt zij niet voor de oplossingen die door de expertgroepen worden aangedragen?
Als we dan kijken naar de fundamentele problemen bij migratie, moeten we het niet alleen maar hebben over de opvangvoorzieningen, maar dan moeten we het ook hebben over arbeidsmigranten, want die groep is twee keer zo groot als de groep asielzoekers. Het gaat om mensen die in Nederland vaak worden uitgebuit, in sectoren die ons land niet per se fijner maken. Dat zijn industrieën als de vleessector, waar structureel grote misstanden zijn. Maar plannen om dat beter te reguleren, worden uitgesteld.
Als je echt de problemen wilt oplossen, dan zorg je voor een stabiele internationale rechtsorde. Dan volg je het internationaal recht. Dan draag je bij aan vrede. Dan voed je geen oorlogen en bezuinig je niet op desastreuze en destructieve wijze op ontwikkelingssamenwerking, wat ook weer de grondoorzaken van migratie — waarom mensen hiernaartoe komen in de eerste plaats — kan wegnemen. Als je de echte problemen wilt oplossen, doe dan bijvoorbeeld echt iets aan klimaatverandering, een van de grootste oorzaken van migratie in de nabije toekomst. Als je echt de problemen wilt oplossen, ga je niet in een kabinet zitten dat lak heeft aan de onmisbare mensenrechten, rechten die de Partij voor Dieren altijd zal verdedigen.
Dank u wel.
De voorzitter:
U bedankt. Dan de heer Van Meijeren, Forum voor Democratie.
De heer Van Meijeren (FVD):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Laat ik vooropstellen dat iedereen die op de vlucht is voor oorlog of geweld — ik heb het over mensen die in levensgevaar verkeren — vanzelfsprekend bescherming en hulp verdient. Ik denk dat niemand in deze Kamer het daarover oneens is. Het is een kwestie van menselijkheid, waar ik persoonlijk ook volledig achter sta.
Tegelijkertijd zie ik dat de massale en ongecontroleerde immigratie waar ons land de afgelopen decennia mee te kampen heeft met dit nobele streven van humanitaire doelen en medemenselijkheid weinig tot niets te maken heeft. Het is gebaseerd op onjuiste aannames. Het is in ieder geval niet in het belang van de Nederlandse bevolking, maar naar mijn mening ook absoluut niet in het belang van die immigranten zelf. Het lijkt vooral andere belangen te dienen. De gevolgen zijn voor alle betrokkenen ronduit rampzalig. Het leidt tot enorm veel leed, verdriet, gevaar en ontwrichting, niet alleen voor onze samenleving, maar ook voor de immigranten zelf, zoals ik al zei. Forum voor Democratie pleit daarom voor een fundamenteel totaal ander asiel- en immigratiebeleid, voor een totale stelselherziening. Dat zal ik heel graag toelichten.
Eerst een aantal feiten en cijfers van het CBS. Het CBS houdt heel nauwkeurig bij hoe onze bevolking zich ontwikkelt, zowel qua omvang als qua samenstelling. We zien dat sinds het jaar 2000 de bevolking van Nederland al met ruim 2 miljoen mensen is gegroeid, van wie ongeveer 95% een migratieachtergrond heeft. De bevolking met een Nederlandse achtergrond neemt sindsdien juist af, doordat er meer mensen komen te overlijden dan dat er kinderen worden geboren. Volgens prognoses van datzelfde CBS groeit de bevolking van Nederland de komende decennia nog veel verder, puur en alleen door immigranten, en daalt het aantal Nederlanders steeds verder. Op dit moment, vandaag de dag, heeft al bijna 30% van de Nederlanders — ik moet eigenlijk zeggen: van de bevolking — een migratieachtergrond. In 2070 zal dit volgens het CBS naar verwachting 42% zijn. In een grafiek van het CBS ziet dat er als volgt uit. Het lichtblauwe segment op de grafiek die ik laat zien, is de autochtone bevolking. Dat zien we steeds kleiner worden. De bevolking groeit ondertussen wel fors door. Het donkerblauwe en het groene segment betreft de allochtone bevolking, de eerste en tweede generatie. Dat wordt juist steeds groter. Het is interessant om te zien dat de derde, vierde of vijfde generatie al wordt aangemerkt als een autochtone Nederlander. Maar wie een rondje door de Schilderswijk loopt, ziet al heel snel dat het nog steeds mensen zijn met een totaal andere cultuur, die heel ver afstaan van onze manier van leven.
Die grafiek spreekt boekdelen. Je kunt het er niet mee oneens zijn. Of je het nu leuk vindt of niet en hoe je het ook wendt of keert, het feit is dat we te maken hebben met een demografisch proces, waarbij de oorspronkelijke bevolking wordt verdrongen door immigranten. De Dikke Van Dale omschrijft dit proces als "omvolking", ongeacht wat je daarvan vindt.
De voorzitter:
U weet dat er een motie is aangenomen in de Kamer over het woord dat u gebruikt. U stuurt er nu toch op aan. Dat vind ik heel vervelend. De motie — ik heb die niet bij de hand — gaat, geloof ik, over propaganda maken voor een theorie. Ik kijk even naar de heer Van Baarle, want de motie is van hem. Hij reageert niet. Die gaat over propaganda maken. Het valt er dus nog binnen, maar ik zou u wel even op het hart willen drukken om even de grenzen van de betamelijkheid in acht te nemen.
De heer Van Meijeren (FVD):
Voorzitter, helaas kan ik me er niet zomaar bij neerleggen om hier een bepaald woord niet meer te gebruiken.
De voorzitter:
Het ging in die motie om propaganda. Naar de letter heeft u gelijk, maar ik druk u wel op het hart om even de grenzen in acht te nemen. Ik stel voor dat u gewoon voortgaat. Dan gaan we naar u luisteren.
De heer Van Meijeren (FVD):
Dit raakt toch echt een heel fundamenteel punt. Het kan toch niet zo zijn dat een Kamermeerderheid door middel van een motie besluit wat een minderheid hier niet meer mag zeggen? Dat is toch volledig in strijd met ons hele democratische stelsel van evenredige vertegenwoordiging? De Grondwet beschermt toch mijn uitingsvrijheid in deze zaal? Het kan toch niet zo zijn dat bepaalde ideeën die onwelgevallig zijn, hier niet meer bediscussieerd mogen worden? Ik zou de heer Van Baarle willen uitnodigen om de feiten die ik noem, te bestrijden met andere ideeën van hem. Ik noem alleen maar feiten. De Van Dale omschrijft dit proces als "omvolking". Ik vind het een gevaarlijke ontwikkeling. Het is ook een vorm van weerstand tegen de censuur, want wie de taal gaat reguleren en woorden gaat verbieden, zorgt ervoor dat bepaalde ideeën onderdrukt worden. Daar kan ik mij niet bij neerleggen, meneer de voorzitter.
De voorzitter:
Ik stel gewoon vast dat een meerderheid van de Tweede Kamer een dergelijke motie heeft aangenomen. U zit er net tegenaan, want u maakt geen propaganda. U bent jurist, dus u weet het heel slim aan te vliegen. Maar ik zou u wel op het hart willen drukken om gewoon die motie in het achterhoofd te houden en u daaraan te houden. Dat is alles.
De heer Van Meijeren (FVD):
Nou ja, ten eerste heb ik niet gehandeld in strijd met de motie, zoals u zelf al aangeeft. Ik vraag me dus ook af waarom u mij onderbreekt. De motie spreekt van "racistische omvolkingstheorieën".
De voorzitter:
O, dus u kent de motie wel? Nou, daar ben ik ook weer blij om.
De heer Van Meijeren (FVD):
Natuurlijk ken ik die motie. Ik heb er zelf over gestemd. Tegen. De motie rept over "racistische omvolkingstheorieën" en die heb ik volgens mij niet geuit. We hebben een Reglement van Orde: het is niet toegestaan om te beledigen, te bedreigen, op te roepen tot onwettig handelen en de orde te verstoren. Maar wanneer ik hier in alle rust feiten benoem, kan en mag het niet zo zijn dat ik daar ook maar voor een millimeter in beperkt word. Ik zal mij daar dus nooit bij neerleggen.
De voorzitter:
Oké. U continueert. Nee, meneer Bontenbal nog.
De heer Bontenbal (CDA):
Het is lastig, want we gaan dit dus elke keer doen. De Kamer wil eigenlijk niet reageren, maar ik reageer toch, omdat ik vind dat de kijker thuis moet snappen welk mechanisme hier wordt gehanteerd. U doet het bewust, omdat u eigenlijk geen reactie krijgt op …
De voorzitter:
En met "u" bedoelt u de heer Van Meijeren.
De heer Bontenbal (CDA):
De heer Van Meijeren krijgt steeds eigenlijk geen reactie op zijn betoog. Daarom gooit hij bij elk debat dit stukje rood vlees de arena in, in de hoop dat dit weer gebeurt. Voor de Kamer is het heel moeilijk. Soms denken we "we gaan niet reageren, want dit doet hij elke week", maar de Kamer voelt natuurlijk toch ongemak. Ik vind het eerlijk gezegd een zwaktebod dat u niet gewoon met argumenten uw betoog kunt maken, maar u elke keer dat stukje rood vlees nodig heeft om hier weer dat momentje te creëren, zodat er weer aandacht voor is. Ik hoef hier geen reactie op, maar ik vind dat de kijker thuis dit mechanisme moet snappen. U gooit hier bewust elke keer een stukje rood vlees de arena in, zodat we dit momentje hebben, terwijl we volgens mij gewoon moeten doorgaan met het debat.
De heer Van Meijeren (FVD):
Volgens mij ben ik degene die met argumenten komt. Ik heb nog geen enkel tegenargument gehoord van de heer Bontenbal over de feiten die ik zojuist noemde. Ik benoem feiten en cijfers van het CBS en een definitie van een woord dat in Van Dale staat. Ik heb ook uitgedrukt hoe belangrijk het is om juist niet onze taal geleidelijk aan te laten reguleren en censureren waardoor bepaalde opvattingen en zorgen niet meer mogen worden geuit.
De voorzitter:
Prima. Uw tijd loopt weer. U gaat door.
De heer Van Meijeren (FVD):
Voorzitter. Dat Nederland wordt omgevolkt, is geen theorie. Dat is een feit. Er kan gediscussieerd worden over de vraag of we hier te maken hebben met een organisch proces dat spontaan, zonder ingrijpen van buiten en zonder dat daar beleid op gevoerd is op ons is afgekomen, of met een situatie waarin wellicht doelbewust wordt aangestuurd op de massale immigratie waar we mee te kampen hebben. Ik ben van oordeel dat er sterke aanwijzingen voor zijn dat de veranderingen van onze bevolking niet het gevolg zijn van noodlottige omstandigheden die nu eenmaal op ons af zijn gekomen. Wie zich even verdiept in de geschiedenis van de Europese Unie, zal zien dat een van de grondleggers van het gedachtegoed van de Europese Unie, de heer Coudenhove-Kalergi, belangrijk werk heeft gepubliceerd over zijn visie voor Europa. Hij pleitte heel uitdrukkelijk voor een verenigd Europa, waarin staten niet meer zouden bestaan en er één grote superstaat zou worden gecreëerd, waarbij we allemaal zouden opgaan in één staat. Hij omschrijft zijn visie in zijn werk Praktischer Idealismus. Hij stelt dat er als gevolg van massale immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten een vermenging zou plaatsvinden zodat er in Europa op termijn nog maar één ras zou bestaan, het Euraziatisch negroïde ras. Hij heeft een pan-Europese beweging gesticht, waarmee hij de basis heeft gelegd voor wat later de Europese Unie zou worden. Zijn gedachtegoed, zijn visie, wordt ook gedeeld en bejubeld door onder anderen Angela Merkel, Jean-Claude Juncker en Herman Van Rompuy, die hier ook de Europese Coudenhove-Kalergiprijs voor hebben ontvangen. Ook andere EU-officials hebben actief gepleit voor het stimuleren van massale immigratie en voor het treffen van maatregelen om vooral meer immigranten naar Europa te halen. Frans Timmermans benoemde in zijn tijd als EU Commissaris heel vaak het belang van meer immigratie. We zouden meer immigratie nodig hebben. Voormalig EU Commissaris en voormalig VN-migratiechef Peter Sutherland zei in 2012 letterlijk dat immigratie zou moeten worden bevorderd om de homogeniteit van Europese landen te ondermijnen. Hij zei het letterlijk. Zij beschouwen omvolking dus kennelijk als iets positiefs, iets dat moet worden aangemoedigd.
Dat roept de vraag op: waarom? Is dit beleid nou werkelijk in het Nederlandse belang of worden er wellicht andere belangen gediend? We horen heel vaak dat het asiel- en immigratiebeleid wordt gevoerd uit humanitaire overwegingen, om mensen in nood te helpen. Zoals ik in mijn inleiding al even benoemde, is dit een heel goed streven, waar eigenlijk niemand het mee oneens zal zijn. Natuurlijk moeten mensen die op de vlucht zijn ergens veilig worden opgevangen. Forum voor Democratie pleit voor opvang in de regio.
Het belangrijkste punt dat ik nu wil maken, is dat het beleid helemaal niet humanitair is en helemaal niet gericht is op het helpen van mensen in nood. Alles wijst erop dat verreweg de meeste asielzoekers die naar Nederland komen helemaal niet op de vlucht zijn voor direct levensgevaarlijke situaties. Het gaat vaak om economische migranten die simpelweg een beter leven zoeken en meer welvaart willen. Vandaar ook dat ze, nadat ze al acht landen zijn doorgereisd, vanuit Duitsland of België doorreizen naar Nederland. Van enig gevaar is op dat moment natuurlijk al geen enkele sprake meer. Het valt ook heel erg op dat het voor het grootste deel jonge mannen zijn die hiernaartoe komen. Ik kan me niet voorstellen dat je, als je uit een gebied komt waar de kogels om je oren vliegen en je echt moet vrezen voor je leven, je vrouw en kinderen achterlaat. Die mensen komen kennelijk niet uit oorlogsgebieden. Zij weten dat ze hier worden opgevangen en gratis zorg en onderwijs krijgen. Zij weten dat ze een huis en een uitkering krijgen. Zij reizen dus gewoon naar het land waar ze met zo min mogelijk inspanningen zo veel mogelijk kunnen krijgen. Nederland heeft samen met een aantal Scandinavische staten de meest ruimhartige verzorgingsstaat. Laten we nou niet doen alsof die mensen naar Nederland komen omdat ze vrezen voor hun leven. Ik kan het die mensen niet eens kwalijk nemen, maar dat wij dit toestaan, dat wij dit faciliteren, ondermijnt gewoon de volledige legitimiteit en de houdbaarheid van ons asielbeleid.
Daar komt dus bij dat het huidige beleid totaal niet humaan is. De gevaarlijke routes over de Middellandse Zee, die vaak door mensensmokkelaars worden gefaciliteerd, brengen juist duizenden migrantenlevens in gevaar. Velen van hen verdrinken, raken gewond of worden slachtoffer van mensenhandel. Ook minderjarige jongens van 17 worden blootgesteld aan onveiligheid, psychische trauma's, uitbuiting en seksueel geweld. Van duizenden weten we niet eens waar ze zijn. Die zijn gewoon vermist geraakt. Het is ongelofelijk tot hoeveel leed en ontwrichting dit leidt.
Daarnaast zien we dus dat dit beleid wel bepaalde oneigenlijke belangen dient, belangen die de Nederlandse belangen ondermijnen. Door de massale instroom van immigranten vervagen onze culturele wortels, de taal, de waarden en de tradities die Nederland hebben gemaakt tot wat het is. Tot wat het was, moet ik met pijn in het hart zeggen. Onze nationale identiteit wordt geleidelijk vervangen door een multiculturele samenleving zonder houvast, zonder vaste kaders, wat bijdraagt aan gevoelens van ontheemding en vervreemding onder de oorspronkelijke bevolking. Alles wijst erop dat dit beleid ook leidt tot heel veel fragmentatie, waar misschien zelfs bewust op aangestuurd wordt. Het creëert spanningen en conflicten tussen bevolkingsgroepen, wat steeds weer de roep om meer overheidscontrole versterkt. Het gevolg daarvan is een verdeelde, gedesoriënteerde samenleving die ontvankelijker is voor centralisering van macht en globalistische agenda's. Het past ook volledig in de SDG 2030 Agenda, die helemaal is gericht op mondiale governance. Daar heb je natuurlijk geen nationale staat en nationale identiteit voor nodig.
De prijs die we hiervoor moeten betalen is buitengewoon hoog. Ik had het net al even over de sociaal-culturele consequenties, maar we zien het in alle aspecten van de samenleving. Ziekenhuizen raken overbelast. Scholen kunnen de instroom van al die anderstalige leerlingen niet aan. De woningmarkt ... Tja, daar hoef ik verder niks over te zeggen. Die zit totaal op slot, waardoor Nederlanders met geen mogelijkheid nog een betaalbare woning kunnen vinden. De druk op de sociale voorzieningen is enorm. Onze verzorgingsstaat kan dit gewoon niet aan. Bovendien zorgt het beleid ervoor dat Nederland onveiliger wordt, want we zien ook een buitengewone oververtegenwoordiging van immigranten in de criminaliteitscijfers, wat al met al zorgt voor steeds meer onvrede onder de bevolking.
Voorzitter. Ik zou graag een aantal minuten verrekenen.
Ergens is het positief dat we nu te maken hebben met een kabinet dat die problematiek ten minste lijkt te erkennen. Maar ondanks dat zien we dat effectieve maatregelen om het tij echt te keren uitblijven. "Het strengste asielbeleid ooit" werd ons beloofd, maar vooralsnog is er onder PVV-bewind nog helemaal niets veranderd. Hoewel de voorgestelde asielnoodmaatregelenwet nog moet worden uitgewerkt, is aan de hand van de beleidsvoorstellen die zijn aangekondigd nu al duidelijk dat die op geen enkele manier een effectieve en structurele oplossing zullen bieden voor die problematiek die ik net benoemd heb. Dat zijn eigenlijk doekjes voor het bloeden, hooguit behulpzaam om tijdelijk, op korte termijn, hier en daar de scherpe randjes weg te nemen. Maar aan het onderliggende probleem wordt helemaal niets gedaan.
Binnen het huidige asielstelsel, dat wij dus fundamenteel willen veranderen, wordt er hier en daar aan wat knopjes gedraaid, zoals een tijdelijke verblijfsvergunning voor drie jaar in plaats van vijf jaar. Dat zijn de beperkte mogelijkheden die we hebben. Er wordt hier en daar wat aangescherpt, maar het stelsel dat ons wordt voorgeschreven door de Europese Unie blijft volledig onaangetast. Het kabinet heeft ook geen concrete plannen om daar iets aan te veranderen. Voor de invoering van grenscontroles wil de minister artikel 25 van de Schengengrenscode inzetten. Maar dat is aan zo veel voorwaarden en criteria gebonden dat er continu verantwoording afgelegd moet worden aan de Europese Commissie. Dan voor 30 dagen. Dan mag het weer een keertje verlengd worden onder die en die en die voorwaarden. Dat gaat ook helemaal niets fundamenteels veranderen. Hoe je het ook wendt of keert, zolang Nederland onderdeel is van de Europese Unie, blijft elke maatregel oppervlakkig. Zonder de regie over ons eigen migratiebeleid kunnen we deze problemen niet bij de wortel aanpakken.
Om de omvolkingsproblematiek echt op te lossen zijn fundamentele stelselherzieningen nodig. We moeten internationale verdragen, zoals het VN-Vluchtelingenverdrag, opzeggen. Ook een vertrek uit de Europese Unie is onvermijdelijk. Pas dan kunnen we naar eigen inzicht ons eigen asielbeleid vormgeven. Pas dan kunnen we effectieve, permanente grenscontroles invoeren. Pas dan kunnen we zelf bepalen wie we wel of niet ons land binnenlaten. Pas dan kunnen we Nederland weer Nederland maken. Ik vind het buitengewoon teleurstellend dat nota bene de PVV dit niet meer wil en ineens in de Europese Unie wil blijven zitten, en zich dus ondergeschikt wil blijven houden aan die van hogerhand opgelegde asielmaatregelen. Ik vind het echt krankzinnig om te zien dat de PVV zo gezwicht is voor de druk om maar standpunten te gaan aanpassen, vooral voor al die mensen die zich enorme zorgen maken en bij de Tweede Kamerverkiezingen hebben gestemd op een partij die zei uit de Europese Unie te willen. Dat stond namelijk in het verkiezingsprogramma. Die partij verkondigt hier in één keer dat niet meer te willen. Dat is geen kwestie van slecht onderhandelen of water bij de wijn doen, maar je standpunt inleveren, zwichten, ingekapseld worden en gecoöpteerd worden, zoals dat genoemd wordt, waardoor de PVV haar kracht als oppositiepartij volledig is verloren.
FVD zal wél zijn rug recht houden, blijven zeggen waar het op staat, de ware motieven achter het rampzalige beleid blijven blootleggen en blijven pleiten voor de maatregelen die echt noodzakelijk zijn, ook als we daarin alleen staan of als dat betekent dat we tegen de stroom in moeten zwemmen voor het herstel van Nederland, zoals we dat ooit kende. Ons land is dat meer dan waard.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Diederik van Dijk van de Staatkundig Gereformeerde Partij.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Vanaf deze plaats mijn felicitaties aan collega Boomsma met zijn maidenspeech. Ik begreep dat hij ooit het beste raadslid van Nederland was. Ik wens hem toe dat hij ook in deze Kamer mag excelleren en dat hij hier het op drie na beste Kamerlid mag worden.
Voorzitter. Steeds meer Nederlanders voelen zich een vreemdeling in hun eigen buurt. En wat te denken van de Joodse medeburgers, die aan den lijve ondervinden hoe nieuwkomers Palestijnse terreur verheerlijken? Niet alleen het onbehagen en de onveiligheid, maar ook de cijfers spreken. Nederland maakt een groeispurt door en daar moeten we iets aan doen, zo concludeerde de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen. Als we dat niet doen, dan komen er in de komende 25 jaar nog eens 4 tot 5 miljoen mensen bij in dit lage landje aan zee. Dat wordt zeker niet allemaal veroorzaakt door asielmigratie, maar ook door arbeids- en studiemigratie. Volgens de SGP moeten we deze gevoelens en feiten onder ogen zien. Het is de hoogste tijd voor migratiebeleid met een warm hart en een koel hoofd.
Voorzitter. De ambitie van dit kabinet is het strengste asielbeleid ooit. Vanaf dag één zou minister Faber maatregelen nemen om de migratie te beperken. Inmiddels zitten we op dag 126. De beloofde maatregelen bleven tot nu toe uit, maar er ligt wel een nieuw asielpakket. Het kabinet moet nu vaart maken met de uitwerking en de stevige woorden omzetten in concrete daden. We steunen het kabinetsdoel om de instroom aanzienlijk te verminderen. Een aantal van de voorgenomen maatregelen herkennen wij uit ons eigen verkiezingsprogramma. Op onderdelen hebben wij wel vragen over de uitvoerbaarheid en de effectiviteit. Ik ga ervan uit dat hierop zorgvuldig wordt getoetst. Kan de minister aangeven wanneer wij welke asielwetsvoorstellen kunnen verwachten?
Eind deze maand komen er na lang aandringen grenscontroles. Hoe gaan die eruitzien, zo vraag ik de minister. En hoe gaat zij voorkomen dat die onze economie disproportioneel schaden? Duitsland werkt aan speciale Dublincentra aan de grens, van waaruit asielzoekers versneld worden teruggestuurd naar het land van aankomst. Gaat Nederland dit voorbeeld volgen?
Voorzitter. De uitvoerders zijn essentieel voor het laten slagen van de asielplannen. In de komende twee jaar wordt de bijdrage aan de IND en het COA fors verhoogd vanwege de hogere instroom, maar daarna maken de budgetten een fikse tuimeling. Dit punt is ook in de nodige interruptiedebatten gewisseld. Vooruitlopend op het teruglopen van de instroom wordt er 1,2 miljard euro weggehaald. Zo zou de IND na 2027 nog maar 35% van het huidige aantal asielaanvragen kunnen behandelen, terwijl de IND-file dan juist tot een recordlengte van meer dan 250.000 aanvragen zal zijn opgelopen. De SGP zet in op een robuuste en wendbare asielketen met bijbehorende financiering. Door deze bezuinigingen verdwijnt zelfs het budget voor de vaste voorraad vanaf 2027. Ik had gehoopt dat we leergeld hadden betaald voor de peperdure crisisnoodopvang van de afgelopen tijd. Is de inzet van de minister bij de Voorjaarsnota erop gericht om alsnog voldoende geld vrij te spelen voor deze buffercapaciteit?
Voorzitter. Bij het laatste tweeminutendebat Vreemdelingen- en asielbeleid zei de minister toe in een brief terug te komen op mijn vragen over fraude bij de IND. Die brief heb ik nooit gehad. Via de NRC vernam ik dat het onderzoek hiernaar is verlengd. Ik wil de minister vragen om ons bij te praten over deze zaak. Ik hoor graag welke maatregelen zij neemt.
Voorzitter. Tot en met september 2024 keerde de IND al 23 miljoen euro aan asieldwangsommen uit. Mijn fractie loopt al langer te hoop tegen deze regeling, die juist leidt tot vertraging in plaats van versnelling bij de afhandeling van aanvragen. Het kabinet wil nu ook van de rechterlijke dwangsom af, en terecht. Hoe en wanneer verdwijnen ze? Hoe eerder, hoe beter.
Voorzitter. Bij de plannen voor de asielnoodmaatregelenwet lees ik niets over het mogelijk afschaffen van hoger beroep, terwijl het EU-recht hier wel ruimte voor laat. Dit voornemen lijkt op de lange baan geschoven. Waarom, zo vraag ik de minister. De SGP zou graag meer inzicht krijgen in de cijfers over asielrechtszaken. Kan de minister op korte termijn de feiten en cijfers in kaart brengen? Welk percentage procedeert door, wat zijn de doorlooptijden en welke voordelen zou de afschaffing van hoger beroep opleveren?
Voorzitter. Iemand die is gevlucht voor oorlog en geweld verdient een warm onthaal. Gastgezinnen die via Takecarebnb een statushouder opvangen en die hier wegwijs maken, leveren een belangrijke bijdrage aan diens integratie. Het ontlast de opvang en is vele malen goedkoper, omdat daarmee minder dure noodopvang nodig is. De SGP vindt een vrijwilligersvergoeding van €100 per maand op z'n plaats als tegemoetkoming voor de onkosten en als waardering voor hun inzet. Win-win-win dus: voor het gastgezin, voor de statushouder en voor de overheid. Wat vindt de minister van dit voorstel?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. We hebben nog drie sprekers te gaan. We gaan luisteren naar de heer Ceder van de ChristenUnie.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Allereerst mijn complimenten en felicitaties aan de heer Boomsma voor zijn maidenspeech.
Voorzitter. De chaos regeert als het gaat om het migratiebeleid van dit kabinet. Proefballonnetjes worden groot gemaakt. Echte oplossingen, zoals de aanpak van arbeidsmigratie, worden genegeerd. De Spreidingswet, waarvan gezegd is dat die werkt, wordt ingetrokken. Er wordt een ondeugdelijke begroting opgeleverd zonder voldoende informatie, en er wordt geen verantwoordelijkheid genomen voor de enorme puinhopen en kosten die hieruit voortvloeien. Dit is cynische politiek. Het is kiezen voor chaos, met onvrede in de samenleving en een gebrek aan toekomstbestendig migratiebeleid tot gevolg.
Voorzitter. Ook uit dit debat blijkt weer dat het migratiedebat te belangrijk is om over te laten aan de heer Wilders en de PVV, maar ook dat het te belangrijk is om op een onvolwassen wijze te blijven voeren. Mede daarom zet ook de ChristenUnie een stap naar voren met de migratievisie. Daarin leggen we concrete voorstellen neer voor een menswaardig toekomstig migratiebeleid, waarover we de afgelopen tijd hebben nagedacht vanuit het christelijk-sociaal denken. Een van onze beginselen is de kracht van de gemeenschap. Door die kracht in buurten, wijken en maatschappelijke organisaties worden nieuwkomers geholpen om snel aan het werk te komen. Daardoor leren mensen de Nederlandse taal en kunnen ze meedoen. Daardoor bestaat er ook een gemeenschap, maar alleen als iedereen ook echt meedoet en mee kan doen en ook plichtsbesef naar elkaar voelt en als we ook kijken wat een gemeenschap aankan. Daarom wil ik deze migratievisie aan de minister aanbieden. Ik hoop dat zij daar nuttige voorstellen in ziet en de voorstellen die er nu liggen misschien ook daardoor vervangt. Ik denk dat dat goed zou doen.
Voorzitter. Er is veel gezegd. Ik wil starten met een samenvatting van dit beleid ten aanzien van migratie. Het geldt misschien ook voor andere thema's, maar ik zie het vooral bij migratie samenkomen. Ik maak me grote zorgen, want de afgelopen maanden zie ik dat proefballonnen groot worden gemaakt — zie Uganda, de opt-out, terugkeerborden en de roulatie in de opvang door gemeenten — die weinig tot nul effect hebben. Ik zie dat stopgezet wordt wat wél werkt; denk aan de Spreidingswet. Ik hoor loze woorden over arbeidsmigratie, want de wetten die daarover in de maak waren, worden op de lange baan geschoven. Ik zie ook dat als het niet werkt, de schuld wordt afgeschoven op de oppositie, op de EU of op rechters. Ik zie dit telkens terugkomen. Dat vind ik kwalijk. In dit debat mis ik ook de controlerende taak van enkele van mijn collega's. Want wat zien we? Wij moeten een begroting beoordelen terwijl we niet de cijfers hebben om te kunnen toetsen of dit afdoende is.
Voorzitter. Ik heb het al een paar keer gezegd, maar de gevolgen zijn groot en als wij zo doorgaan, voorzie ik mogelijk ook gewoon een parlementaire enquête. We weten allemaal dat de wijze waarop wij dit hiermee nu gaan vaststellen, niet kan en niet gaat. Maar binnen de coalitie zie ik ook vandaag weer geen overeenstemming over bijvoorbeeld het terugsturen naar Syrië. Ik ben het heel erg eens met wat NSC en de VVD hebben aangegeven: we kunnen mensen niet terugsturen op het moment dat het ambtsbericht daar geen aanleiding voor geeft. Maar kan het zo zijn dat een nieuwe crisis zit te wachten, omdat het in de nieuwe asieldeal wel zo is opgeschreven? Ik ben benieuwd hoe de minister naar die uitleg kijkt.
Voorzitter. Hoe kan het dat er na drie maanden nog geen stappen zijn gezet? Wat ons betreft moet bijvoorbeeld het terugkeerbeleid steviger. Daarom dienen we ook een motie in om de EU-terugkeercoördinator een sterker mandaat te geven. Ik ga ervan uit dat de minister daarmee aan de slag kan.
Voorzitter. Over de Spreidingswet heeft de minister zelf gezegd dat deze werkt, maar wel wordt ingetrokken. Er is een motie aangenomen die zegt dat de minister de wet naar letter en geest uitvoert zolang er nog geen nieuwe wet is. Voert de minister deze motie nog uit?
De minister dient naast beleidmaken ook overleg te voeren met medeoverheden. Maar er wordt flink geklaagd. Er wordt flink geklaagd over het contact met de minister, over het parlementaire contact. We hebben de minister hier al eerder op aangesproken, maar het houdt aan. Daarom vragen we de minister ook: wilt u dit wel en kan u dit wel? Een deel van uw taak is namelijk ook contact houden met juist die medeoverheden.
Voorzitter, tot slot. Ik zou het fijn vinden als er minder vluchtelingen aan de deur van Nederland zouden kloppen, omdat dat uiteraard minder druk geeft op de samenleving, maar ook omdat dat zou betekenen dat er minder noodzaak zou zijn om te vluchten. Maar het is juist dit kabinet dat bezuinigt op buitenlandse hulp. Dat is onbegrijpelijk. Ik richt daarom ook mijn laatste woorden niet tot de minister, maar tot de coalitiepartijen: zorg dat u uw controlerende taak blijft uitvoeren. Ik kijk uit naar de beantwoording.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Koekkoek van Volt.
Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. Vanuit mijn kant uiteraard ook felicitaties voor de mooie maidenspeech.
Voorzitter. De afgelopen maanden, sinds het aantreden van dit kabinet, hebben we moeten kijken naar asieltheater. Het is een theaterstuk waarbij de hoofdrolspeler, de verantwoordelijke minister, dingen ziet die er niet zijn, zoals borden en een ervaren crisis, en dingen die er wel zijn bewust niet ziet, zoals de erbarmelijke en Nederland onwaardige manier waarop we omgaan met kinderen in de noodopvang. Het theaterspel wordt ook gespeeld door de coalitie, die het continu oneens is met elkaar maar dat niet echt durft uit te spreken of op te lossen. Belangrijke bijrollen zijn weggelegd voor de fractievoorzitter van de PVV, die al twitterend een permanente crisissfeer in het kabinet probeert te creëren, een premier die ook niet weet hoe een ervaren crisis er dan uitziet, en de fracties van NSC en VVD, die zeggen dat ze op willen komen voor echte vluchtelingen maar wel hun handtekening zetten onder een asieldeal met maatregelen die alleen inzetten op mensen pesten. De inkt van deze zogenaamde asieldeal is nog niet droog of akte 2 van dit asieltheater dient zich aan. Want met de voorgestelde asielnoodmaatregelenwet worden wederom onzinnige dingen voorgesteld die geen mens vooruithelpen, niet de vluchtelingen die het betreft, niet de medewerkers van de IND en het COA, niet de mensen in Ter Apel of Budel en zeker niet de mensen van Nederland die willen dat problemen worden opgelost.
Voorzitter. Van een kabinet mogen en moeten we eisen dat beleid een oplossing vormt voor een probleem. Die oplossing kan pas van de grond komen als feiten erkend worden. Daarom heb ik de volgende vraag aan de minister. De dragende motivering voor de zogenaamde asielcrisis werd nooit gevonden. Klopt dat? Erkent de minister dat er dus geen sprake is van een asielcrisis? Tot nu toe konden zowel deze minister als de premier de zogenaamde crisis niet uitleggen. Dus ik wil graag bevestigd zien dat we de mythe van een crisis voorgoed kunnen begraven.
Voorzitter. Dan een vraag over de maatregelen die deze minister voorstelt. Juist het COA, de IND en de gemeenten geven aan dat deze keuzes, zoals het intrekken van de Spreidingswet, het verminderen van de geldigheidsduur van vergunningen, gedwongen terugkeer en detentie, de problemen juist verergeren en meer druk op de keten leggen. Hierdoor moeten we noodopvang langer openhouden, wat meer geld kost en slechter is voor mensen die asiel aanvragen. Juist dit kabinet stelt dus maatregelen voor waardoor asiel ons land niet minder maar meer geld gaat kosten. Hoe verklaart de minister dat? Hoe reflecteert zij op de waarschuwingen van COA, IND, gemeenten en provincies dat het voorgestelde beleid een averechts effect heeft?
Voorzitter. Het lijkt wel een soap; het theater wordt met succes verlengd. Alle experts zijn het erover eens dat we alleen kunnen voorkomen dat mensen in het gras moeten slapen of dat kinderen verpieteren in de noodopvang als we in structurele, meerjarige financiering voor de opvang voorzien. Hoe onderbouwt de minister dat er vanaf 2027 300 miljoen bezuinigd wordt op de IND, waardoor in 2028 ongeveer 85% van het bestaande budget weg is? De gevolgen van dit slechte bestuur komen namelijk niet voor de rekening van deze minister, maar voor de rekening van de gemeenten. De lvv, de opvang voor ongedocumenteerden, wordt door deze minister geschrapt, met als gevolg dat mensen op straat belanden. Dat leidt weer tot extra druk op boa's, politie en de zorg. Ziet de minister ook dat dit kabinet de onveiligheid vergroot door mensen die noodzakelijke zaken als bad, brood en bed te ontzeggen? Het is wat mij betreft onacceptabel dat mensen de dupe worden van wanbeleid van dit kabinet. Volt heeft daarom samen met de partijen D66, de Partij voor de Dieren, de ChristenUnie en GroenLinks-PvdA een amendement ingediend om deze bezuinigingen terug te draaien.
Voorzitter. Dit asieltheater brengt ons niets, maar we raken wel degelijk iets kwijt. We accepteren dat vrij verkeer binnen Nederland en binnen Europa wordt ondermijnd en we accepteren dat basale mensenrechten geschonden worden en dat mensen die vluchten voor oorlog en geweld als vijanden van Nederlanders worden weggezet. We raken ons vrij verkeer van personen, een van de vrijheden van Europa, kwijt door grenscontroles. Duitsland ging ons voor. Ik wil de minister vragen hoeveel Dublinners door de interne grenscontroles niet door die nationale procedure gingen. En weegt dit op tegen de kosten van 75 miljoen per maand voor ondernemers, voor mensen die dagelijks de grens over moeten voor werk, studie of school? We raken ook onze waarden kwijt, namelijk de bescherming van mensenrechten, die we zo hoog in het vaandel hebben. Dit kabinet heeft zich voorgenomen om delen van Syrië veilig te verklaren, om zogenaamd mensen terug te kunnen sturen. Maar zoals vandaag al veel vaker is gezegd: op dit moment is daar het regime van Assad. Gaat de minister om tafel met dat regime om een relatie op te bouwen? Wat vindt de minister ervan dat Syriërs die nu Libanon ontvluchten door ditzelfde regime opgepakt, gemarteld en vermoord worden? Is het volgens de minister een veilig land?
Tot slot de migratiedeals die we met dictators sluiten. Europese en dus ook Nederlandse financiering draagt bij aan mensenrechtenschendingen door de regimes in Tunesië en Libië: verkrachting van vrouwen, kinderen die sterven in woestijnen, journalisten en activisten die worden onderdrukt en opgesloten. Vindt de minister het niet gek dat wij als Nederland datgene financieren waarvoor mensen vluchten?
Voorzitter. Het enige wat dit kabinet klaarspeelt op het gebied van asiel en migratie is bewust angst en chaos creëren, bewust alle politieke zuurstof op laten gaan aan spelletjes die gespeeld worden, spierballentaal en symboolpolitiek. Het is goed om een discussie te voeren over asiel en migratie, want er zijn wel degelijk zaken die onze aandacht behoeven. Maar we moeten niet in de val lopen dat het hier in dit huis alleen over asiel gaat, want daarmee spelen we het asieltheater in de kaart en verliezen we datgene wat ons dierbaar is: een open hart voor mensen die op de vlucht zijn en het respect voor onze democratie en rechtsstaat. Ik hoop van harte dat dit theaterstuk geen tragisch einde kent.
Dank, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Eerdmans van de fractie van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Dank, voorzitter. Felicitaties aan de heer Boomsma. Ik vond het echt een goed verhaal. Dat belooft dus wat te worden.
Voorzitter. Elke week meer dan 800 asielaanvragen, voornamelijk uit Syrië, Turkije en Eritrea, 1 miljoen toegelaten asielverzoeken in de afgelopen twintig jaar, een inwilligingspercentage in Nederland van 80%, een zwaar overbelaste IND met 50.000 wachtende asielzoekers, bijna 20 miljoen euro aan dwangsommen voor asielzoekers door een trage IND, een tekort aan bedden in Ter Apel, een tekort aan bedden overal in Nederland, hotels, cruiseboten, flexwoningen afgehuurd door COA, 40.000 incidenten binnen de azc's, de kosten van een gemiddelde asielmigrant acht ton, 80% van de statushouders volgens het CBS na tweeënhalf jaar nog steeds werkloos, naar schatting tussen de 25.000 en 60.000 illegalen in Nederland, duizenden statushouders wachtend op een sociale huurwoning, de Top X-lijst van criminele asielzoekers in een jaar verdubbeld tot meer dan 1.000 en de jaarlijkse kosten van het Nederlandse asielsysteem van pak 'm beet 20 miljard euro. Wie niet ziet dat wij een asielcrisis hebben, moet naar de oogarts. Eergisteren nog werd COA door de rechter een dwangsom opgelegd van €50.000 per dag, te betalen aan de gemeente Ter Apel, omdat men vol zit. Hoe zou dat toch komen?
Voorzitter. De beste oplossing voor de asielcrisis zijn wereldvrede en een wereld zonder honger. De een-na-beste oplossing is opvang in de eigen regio. Uiteindelijk kun je nog zoveel proberen om de grenzen te sluiten, maar mensen zullen naar het Westen blijven komen, vluchtend voor ellende of simpelweg om hun geluk te beproeven. De harde werkelijkheid — dat zien we ook aan de Oekraïners — is: eenmaal hier is niet meer terug. Natuurlijk zullen een aantal maatregelen wel een afremmende werking hebben, maar de vraag is voor hoeveel en voor hoelang.
Voorzitter. Het strengste asielbeleid? Ja, het kan. Het is eigenlijk ook niet zo heel moeilijk om strenger te zijn dan het opengrenzenbeleid van Rutte. JA21 heeft het in 2022 allemaal al opgeschreven in het "Wat kan wel"-asielplan. Daarin staan veertien maatregelen gebaseerd op Zweden en Denemarken. Of je het nou een crisis, een multicultureel drama of dweilen met de kraan open noemt: het is allemaal waar en komt op hetzelfde neer. We laten hier te veel mensen binnen uit totaal andere landen en culturen, die hier zeer moeizaam of niet integreren en, zoals bekend, vooral terechtkomen in de werkloosheid en parallelle achterstandswijken van de grote steden, meestal ongeletterd en niet opgeleid.
"Maar Joost, asiel is maar 5% van de totale migratie." Nee, asiel is veel meer dan alleen opvang. Volgens de cijfers is de totale kostenpost 25 miljard euro per jaar. Lees "Migratiemagneet Nederland" van Jan van de Beek maar; gewoon allemaal even aanschaffen.
Gelukkig neemt het kabinet een aantal juiste maatregelen. We missen daarin nog wel een paar dingen, zoals het strafbaar stellen van illegaliteit — hoe wil je anders ongedocumenteerden juridisch vastzetten? — en het aanpassen van de definitie "alleenstaand" bij minderjarige asielzoekers, die nu gewoon vanaf hun oom en tante hun familie kunnen laten overkomen naar Nederland, want ze zijn volgens de definitie alleenstaand.
Voorzitter. We zijn nu wel alleen 130 dagen gekissebis en gedoe verder en ik heb nog geen wetswijziging langs zien komen. Wel belandde het noodrecht in de shredder. Dit was de wet waarbij volgens minister Faber alleen nog de puntjes op de i hoefden te worden gezet. Minister Agema zei: ik moet nog zien wie straks zo stoer is om het noodrecht tegen te gaan houden. Nou, dat was dus Wilders zelf, uitgegleden over de banaan van NSC. Maar was er nu wel of niet een motivering en wat stond daarin? Ik wil het gewoon zien. Artikel 68 van de Grondwet, zeg ik er maar bij. Of was het niet te beargumenteren? Nu komen er vanaf het einde van deze maand grenscontroles. Wat is het plan? Wat is de frequentie? Hoeveel grensovergangen? Wat doen we met vreemdelingen die op zoek zijn naar een asielaanvraag? Gaan die dan volgens het Dublinakkoord, hup, terug naar Duitsland? Het lijkt er overigens op dat je daar, als je een blanco asielaanvraag doet, gewoon mag doorlopen. Zodra je "asiel" roept, mag je erin. Klopt dat? Wanneer komt de intrekkingswet voor de Spreidingswet naar de Kamer? Is dat voor of na het einde van het jaar?
Minister Klever wil uitgeprocedeerden naar Uganda gaan brengen. Dat is een uitermate dom plan, want dat kan helemaal niet. Je kan uitgeprocedeerden alleen terugsturen naar hun land van herkomst. Wat wel moet gebeuren, maar helaas niet gebeurt, is werken met partnerlanden buiten de Europese Unie voor het outsourcen van onze asielprocedure. Nergens staat zwart-op-wit dat wij onze asielzoekers niet elders mogen opvangen. Maak dus afspraken met Zambia, Turkije en India. Bespreek de mogelijkheid van het overnemen van onze asielopvang. In je eentje kan je weinig. Trek hierin dus op met gelijkgestemde landen in Europa. Er waait eindelijk een andere wind in de EU. Precies zoals de motie-Eerdmans vroeg: stel als de sodemieter een rapporteur aan. De minister begreep die motie niet, want ze zegt: ik ben de rapporteur. Nee, een rapporteur moet een gezant zijn van het kabinet en dus geschikte partnerlanden gaan zoeken buiten ons continent. Dat is wat de Kamer wil. Als het goed is, is dat een fulltimefunctie. Het is een gouden kans, zeg ik tegen de minister. Pak 'm!
Voorzitter. Ik ben de politiek in gegaan in 2002 via de Lijst Pim Fortuyn, de LPF. Een van de belangrijkste uitspraken van Fortuyn was destijds dat een goede huisvrouw weet dat je de kraan moet dichtdraaien als je wil gaan dweilen. Vul bij "huisvrouw" nu maar "man", "vrouw" of iets anders in. Maar juist dat was Pim Fortuyn: de kraan moet eerst dicht en daarna moeten we wel met elkaar gaan dweilen. We gaan het oplossen. We gaan met de mensen die er nu zijn aan de slag met taal en werk, en we investeren in integratie. Hebben we daar dan geen noodwet voor nodig? Het hele migratievraagstuk gaat niet alleen maar over "minder, minder", maar er moet ook gezorgd worden dat mensen mee gaan doen. We moeten dus achterstallig onderhoud plegen. Waar zijn alle targets? Ik noem minder uitkeringen, alleenstaande ouders aan het werk helpen, hogere schoolprestaties, verplicht hulp aanvaarden, binnen twee jaar de helft van de statushouders uit de bijstand — dit kan desnoods met gesubsidieerd werk of loonkostensubsidie; er is werk zat — verplichte kinderopvang voor statushouders, socialiseren, voorkomen van achterstanden, primair onderwijs, begeleiding van homoseksuele mensen die van hun geloof afstappen enzovoorts, enzovoorts. Een hele barrage.
Voorzitter. Ik sprak vandaag staatssecretaris Nobel. Hij komt met een plan voor integratie naar de Kamer in Q1, het eerste kwartaal. Maar ik heb het altijd jammer gevonden dat integratie is losgekoppeld van het ministerie van Migratie. Ik geloof enorm in de combinatie daarvan. Ooit hadden we minister Nawijn, lang geleden, in 2002. Dat was ook geen daverend succes, zeg ik er maar bij, haha. Maar het was wel iemand die de combinatie van migratie en integratie in zijn portefeuille had. Het is namelijk zo met elkaar verweven.
Hiermee sluit ik af. Ik dank u zeer voor de aandacht.
De voorzitter:
Dat was een plotseling einde, maar wel een einde. Tot zover de eerste termijn van de Kamer.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Donderdag om 10.15 zie ik u weer in dit theater. Ik dank u allemaal. Ik dank de minister voor haar belangstelling vandaag. Ik sluit de vergadering van 5 november. Wel thuis!
Sluiting
Sluiting 21.14 uur.