Plenair verslag
Tweede Kamer, 104e vergadering
Maandag 10 juli 2023
-
Aanvang10:15 uur
-
Sluiting17:19 uur
-
StatusGecorrigeerd
Opening
Voorzitter: Bergkamp
Aanwezig zijn 134 leden der Kamer, te weten:
Aartsen, Agema, Alkaya, Amhaouch, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Beertema, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Bikker, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Bouchallikh, Boucke, Boulakjar, Brekelmans, Van den Brink, Bromet, Bushoff, Van Campen, Ceder, Dassen, Dekker-Abdulaziz, Tony van Dijck, Dijk, Inge van Dijk, Drost, Eerdmans, El Yassini, Ellemeet, Ellian, Ephraim, Eppink, Erkens, Van Esch, Fritsma, Futselaar, Van Ginneken, De Graaf, Van der Graaf, Graus, Grevink, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Haverkort, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Helder, Hermans, Van den Hil, Van Houwelingen, Idsinga, Léon de Jong, Romke de Jong, Kamminga, Kat, Kathmann, Van Kent, Klaver, Klink, Koekkoek, Koerhuis, Kops, De Kort, Kröger, Krul, Kuik, Kuiken, Kuzu, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Maatoug, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Mohandis, Edgar Mulder, Mutluer, Van Nispen, Omtzigt, Ouwehand, Palland, Paternotte, Paul, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Podt, Pouw-Verweij, Raemakers, Rahimi, Rajkowski, De Roon, Chris Simons, Sylvana Simons, Sjoerdsma, Smals, Sneller, Van der Staaij, Stoffer, Van Strien, Strolenberg, Temmink, Christine Teunissen, Hans Teunissen, Thijssen, Tielen, Valstar, Vedder, Verkuijlen, Warmerdam, Van Weerdenburg, Van der Werf, Westerveld, Van Wijngaarden, Wilders, Van der Woude en Wuite,
en de heer Rutte, minister-president, minister van Algemene Zaken.
De voorzitter:
Ik open de vergadering van maandag 10 juli 2023. Ik wil de leden vragen hun plaatsen in te nemen.
Mededelingen
Mededelingen
Mededelingen
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat het volgende lid zich heeft afgemeld:
Gündoğan.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
Verklaring van de minister-president over de ontstane politieke situatie
Verklaring van de minister-president over de ontstane politieke situatie
Aan de orde is de verklaring van de minister-president over de ontstane politieke situatie.
De voorzitter:
Ik heet de minister-president, de leden, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op een andere manier de verklaring volgen, van harte welkom. Het is een vrij ongebruikelijke dag om als Tweede Kamer plenair te vergaderen. Aanleiding voor deze vergadering is dat afgelopen vrijdag, 7 juli 2023, de minister-president en alle ministers en staatssecretarissen hun ontslag bij de Koning hebben ingediend. De Koning heeft de ontslagaanvraag in overweging genomen. Ik heb daarop de minister-president gevraagd naar de Kamer te komen om vandaag een verklaring af te leggen over de huidige situatie. Vervolgens is er een regeling van werkzaamheden, waarin de heer Wilders het verzoek om een debat zal doen. Vervolgens schorsen we kort om de sprekerslijst in orde te maken. Daarna starten we met het debat, als daar een meerderheid voor is; gezien de samenstelling in de Kamer vandaag, denk ik van wel.
Ik geef nu het woord aan de minister-president om een verklaring af te leggen aan de Tweede Kamer.
Minister Rutte:
Mevrouw de voorzitter. Inderdaad leg ik graag een korte verklaring af over de politieke situatie waarin we ons bevinden. Afgelopen vrijdag heb ik, zoals bekend, de Koning het ontslag van het kabinet aangeboden. Die beslissing was unaniem, maar is ons desondanks allemaal zwaar gevallen; dat geldt zeker ook voor mij persoonlijk. In deze situatie kan het kabinet besluiten verkiezingen uit te schrijven. Het is goed gebruik dat dit gebeurt nadat de Kamer in de gelegenheid is gesteld zich hierover uit te spreken.
In het coalitieakkoord is de ambitie verwoord om meer grip op migratie te krijgen. Migratie is een groot en belangrijk onderwerp in Nederland, maar ook een onderwerp waarover de meningen uiteenlopen. Dat zien we in het land, dat zien we in de Kamer en dat zagen we ook in het kabinet. De afgelopen maanden is er, ondanks de verschillende opvattingen, door alle partijen heel hard gewerkt aan voorstellen om die ambitie uit het coalitieakkoord te verwezenlijken. Daarbij zijn alle partijen tot het uiterste gegaan. Maar soms is de wil om er samen uit te komen, hoe sterk ook, helaas niet voldoende. Dan blijft er geen andere mogelijkheid over dan de samenwerking te beëindigen. Die conclusie hebben de vier partijen afgelopen vrijdag met pijn in het hart getrokken. Ik zeg "met pijn in het hart", want ondanks de soms grote onderlinge verschillen heeft dit kabinet resultaten kunnen boeken, zoals de grote investeringen in het onderwijs, de modernisering van de arbeidsmarkt, het grote klimaatpakket van dit voorjaar, de toekomst van de pensioenen en het koopkrachtpakket van vorig najaar.
Het is betreurenswaardig dat we als kabinet niet verdergaan. Zo'n situatie komt nooit op een goed moment, ook nu niet. We staan in Nederland voor grote vraagstukken: stikstof, de toekomst van landbouw en natuur, de woningmarkt, het klimaat, de zorg. Het zijn thema's die vragen om oplossingen, niet om uitstel. Het kabinet heeft de verantwoordelijkheid om te doen wat nodig is voor Nederland. Dat is ook wat de Koning ons nu heeft gevraagd. Uiteraard past het kabinet terughoudendheid als het gaat om nieuw beleid en wetgeving. De Kamer bepaalt welke voorstellen zij nog wil behandelen, maar er zijn altijd urgente thema's die nu om besluiten vragen. Het kabinet zal dan ook samen met de Kamer proberen om ook de komende maanden zo verstandig mogelijk beleid te voeren. Dat geldt in ieder geval voor steun aan Oekraïne in de strijd tegen de Russische agressie en de verdere aanpak van zowel het toeslagenschandaal als de gevolgen van de aardgaswinning in Groningen. Maar uiteraard is dat nu eerst aan de Kamer.
Tot slot, voorzitter, wil ik nog iets persoonlijks zeggen. Er is de afgelopen dagen gespeculeerd over wat mij zou motiveren. Het enige antwoord is: Nederland. Mijn positie is daaraan volstrekt ondergeschikt. Gisterochtend heb ik het besluit genomen dat ik niet opnieuw beschikbaar ben als lijsttrekker van de VVD. Bij het aantreden, na de verkiezingen, van een nieuw kabinet, zal ik de politiek verlaten. Ik heb gistermiddag mijn partijvoorzitter en fractievoorzitters daarvan op de hoogte gesteld. Dat is mijn persoonlijke afweging, die losstaat van de ontwikkelingen van de afgelopen weken. Maar ik wilde u dat wel aan het begin van dit debat vertellen. Dit debat moet gaan over ons land.
Dank u wel.
De voorzitter:
Ik wil de minister-president bedanken voor zijn verklaring.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik nodig de heer Wilders uit voor de extra regeling van werkzaamheden.
De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, dank u zeer. De demissionair minister-president zei het al: het kabinet is gevallen. Voor veel Nederlanders is dat misschien slecht, maar voor heel veel mensen, onder wie ook mijn kiezers, is dat misschien ook goed nieuws. Hoe dan ook is er genoeg om over te spreken. Ik zou u dus willen voorstellen om met de minister-president een debat te houden. Mijn voorstel zou vijf minuten spreektijd per fractie zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kan me voorstellen dat er na een korte schorsing aansluitend ook stemmingen zijn.
De heer Wilders (PVV):
En aansluitend stemmingen.
De voorzitter:
Ik ga er even van uit dat er geen hoofdelijke stemmingen zijn, want het is fijn om dat anders nu te weten. Ik ga uit van stemmingen.
De heer Wilders (PVV):
Ik sluit niet uit dat dat … Maar goed, dat zien we dan wel tijdens het debat.
De voorzitter:
Dat zien we dan, maar aansluitend zijn er in ieder geval stemmingen.
De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter, van harte steun voor het debat. Mijn fractie heeft wel behoefte aan een wat langere schorsing voordat het debat begint.
De voorzitter:
Een halfuur, is dat goed? Zullen we dat meteen met elkaar afspreken?
De heer Klaver (GroenLinks):
Nee, nee, nee. Een uur schorsing graag.
De voorzitter:
Een uur schorsing? Kan iedereen zich daarin vinden? Dat is het geval.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter, ik steun het debat. Ik denk dat het belangrijk is om het in twee termijnen te doen, omdat het misschien belangrijk is om conclusies te kunnen trekken. Ik zou u willen verzoeken dat als de spreektijden vijf minuten zijn, de afsplitsers vier minuten hebben, zodat we ook enige ruimte hebben om onze afwegingen op tafel te leggen.
De voorzitter:
Ik ga dit punt meteen even beetpakken. Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. We gaan dat dan op die manier doen.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, steun voor dit verzoek. Wij zijn bij JA21 wel benieuwd naar het pakket dat uiteindelijk op tafel heeft gelegen en waar de boel op geklapt is, dus de asielbeperkende maatregelen. Is het mogelijk dat wij die krijgen, voorafgaand aan het debat?
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter, steun voor het debat. Ook steun voor het verzoek van de heer Eerdmans. Ik zou alleen wel willen zeggen dat als er een pakket maatregelen op tafel komt, er dan ook stukken komen die gaan over voorstellen die partijen of bewindspersonen van andere partijen dan die van de VVD hebben ingebracht in de bespreking. Anders is dat pakket aan stukken namelijk niet compleet. Dat is ook het verzoek.
De heer Dassen (Volt):
Steun voor het verzoek en steun voor het verzoek van de heer Eerdmans met aanvulling van de heer Paternotte.
De heer Azarkan (DENK):
Voorzitter. Dit is een uniek moment. Van harte steun voor het verzoek. Ik zou willen voorstellen om na de eerste spreker, de heer Wilders, op fractiegrootte te spreken.
De voorzitter:
Deze ga ik straks nog even voorleggen.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Steun voor het verzoek van de heer Wilders en ook steun voor alle andere verzoeken die hier zijn gedaan.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, het valt me zwaar dat deze dag gekomen is, maar steun voor het verzoek en ook voor de aanvullende verzoeken, inclusief de onderliggende stukken.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Steun voor het verzoek. Ons voorstel zou zijn om te spreken op begrotingsvolgorde.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter, het is natuurlijk een heugelijk moment, dus steun voor het verzoek. Ook steun voor het verzoek van de heer Eerdmans. Dank voor het verzoek van Pieter Omtzigt. Hij heeft ons toch anderhalve minuut extra bezorgd. Dank aan alle collega's dat ze daar zo makkelijk mee akkoord zijn gegaan tijdens dit laatste debat.
De heer Van der Staaij (SGP):
Voorzitter, steun voor het verzoek om het debat te houden. Ook steun voor het informatieverzoek. Wat ons betreft gaat het erom zo veel mogelijk informatie te krijgen over allerlei varianten, ook om die zelf te kunnen gebruiken als inbreng voor de politieke partij.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter, mede namens de Partij voor de Dieren steun voor alle gedane verzoeken.
De heer Van Houwelingen (FVD):
Steun voor het verzoek.
Mevrouw Hermans (VVD):
Steun voor het verzoek van de heer Wilders.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Ook steun voor het verzoek van de heer Wilders. Er is al een inschrijving geweest. Wat mij betreft kan het debat gewoon op volgorde van inschrijving plaatsvinden.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Een belangrijk keerpunt vandaag. Steun voor het debat en het uur schorsing. Graag op volgorde van inschrijven.
De voorzitter:
Ik concludeer dat er een meerderheid is — dat moge duidelijk zijn — voor uw debataanvraag. Ik schors in ieder geval voor een uur. Ik geleid de informatieverzoeken door.
Er is alleen nog één vraag, voordat u weggaat. We zijn nog niet klaar, we zijn nog niet klaar. Die gaat nog even over hoe we het gaan aanpakken qua volgorde. Ik hoor geen eenduidig gebeuren. Het is een aanvraag van de heer Wilders en een aantal fracties hebben zich al ingeschreven. Ik stel voor dat we dat gestalte geven, behalve als daar bezwaar tegen is van een meerderheid. Volgens mij is dat er niet. Dan gaan we dat op deze manier doen. Dan schors ik de vergadering voor een uur.
De vergadering wordt van 10.26 uur tot 11.34 uur geschorst.
Ontstane politieke situatie
Ontstane politieke situatie
Aan de orde is het debat over de ontstane politieke situatie.
Termijn inbreng
De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de ontstane politieke situatie. Vanwege de verklaring en de bijzondere situatie is de volgorde van de sprekerslijst op een pragmatische wijze tot stand gekomen. Ik hoop dat u dat respecteert. De spreektijd bedraagt vijf minuten en voor de afsplitsers vier minuten. Ik wil het aantal interrupties niet beperken, maar houd u het kort en krachtig. Ik geef als eerste het woord aan de heer Wilders. Hij zal spreken namens de PVV.
De heer Eerdmans heeft een punt van orde.
De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb gevraagd om de stukken die ter tafel lagen.
De voorzitter:
Dat is een goed punt. De gevraagde informatie is er nog niet. Dat duurt wat langer. De verwachting is dat de informatie tegen 12.30 uur, 13.00 uur beschikbaar is. Ik hou u op de hoogte. Het woord is aan de heer Wilders, PVV.
De heer Wilders (PVV):
Dank u, mevrouw de voorzitter. De minister-president verlaat de politiek. Ik zou een paar woorden tot hem willen richten als u dat goedvindt. We kennen elkaar al ontzettend lang. Ooit waren we collega's bij de VVD. Ik was zelfs zijn mentor. Hij wordt er niet altijd graag aan herinnerd, maar oké. Meneer de minister-president, we hebben ook politiek in de eerste twee jaar van het kabinet-Rutte I uitstekend met elkaar samengewerkt. Dat vind ik althans. Daarna hebben we — dat is ook de waarheid — continu elkaar het vuur aan de schenen gelegd met veel moties van wantrouwen van mijn kant en uitsluiting van uw kant. Maar ik zou de minister-president, de heer Rutte, Mark, vanaf deze kant ook willen bedanken voor zijn tomeloze inzet voor Nederland. Uw keuzes waren niet de onze, maar u bracht ze met overtuiging en dat verdient ontzettend veel respect. Net zoals uw keuze om te stoppen respect verdient. Ik wens u dan ook oprecht het allerbeste toe voor de toekomst.
(Applaus)
De heer Wilders (PVV):
Goed, voorzitter, nu wat minder vriendelijke woorden. En die gaan over de andere werkelijkheid en dat is de werkelijkheid van de val van dit kabinet. Na 543 rampzalige dagen vertrekken ze, het kabinet dat er nooit had mogen komen. Ik heb het vaker gezegd: ik vond het al niet deugen dat diezelfde partijen die in 2021 aftraden naar aanleiding van het toeslagenschandaal, in 2022 gewoon terugkwamen alsof er niets gebeurd was. Maar nu gaan ze weg. En eerlijk is eerlijk, miljoenen Nederlanders zijn er ongelofelijk blij mee dat er een einde komt aan wat zij en ik het "links-liberale wanbeleid" noemen. Het kabinet gaf miljarden uit aan klimaat en stikstof en Afrika, maar keek vaak de andere kant op als het ging om onze eigen mensen, om de prijs van hun boodschappen. Het kabinet gaf wel miljarden per jaar uit aan asielmigratie, maar bezuinigde schaamteloos op het leven van hulpbehoevende ouderen, thuis en in verpleeghuizen. We nemen afscheid van een kabinet dat toch ook de geschiedenis zal ingaan als de club die onze nationale trots van boeren en vissers kapot wilde maken. Het was ook het kabinet van de gender- en wokegekkigheid, van het inleveren van nog meer nationale soevereiniteit aan de Europese Unie.
Hoe cynisch is het dat de VVD, verantwoordelijk voor de grootste instroom van asielzoekers ooit — in tien, twaalf jaar zijn er 400.000 asielzoekers Nederland binnengekomen — het kabinet heeft laten vallen omdat de instroom te hoog was? Ze waren zelf verantwoordelijk voor die grote instroom en zetten ineens de ChristenUnie het mes op de keel. We weten allemaal, als je maar een beetje verstand van politiek hebt, dat je niet bij de ChristenUnie en D66 moet zijn voor een streng asielbeleid. Dat zit niet in hun genen, dat is niet wat ze willen. Hen vragen te tekenen voor een streng asielbeleid is alsof je aan de Partij voor de Dieren vraagt om slachthuizen op te richten of van de PVV eist een moskee te bouwen. Dat gaat allemaal niet gebeuren. Voor een stevig asielbeleid heb je de Partij voor de Vrijheid nodig. Als je het uitsluiten van onze partij niet snel stopt, dan zullen er nog volksstammen van gelukzoekers Nederland blijven overspoelen.
Voorzitter. Mijn partij, de PVV, wil graag samenwerken. We willen samenwerken met andere partijen, we willen verantwoordelijkheid nemen. We willen dit onder andere stoppen. En we sluiten daarbij zelf bij voorbaat geen enkele partij uit. Niet wij politici zijn aan zet, maar dat is de kiezer. Nederlanders krijgen nu met een stem de nieuwe kans om orde op zaken te stellen in Nederland, om het gezonde verstand weer te laten winnen, om Nederlanders weer op één te zetten, om die onbetaalbare asieltsunami te stoppen, om de boodschappen weer betaalbaar te maken, kortom, om de zon weer te laten schijnen in Nederland. Nog nooit was de stem van Nederland zo belangrijk. Zorg er dus voor, zeg ik tegen de Nederlandse kiezers, dat de PVV zo groot wordt dat niemand nog om ons heen kan.
Voorzitter, het zal u duidelijk zijn: mijn partij is klaar voor de verkiezingen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan de heer Klaver van GroenLinks.
De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter, dank. Deze premier heeft dertien jaar lang altijd het initiatief weten te houden. Als Kamer liepen we daar altijd achteraan. Tot op het laatste moment heeft hij dat hier weten te doen. We hebben de afgelopen jaren ontelbare keren de degens gekruist. Een enkele keer waren we het eens. Meestal stonden we lijnecht tegenover elkaar.
Wat ik tegen je zou willen zeggen, Mark — ik maak het iets persoonlijk, maar ik hoop dat de voorzitter dat toestaat — is dat ik het heb gewaardeerd dat het nooit persoonlijk is geworden in al die keren dat we zo met elkaar stevig de degens hebben gekruist. We hebben het altijd inhoudelijk gehouden. Dat is, denk ik, wat kenmerkend moet zijn voor onze democratie. Op de inhoud kun je onwijs verschillen, maar je kunt respect hebben voor de persoon. Daarom vond ik de woorden van de heer Wilders terecht en goed. Dat poetst niet weg dat je het met elkaar oneens bent, maar dat is de keus voor de richting van een land.
Voorzitter. Ik heb eerder ook gezegd dat de val van dit kabinet onvermijdelijk was, en daarmee ook het opstappen van deze minister-president. Ik ben blij dat het niet tot een motie is gekomen, maar dat hijzelf die conclusie vandaag heeft getrokken. Het is het einde van een tijdperk. De keuzes die de afgelopen jaren zijn gemaakt, waren niet mijn keuzes. We moeten met Nederland een andere weg inslaan. De afgelopen twee jaar heb ik me ronduit geërgerd aan de manier waarop dit kabinet opereerde. Jullie hielden elkaar in een wurggreep, kwamen niet verder. Belangrijke besluiten werden gegijzeld, bijvoorbeeld als het ging over stikstof. Als je wel verder probeerde te komen, kon het alleen als er heel veel geld werd uitgegeven, bijvoorbeeld over klimaat. Maar de fundamentele keuzes die nodig zijn om Nederland verder te helpen, kwamen er niet. Meer dan 1 miljoen mensen leven straks in armoede. Dat vraagt om andere beslissingen. We gaan een hele stevige campagne tegemoet, omdat Nederland de keuze heeft in wat voor land we willen leven. De campagne die wij samen met de Partij van de Arbeid zullen voeren, zal niet alleen maar mooi weer zijn. De keuzes waarvoor we staan, zijn groot. De transities zijn immens. Het is ons menens om ervoor te zorgen dat kinderarmoede en armoede in het land worden teruggedrongen. Maar dat gaat niet zonder herverdeling. Er zullen ook mensen in dit land zijn die moeten inleveren. Dat is misschien niet leuk om te vertellen, maar het is wel de waarheid. Ik vind dat politici te vaak zijn weggelopen voor die waarheid. Hetzelfde geldt voor migratie. Ook op dat vlak zal je moeilijke besluiten moeten nemen. Maar we komen er niet door alles op één hoop te gooien, door iedere migratie hetzelfde te noemen en door daar politieke spelletjes op te spelen.
Wat betreft stikstof zal het een heet hangijzer worden. Maar we moeten dit land verder helpen. Dat zal consequenties hebben voor de wijze waarop boeren hun bedrijven vormgeven. Maar ik beloof u: wij zullen naast die mensen staan. We zullen het samen doen, hoe hard het ook is. Daarmee gaan wij de komende verkiezingen in. Maar voordat het zover is, moeten we er wel voor zorgen dat dit land niet tot stilstand komt. Het kabinet is demissionair, maar dat is de Tweede Kamer niet. Wij voelen de verantwoordelijkheid om er vanuit de Tweede Kamer voor te zorgen dat de dingen die in dit land door moeten gaan, doorgaan. Dan denk ik specifiek aan wat we moeten doen om ervoor te zorgen dat mensen dit najaar niet verder wegzakken in de armoede. Dan moeten we specifiek kijken naar wat er nodig is om ervoor te zorgen dat de transitie die op het gebied van klimaat is ingezet, niet helemaal stilvalt. Wij voelen die verantwoordelijkheid. We zullen die verantwoordelijkheid vanuit de Tweede Kamer ook nemen. Ik hoop dat we dat hier met elkaar kunnen doen.
Voorzitter, ik kom tot een afronding. Ik dank nogmaals de minister-president voor zijn ontzettende inzet van de afgelopen jaren. Ik kijk ontzettend uit naar de campagne die voor ons ligt. De Partij van de Arbeid en GroenLinks hebben gisteren iets unieks aangekondigd. Ik ben dol op al mijn collega's hier — laat ik dat eerst zeggen — maar de versplintering is misschien wel een klein beetje doorgeschoten. Doordat wij samenwerken en over onze eigen schaduw heen stappen, proberen wij ervoor te zorgen dat er straks weer een heel groot, stevig links blok in deze Kamer zit waarmee we het verschil kunnen maken. Daarmee hoop ik vurig dat 2023 een keerpunt wordt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Klaver. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kuiken, PvdA.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Ik vind dit een moeilijk moment. Vorige week was ik echt oprecht boos. Boos op onze premier die wat mij betreft onbezonnen een crisis in ging. Maar dat neemt niet weg dat ik nu heel veel respect wil tonen voor het besluit dat hij heeft genomen. Daarmee is voor mij, voor ons, de politieke angel eruit en ontstaat er weer ruimte en lucht om de komende weken en maanden te doen wat nodig is, in het belang van Nederlanders en hun zorgen in binnen- en buitenland.
Voorzitter. Ik zou nu de tijd kunnen pakken voor allerlei mooie woorden over wat ons te doen staat en wat de toekomst van Nederland is, maar daar heb ik nu gewoon niet zo veel ruimte voor in mijn hoofd. Dat komt morgen en overmorgen wel weer. Het is helder dat de Kamer nu aan zet is, dat we samen moeilijke besluiten zullen nemen en dat het tijd is voor een andere koers in Nederland.
Rest mij om te zeggen: Mark, veel dank voor alles. Ik ga er op een ander moment nog meer woorden aan wijden, want wij hebben ook al een hele, hele lange geschiedenis samen. Soms vervelend, maar ook heel veel leuke dingen.
Tot slot, voor de fractie van de VVD: jullie zullen ook gevoelens hebben van boosheid, verdriet en ontgoocheling. Ik wens jullie allemaal heel veel sterkte toe. Dat geldt voor ons allemaal in dit huis. Veel wijsheid toegewenst. Op naar nieuwe lucht, nieuwe verkiezingen. Wordt vervolgd.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kuiken. Ik geef het woord aan mevrouw Hermans, VVD.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voorzitter, dank u wel. Iets minder dan 24 uur geleden vertelde Mark Rutte mij over zijn besluit. Ik heb dus iets meer uren gehad om aan het idee te wennen dan mijn collega's, maar het voelt nog steeds onwerkelijk. Ik kan er heel veel over zeggen, maar ik houd het voor dit moment kort. Mark, dankjewel voor alles. Zoals ik je ken: wat ongelofelijk goed dat jij de komende maanden beschikbaar blijft om als demissionair minister-president voor ons land aan de slag te blijven.
Toen ik hier zonet naar de plenaire zaal liep, zag ik dat nog een collega zijn afscheid heeft aangekondigd. Pieter, ook jij heel veel dank voor alles.
(Geroffel op de bankjes)
Mevrouw Hermans (VVD):
Voorzitter. Ik kom nu ook bij het onderwerp van dit debat. Vorig jaar zomer, tientallen mensen slapend in het gras bij Ter Apel. Staatssecretaris Van der Burg, maar ook premier Rutte en heel veel andere leden van het kabinet die eindeloos belden met burgemeesters voor opvangplekken. Een asielstelsel dat piept en kraakt onder het huidige aantal asielzoekers. En onze samenleving die haar grenzen heeft bereikt. We zien het op de woningmarkt. We zien het in het onderwijs. En we zien het in de zorg. Niet omdat Nederland geen vluchtelingen wil opvangen, maar omdat het aantal nu te hoog is.
De instroom van asielzoekers naar ons land is te hoog. Die moet naar beneden, vindt de VVD. Er moesten daarom ook maatregelen komen om die instroom naar beneden te krijgen. In de afgelopen negen maanden heeft het kabinet alles op alles gezet om daar afspraken over te maken. Dat is niet gelukt, tot onze grote teleurstelling.
Voorzitter. De VVD wilde een evenwichtig totaalpakket dat op termijn daadwerkelijk zou leiden tot die gewenste daling van de instroom en Nederland niet langer relatief aantrekkelijker zou hebben gemaakt dan de landen om ons heen. En ja, ik zeg het nog een keer: het is en blijft voor de VVD volstrekt normaal om mensen die tijdelijk een veilige plek nodig hebben op te vangen. Wij zullen onze deur nooit sluiten voor mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld, maar we moeten dat doen in aantallen die voor ons land, voor onze samenleving, te dragen zijn.
Wij wilden daarom wel kijken wat we anders kunnen doen en wat ons aantrekkelijker maakt dan onze buurlanden. Wij wilden maatregelen nemen om dat meer gelijk te trekken, zoals teruggaan naar twee statussen, kijken naar een tijdelijke in plaats van een permanente verblijfsvergunning en het indammen van die "nareis op nareis op nareis", juist om er te kunnen zijn en blijven voor de mensen die onze steun nodig hebben, nu en in de toekomst.
De voorzitter:
Voordat u verdergaat, heeft u een interruptie van mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik denk dat het goed is dat premier Rutte heeft gezegd dat hij niet meer doorgaat, want ondanks dat we niet naïef waren, zijn we allemaal toch wel verbijsterd over wat er de afgelopen dagen gebeurd is. Ik denk dat de term "roekeloze politiek" passend is. Het is goed dat Rutte zegt: ik stop. De volgende vraag blijft natuurlijk wel hangen: steunde de VVD-fractie ten volle de politieke strategie die in het Torentje is uitgespeeld?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik neem stellig, maar dan ook stellig, afstand van de insinuatie die hieronder zit van mevrouw Ouwehand, namelijk dat dit een campagne- of een verkiezingstruc of een ander politiek spelletje zou zijn. De VVD-fractie heeft opvattingen, heeft idealen, en vindt dingen. Van daaruit hebben we gehandeld, hebben we onderhandeld en hebben we een afweging gemaakt. Wij steunen dus ten volle de afweging die onze bewindspersonen in het kabinet gemaakt hebben.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik zou mevrouw Hermans erop willen wijzen dat echt niemand deze verbolgen verontwaardiging gelooft.
(Rumoer in de zaal.)
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
En dat geroep ook niet. De VVD is verantwoordelijk geweest voor het wegbezuinigen van opvangplekken. De VVD is verantwoordelijk geweest voor het de hand boven het hoofd van de vee-industrie houden, waardoor onder andere de wooncrisis niet kan worden opgelost.
De voorzitter:
Komt u tot een vraag?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Nou, voorzitter! Als ik zo bejegend word, moet ik toch even iets terug kunnen zeggen, of niet? Dat lijkt me wel.
De voorzitter:
Jazeker, maar het moet wel eindigen in een vraag.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Als je zulke politieke spelletjes speelt en niet eerlijk zegt "wij hebben dit uit de hand laten lopen", en niet eerlijk zegt "oké, dan zouden we het zo willen oplossen", wat de VVD niet heeft gedaan, dan verspeel je ieder recht om te zeggen: nou, wat u hier insinueert, werp ik verre van mij. We hebben toch gewoon gezien wat er is gebeurd? De VVD heeft het, ondanks dat Rutte nu stopt, voor elkaar gekregen — dat is kennelijk het belangrijkste geweest — dat zij het profiel hebben waar ze al twintig jaar of tien jaar naar snakken. Ze kregen het niet opgelost. Ze voelden de dreiging van rechts. "Wij moeten ons profileren op asiel en immigratie." Het is gewoon spuuglelijke politiek geweest.
Mevrouw Hermans (VVD):
Deze insinuatie van spelletjes en trucjes is lelijk. Het is lelijk om dat allemaal op die manier weg te zetten, terwijl het over een inhoudelijke opvatting gaat. We kunnen van mening verschillen over hoe je dit vraagstuk aan moet pakken en over of er überhaupt een probleem is. Absoluut. Dat kan. En dat doen wij ook, denk ik. Voor de VVD is de huidige situatie, qua instroom, qua aantallen mensen die naar ons land komen, een probleem. We hebben geconstateerd dat er veel elementen in ons asielsysteem zitten — ik noemde al het eenstatusstelsel, de manier waarop wij nu permanente vergunningen afgeven, dat we snel overgaan tot naturalisatie, hoe wij onze rechtsbijstand geregeld hebben, ons hoge inwilligingspercentage — die ons land relatief aantrekkelijk maken. Daar wilden wij nu iets aan doen. Dat zijn allemaal elementen waardoor mensen hiernaartoe komen en daar ook misbruik van maken, ook mensen die geen recht hebben op die vluchtelingenstatus. Weet u wat het punt is? Ik vind het humaan om daar wat aan te doen. Ik vind het fatsoenlijk om daar wat aan te doen, omdat ik wil dat we in dit land de draagkracht en het draagvlak houden om hier altijd een plek te houden voor de mensen die écht op de vlucht zijn voor oorlog en geweld.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Er wordt door een deel van de Kamer op de bankjes geroffeld. Ik moet ontzettend lachen dat dat blijkbaar nodig is om dit verhaal kracht bij te zetten. Wat we hier hebben zien gebeuren, is dat een partij die een grote verantwoordelijkheid heeft gedragen voor het ontstaan van deze problemen, een fictief extra probleem heeft gecreëerd voor haar eigen politieke belang, om straks de campagne te laten gaan over kwetsbare mensen en daar een beetje stoer over te doen. Het allermooiste is dat de VVD er daarbij van uitgaat dat Nederlanders te dom zijn om dat in de gaten te hebben. We laten dat niet gebeuren, want als de VVD deze problemen goed en eerlijk had willen oplossen, dan had ze dat allang kunnen doen, met respect voor de mensenrechten en de kwetsbare kinderen die moeten vluchten uit oorlogsgebieden. De VVD heeft het gewoon met opzet op de spits gedreven, terwijl ze weet dat dit juridisch niet eens houdbaar is. Niemand trapt erin. Het is en blijft spuuglelijk.
Mevrouw Hermans (VVD):
De VVD heeft ervoor gekozen om in deze onderhandelingen alles op alles te zetten om voor nu en voor de toekomst te zorgen dat we in dit land draagvlak houden voor het opvangen van échte oorlogsvluchtelingen, van vluchtelingen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Dan kan er een moment komen dat je de conclusie moet trekken met vier partijen dat het niet lukt om daaruit te komen. Dat vind ik spijtig. Dat vind ik betreurenswaardig. Maar die conclusie kun je ook trekken. Dat is de conclusie die we in alle oprechtheid afgelopen vrijdag hebben getrokken. Mevrouw Ouwehand is in het geheel niet meer geïnteresseerd in mijn antwoord. Dus was haar vraag dan … Ach, ik ga het ook niet eens uitspreken.
De voorzitter:
U gaat verder.
Mevrouw Hermans (VVD):
U weet waar de VVD voor staat. Ik heb het net gezegd.
De heer Azarkan (DENK):
Het gaat niet best zo. Waarom misbruikt mevrouw Hermans als leider van de VVD de vluchtelingen voor het eigen falen?
Mevrouw Hermans (VVD):
De VVD wil problemen in dit land oplossen. De VVD wil dat we problemen die er nu zijn, maar die we ook voor de toekomt voorzien, aanpakken. Daar moet je soms lastige en moeilijke besluiten voor nemen. Dat hebben we de afgelopen twaalf jaar gedaan, in verschillende crises. Nu zien we een probleem op het gebied van migratie. Dat is breder dan alleen asiel. Het gaat nu alleen over asiel, maar we zien het ook bij bijvoorbeeld arbeidsmigratie. Dan moet je maatregelen nemen die niet altijd leuk zijn en die lastig zijn. Maar hier nu even het verwijt maken dat het een spelletje is of dat wij dat over de rug van bijvoorbeeld kinderen zouden doen, is echt totale, maar dan ook totale, onzin. In het hele systeem zoals we dat hebben, zit sowieso, ook als je naar een tweestatusstelsel gaat, altijd nog artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Bovendien hebben we in de onderhandeling ook gesproken over de vraag wat je nou nog extra kan doen voor kinderen in oorlogssituaties, en dan ook echt kinderen die direct uit een oorlogsgebied komen, niet uit veilige landen daaromheen of veilige buurlanden, en voor mensen die kwetsbaar zijn.
De heer Azarkan (DENK):
Dit is een opzichtig trucje om het eigen falen toe te dekken. Onder leiding van de VVD zijn de Groningers de afgelopen dertien jaar belazerd en beduveld. Dat is een vraagstuk. Onder leiding van de VVD zijn de toeslagenouders en hun kinderen vernederd. Dat is een vraagstuk. En het lukt tot op de dag van vandaag niet om dat te versnellen, ondanks de beloftes in het vorige coalitieakkoord. Die mensen staan te kijken, zien dit spelletje hier en denken: wat betekent dit voor ons; wanneer zijn wij aan de beurt? Dat zijn de vraagstukken waar we naartoe moeten. Mensen kunnen geen woning vinden. Dat komt doordat de VVD onder leiding van Blok al die sociale huurwoningen heeft verkocht aan sprinkhaaninvesteerders. Dat zijn de vraagstukken. Laten we ons niet af laten leiden door onschuldige en kwetsbare kinderen de schuld te geven van het feit dat u niet in staat bent om die grote problemen voor Nederland op te lossen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Onder leiding van de VVD, in samenwerking met de PvdA, is een hele grote financiële economische crisis opgelost. Onder leiding van de VVD, ook in samenwerking met de PvdA, is in 2015/2016 de grote migratiecrisis opgelost. Onder leiding van de VVD is er een heleboel gebeurd in de afgelopen jaren. Onder leiding van de VVD, en in samenwerking met heel veel partijen hier in de Kamer, hebben we ons door een pandemie heen geknokt en zetten we nu alles op alles om Oekraïne te steunen om onze bijdrage te leveren aan de oorlog die woedt aan de rand van Europa. Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan, meneer Azarkan.
En ja, er zijn ook dingen minder goed gegaan en er zijn ook dingen niet goed uitgepakt. Dan kan ik twee dingen doen. Dan kan ik aan de zijlijn gaan staan, gaan roepen wat er allemaal niet deugt, constateren dat het een probleem is en achterover gaan leunen. Of ik stroop m'n mouwen op en ik kijk hoe ik het beter kan maken, hoe ik een fout die gemaakt is, kan herstellen, hoe ik het leed dat mensen is aangedaan, kan verzachten, zónder ervoor weg te lopen dat er iets is misgegaan, want dat zal ik nooit doen. Ik voel me dan ook verantwoordelijk om aan een oplossing te werken. Dat is wat we aan het doen zijn op al die grote vraagstukken die nu spelen. Daar zullen we ons ook in de komende campagne, in de komende periode, kei- en keihard voor blijven inzetten.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Azarkan.
De heer Azarkan (DENK):
Dat moeten we wel doen op de thema's die er echt toe doen. Nogmaals, het gecreëerde probleem van de vluchtelingen is een niet-bestaand probleem. Nareiziger op nareiziger stapelen herkennen de organisaties niet. Dat is het fabeltje van de VVD. Niet-rechtsstatelijke oplossingen willen, past niet als we in onze rechtsstaat de afspraken willen nakomen die we onszelf hebben opgelegd.
Het was een keuze om in pak 'm beet vier maanden tijd 75.000 Oekraïense vluchtelingen op te vangen. We konden het. Ze kregen een plek in de samenleving. Dan kunnen we ook 22.000 anderen opvangen. Dat is een keuze. Het problematiseren, zeggen dat het niet kan, is weglopen van de problemen die er echt zijn.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat Nederland vorig jaar, toen de oorlog uitbrak, grote, grote solidariteit getoond heeft door Oekraïners op te vangen: daar heb ik ongekend veel respect en waardering voor. Dat vind ik ook horen bij het verzorgen van opvang in de regio, iets wat ook voor de VVD een uitgangspunt is. Het aantal dat u net noemde, ligt volgens mij vele, vele malen hoger. Nederland kende het afgelopen jaar een instroom van ongeveer 50.000 asielzoekers en de prognose is dat wij daar dit jaar ongeveer weer op uitkomen. Dat is een gigantisch hoog aantal. Bij die hoge aantallen, meneer Azarkan — ik zeg het u erbij — slapen mensen al veel en veel langer dan nodig is en dan wij zouden willen in een sporthal. Dát willen we voorkomen. Dat betekent dus dat je iets moet doen aan het aantal mensen dat naar Nederland komt.
(Geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
Nou, nou, we gaan niet elke keer klappen op de bankjes. De heer Van Haga, gaat uw gang.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Het wordt wel heel gezellig zo.
Voorzitter. Mevrouw Hermans zei net tegen mevrouw Ouwehand dat ze weet waar de VVD voor staat. Nou, volgens mij weet helemaal niemand meer waar de VVD voor staat, want de VVD breekt op asiel, de VVD houdt nu bij monde van mevrouw Hermans een tranentrekkend verhaal over humaan opvangbeleid en we hebben een staatssecretaris die zegt: hoe meer asielzoekers, hoe beter. Maar in het verkiezingsprogramma staat gewoon keihard: de VVD wil een asielstop, de VVD wil het Vluchtelingenverdrag opzeggen, de VVD wil veiligelanders uitzetten. Staat de VVD nog achter dat verkiezingsprogramma? Of is er plotseling een nieuw asielgeluid ontstaan, waarbij die tsunami aan asielzoekers inderdaad gewoon getolereerd wordt?
Mevrouw Hermans (VVD):
De heer Van Haga doet een aantal aannames of assumpties over wat er in ons verkiezingsprogramma staat, maar die zaken staan er niet in. Misschien heeft u die een keer ergens op een papiertje gekrabbeld toen u nog lid was van de VVD, maar die hebben ons programma niet gehaald. Er staan wel een aantal andere elementen in ons verkiezingsprogramma en die zijn voor ons de inzet geweest bij de onderhandelingen. Nou, u heeft gezien dat die niet allemaal in het coalitieakkoord terecht zijn gekomen. Dat hoort er ook bij als je onderhandelt. Dan sluit je compromissen. Dan doe je weleens water bij de wijn. Zo hoort dat. Maar op dit punt, bij deze onderhandeling die de afgelopen negen maanden gaande is geweest naar aanleiding van een afspraak die we ook gemaakt hadden, namelijk "grip op migratie", heeft de VVD steeds de afweging gemaakt: hoe komen we tot een totaalpakket waarin verschillende elementen zitten, elementen die op elkaar inwerken en er uiteindelijk in zijn totaliteit voor moeten zorgen dat de instroom op termijn naar beneden gaat?
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dit is echt lachwekkend, want dat staat gewoon wel in het verkiezingsprogramma van de VVD, maar dat terzijde. Toen ik nog bij de VVD zat, heb ik me inderdaad verzet tegen al deze onzin, van asiel tot Groningen en al die andere psychotische dingen die zijn gedaan met heel veel belastinggeld. Het verbaast me dat de VVD, die vroeger inderdaad een klassiek liberale partij was, een economisch rechtse partij, zo is afgedwaald en continu met linkse partijen is gaan regeren. Maar toch terug naar asiel. Mevrouw Hermans heeft gezegd dat zij de PVV uitsluit. Nou, de VVD wil ook een asielstop, zo lees ik in het verkiezingsprogramma. Als we een asielstopcoalitie moeten gaan vormen, hoe kunnen we dan bij voorbaat al partijen gaan uitsluiten? Want als mevrouw Hermans dit zegt, dan gaan we nooit iets aan het asielprobleem doen. Dan wordt het een heel humaan asielvraagstuk van de VVD, waarbij iedereen gewoon over de grens kan rennen en asiel kan aanvragen. Want dat is exact wat er gebeurt. En dat doet u door de PVV uit te sluiten.
Mevrouw Hermans (VVD):
De VVD wil over asiel goede, duidelijke en rechtvaardige afspraken die passen binnen de verdragen. De partij die u net noemde, doet een heel aantal voorstellen die daar niet tussen passen. In die context heb ik ook gereageerd op die vraag. Ik zie samenwerken met de PVV op dit onderwerp niet zomaar gebeuren, omdat zij veel verder gaat, gewoon niet passend en niet realistisch. Maar meneer Van Haga, mag ik u nu één ding zeggen? Sinds afgelopen vrijdag, in de afgelopen 48 uur, is er echt een heleboel gebeurd. We hebben vanochtend ook de mededeling van Mark Rutte gehoord. Ik denk dat het belangrijk is dat wij ons als partijen in de zomer allemaal voorbereiden op wat er komen gaat, onze verkiezingsprogramma's schrijven en onze campagne ingaan. En zullen we dan daarna weer even verder kijken?
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dan wil ik het graag van tevoren weten: is de VVD bij de komende verkiezingen dan wél voor een asielstop of niet?
Mevrouw Hermans (VVD):
Daarmee suggereert u dat dit in ons verkiezingsprogramma stond, en ik zei al: dit staat niet op deze manier in ons verkiezingsprogramma. Er staat van alles in over hoe je met maatregelen kan opschalen om stappen verder te zetten als de situatie steeds meer de vorm of elementen van een crisis krijgt. Een asielstop zou betekenen dat we hier geen vluchtelingen meer opvangen. Dat zou dus tegen het verdrag ingaan. We zeggen niet dat we daaruit willen stappen.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou mevrouw Hermans willen vragen, gezien het feit dat haar partij gevraagd heeft om ferm op te treden wat betreft het terugdringen van de instroom, hoe groot het aantal is waar zij die grote klap mee wilde maken. Om hoeveel mensen zou het gaan als de gedroomde plannen van de VVD, vorige week voorgesteld door de heer Rutte, doorgang hadden gekregen? Praten we over 20.000, 30.000 of 40.000 mensen, in dit geval kinderen, die we dan niet binnen zouden laten?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik ga nu niet een aantal plakken op één maatregel of één element van de onderwerpen waarover gesproken is. Dat heeft helemaal geen zin in deze discussie, want dan reduceren we het inderdaad tot een hele platte discussie. Dat vind ik geen recht doen aan dit onderwerp en ook geen recht doen aan de manier waarop erover gesproken is en waarop wij kijken naar hoe zo'n pakket eruit zou moeten zien. Want ja ...
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou graag van mevrouw Hermans antwoord ...
De voorzitter:
Was u klaar, mevrouw Hermans? Was u klaar? We laten elkaar wel even uitspreken.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
...
De voorzitter:
Maar het is wel fijn als we elkaar laten uitpraten. Mevrouw Hermans had nog geen punt gezet. U krijgt daarna weer het woord. Was u klaar, mevrouw Hermans?
Mevrouw Hermans (VVD):
Van de insinuatie dat dit allemaal over kinderen zou gaan, wilde ik nog afstand nemen met de woorden die ik zojuist tegen de heer Azarkan heb uitgesproken.
De voorzitter:
Mevrouw Simons is weer.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Als ik een vraag stel, is het niet aan mevrouw Hermans om te bepalen of die relevant is of niet. Ik heb hier mijn eigen woorden en mijn eigen vragen te kiezen. Als ik een vraag stel, dan waardeer ik het als daar gewoon een antwoord op komt. Het argument dat de discussie platgeslagen wordt door het concreet te maken, is natuurlijk geheel oneigenlijk. VVD heeft een eis op tafel gelegd, een eis die nareis betrof, die kinderen betrof. Dat legitimeert nogmaals mijn vraag. Als er zo'n grote klap gemaakt dient te worden met het terugdringen van de instroom en je dat doet door middel van nareizen van gezinsleden, in dit geval kinderen, dan vraag ik mij af hoe groot het aantal dan is waarmee de instroom volgens de VVD teruggedrongen had kunnen worden. Om hoeveel kinderen die nareizen gaat het volgens mevrouw Hermans?
Mevrouw Hermans (VVD):
Het gaat voor de VVD om het maken van een set aan afspraken, een pakket aan maatregelen die allemaal bij elkaar, in hun totaliteit, een effect hebben op het aantal mensen dat naar Nederland komt. Dat heeft met nareis te maken, maar daar zitten ook nog andere elementen in. Als je zo'n pakket aankondigt, heeft dat natuurlijk ook een aankondigingseffect in de wereld, op wat mensen besluiten met betrekking tot of ze hier wel of niet naartoe komen. Daarom ga ik het nu niet reduceren tot één getal, tot een aantal.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Simons.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Mevrouw Hermans had er geen enkele moeite mee om het getal 50.000 te noemen toen haar dat een paar minuten geleden heel goed uitkwam om aan te dikken hoe groot het aantal asielzoekers, mensen die iets aanvragen in Nederland, is. Dus de willekeur waarmee mevrouw Hermans zich vastklampt aan cijfers, maar niet tot een concreet antwoord kan komen als ik vraag hoeveel kinderen we aan de poort zouden hebben laten staan en hoeveel dat opgeleverd zou hebben ... Mevrouw Hermans wil er niet aan. Ik begrijp dat, want je zal daar maar moeten staan en moeten zeggen dat je hooguit, met de eisen die vorige week door de heer Rutte op tafel zijn gelegd, de eisen die ervoor gezorgd hebben dat een heel kabinet geklapt is, waardoor een heel land ondersteboven ligt ... Dat gaat niet over meer dan 5.500 kinderen. Over de rug van 5.500 kinderen laat de VVD dit kabinet klappen, met alle gevolgen van dien voor gemeenten, voor burgers. Het is een grove schande. Ik vermoed dat mevrouw Hermans dat heel goed weet en dat ze het daarom zo moeilijk vindt om gewoon antwoord te geven op een hele simpele vraag.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik was twee weken geleden, drie weken geleden in Ter Apel. Je komt daar aan op de plek waar ook de mensen voor de nachtopvang aankomen. Daar liepen kinderen rond. Natuurlijk, als ik daar rondkijk en eraan denk dat we keuzes moeten gaan maken omdat we niet iedereen kunnen toelaten, dan voelt dat treurig en doet dat pijn, want ik heb helemaal geen zin om te moeten kiezen tussen wie ik daar zie staan. Maar in z'n totaliteit, even los van dat ene gezin, van die ene groep die daar bij de poort stond, zie ik wel een groot probleem voor Nederland, namelijk het aantal mensen dat hiernaartoe komt en de druk die dat zet op onze samenleving, op onze zorg, op onze woningmarkt, op het onderwijs, op al die mensen bij het COA en de IND, en al die opvangplekken die we moeten regelen en die we simpelweg niet geregeld krijgen in dit land. Ik vind daarom ook dat ... Het is niet leuk. Het is lastig en het is moeilijk, maar het is de beperkte ruimte die we ook hier hebben, die ik zo wil inrichten dat we bescherming bieden aan mensen die dat echt nodig hebben.
De heer Paternotte (D66):
Ik heb de afgelopen anderhalf jaar heel fijn samengewerkt met mevrouw Hermans, en overigens ook met de andere fractievoorzitters, met wie we vaak bij haar op de kamer hebben gezeten. Ik begrijp dat dit niet zomaar een dag is. Dat is ook aan haar te zien. Ik zou daar zo zelf iets over willen zeggen richting de premier. Toch luister ik naar wat mevrouw Hermans zegt. Ze noemt een aantal punten die voor de VVD belangrijk zijn, zoals naar een tweestatusstelsel gaan, nareis op nareis op nareis beperken, stoppen met vanzelf de permanente verblijfsvergunningen geven, harmoniseren met buurlanden en rechtsbijstand aanpassen voor wie eindeloos doorprocedeert. Daarbij dacht ik: dat waren stuk voor stuk punten waarop D66 en de ChristenUnie bereid waren de stap te zetten. Dat zal straks ook blijken als de stukken naar buiten komen. Dat levert bij mij de volgende vraag op. Als ik nu kijk naar alle signalen uit het land, of het nou de ondernemers zijn, de bouwers, de Jonge Klimaatbeweging of iedereen zie zegt "wij vrezen voor die stilstand", vraag ik me af of het nu echt nodig was, terwijl op de punten die mevrouw Hermans noemt wij bereid waren om dat te doen, om het kabinet daarop te laten vallen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Er lagen een heleboel maatregelen voor, maar zoals de heer Paternotte ook weet, heb je pas een overeenkomst, een pakket of een akkoord als er een akkoord is en je het op alles met elkaar eens bent. Voor de VVD is het steeds van belang geweest dat wij tot een totaalpakket zouden komen dat in zijn samenhang, in zijn totaliteit, een effect zou hebben. Voor ons betekent dat dat je het tweestatusstelsel en de afspraken die je daarbinnen maakt over nareis — daar zit onder andere het beperken van nareis op nareis in — dan ook doorvoert, omdat het in zijn totaliteit het effect moet hebben dat wij zo belangrijk vinden. Dan komt er een moment in zo'n onderhandeling, als het niet lukt om dichter bij elkaar te komen, als je alles hebt geprobeerd, alles binnenstebuiten hebt gekeerd en overal naar hebt gekeken, dat je ook bereid moet zijn om de conclusie te trekken dat iets niet lukt.
De heer Paternotte (D66):
Dat is een vrij generiek antwoord, want mevrouw Hermans noemt nu nareis op nareis. Nogmaals, er was volledige bereidheid — we hebben het niet zelf bedacht; het is niet alsof we dat in ons verkiezingsprogramma hadden staan — vanuit D66 en de ChristenUnie om die stap te zetten om dat te gaan beperken. Dat lag op tafel. Dat zal straks ook blijken uit de stukken. Dat staat los van alle andere punten die ik noemde, die samen echt optelden, met arbeidsmigratie erbij, tot absoluut het grootste migratiepakket van alle kabinetten-Rutte, iets waarmee heel veel stappen hadden kunnen worden gezet. Maar laten we wel zijn: er ligt nu natuurlijk wat dat betreft niets. Kan mevrouw Hermans aangeven wat datgene was wat er nog bij had moeten komen om het voor de VVD acceptabel te maken?
Mevrouw Hermans (VVD):
Er is onderhandeld in het kabinet. Ik heb daar niet bij gezeten. Ik ga niet zeggen dat ik niks heb geweten van wat daar besproken is, maar ik ga hier niet nu in de plenaire zaal in een interruptiedebatje een onderhandeling doen. Het kan voor de heer Paternotte namelijk geen verrassing zijn hoe belangrijk dit onderwerp voor de VVD is, sinds de formatie maar ook de afgelopen anderhalf jaar, hoe belangrijk dit onderwerp voor ons is om hier daadwerkelijk stappen op te zetten. Een totaalpakket van maatregelen, een totaalpakket van afspraken, die alles bij elkaar een effect moeten hebben, en nareis op nareis echt aanpakken op een manier die juridisch kan, die juridisch houdbaar is, want we hebben vorig jaar gezien dat de manier waarop we dat hadden vormgegeven niet houdbaar was, kon maar op één manier. Daar liep het op stuk. Daar liep het op vast. Wij waren tot het allerlaatste moment bereid om over alternatieven daarbinnen te spreken, maar als dat niet lukt, als je dan constateert — dat was dus op vrijdagavond — dat dat niet lukt, dan is het niet leuk en dan betreur ik het, maar dan moet je ook dit durven besluiten met elkaar.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Niet leuk. Zeker niet leuk! Maar kijk naar de reacties in het land. Gemeenten zeggen: we hebben betaalbare woningen nodig. Iedereen zegt: stappen om de klimaatcrisis aan te pakken. We hadden afgelopen week de warmste dag ooit sinds de mensheid temperatuur meet. Ik noem de stikstofcrisis die het land op slot zet en de woningbouw. Dan zegt ze: niet leuk. Ik begrijp niet zo goed dat mevrouw Hermans zegt: het is nu eenmaal niet gelukt en ik weet niet precies waar dat in zat. Dan wil je als fractievoorzitter toch precies weten hoe het komt dat een kabinet is gevallen, dat we in een verkiezingscampagne worden gestort en dat er misschien wel een jaar lang heel erg veel stilstand is, die veel verdergaat dan alleen één asielmaatregel? Dus ik vraag het toch, want als ik het even benoem, waren alle punten die mevrouw Hermans tot nu toe in het debat heeft ingebracht, van nareis op nareis tot het niet meer automatisch verlenen van een permanente verblijfsvergunning, punten waarop D66 en ChristenUnie bereid waren om de VVD en het CDA tegemoet te komen, om die stappen te zetten. Waar zat het dan precies in? Wat was dan precies datgene waardoor de VVD zei: nee, nu valt het kabinet?
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat er verkiezingen komen, is verre van ideaal en dan druk ik me heel voorzichtig uit, want met een aantal onderwerpen die de heer Paternotte noemt, kunnen we nu niet voortvarend verder. Dat is zonde, al is "zonde" niet het goede woord. Dat vind ik echt heel jammer en betreurenswaardig. Maar ik vind ook — dat heb ik steeds gezegd — dat je in een coalitie zit om dingen voor elkaar te krijgen, stappen vooruit te zetten en problemen op te lossen waar we in dit land tegenaan lopen. Als VVD hebben wij de conclusie getrokken dat dat niet lukt op een belangrijk thema voor Nederland, een belangrijk thema waarvan de achterbannen van ál onze partijen — en daarmee dus heel Nederland — vinden dat het belangrijk is dat we daar stappen op zetten. Er kan gewoon een moment komen dat je zegt: we komen er niet uit met z'n vieren. Nogmaals, dat spijt mij en dat vind ik betreurenswaardig, maar je moet die keuze wel durven maken.
Mevrouw Marijnissen (SP):
De SP is, denk ik, iets minder verdrietig dan velen hier in de zaal over het vertrek van het kabinet. Wij denken dat het goed nieuws is voor Nederland. Maar ik heb vandaag toch ook een vraag aan mevrouw Hermans. Zij brengt de problematiek rondom asiel hier met verve voor het voetlicht, maar vindt zij het dan zelf dan ook niet ingewikkeld dat het juist de VVD is die al elf jaar de bewindspersoon op asiel levert? Ik geloof dat het intussen, opgeteld, wel vijf bewindslieden zijn. Wat zegt dat dan over u en uw partij?
Mevrouw Hermans (VVD):
De VVD heeft in de afgelopen twaalf jaar dat wij verantwoordelijkheid hebben genomen, inderdaad ook de verantwoordelijkheid voor dit ingewikkelde dossier gedragen. In al die jaren hebben we ook gezien dat ... Wij hebben geen 76 zetels, dus wij moeten compromissen sluiten — ik kan me voorstellen wat u daarvan vindt — en afspraken maken, ook over dit lastige onderwerp. Je krijgt niet altijd je zin en je kunt dus niet altijd alles doen wat je zou willen. Maar dat er in twaalf jaar tijd niks gebeurd zou zijn, vind ik volstrekt geen recht doen aan wat er gebeurd is. Ik noemde al even de Turkijedeal, het strenger aanpakken van overlast gevende asielzoekers, een afspraak die we hebben in het coalitieakkoord, die nu helaas geen doorgang kan vinden, en het ongewenst verklaren van mensen die weg moeten en ook weg kunnen, maar willens en wetens niet meewerken aan hun vertrek. Zo is er nog een heleboel meer te noemen, dus ik ben het volstrekt niet eens met mevrouw Marijnissen dat er niks gebeurd is. Dat er nog een heleboel moet gebeuren, is wel een ding dat zeker is.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Er is heel veel gebeurd; daar heeft mevrouw Hermans absoluut gelijk in. De grootste instroom van mensen die hier komen wonen en werken, is arbeidsmigratie. Er is inderdaad heel veel gebeurd onder de VVD-kabinetten. Zo zijn er niet de door de toenmalige staatssecretaris Mark Rutte beloofde 44.000 arbeidsmigranten naar Nederland gekomen; nee, dat zijn er bijna een miljoen geworden, zoals we allemaal weten. Dat is uw beleid geweest. Er is dus inderdaad heel veel gebeurd. Maar mijn vraag was: vindt u het zelf ook niet een beetje ongeloofwaardig dat u dan uitgerekend op dit thema — u bent zelf de grootste partij; u levert de minister-president; u levert al járenlang de bewindspersonen op asiel — de stekker uit het kabinet trekt?
Mevrouw Hermans (VVD):
De VVD heeft nooit een geheim gemaakt van het belang dat wij aan dit onderwerp hechten. Toen we de Syriëcrisis hadden in 2015 of 2016 — ik haal die jaartallen altijd door elkaar — hebben wij samen met de PvdA de verantwoordelijkheid genomen om hier een oplossing voor te verzinnen. Ik moet erbij zeggen dat de instroom daarna, ook door corona, lager is geworden. Je zou kunnen zeggen dat de urgentie er even vanaf is gegaan. Maar vorig jaar zomer werden we door de beelden uit Ter Apel allemaal weer wakker: er was iets aan de hand en er moest echt iets gebeuren. Nu lijkt dat even minder te zijn, maar terwijl wij hier staan te debatteren, is Eric van der Burg nog steeds keihard bezig om ervoor te zorgen dat er ook deze zomer voldoende opvangplekken zijn. We zien nu even niet dat er een probleem is en dan wordt het raar gevonden dat wij zeggen: wacht eens even, dit probleem gaat weer op ons afkomen; dit probleem is groot en dit vinden wij belangrijk voor Nederland, voor de draagkracht en het draagvlak voor de opvang van echte vluchtelingen in Nederland.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Marijnissen.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Wat ik vandaag bij fracties denk te merken, is dat dit debat toch ook in een ander daglicht komt te staan omdat Mark Rutte zijn vertrek heeft aangekondigd. Ik denk dat dat begrijpelijk is, want er komen nieuwe tijden aan. Maar als ik mevrouw Hermans nu hoor, dan bevestigt zij hier wel de schijn die we bij aanvang van dit debat denk ik allemaal voelden, namelijk dat we niet zaten te kijken naar een politieke crisis in een kabinet, maar veel meer naar de start van de VVD-verkiezingscampagne. Als zij namelijk echt wat zou willen doen aan de instroom … Inderdaad, de druk op huisvesting is groot; dat klopt. Maar dat is niet te wijten aan de vluchtelingen, en al zéker niet aan kinderen die vluchten uit een oorlogsgebied. De VVD geeft niet thuis als het bijvoorbeeld gaat over de instroom van arbeidsmigranten. U bent daar jarenlang zelf verantwoordelijk voor geweest. Sterker nog, u stimuleert die. Dat maakt dat het hypocriet is. Dat maakt volgens mij ook dat zo veel mensen de politieke spelletjes die hier worden gespeeld beu zijn. Dat maakt ook dat ik denk dat het goed is voor Nederland dat dit kabinet vertrekt.
Mevrouw Hermans (VVD):
De VVD heeft in de afgelopen twaalf jaar heel vaak en heel veel compromissen gesloten. Dat deden we altijd vanuit onze eigen overtuigingen en idealen en soms ook waarden. Dat lag er een beetje aan wat voor discussie er gaande was. Ik sta daar ook achter. Ik sta daar volledig achter, want dat is de manier waarop je dit land bestuurt: door compromissen te sluiten. Maar er kan ook een moment zijn, tijdens de onderhandeling over zo'n compromis, waarop je zegt: wacht even, nu moet ik een overtuiging of uitgangspunt van ons onrecht of misschien wel geweld aandoen door nog een stap verder te gaan. Wij vinden dus ook wat. Wij hebben ook overtuigingen. Daar hebben we naar gehandeld. Dat hebben we vorige week gedaan en dat zullen we de komende periode blijven doen.
De heer Klaver (GroenLinks):
De VVD heeft overtuigingen, heeft daarnaar gehandeld en dat is misschien wel het hele cynische in deze zaak. Dat dit kabinet zou vallen, was onvermijdelijk. Maar jullie hebben je een jaar lang laten gijzelen door het CDA op stikstof. Daarop is geen stap vooruit gezet. Jullie eigen minister, Van der Wal, bleef bungelen. Het was heel logisch geweest als het kabinet daarover was gevallen. We hadden een snoeihard rapport over de aardbevingsschade in Groningen, waar dit kabinet, en deze premier in het bijzonder, verantwoordelijk voor zijn geweest. Het was een logisch moment geweest om het kabinet te laten vallen. Vervolgens zijn jullie maanden aan het onderhandelen geweest in de coalitie. Het principe dat voor de VVD dus blijkbaar zo belangrijk was om een kabinet te laten vallen en daarmee ook de eigen premier op te offeren, was dat jullie kinderen van hun ouders wilden scheiden. Wat zegt dat over de VVD?
Mevrouw Hermans (VVD):
Er zitten allerlei aannames in de opbouw van deze vraag van de heer Klaver. De VVD wil dit probleem oplossen, voor nu en voor de toekomst. Dat is de manier waarop wij negen maanden over dit onderwerp gesproken hebben en aan tafel gezeten hebben. Mijn collega's uit het kabinet hebben naar eer en geweten compromisvoorstellen en variant op variant voorgelegd. We hebben afgelopen vrijdag met vier partijen moeten constateren dat het niet gelukt is. Nogmaals, dat vind ik ongelofelijk jammer. Ik baal er ook van. Maar ook dat besluit, die conclusie, moet je kunnen trekken.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dit is echt te gemakkelijk. Het is mevrouw Hermans die zojuist zegt: wij handelen uit overtuiging. Dat geloof ik. Zo ken ik de VVD ook. Maar mijn punt is: wat is dan precies die overtuiging? De overtuiging was dat hetgeen in Groningen gebeurde, niet ernstig genoeg was om op te stappen. Nu hebben D66 en de ChristenUnie gezegd: "Wij zijn door een pijngrens heen gegaan. Wij wilden echt hele stevige compromissen sluiten op migratie, maar er is een harde grens, namelijk dat wij kinderen niet laten wegrukken bij hun ouders. Het gaat misschien over 5.000 kinderen. Dat is een harde grens; dat doen we niet." En dus was het belangrijkste principe de afgelopen tijd, waarover dit kabinet is gevallen, dat de VVD kinderen die vluchten voor oorlog en geweld buiten wilde houden. Dat is de harde en cynische waarheid.
Mevrouw Hermans (VVD):
Nee, want nu reduceert de heer Klaver het probleem tot het punt dat wij geen uitzondering zouden hebben willen maken voor kinderen die echt uit een oorlogsgebied op de vlucht zijn. Het is niet aan de orde dat we voor kwetsbaren geen extra vangnet zouden maken. We hebben altijd nog artikel 8 van het EVRM, waar wij ook nooit en te nimmer afstand van zouden willen nemen. We hebben gezegd: er moet een pakket komen waarin je een totaal neemt van maatregelen die allemaal bij elkaar opgeteld een effect hebben. En ja, daarin is de nareis een heel belangrijk element.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Klaver.
De heer Klaver (GroenLinks):
Tot slot. Ik kom tot de conclusie. Als ik al niet gemotiveerd was om ervoor te zorgen dat de Partij van de Arbeid en GroenLinks bij de volgende verkiezingen de VVD zouden verslaan, dan werd ik dat nu wel. Ik vind het echt van zo'n groot cynisme getuigen dat je een kabinet laat vallen op het buiten willen houden van kinderen. Want dat is blijkbaar de bottomline. De stikstofcrisis die een jaar vooruit wordt geschoven: niet erg genoeg. Het rapport over de aardbevingsschade in Groningen: niet erg genoeg. Maar partijen die zeggen "voor ons ligt de grens bij het scheiden van kinderen en hun ouders" is het principiële punt waarvan de VVD zei: tot hier en niet verder; wij stappen uit het kabinet. Ik vind het schandalig, zeg ik hier. Dit is precies het type cynische politiek dat het einde inluidt van een twaalf jaar durend tijdperk van deze VVD. Kom maar op met die verkiezingen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb nu een aantal keer gezegd hoe de VVD-fractie kijkt naar gezinshereniging en het belang van iets regelen voor de meest kwetsbaren en kinderen uit oorlogsgebieden. Dat lag ook op tafel. Maar ik heb er moeite mee dat na de afgelopen 24 uur alleen in onze richting de woorden "onverantwoorde politiek" of "cynische politiek" — ik weet even niet meer precies welk woord de heer Klaver gebruikte — worden gegooid nadat hier gestrooid is met een motie van wantrouwen tegen een al demissionair kabinet, tegen een demissionaire premier, waarmee je echt, vind ik, een grens overgaat in de manier waarop we hier met elkaar omgaan in een demissionaire periode, waarin we allemaal wat kwetsbaarder zijn.
De voorzitter:
Er hoeft niet de hele tijd geklapt te worden als mevrouw Hermans wat gezegd heeft.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Mevrouw Hermans ontkende net glashard dat de asielstop en het opzeggen van het Vluchtelingenverdrag in het verkiezingsprogramma stonden. Ik heb hier pagina 57 van het verkiezingsprogramma van de VVD voor 2021-2025. Nou wordt 2025 niet gehaald, maar goed. Daar staat het volgende in. Ik lees even voor. "Opschorting van het recht op het aanvragen van asiel in Nederland en sluiting van de Nederlandse grenzen voor migranten". Dat is een asielstop. "Daarvoor kan het VN-Vluchtelingenverdrag worden opgezegd" staat er even verderop. Dat is het opzeggen van het Vluchtelingenverdrag. Hoe kan mevrouw Hermans nu in godsnaam ontkennen dat het erin staat? Ik vind het een prachtig verkiezingsprogramma, hoor. Ik neem het over in het verkiezingsprogramma van BVNL. Maar om hier glashard te staan beweren dat ik sta te liegen omdat het niet in het verkiezingsprogramma staat … Het staat er gewoon in, letterlijk.
Mevrouw Hermans (VVD):
Meneer Van Haga, ik heb u net ook gezegd: in ons verkiezingsprogramma staat, dacht ik, een opsomming van vijf maatregelen waarmee je naarmate een crisis vordert in de escalatie steeds een stapje verder kan gaan. U presenteert het hier alsof we gewoon even morgen zouden zeggen: we stappen uit het Vluchtelingenverdrag. Kom op. Hou op. Dat gaat toch niet gebeuren?
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Het is wel leuk dat er weer een hele emotionele tirade van wordt gemaakt, maar het staat gewoon in het verkiezingsprogramma. In welk stadium dat gebeurt, maakt niet uit.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat is toch relevant?
De voorzitter:
Wacht, wacht. De heer Van Haga is aan het woord.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Er staat gewoon "opschorting van het recht op het aanvragen van asiel in Nederland en sluiting van de Nederlandse grenzen voor migranten". Dat staat gewoon in het VVD-verkiezingsprogramma. Ik zou zeggen: voer het uit in plaats van hier huiliehuilie staan te doen. De VVD heeft dertien jaar gehad om dit uit te voeren en er is niets van gebeurd. Er zijn 228.000 migranten binnengekomen. Er is een enorme asielcrisis. Dit staat in het verkiezingsprogramma, dit is wat de kiezers hebben gelezen, dit is waar ze op hebben gestemd, en er is niets van gebeurd.
Mevrouw Hermans (VVD):
Er komen verkiezingen aan. Dat betekent dat partijen verkiezingsprogramma's moeten schrijven. Zo ook de VVD, dus dat zullen wij doen. U zult zien wat wij daarin opschrijven. Als u zich geïnspireerd voelt, kunt u copy-pasten.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dan hoop ik dat de VVD de volgende keer gewoon gaat uitvoeren wat ze in haar verkiezingsprogramma zet. Mensen gaan namelijk die kieswijzers invullen. Dan denken ze: hé, de VVD is een goede partij; daar ga ik op stemmen. En vervolgens maakt u er niets van waar. Dat is slecht. Dat is de kiezer voor de gek houden. Dat is wat er dertien jaar lang is gebeurd.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat is verantwoordelijkheid nemen. Dat betekent dat je soms compromissen moet sluiten en dat je niet je verkiezingsprogramma een-op-een in een regeerakkoord krijgt.
De heer Paternotte (D66):
Net hoorde ik in antwoord op de heer Klaver ietsje meer over waar het 'm voor de VVD nou in zat, maar ik zit toch te denken. Een tweestatusstelsel met een kortere lengte van een verblijfsvergunning, het aanpassen van de permanente verblijfsvergunning zodat je die niet meer vanzelf krijgt, de leeftijd voor gezinshereniging verlagen van 25 naar 18 jaar, het versoberen van de kansarmenopvang, het harmoniseren van procedures met andere landen, en de rechtsbijstand. Het is een hele serie maatregelen waarvan alle vier de coalitiepartijen op dat moment zeiden: met heel veel pijn zouden we dit kunnen doen. Maar uiteindelijk kwam het erop neer dat de VVD zei: wat wij ook nog willen, is dat kinderen van oorlogsvluchtelingen, van subsidiair beschermden, óf onder een quotum gaan vallen óf nog twee jaar moeten wachten. Dat moest er absoluut ook nog bij. Ik kijk naar wat er nu in het land gebeurt: vorige week al die mensen die hier waren, over al die snelwegen die niet gebouwd kunnen worden, over de huizenbouw die stilstaat, over de onzekerheid over armoede, over de klimaataanpak. Het zijn allemaal zaken waarop nu veel stilstand gaat komen. We storten het land in chaos. Waarom was het nodig om per se ook nog die gezinshereniging voor kinderen van oorlogsvluchtelingen in het pakket te stoppen? Het voorliggende pakket was sowieso al het grootste migratiepakket van alle kabinetten-Rutte ooit.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ergens in de lange vraag van de heer Paternotte lag verscholen dat er opeens een nieuwe eis op tafel kwam. Daar wil ik even heel duidelijk over zijn. Er is negen maanden gesproken, het was negen maanden heel duidelijk wat er voor de VVD belangrijk is. Alle ingrediënten hebben steeds op tafel gelegen en er is met die ingrediënten steeds gepuzzeld en gekeken of we nader tot elkaar kunnen komen. Op sommige onderwerpen ging het makkelijk en snel en waren we het snel met elkaar eens, en op andere niet. Op een belangrijk onderdeel zijn we het helemaal niet eens geworden. En hier zit wel een punt voor mij. Waarom kan de ene partij of kunnen twee partijen nee tegen iets zeggen en is het niet goed als een andere partij dat doet? Elke partij maakt op enig moment een eigen afweging: is dit voor ons voldoende, is dit voor ons voldoende antwoord op het probleem dat wij zien, gaat dit in onze ogen het vraagstuk waar we voor staan, oplossen? Ik heb het al gezegd: ik vind verkiezingen ook niet ideaal. Er zijn een heleboel onderwerpen waar we liever tempo mee hadden willen maken, maar die nu vertraging oplopen. Maar is dat een reden om niet voor onze eigen belangen en onze eigen idealen te blijven staan? Als wij vinden dat in dit pakket niet alles geregeld is en dat wij niet vooruitkomen en niet de stappen kunnen zetten die we op dit onderwerp willen zetten, dan mogen wij die afweging maken en dan zullen we die op die manier blijven maken.
De heer Paternotte (D66):
"Niet ideaal", "onze eigen belangen". Iedereen snapt het allemaal, maar het gaat niet zomaar ergens over. Het gaat om dingen waar ik ook deze premier over heb horen zeggen dat het onverantwoord is om in een tijd waarin er een oorlog is op het Europese continent, waarin er zo veel problemen liggen, het land in een verkiezingscampagne en in een crisis te storten. Ik stel de vraag nu voor de vijfde keer, maar ik krijg steeds geen concreet antwoord waar het nou precies in zat, wat het nou precies was waardoor het voor de VVD niet voldoende was, terwijl er zo'n enorme lijst aan maatregelen lag. Kijk waar we nu staan: het kabinet is gevallen, heel veel dossiers, op een paar na, zullen tot stilstand komen, de minister-president heeft net zijn vertrek aangekondigd. Was dit het nou allemaal waard? Ik ken mevrouw Hermans zo niet.
Mevrouw Hermans (VVD):
Het kabinet heeft negen maanden lang onderhandeld, heel veel gepraat en heel veel gesproken. Daar is keihard aan gewerkt naar eer en geweten door alle vier de partijen. Er komt een moment dat alles op tafel ligt, niks nieuws. Ja, er liggen nieuwe compromisvoorstellen op tafel. Zo gaat dat altijd in zo'n laatste fase van een onderhandeling. Er lagen voorstellen met elementen om het voor iedereen acceptabel te maken. Maar er kan dan een moment komen waarop je moet zeggen: nee, dit werkt niet, we komen hier met elkaar niet uit. Het kan voor partijen gelden dat het in z'n totaliteit te zwaar of te heftig wordt. Het kan ook in z'n totaliteit te weinig doen aan het probleem dat wij willen oplossen. Dat is dan voor ons op dat moment het landsbelang. We kunnen er van mening over verschillen wat er dan nodig is, maar dit is de keuze, de afweging die er voor de VVD aan ten grondslag lag.
De voorzitter:
Tot slot de heer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Het kabinet is gevallen en ik constateer dat ik van mevrouw Hermans alleen maar te horen krijg dat het in de breedte voor de VVD niet voldoende was. Ik krijg niet duidelijk waar het nou precies in zat. Ik heb één vraag, omdat ik wel een beetje snap wat de heer Wilders zei. Als de VVD dit allemaal wilde en ook nog die beperking op de nareis van kinderen van oorlogsvluchtelingen, waarom heeft de VVD dat dan niet gedaan in het kabinet met de PVV? Waarom heeft die maatregel toen niet op tafel gelegen, waarom is die maatregel toen niet genomen? Dat zou toch het beste moment zijn geweest om zo'n hele forse beperking op de rechten van vluchtelingen er even door te krijgen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Het tweestatussenstelsel en de woorden die de heer Paternotte daarvoor gebruikt, betekenen inderdaad iets voor hoe je het een en ander regelt voor de oorlogsvluchtelingen en de subsidiair beschermden. Het is niet zo dat je ineens bij mensen rechten weghaalt. Je kan strengere voorwaarden stellen. Daar wil ik even heel duidelijk over zijn. Het is ook niet zo dat er helemaal geen kinderen meer zouden kunnen komen, of dat we kinderen in oorlogssituaties, in oorlogsgebieden daar gewoon zouden laten. De situatie is nu wat die nu is. We hebben nu onderhandeld, we hebben nu onderhandelingen gevoerd, op basis van de problemen die we nu zien en die vorig jaar zomer in Ter Apel begonnen zijn. Dan kan ik nu gaan terugkijken en denken: wat als twaalf geleden …? De situatie is nu wat die nu is, en daar handelen wij naar als VVD-fractie en ook de leden in het kabinet.
De voorzitter:
De heer Azarkan van DENK, en dan mevrouw Bikker.
De heer Azarkan (DENK):
Ik denk dat het een lastige dag is, ook voor mevrouw Hermans. Ze staat hier al een tijdje. Ik denk dat het goed is …
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat ben ik wel gewend, meneer Azarkan.
De heer Azarkan (DENK):
Zeker, en het gaat u goed af. Ik denk dat het goed is dat we ook kijken voorbij het mistgordijn, voorbij de beeldvorming. Mevrouw Hermans zegt dat vorig jaar mensen in Ter Apel buiten sliepen. Wat was daar de oorzaak van?
Mevrouw Hermans (VVD):
De oorzaak was dat hier heel veel mensen naartoe kwamen en dat het ons niet lukte om daar heel snel opvangplekken voor te regelen.
De heer Azarkan (DENK):
Dat is gewoon een leugen. In 2012 was Teeven nog verantwoordelijk, Dijkhoff in 2015, Harbers in 2017. We hebben Broekers-Knol gehad en Van der Burg. Gedurende elf jaar heeft een staatssecretaris van VVD-zijde keuzes gemaakt. Vanaf 2016 waren er eigenlijk signalen dat de organisatie niet op orde is. Er was een hoge instroom van Syriërs. Vanuit het COA werd gezegd: we moeten nu niet gaan krimpen, maar laten we mee-ademen met de instroom. Daar is niet voor gekozen. In 2017 vond sluiting van centra plaats. In 2018 werd aangegeven dat mensen te lang moesten wachten en besloot de staatssecretaris te gaan bezuinigen. In 2020 begon het systeem vast te lopen en waren er weer bezuinigingen. Hier, in een debat met de minister-president, heeft de heer Rutte zelf aangegeven: het is geen opvangcrisis; het is een organisatiecrisis. Er zijn niet meer mensen gekomen. Er zijn heel veel verkeerde keuzes gemaakt, waardoor er centra zijn vastgelopen. Dat zijn keuzes, en dat nu framen als een probleem van de instroom … Dat is gewoon niet het juiste verhaal.
Mevrouw Hermans (VVD):
Er zijn in het afgelopen jaar wel degelijk meer mensen naar Nederland gekomen dan in de jaren daarvoor. En ook voor dit jaar is de verwachting dat het ongeveer hetzelfde aantal, of misschien zelfs nog iets meer dan vorig jaar, zal worden.
De voorzitter:
De heer Azarkan, tot slot.
De heer Azarkan (DENK):
Dat kunnen we opvangen, als we dat willen. Er is de keuze gemaakt om dat niet te doen en om het systeem op die manier te laten vastlopen. Er zijn bovendien nog 180 gemeentes in Nederland die de afgelopen vijftien jaar geen enkele asielzoeker hebben willen opvangen. Ook dat is een kwestie van organiseren, en daar werkte Van der Burg keihard aan. Het onder andere door de VVD gecreëerde probleem dat hier sprake was van een enorme crisis, komt hun goed uit. Dat is gewoon niet waar. Dat waren keuzes die VVD-staatssecretarissen in de afgelopen jaren hebben gemaakt.
Mevrouw Hermans (VVD):
U en ik kunnen van mening verschillen over de vraag wat het aantal is dat ons land aankan, en hoeveel mensen hier naartoe komen op jaarbasis. Ik vind en de VVD vindt dat het aantal dat nu naar Nederland komt, te hoog is. We zien dat de druk op de voorzieningen in onze samenleving te hoog is: op de woningmarkt, in de zorg, in het onderwijs. We zien nu al een jaar lang dat mensen hiernaartoe zijn gekomen en in sporthallen zitten. We zien dat er iets niet goed gaat en niet klopt. Wat moeten we dan doen? Dan moeten we daarop ingrijpen en maatregelen nemen. We moeten kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat we de aantrekkelijkheid van Nederland, dat relatief aantrekkelijker is dan de landen om ons heen, een beetje op hetzelfde niveau brengen. Dat is hoe de VVD deze onderhandeling in is gegaan. We willen juist dat er op de lange termijn, in de toekomst, draagvlak blijft in onze samenleving om mensen die echt op de vlucht zijn, bescherming te kunnen bieden.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik stel voorop dat dit een lastige dag is. Ik had gehoopt dat we hier anders zouden staan, namelijk met een pakket met maatregelen die inderdaad de migratie omlaag zouden brengen. Waarom? Als er jaarlijks 227.000 mensen ons land binnenkomen, weten we dat bijna twee derde daarvan arbeidsmigrant is. Van een heel aantal kunnen we zeggen dat het niet per se nodig is voor de Nederlandse economie, maar dat het hooguit een lekkere winst is voor een aantal werkgevers. Juist daarom verbaast het mij, als ik kijk naar het pakket dat we hadden kunnen sluiten, dat het toch telkens over gezinshereniging gaat. We hebben het dan over 5.000 mensen. Dat is een groot verschil met zo veel arbeidsmigranten. Ook in het licht van de gebeurtenissen van de afgelopen weken vraag ik hoe de VVD, mevrouw Hermans dat weegt.
Mevrouw Hermans (VVD):
Als we het over het migratievraagstuk hebben, vind ik het goed — ik denk ook dat het goed is voor de toekomst — om het in de breedte te bekijken, dus zowel naar asielmigratie als arbeidsmigratie en kennismigratie. Daarom denk ik dat het goed is dat het kabinet in de breedte over deze onderwerpen onderhandeld heeft. Maar het gaat er uiteindelijk wel om of je op al die onderwerpen afspraken maakt die in z'n totaliteit, dus op al die onderwerpen, ook iets doen en het effect hebben dat je voor ogen hebt.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Maar gaat het dan om grip hebben op migratie? De Adviesraad Migratie heeft daarvan gezegd: daar kan je grip op hebben. Dat gaat om arbeidsmigratie. Of gaat het om het tegenhouden van oorlogsvluchtelingen en kiezen voor een rechtser beleid — dat waren voorstellen die ik vanuit de VVD heb gehoord — dan een groot deel van Europa heeft? Dat mag de VVD voorstellen. Het is prima om daarover te wisselen. Maar als we teruggaan naar de feiten en gezamenlijk problemen willen oplossen, moeten we het hebben over de grote groep die hier komt en waarvan we allemaal weten dat die drukt op onze woningmarkt. Ik heb in Utrecht gewoond, waar in Zuilen de huizen volop bevolkt werden door Oost-Europese arbeidsmigranten die niet teruggingen. Dan moeten we het ook hebben over de echte problemen in onze steden, in plaats van te focussen op een kleine groep die voor gezinshereniging in aanmerking komt.
Mevrouw Hermans (VVD):
Dat doe ik heel graag — ik voer ook graag die discussie over arbeidsmigratie — maar dan reken ik erop dat mevrouw Bikker ook afstand neemt van de reductie dat wij alleen het tegenhouden van oorlogskinderen tot onze agenda zouden hebben gemaakt. Want dat vind ik geen recht doen aan de manier waarop we daarover spreken en met elkaar gesprekken hebben gevoerd.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Mijn woorden worden nu weer verengd tot een ander verhaal. Er lag een geheel aan voorstellen, waarvan ik denk dat een groot deel daarvan echt zou bijdragen aan grip krijgen op migratie. Maar ik heb ook geconstateerd dat onze beide partijen op een aantal punten nee zeiden, vanwege verschillende redenen. Dan is wel de afweging: kies je voor de voorstellen die je met elkaar wel kunt doen of zeg je "oké, we kunnen dan het geheel niet met elkaar dragen"? Ik denk dat dit ook wel het verdriet is dat wij beiden voelen in dit debat. Het is goed om dat hier voor de helderheid uitgesproken te hebben.
Mevrouw Hermans (VVD):
Absoluut. Dat hebben we vanuit onze beider uitgangspunten en overtuigingen gedaan, waarbij we het op onderdelen niet eens konden worden. Ik heb er respect voor dat we daar verschillend over denken. We zullen daar ook met respect over blijven praten.
De heer Eerdmans (JA21):
De VVD stemde vorig jaar in met de dwangwet, die asielzoekers gedwongen verspreidt over het land, ook als gemeenten of provincies daartegen zijn. Maar dat deed die partij wel onder één voorwaarde, namelijk dat de migratie fors zou worden beperkt. Er zouden instroom beperkende maatregelen gelden. Die zijn van tafel, denk ik. Dat is de reden van de val van dit kabinet-Rutte IV. Met andere woorden, steunt de VVD die dwangwet nog steeds of laat u die vallen?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik wil even heel duidelijk maken dat de koppeling die de heer Eerdmans nu legt, niet de koppeling is zoals die door de VVD-fractie gemaakt is. We hebben vorig jaar gezegd: je vraagt om solidariteit, zodat niet een of twee gemeenten, maar álle gemeenten in Nederland een bijdrage leveren aan de opvang van asielzoekers. We hebben gezegd: wij snappen dat, als dat nu niet gebeurt, we daar afspraken over moeten maken en dat in de wet moeten vastleggen. We hebben toen ook gezegd: die spreidingswet kan geen excuus of reden zijn om die verplichting aan gemeenten op te leggen ongeacht hoeveel mensen hiernaartoe komen in de komende jaren; we zullen dus ook iets moeten doen aan de instroom, aan het aantal mensen dat naar Nederland komt. Zo hebben we daar vorig jaar over gesproken. De spreidingswet ligt volgens mij nu hier in de Kamer. Die moet hier behandeld worden. Het is de vraag of die controversieel wordt verklaard of niet, in de procedurevergadering die daar later deze zomer over zal worden gehouden.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, maar de vraag is natuurlijk: wat wilt u daarvan? Hoe controversieel is dat voor de VVD? Ik denk dat heel Nederland, en in ieder geval uw eigen achterban en alle leden, heeft gedacht: heel best hoor, die dwangwet, maar echt alleen maar als we aan de voorkant die asielstroom gaan indammen. Ik denk dat de premier dat ook zo heeft bedoeld; ik heb het niet verkeerd verstaan, denk ik. Dus als de VVD zich nu weer over de schoenen laat lopen in de zin van "we gaan al die asielzoekers wel gedwongen verspreiden over het land, maar ondertussen gebeurt er eigenlijk niks aan de voordeur", dan heeft de VVD toch een probleem? Dat kunt u toch niet waarmaken?
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik acht de kans ook klein dat de behandeling van deze wet doorgang zal vinden. Het zal dus ook geen verrassing voor u zijn hoe belangrijk het voor ons is dat er een pakket maatregelen komt om de instroom te beperken.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
Dat stelt mij dan enigszins gerust. Over twintig minuten krijgen wij het pakket op de mail waar de boel op geklapt is, geloof ik. Dat gaat JA21 natuurlijk zeer nauwkeurig lezen. Is dat nou echt wel het slot op de voordeur en vooral het openzetten van de achterdeur? Maar dat zullen we afwachten. Ik begrijp dus nu dat de VVD zegt: die dwangwet willen wij niet langer.
Mevrouw Hermans (VVD):
Het is geen geheim dat wij grote moeite hadden met de spreidingswet, om de reden die ik net noemde. Wij zijn niet tegen solidariteit en ook niet tegen het nemen van verantwoordelijkheid door alle gemeenten, maar wel als die wet er alleen maar zou zijn zonder dat er ook iets wordt gedaan aan de instroom. Daar ziet het nu even niet naar uit, dus ik acht de kans sowieso klein dat dat ding behandeld wordt, maar ook dat daar nu steun voor zou zijn.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik ga even weg bij de asieldiscussie, want daar is ontzettend veel over gewisseld. Ik ben met name benieuwd wat de VVD de komende jaren anders gaat doen. Misschien kan mevrouw Hermans alvast een reflectie geven op de afgelopen periode. Ik noem bijvoorbeeld de tweedeling in de samenleving. Mensen zijn echt keihard tegenover elkaar komen te staan. Denk ook aan de verharding in de samenleving. Ik ben benieuwd wat de nieuwe koers wordt van de VVD.
Mevrouw Hermans (VVD):
We staan hier in een debat over de val van het kabinet. Vanochtend heeft onze partijleider, al mag ik hem geloof ik niet zo noemen, aangekondigd dat hij niet de lijsttrekker zal zijn bij de volgende verkiezingen. Ik vind dit niet echt het moment om eens eventjes een heel toekomstverhaal neer te leggen. Ik kan wel tegen u zeggen dat de VVD-fractie, zoals wij hier zitten en zoals die hier aan het werk zal zijn tot het moment dat er een nieuwe Kamer is, elke dag, uur voor uur, haar stinkende best zal blijven doen om te doen wat we hier kunnen en moeten doen, samen, in overleg en in verantwoordelijkheid met elkaar. Dat hebben we niet alleen de afgelopen twaalf jaar als grootste partij gedaan, maar al die 75 jaar dat de VVD bestaat. Dat zullen we dus ook blijven doen.
Naar de toekomst toe ziet de VVD — dat is niet nieuw; dat heeft niks te maken met wat er vandaag gebeurd is of de val van het kabinet afgelopen vrijdag — een aantal grote onderwerpen op ons land afkomen. Het gaat al de hele dag over asiel. Daar ga ik even niet verder op in, want daar heb ik al veel over gezegd. Het gaat over het klimaat en de aanpak van de klimaatverandering, omdat we dit land schoon door willen geven en ook omdat we onafhankelijk willen worden van Rusland. Het gaat over de vraag: hoe ziet onze economie eruit over een jaar of tien à vijftien? Waar verdienen we dan ons geld mee in die verduurzaamde samenleving waarin we de klimaatverandering hebben aangepakt? Het gaat over de veiligheid in ons land, over de aanpak van de drugscriminaliteit, waar onze minister van Justitie keihard mee bezig is en wat zeker nog niet klaar is. Het gaat ook over de internationale veiligheid, want met het begin van de oorlog in Oekraïne vorig jaar hebben we gezien dat de internationale veiligheid en de internationale rechtsorde op hun kop staan. Het zal heel veel van ons vragen in de komende jaren om Europa te beschermen en daarmee ook Nederland te beschermen. Denk aan hoe we ons verhouden tot landen als China en Rusland.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Mevrouw Hermans zegt dat we het hier over de val van het kabinet hebben, maar we hebben het daarmee natuurlijk ook over de toekomst na de verkiezingen. Dat hangt met elkaar samen. Wat mij betreft scheiden we dat niet. Ik denk dat er heel veel mensen zijn in Nederland die naar dit debat kijken en hopen dat er niet alleen gehakketakt en gedimdamd wordt over wie en wat — hoewel we het daar natuurlijk over moeten hebben — maar dat het ook gaat over de toekomst. Dat is juist waar de mensen in Nederland zo naar snakken. Zij willen een beter land. Ik hoor mevrouw Hermans een paar dossiers opnoemen, maar ik hoor haar niets zeggen over de menselijke maat, over dat de overheid er voor de burger is en niet andersom, of over alle mensen die in de knel zitten in de ouderenzorg en in de zorg en mensen die hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Persoonlijk denk ik dat dat het allerbelangrijkste is. Die geopolitieke zaken zijn ook belangrijk — dat moet ook gebeuren — maar ik denk dat Nederland nu zit te wachten op een antwoord op de vraag: hoe helen we de samenleving in de breedste zin van het woord? Dat mis ik wel een beetje in de eerste punten die mevrouw Hermans noemt.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb gezegd: ik noem een paar onderwerpen. Ik ben natuurlijk geenszins uitputtend. Ik geloof in de kracht en de veerkracht van dit land. Ik zie ook dat er problemen zijn in de samenleving en dat we daar wat aan moeten doen. Dat heeft te maken met wat mensen in hun portemonnee voelen van alle ontwikkelingen die gaande zijn in de wereld. Dat heeft ermee te maken dat het je eigenlijk financieel niks oplevert als je een paar uur extra wil werken, of dat nou in het onderwijs of in de zorg is, omdat je ziet dat er een groot personeelstekort is. Sterker nog, misschien lever je er wel op in. Dan kloppen er gewoon dingen niet in hoe we dat nu geregeld hebben. Ook daar zal het de komende periode over moeten gaan in de campagne die voor ons ligt, maar vooral, belangrijker nog, in de afspraken die we daarna gaan maken.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van der Plas.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
We hebben de afgelopen weken tweemaal een klimaatdebat gehad waarin de minister voor Klimaat, de heer Jetten, aangaf dat wij, als Nederland, met 28 miljard euro — dat is 28.000 miljoen, zal ik nog maar even zeggen om de grootte van het bedrag even te onderstrepen — en 122 maatregelen, 0,000036 graden temperatuurstijging zouden kunnen voorkomen. Dat was eigenlijk het eerste wat mevrouw Hermans noemde: klimaatverandering tegengaan. Ik snap ook dat ondernemers er bij een klimaatpakket ook op zitten te wachten dat ze kunnen investeren. Dat begrijp ik allemaal. Het gaat met name om het investeren, maar er is ook sprake van heel veel regelgeving, waar burgers eigenlijk weer de rekening van gaan betalen, voor het voorkomen van een temperatuurstijging die eigenlijk maar heel marginaal is. Ik hoop wel dat de VVD, als we het over "het klimaatpakket" hebben, niet alleen gaat zeggen "we moeten de temperatuur van de aarde naar beneden krijgen, want anders gaan we allemaal dood", maar dat we ook gaan kijken wat voor mensen in Nederland te dragen is, wat ze kunnen doen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Nog even tot slot, voorzitter. Ik zal één voorbeeld noemen.
De voorzitter:
Heel kort.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Er wordt bijvoorbeeld van ondernemers, van bakkerijbedrijven, gevraagd om van het gas af te gaan en te elektrificeren, terwijl het energienet niet op orde is. Dan krijgen we een extra energiebelasting waardoor ondernemers geraakt worden. Dat raakt de mensen die daar werken en daar hun inkomen verdienen. Volgens mij moeten we er meer op die manier naar kijken dan dat we proberen om die opwarming met 0,000036 graden naar beneden te krijgen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voor de VVD is dat klimaatbeleid belangrijk omdat we dit land schoon willen doorgeven. Daar is sinds de oorlog in Oekraïne vorig jaar extra pregnant bij gekomen dat we nog veel sneller onafhankelijk willen worden van Rusland. En ja, dat moet op zo'n manier dat we het met z'n allen kunnen doen, zodat iedereen het mee kan maken, mensen thuis en ook ondernemers. Het punt dat mevrouw Van der Plas maakt over het energienet is een heel terecht punt. Ook de ondernemers- en de werkgeversorganisaties maken zich daar druk om. Daar hebben ze ons ook een brief over gestuurd, volgens mij. Dat begrijp ik. Dat is ook een belangrijk onderwerp. Ik ben het dus met mevrouw Van der Plas eens dat we bij het vormgeven van die maatregelen moeten kijken of ze voor iedereen betaalbaar zijn en of iedereen het kan meemaken, of we met z'n allen de eindstreep van die doelstelling kunnen halen. Ik ga niet verzanden in allerlei gradendiscussies. Daar denken wij anders over, denk ik. Maar met het uitgangspunt dat je klimaatbeleid moet voeren dat voor ondernemers en mensen thuis te dragen is, ben ik het eens.
De voorzitter:
Dan wil ik nog naar mevrouw Simons, de heer Dassen en mevrouw Kuiken, en dan wil ik mevrouw Hermans vragen om haar verhaal af te ronden. Daarna kijken we of er nog behoefte is aan een enkele vraag. De heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
"Ik wil dat als mensen naar Den Haag kijken, ze een politiek zien die dingen voor elkaar krijgt, die stappen vooruit zet." Was getekend, mevrouw Hermans. Ik vraag daarom aan mevrouw Hermans, nu we wat verder in dit debat zijn, hoe zij denkt dat mensen nu vanuit Nederland naar Den Haag kijken?
Mevrouw Hermans (VVD):
Die zullen er net als ik van balen dat het niet gelukt is. Maar ik hoop dat als mensen naar Den Haag kijken en ze straks hun afwegingen gaan maken voor de verkiezingen, zij ook kijken of partijen bezig zijn met het oplossen van problemen en of zij ook keuzes durven te maken en stappen durven te zetten die niet per se allemaal leuk zijn, maar wel echt nodig. Daar hebben wij een afweging in gemaakt, precies zoals ik het zeg in de woorden die heer Dassen net voorlas.
De heer Dassen (Volt):
Wat mensen volgens mij vooral zien, is een worsteling: een worsteling bij mevrouw Hermans om recht te praten wat krom is. Dit gaat niet om stappen vooruit zetten. Als ik de collega van D66 en mevrouw Bikker van de ChristenUnie hier net zie staan, dan denk ik bij mezelf: die waren bereid zo ver te gaan dat zelfs meneer Wilders dacht dat er goede stappen gezet zouden worden.
De voorzitter:
De heer Wilders zegt: niet overtuigd.
De heer Dassen (Volt):
Maar dat zijn wel stappen, stappen die partijen hier hebben willen zetten. De VVD zet al twaalf jaar lang géén stappen op dit dossier. Al twaalf jaar lang hebben zij de bewindspersoon geleverd voor dit dossier. En het geldt niet alleen op dit dossier. Ook op het gebied van stikstof zijn geen stappen vooruit gezet. Ook op het gebied van de woningmarkt zijn nog geen stappen vooruit gezet. Dus hoe rijmt mevrouw Hermans wat zij net zegt met de manier waarop mensen inderdaad weer naar Den Haag kijken?
Mevrouw Hermans (VVD):
Er zijn in de afgelopen twaalf jaar ongelofelijk veel stappen gezet op heel veel verschillende dossiers, of dat nou financieel-economisch was, of dat nou ging om veiligheid, om de portemonnee van mensen of om het beschermen van ons land toen er een pandemie door de wereld en dus ook door Nederland ging. Ook op asiel en migratie heb ik eventjes geleden al een aantal voorbeelden genoemd. Daar hadden wij nu meer stappen op willen zetten, meer stappen om echt serieus dit probleem naar de toekomst toe op te lossen. Wij zien dat dit zo niet langer gaat. Dit raakt aan draagkracht en draagvlak. Daarop hebben wij een keuze gemaakt en daarop staan we waar we nu staan.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Dassen.
De heer Dassen (Volt):
Dan blijft het bij politiek gehakketak over wat er wel of niet is gebeurd. Wat ik eigenlijk hoopte van de fractievoorzitter van de grootste partij van Nederland is dat … Zeker nu de heer Rutte heeft gezegd: ik ga niet meer verder. Dat is een kans voor ons allemaal om een oude politiek achter ons te laten, om te zeggen: het is tijd voor een nieuwe generatie leiders die het anders gaat doen, een generatie die bereid is om bruggen te bouwen en die bereid is om met partijen naast elkaar te staan om de grote uitdagingen van vandaag aan te kunnen. Ik had van mevrouw Hermans verwacht dat zij meteen die nieuwe rol op zich zou nemen. Ik had verwacht dat zij zou zeggen: wij zijn bereid om er ook als VVD voor te zorgen dat wij een nieuwe politieke rol durven aan te nemen, weg van de oude politiek die we hier altijd zien.
De voorzitter:
U moet wel een vraag stellen.
De heer Dassen (Volt):
Dat is wat ik op dit moment mis.
De voorzitter:
Dat was uw vraag. Oké.
Mevrouw Hermans (VVD):
Ik heb de eer en het genoegen om sinds kort na de verkiezingen eerst waarnemend fractievoorzitter van de VVD te zijn en daarna de fractievoorzitter van de VVD. In die tweeënhalf jaar ben ik elke dag naar Den Haag gekomen om in samenwerking met coalitiepartners, en als het kon en als het lukte ook met oppositiepartijen, tot oplossingen te komen. Dat is heel vaak gelukt. Dan moesten we allemaal weleens water bij de wijn doen. Dan dachten we allemaal weleens: "Ik had het zelf liever ietsjes anders gewild, maar ik stap hier over mijn schaduw heen. Ik luister oprecht naar de ander. Waar zit zorg bij iemand? Waarom wil iemand iets wel of niet?" Nu is er een moment geweest waarop niet alleen de VVD, maar ook andere partijen hebben gezegd: dit kan niet voor ons. Wij zeiden: en dit kan niet voor ons. Dat kan ook gebeuren in de politiek. Dat is ook politiek. Dat zegt helemaal niets over mijn inzet en mijn motivatie. Ook morgen, overmorgen, na het reces en in de periode van formatie die na de verkiezingen komt, als ik dan nog in de Tweede Kamer zit en weer daarin gekozen ben, zal ik weer met die motivatie en die passie verdergaan. Dat is een politiek en een verantwoordelijkheid die wij allemaal, alle 150 in deze Kamer, te dragen hebben.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Dit zijn de momenten dat je ook weer terugdenkt aan het verleden. Het was onder Rutte dat de nareis werd verruimd, onder andere om kwetsbare meisjes uit Afghanistan een veilige vluchthaven te kunnen bieden, meisjes die toevallig net iets ouder waren dan 18. Het is wel cynisch om te moeten constateren dat het kabinet nu over de ruggen van een paar honderd, misschien een paar duizend kinderen is geknapt. Had je echt iets willen doen aan migratie, had je grip op migratie willen krijgen, dan had je kunnen beginnen met de arbeidsmigratie. Een miljoen arbeidsmigranten in Nederland verblijven hier onder asociale omstandigheden en doen werk dat anderen te beroerd zijn om op te knappen. En dan mijn vraag, voorzitter. Ik was namelijk niet van plan om op te staan, maar ik vind dat ik hier vandaag een hoop quatsch hoor. Snapt mevrouw Hermans dat ik niet kan begrijpen dat je over de ruggen van een paar honderd kinderen verzaakt om de armoede onder kinderen op te lossen, verzaakt om de energiecrisis op te lossen en verzaakt om de wooncrisis op te lossen en dat je over de ruggen van de toeslagenouders of de Groningers niet je verantwoordelijkheid neemt omdat het symbool van een paar honderd kinderen te belangrijk is?
Mevrouw Hermans (VVD):
Nee, dat snap ik niet, omdat ik de aanname die in deze vraag zit, totale, maar dan ook echt totale onzin vind. Alsof het over de ruggen van kinderen gaat. Absoluut onzin. Ik heb al een paar keer gezegd hoe je dat wat de VVD betreft kan regelen voor kinderen en voor kwetsbaren en dat we ook altijd nog artikel 8 van het EVRM hebben. Ik heb ook de premier horen zeggen dat het kabinet heel graag in overleg met de Kamer in demissionaire staat eigenlijk door wil gaan alsof het missionair is met de aanpak van de nasleep van de toeslagenaffaire, met alles wat er moet gebeuren in Groningen en met de steun aan Oekraïne. Ik vind het onze verantwoordelijkheid om daar heel serieus naar te kijken en ons daarin serieus en verantwoordelijk op te stellen.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
In de eerste plaats: mevrouw Hermans is niet het kabinet. De Kamer is nu aan zet. Het kabinet is demissionair, dus wij gaan daarover. Ik constateer alleen dat, als je écht zo betrokken was bij de toeslagenouders, zo betrokken was bij de Groningers, de armoede of de klimaatopgave in het land, je het kabinet niet had laten knappen. Dan had het hier gestaan als missionair kabinet. Maar nu de zaken er zo voor liggen en het zo is: wij zijn klaar voor de verkiezingen.
Mevrouw Hermans (VVD):
Alle onderwerpen die mevrouw Kuiken noemt, zijn belangrijk. Al die onderwerpen vragen aandacht, actie en aanpak. Voor de VVD-fractie vraagt ook het onderwerp migratie om een aanpak, om een aanpak die werkt, een aanpak die daadwerkelijk zorgt dat hier minder mensen naartoe komen. Want wij zien dat het zo niet langer gaat. Dat is hoe wij naar alle problemen kijken waar ons land mee te maken heeft.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Kuiken.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Alle voorstellen die u heeft gedaan, gingen pas in nadat er een volgend kabinet zou zitten. Dus daarom herhaal ik het: het is symboolpolitiek, het is politiek opportunisme geweest. U vindt het moeilijk om te horen, maar voor al die mensen die geconfronteerd zijn met de toeslagenaffaire, voor al die Groningers die in de steek zijn gelaten, voor al die mensen die nu niet rond kunnen komen: ik geloof er niets van. En daarom is het goed dat het kabinet is gevallen en we lucht krijgen voor een nieuw tijdperk. Maar gaat u hier niet goedpraten wat niet goed is. Dit is pure symboolpolitiek geweest.
Mevrouw Hermans (VVD):
Echt, alstublieft, het is nog geen drie maanden geleden dat u, volgens mij, een van de mede-indieners was van een motie van wantrouwen tegen het kabinet. Toen was het niet onverantwoord geweest om een demissionair kabinet te hebben. Echt. Waarvan akte.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
Mevrouw Hermans (VVD):
Voorzitter, ik ga afronden. Ik heb het al een paar keer gezegd en ik hecht eraan het nog een keer te benadrukken: de VVD betreurt het ten zeerste dat het niet is gelukt, dat het niet is gelukt om gezamenlijk tot oplossingen te komen die ons land vooruithelpen. Maar dit probleem is te groot om met minder dan daadwerkelijke oplossingen genoegen te nemen. Ik realiseer mij dat de verkiezingen waar we nu voor staan, verre, maar dan ook verre van ideaal zijn. Maar het is belangrijk dat ze nu worden uitgeschreven. De VVD-fractie vindt het belangrijk om het advies van de Kiesraad zwaar te laten wegen en te betrekken bij het bepalen van het precieze moment.
Voorzitter. Er is veel gaande in ons land. Belangrijke problemen vragen om oplossingen. Niet alleen op dit dossier. Het is al genoemd: de nasleep van de toeslagenaffaire, compensatie van de schade in Groningen, de oorlog aan de rand van ons continent. Nederland mag van ons vragen dat we daarin verantwoordelijkheid blijven nemen. Wat de VVD betreft kijken we met elkaar hoe we de komende periode zo goed mogelijk door kunnen blijven werken, zodat ons land zo goed mogelijk door kan draaien. Dat moet áltijd onze prioriteit zijn. Ook nu.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Hermans. Dan geef ik het woord aan mevrouw Bikker van de ChristenUnie.
Ik wil u laten weten dat het niet lukt om de informatie om 13.00 uur of voor 13.00 uur te verkrijgen. Er wordt heel hard aan gewerkt. Ik houd u op de hoogte. Het is blijkbaar veel informatie.
We gaan gewoon verder met mevrouw Bikker van de ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, dank u wel. Laat ik ook namens de ChristenUnie beginnen met de minister-president te bedanken. Wij zeiden meteen tegen elkaar: 15 oktober 2010 was het moment waarop u minister-president werd. Voorzitter, ik richt me toch even direct tot de minister-president. Sindsdien zijn er jaren geweest waarin er ontzettend veel gebeurd is. Mijn gedachten gaan terug naar de MH17. Mijn gedachten gaan terug naar verschillende crises. Het is ongelofelijk hoeveel partijen deze minister-president aan tafel heeft gekregen. Daarbij moest ik eigenlijk denken aan Lyndon Johnson, volgens mij wel een held van deze minister-president. Hij zei namelijk ooit: "There are no problems we cannot solve together, and very few that we can solve by ourselves." Excuses voor mijn Cambridge-Engels in plaats van het dikke Amerikaans dat daarbij hoort. Maar het is wel waar! Het is zo dat je alleen door samen op te trekken een land verder kan brengen. Ik heb diep respect en veel waardering voor alle momenten dat de minister-president dat voor elkaar heeft gekregen. Dank je wel daarvoor. Ik wens hem ook voor de toekomst van harte alle goeds, maar zeker ook Gods zegen.
Voorzitter. Vandaag is ook een dag waarop we afscheid nemen van een andere collega, namelijk collega-fractievoorzitter Pieter Heerma. Ik wil jou ook op dit moment bedanken, want altijd was er bij jou de wens om dit land te dienen en het goede te zoeken; dat heb ik geproefd. Je had de inhoud altijd helemaal op orde, Pieter. Het is super om zo'n collega in de Kamer te hebben, zelfs als je het niet eens bent. Dank je wel.
(Applaus)
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Dan ga ik terug naar de reden van dit debat. Want het is helaas niet gelukt om met de andere drie partijen in de coalitie te komen tot een beter migratiebeleid. Die zwaarte voelt mijn fractie, want we hadden anders gehoopt en het had anders gekund. En ja, er is meer grip nodig, juist om er te zijn voor de mensen die het hardst bescherming nodig hebben, in de regio, in de buurt van het land waaruit ze vluchtten, in Europa en zo nodig in Nederland, én om oog te hebben voor de wijken en dorpen waar het kraakt, waar we zien dat er simpelweg te veel nieuwe mensen komen, wat druk legt op hun samenleving en op onze gemeenschappen. Dat vraagt om echte oplossingen die recht doen aan de feiten. Daarom wilde de ChristenUnie, en wil ik nog steeds, dat gesprek over beheerste migratie voeren, maar dan moeten we allereerst ook kijken naar de allergrootste stroom. Dat is arbeidsmigratie. Die moet omlaag. Vervolgens kijken we naar asiel. Want misbruik willen we aanpakken. U kunt straks in de stukken zien dat er voorstellen lagen waarin ook de ChristenUnie zich maximaal gestretcht heeft. Want daarover hebben we vanuit onze diepste waarden gesproken, met de wens om dit land vooruit te helpen.
De voorzitter:
Nu een interruptie?
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ja, hoor, dat mag, voorzitter.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
We wachten inderdaad nog op de stukken, maar op basis van wat ik in de krant had gelezen en zojuist het interruptiedebatje bij mevrouw Hermans ... Kijk, we moeten van de VVD geloven dat zij er alles aan deed om grip te krijgen op migratie, maar ik vraag me af of dat wel klopt. Was er inderdaad niet een grote beweging van de VVD nodig op bijvoorbeeld arbeidsmigratie? Want dat hebben we de VVD tot nu toe nooit zien doen. Ik was niet bij die onderhandelingen, maar als we hier van de VVD moeten horen dat de problemen zo groot zijn, dat we geen huizen kunnen vinden voor mensen die een huis nodig hebben, dan is dit, wat mevrouw Bikker zegt, natuurlijk een van de eerste dingen waar je naar moet durven kijken. Ik ben benieuwd hoe dat ging.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Er is een gesprek gevoerd tussen de vier partijen en ik had een ambitieuzer pakket verwacht op arbeidsmigratie; laat ik de vraag zo beantwoorden. Waarom? Omdat ik het heel erg niet nodig vind dat Nederland een lagelonenland wordt. Dat is niet nodig in dit land. Omdat ik zie dat er ook gewoon plekken zijn waar 80% van de mensen in de sector arbeidsmigrant is. Dan kan je het hebben over de distributie. Je kan het hebben over de prostitutie. Je kan het hebben over slachterijen. Er zijn allerlei sectoren aan te wijzen waar we dat zien. Ik zou daar heel graag stappen op hebben gezet, ja. Dat is niet gelukt.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat is goed om te horen. Ik wil ook mijn waardering uitspreken voor de manier waarop de ChristenUnie heeft geopereerd: de kwetsbare waarden voorop. Juist bij arbeidsmigratie — dat weet ik van de ChristenUnie zo goed — gaat het ook om kwetsbare mensen. Die worden hierheen gehaald en met z'n twintigen in een huis gestopt, zonder rechten. Ze mogen werk doen dat laagbetaald is. Het is belangrijk, juist vanuit mensenrechten, om daar ook naar te durven kijken. Wat ik nu hoor, is dat de VVD zojuist heeft geprobeerd te verkopen dat ze alles op alles wilde zetten om de migratie onder controle te krijgen, maar dat de VVD toch minder bereid was om daarbij ook naar arbeidsmigratie te kijken.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
We hebben met z'n vieren gesproken. U zult straks de stukken zien van wat er voorlag. Laat ik het bij mezelf houden. Ik had graag een ambitieuzer pakket gezien op het geheel van arbeidsmigratie. Ik denk zelfs dat als we de som zouden maken over het pakket, het te bezien is of arbeidsmigratie teruggedrongen zou zijn. Ik denk dat de maatregelen die dan echt zouden werken, vooral nog in de onderzoeksfeer zaten. Misschien is het ook een goed thema richting de verkiezingen om te kijken hoe we daar verder werk van kunnen maken. Het pakket staat natuurlijk pas als je met elkaar een knoop hebt doorgehakt en zover zijn we niet gekomen.
De voorzitter:
Ik zie mevrouw Hermans in de starthouding, maar toch nog even … Gaat u verder, mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Prima, voorzitter. Ik gaf al aan dat wij juist over de asielmigratie hebben gesproken vanuit onze waarden. Voor de ChristenUnie is een van de essentiële waarden dat kinderen moeten kunnen opgroeien bij hun ouders, zodat zij voor hen kunnen zorgen. Het is onze diepe overtuiging dat het gescheiden houden van gezinnen niet de oplossing is voor een zoektocht naar meer grip op migratie. Kinderen van oorlogsvluchtelingen mogen namelijk niet het ventiel zijn als wij de zaken niet op orde hebben. Zo hebben we de verschillende voorstellen gewogen. Helaas moeten we vandaag constateren dat we niet tot overeenstemming hebben kunnen komen met de andere partijen.
Dat brengt ons hier vandaag in een debat met de premier, die het ontslag van zijn kabinet heeft aangeboden. Dat is pijnlijk, want de grote vragen van deze tijd zijn hiermee natuurlijk niet verdwenen. De oorlog in Oekraïne is niet afgelopen. De noodzaak voor natuurherstel, voor perspectief voor jonge boeren en voor een energiesysteem dat eerlijk is en ons niet op de pof doet leven, is allemaal niet verdwenen. Er moet verandering in komen dat er nog steeds kinderen opgroeien in armoede, want die armoede wordt niet minder gevoeld. Eind dit jaar lopen de steunpakketten af, terwijl er een niet mis te verstaan advies ligt van de Commissie sociaal minimum dat uitvoering verdient. Te vaak is de politiek hier en de overheid een Haagse tekentafel. Wat jeuken mijn handen om terug te gaan naar politiek die er echt is voor mensen, die werk maakt van oplossingen vanuit je idealen en met realiteitszin. Ons land is daarom niet gebaat bij een lange tijd van politieke sluimerstand. Wat baal ik er daarom van dat we op dit moment daar wel voor enig moment in gaan. Maar ik zal er werk van maken. Het motiveert mij om te knokken, juist voor de kinderen in armoede, juist voor de gezinnen die dat heel hard nodig hebben en juist om de kwetsbaren te beschermen op de korte en de lange termijn.
Voorzitter. Ten diepste gaan deze vraagstukken dus niet over de crisis, maar over de vragen: "Hoe kan je goed samenleven? Hoe kan je er zijn voor je kinderen, voor je ouders? Hoe kan je goed zorg dragen voor de natuur, voor rentmeesterschap, voor bestaanszekerheid?" U kan erop rekenen dat de ChristenUnie zich daarvoor zal blijven inzetten. Het woord is nu aan de kiezer. Voor welke idealen kies je? Wat mij betreft is dat het goede samenleven, zonder harde koppen maar met elkaar aan de slag voor een land dat goed is voor onze kinderen en die van hen. Aan de kiezer.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Bikker. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Staaij, SGP.
De heer Van der Staaij (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Eerder dit jaar kwam het rapport over de evaluatie van de kabinetsformatie 2021 uit. Daarin staat dat niemand van de geïnterviewden een goed woord over had voor de formatie. Het proces was rommelig, moeizaam, chaotisch en heeft veel te lang geduurd. Had niemand er een goed woord voor over? Eén geïnterviewde, staat er in de tekst: "Slechts één geïnterviewde durfde het aan om over de periode van formeren toch ook iets positiefs te zeggen: 'Toch was het politiek ook weer een ongelofelijk interessante tijd.'" Noot 6 in het evaluatierapport onthult wie het was, wie het zei. "Interview met Rutte", staat er droog.
Voorzitter. Ik moest terugdenken aan de ontembare, onverwoestbare blijmoedigheid waarmee Mark Rutte al zo veel jaren zijn bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse politiek en ook internationaal zijn steentje heeft bijgedragen. Ik wil hier ook mijn respect tot uitdrukking brengen voor die ongelofelijke inzet gedurende zo vele jaren, ook in zware tijden. Ja, we hadden ook regelmatig stevige kritiek op onderdelen van het beleid, maar dat neemt die grote waardering voor zijn persoon en zijn enorme inzet voor de publieke zaak zeker niet weg. Ik wil hem van harte Gods zegen toewensen.
Ook sluit ik me aan bij de warme woorden aan het adres van collega Heerma, hoewel dit nog niet het formele afscheid is van hen beiden, maar we zitten nu toch een beetje in de afscheidssfeer. Ik heb natuurlijk gehoord dat hij zich niet meer beschikbaar wil stellen. Wat jullie, wat mij betreft, verbindt, is dat er stevig op de inhoud gedebatteerd kon worden, maar dat er ook altijd een verbinding zoeken in de persoonlijke omgang was. Dat is de menselijke maat. Uiteindelijk zijn we hier allemaal wel mensen. Mag ik dat ook eens een keer zo zeggen? Het is heel belangrijk om elkaar een beetje heel te houden en daarin het goede voorbeeld te geven. Respect dus voor het zoeken van de menselijke maat en het tegelijkertijd stevig debatteren op de inhoud.
Voorzitter. Dan zijn verkiezingen toch ineens dichtbij. Laat ik vooropstellen dat we als partij klaar zijn voor die verkiezingen. Met een goede uitslag bij de afgelopen verkiezingen voelt het juist als een extra steun in de rug. Wij zeggen dan ook: laat die campagne maar komen! Want we zeggen erbij: dit was niet ons kabinet. Wij hebben bij de verkiezingen gepleit voor een centrumrechts kabinet en dat staan we nu ook voor. We hebben gezien hoe moeizaam dit kabinet opereerde, hoe knellend het regeerakkoord vaak was en hoe weinig vertrouwen het wekte bij de mensen in het land. Het is allemaal langsgekomen: het stikstofgedoe, de regio die zich te weinig gezien en gehoord voelde, de progressieve agenda — die noem ik nadrukkelijk — met de verruiming van abortus en wel vaart met drugsexperimenten, maar weinig haast met de aanpak van bijvoorbeeld de misstanden in de prostitutie. Kortom, het was niet ons kabinet. De coalitiepartijen praten al maanden over migratiebeleid. Ze kwamen er niet uit, terwijl het wel een heel belangrijk punt voor de burger is. En óf ik dat begrijp, al heel lang. Er is helaas al jarenlang te weinig vooruitgang geboekt met het in betere banen leiden van de migratie.
Snel nieuwe verkiezingen houden is in deze omstandigheden een begrijpelijke stap, maar die roept ook vragen op. Daar wil ik nu nog even de schijnwerper op zetten. Want we hebben als Kamer wel een bijzondere verantwoordelijkheid in het nieuwe formeren, met een sterke regie van de Kamer in plaats van van de Koning. U weet, daar waren we geen voorstander van, want het wordt snel partijpolitiek, te veel de waan van de dag en te weinig op de plaats rust, maar daar hebben we nu wel mee te maken. Dat geeft de Kamer een grote verantwoordelijkheid. Dan loop je tegen bepaalde zaken aan. Hoe zit het straks met de data van de verkiezingen? Hoe gaan we om met controversiële dossiers? Hoe voorkomen we dat er vertraging ontstaat op aangelegen thema's? Krijgt de PAS-melder nu wel eerder zijn vergunning? Verdwijnen de files nu sneller? Worden er sneller woningen gebouwd? Of blijft het allemaal maar weer hangen? Welke migratiemaatregelen gaan nu wel door?
Voorzitter, dat zijn veel vragen en daar moeten we goed over nadenken. Ik dank de waarnemend griffier voor de notitie die we hierover kregen. Mijn fractie hecht er nog wel aan om aan het eind van de dag de balans op te maken als er allerlei moties ingediend zouden worden over verkiezingsdata, over hoe het verder moet of wat dan ook. Laten we geen overhaaste stappen zetten. Als er veel losse eindjes zouden zijn, zouden wij er liever voor kiezen om eerst nog, zoals we bij formaties ook doen, een verkenner in te schakelen om snel en grondig te kijken welke adviezen we nog nodig zouden kunnen hebben in de verdere gang van zaken. Wellicht is dat niet nodig, maar ik wil dit punt wel even nadrukkelijk bij de collega's onder de aandacht brengen.
Voorzitter, tot zover mijn bijdrage in eerste termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Staaij. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans. Ik stel voor dat we daarna nog mevrouw Marijnissen doen en dan schorsen voor de lunch. Dat zal rond 13.30 uur zijn. Daar ga ik van uit. Het woord is aan de heer Eerdmans van JA21.
De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, veel dank. Wij danken Mark Rutte vanuit onze fractie en partij voor zijn inzet voor Nederland. Hij heeft met hart en ziel gewerkt, altijd optimistisch en gedreven. Ik kan me eigenlijk geen chagrijnige dag herinneren, tot afgelopen week, zeg maar. Maar wij vinden het wel goed dat hij vertrekt. Laten we daar ook duidelijk over zijn, want de houdbaarheidsdatum van Rutte was toch al enige tijd verstreken. Onder zijn kabinetten is veel goed gegaan, maar ook veel niet. De belastingen zijn fors gestegen — dat weten we allemaal — onder het beleid van Rutte. Er is nog meer macht naar Brussel gegaan. En het is absoluut niet gelukt om de asielcrisis op te lossen. Sterker nog, dat beleid is feitelijk compleet in de soep gelopen. De erfenis van Rutte zal uitgebreid worden geanalyseerd en nabeschouwd, maar wij denken dat de balans niet geweldig is.
Als dit kabinet nou ergens over zou gaan struikelen, dan was dat inderdaad wel, voorspelbaar, het asielbeleid, plus alle gevolgen van de toenemende migratiedruk. Denk aan de woningnood, de voorzieningen, de scholen, de sociale zekerheid. Het is feitelijk een kettingreactie door overmigratie. Al sinds de start van het kabinet liep de coalitie om de hete brij heen. Men stapelde problemen in plaats van ze op te lossen. Alle suggesties en voorstellen vanuit onze partij, of het nou de inperking van gezinshereniging was, afspraken met derde landen, controles aan de grens, druk zetten op veilige landen en het strafbaar stellen van illegaliteit, en of we die nou in de commissies of hier plenair deden: het kon niet, het mocht niet. Op alle onderwerpen bogen VVD en CDA uiteindelijk toch weer naar links, terwijl met ons asielplan "Wat kan wel" heel veel mogelijk was geweest, ook zonder in verdragen te hoeven snijden.
Voorzitter. Dat dan toch nog een keer de grens bereikt zou worden, zelfs voor de VVD, is mooi voor Nederland, maar wel tien jaar te laat. De netto-immigratie onder Rutte steeg van 30.000 migranten in 2011 naar 230.000 migranten vorig jaar. Dat is dus een verachtvoudiging. Toen in 2015 de stroom asielzoekers uit Syrië kwam, zei Rutte: dit nooit meer. Nu, acht jaar later, is de prognose dat we er toch weer 70.000 bij krijgen. Dat zijn er dus wel 10.000 meer dan in het jaar 2015. De pijnlijke werkelijkheid is dan ook dat er onder de opvolgende kabinetten Rutte geen stilstand, maar achteruitgang is geweest. Terwijl uit alle kiezersonderzoeken blijkt dat er van links tot rechts een enorme consensus is over het asielbeleid, over de noodzaak om die asielstroom in te perken, werd die crisis alleen maar verder in de hand gewerkt. De aanzuigende werking werd vergroot door het Marrakeshpact, waarin migratie als een mensenrecht werd gezien, door ons te laten piepelen door Marokko, door het voornemen om gemeenten wettelijk te gaan verplichten tot asielopvang en recent door het instemmen met een Europees migratiepact, dat natuurlijk neerkomt op een dwangwet op Europees niveau. Het is een reeks waar één boodschap als rode draad doorheen liep: kom naar Nederland, want er is hier echt altijd plek.
Voorzitter. U weet het: eenmaal hier is nooit meer weg. Nou is de kwalijke praktijk van de gezinshereniging afgelopen week duidelijk gemaakt door de teamleider van VluchtelingenWerk op Twitter. Zij was verantwoordelijk voor het begeleiden van gezinshereniging en deed haar verhaal. Zij ziet hoe mannen alleen uit kostenoverwegingen, dus voor de centjes, deze kant op komen, hun gezin achterlaten, zich in Nederland tijdens de procedure vermaken met drank, drugs en nieuwe vrouwen en zelfs het personeel proberen te versieren. Het is toch droevig dat een partij als de ChristenUnie, een gezinspartij, dus loyaler is aan deze mensen dan aan de Nederlandse gezinnen die blijven wachten op een huis, waarvan de kinderen tot hun 30ste thuis moeten blijven wonen omdat er gewoon geen huis meer beschikbaar is. Het is onbegrijpelijk.
Maar Rutte wist wel met wie hij in zee ging. Ik zeg het volgende tegen hem. Dat is ook goed voor uw leerlingen als u straks weer voor de klas staat. "When people show you who they are, believe them the first time."
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Als meneer Eerdmans kiest voor oprechte uitlokking, dan kan hij ook een oprechte reactie krijgen: het is onzin. Het is heel duidelijk dat de ChristenUnie inderdaad staat voor gezinnen. Kinderen mogen bij hun ouders opgroeien. Maar als we naar het geheel van de instroom kijken in Nederland, dan gaat het over een kleine groep van 5.000 mensen ten opzichte van de 228.000 mensen die hier binnenkomen. Ik weet dat de heer Eerdmans van cijfers houdt, dus ik dacht: laat ik het zo doen. Het is dan zaak om werk te maken van arbeidsmigratie en ervoor te zorgen dat we hier niet alleen maar tomatenplukkers naartoe halen. We moeten ervoor zorgen dat we geen lagelonenland zijn en dat het minimumloon omhooggaat. Ik ben heel benieuwd naar de voorstellen van JA21 op dat punt, in plaats van zo'n raar frame. Het zou hem sieren als hij het even anders neerzet.
De heer Eerdmans (JA21):
Mevrouw Bikker laat de coalitie klappen op een stelsel dat in de rest van Europa heel gebruikelijk is en ook prima beschikbaar is, namelijk het tweestatussenstelsel. Daarbij heb je minder bescherming. Je hebt minder mogelijkheden tot het binnenhalen van de hele familie voor mensen met een andere status dan een echte vluchteling. Daar heeft u een dik punt van gemaakt. Dat mag, maar ik geef u aan dat we daarmee een heleboel mensen hiernaartoe halen die daar helemaal geen recht op moeten hebben.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Het feitenvrij doorpraten lukt uitstekend. Laat me toch even heel helder zijn. De ChristenUnie heeft stappen gezet, juist ook om te kijken hoe we in Europees beleid kunnen harmoniseren. Dat gaat u straks ook in de stukken zien. Het zijn heus niet allemaal dingen die op applaus kunnen rekenen op mijn congres, maar ze gaan wel over de feiten. Wat ik zo zat ben, is continu dat frame dat de meest kwetsbare mensen het hier in dit land verstieren. Nee, het zijn die veilige derdelanders die het hier in die bussen onmogelijk maken. Die mogen van mij terug. Daar kunnen we het over hebben, maar doe niet alsof ik daarin naïef ben, want dat is eigenlijk toch de partij van de heer Eerdmans, die net doet alsof de meest kwetsbare mensen het probleem zijn. Dat zijn ze niet. Laten we het hebben over de echte problemen.
De heer Eerdmans (JA21):
Mevrouw Bikker, u bent naïef en u sluit uw ogen. Er worden vanuit Syrië kinderen vooruitgestuurd om hier asiel aan te vragen en de rest van de familie vervolgens te laten overkomen. Dat verzoek wordt in Nederland gedaan, terwijl in heel veel landen …
De voorzitter:
Graag via de voorzitter, meneer Eerdmans.
De heer Eerdmans (JA21):
In heel veel landen moet dat daar gebeuren. Dat is waar de ChristenUnie, waar u uw ogen voor sluit. Er wordt gewoon misbruik gemaakt van ons systeem door mensen die hiernaartoe komen om redenen van geld en vervolgens de familie laten meekomen. U heeft er een punt van gemaakt om dat te laten voortbestaan. Dat vinden wij onbegrijpelijk.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Bikker.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Opnieuw begint de heer Eerdmans met een frame, een soort verhaal over hoe wij dat zouden doen. Ik leg voor hem duidelijk de cijfers neer. Ik zeg bij een groep van 5.000: dat gaan we niet doen; kinderen horen bij hun ouders te blijven, en zeker kinderen van oorlogsvluchtelingen. Ik zeg van een grote groep dat je die stevig aan mag pakken, of het nou gaat om mensen die veilig zijn in hun eigen land — neem Marokko, neem Algerije — of om de hele grote groep van arbeidsmigranten. De heer Eerdmans komt uit Rotterdam. Hij zou heel goed kunnen weten welke problemen juist arbeidsmigranten die geen werk meer hebben, daar opleveren en wie daaraan verdienen. Dat weet hij heel goed. Dan is het een keuze om lekker de ChristenUnie te framen op zijn manier — dat mag hij doen, hoor; ieder zo zijn lolletje — maar het is geen oplossing van de problemen. Daarover zijn we het voorlopig nog niet eens. Dat is helder.
De voorzitter:
Meneer Eerdmans, u vervolgt uw betoog.
De heer Eerdmans (JA21):
Mevrouw Bikker wil graag over tomatenplukkers praten. Ik heb het gewoon over het misbruik dat wordt tentoongesteld door de teamleider van VluchtelingenWerk zelf, die dit perverse beleid — dat is het en dat wordt door de ChristenUnie blijkbaar niet tegengewerkt — blijft ondersteunen. We worden gewoon gepiepeld in Nederland, mevrouw Bikker. Dat moet u nou eens begrijpen als het gaat over nareizigers en het asielbeleid.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Eerdmans (JA21):
Daar gaan we mee verder in de commissie. Daar zullen wij de ChristenUnie op blijven attaqueren.
Voorzitter. Ik zei dus: when people show you who they are, believe them the first time. Dat een strenger asielbeleid met D66 en de ChristenUnie een illusie is, weet helemaal iedereen. Daar hoeven we dus niet omheen te lopen.
Nou, waar is het nu nog niet te laat voor? Voor een weg vooruit. Wij gaan als JA21 de verkiezingen in met de omkering van het asielstelsel, een streng Deens model: voortvarende terugkeer van uitgeprocedeerden en veel meer actie om asielopvang buiten de Europese Unie te organiseren, zonder die dwangwet natuurlijk. Die moet per direct van tafel. Niemand zit op die wet te wachten. JA21 zal straks een motie in gaan dienen om dit te bewerkstelligen.
Voorzitter. De komende maanden moeten we hier in de Kamer onze tijd gebruiken om te repareren wat te repareren valt, dus: geen ondoordachte en onbetaalbare klimaatmaatregelen doordrukken, Nederland van het stikstofslot en focussen op veiligheid en zorg. We zijn met de VVD linksaf de sloot in gereden en daar moeten we echt rechtsaf weer uit. Er moet dus een nieuwe regering komen die doortastend is, maar die ook op het asielterrein ziet wat er wél kan.
Voorzitter. Ik wil afronden met één vraag aan de premier.
Minister Rutte:
Dat is de eerste vraag.
De heer Eerdmans (JA21):
Ja, dat is de eerste vraag. Ik hoop dat het niet de laatste is, maar u heeft in ieder geval ruimte genoeg om het antwoord te bedenken. Die vraag is eigenlijk vrij eenvoudig. Die is niet: wat gaat u doen? Die vraag zal buiten al gesteld zijn. Maar wat vindt de premier nu de asieldeal is mislukt en de bodem onder dat asielbeleid compleet is weggeslagen, ervan om die dwangwet toch nog door te zetten? Hoe denkt het demissionaire kabinet daarover? Vindt u niet dat die wet gewoon moet worden ingetrokken, conform wat de fractieleider van de VVD met zoveel woorden zei?
Voorzitter. Ik rond af. Wij bij JA21 kijken uit naar nieuwe verkiezingen. We hebben de energie, de ambitie en het verantwoordelijkheidsgevoel om Nederland te gaan veranderen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik tot slot voor de lunchschorsing het woord aan mevrouw Marijnissen, SP.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dank, voorzitter. "Doen wat nodig is." Dat stond op de verkiezingsposter van de VVD. Misschien is dat wel waar we vandaag naar kijken. Mark Rutte kondigt zijn vertrek aan. Ik denk dat dat is wat nodig is. Persoonlijk wensen wij hem natuurlijk veel succes met alles wat nog op zijn pad gaat komen, maar wij denken dat dit voor Nederland goed nieuws is. Het is geen geheim dat de SP altijd al heeft gevonden dat het kabinet-Rutte IV er eigenlijk niet had moeten zitten. Rutte IV was een doorstart van het kabinet-Rutte III, dat moest opstappen omdat het toeslagenschandaal aan het licht kwam, maar het waren dezelfde mensen van dezelfde partijen met dezelfde ideeën die doorgingen. We hebben steeds gezegd: wij geloven gewoon niet dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor die grote problemen, ook de oplossingen kunnen realiseren. En dat is wat we hebben gezien.
Dit kabinet heeft geen problemen opgelost, maar meer problemen gecreëerd. Het toeslagenschandaal is nog steeds niet opgelost, maar het kabinet vond het niet nodig om daarvoor op te stappen. De mensen in Groningen die gedupeerd zijn, wachten nog steeds ontzettend op gerechtigheid. Het kabinet vond het niet nodig om op te stappen. Werkende mensen in Nederland betalen nog steeds meer belasting dan grote bedrijven over hun hysterische winsten. Het kabinet vond het niet nodig om op te stappen. Eén miljoen mensen dreigt volgend jaar in armoede te moeten leven, terwijl Mark Rutte zelf altijd zegt: we zijn het rijkste land van de wereld. Het kabinet vond het niet nodig om op te stappen. De boeren hebben nog steeds geen duidelijkheid. Het afgelopen jaar is voor de boeren een verloren jaar geweest. Het kabinet vond het niet nodig om op te stappen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Het zal u dus niet verbazen dat de SP vindt dat het goed nieuws is dat dit kabinet vertrekt.
Voorzitter. Wij vinden het belangrijk dat er snel verkiezingen komen, zodat Nederland kan zeggen hoe het verder moet met ons land. Maar we vinden het ook belangrijk dat in de tussentijd Nederland niet stilstaat. Want er is nog steeds geen betaalbaar huis te vinden. Mensen in het toeslagenschandaal wachten nog steeds op gerechtigheid. Er zijn nog ontzettend veel huizen die geïsoleerd moeten worden omdat de energierekening door het dak gaat. Daarom is de Tweede Kamer aan zet. Wij vinden dat de 150 gekozen volksvertegenwoordigers hun taak serieus moeten nemen. Wij moeten opstaan en de dingen doen die nodig zijn. Dat kan niet wachten. De voorspellingen laten zien dat, als er niks gebeurt, er vanaf volgend jaar een miljoen mensen in Nederland in armoede zal leven. Een miljoen mensen in het rijkste land ter wereld, dat mogen we niet laten gebeuren. En dat is aan ons, dat is aan de Tweede Kamer. Ik zal vandaag samen met mevrouw Van der Plas een voorstel doen om er in ieder geval voor te zorgen dat wij uitspreken dat wij maatregelen gaan nemen om dat te voorkomen. Het is goed dat dit kabinet vertrekt, het is goed dat er snel verkiezingen komen, maar het kan niet zo zijn dat een miljoen mensen in Nederland, in het rijkste land ter wereld, in armoede leeft. Dat voorstel zullen wij gaan doen.
Er breken nieuwe tijden aan. Wat ons betreft is het goed dat we de tijd van de Ruttepolitiek achter ons kunnen laten en dat we kunnen bouwen aan een nieuw land, dat we kunnen opkomen voor elkaar en voor Nederland, dat we kunnen bouwen aan een land waarin het gewoon normaal is dat je een betaalbaar huis hebt, waarin we het niet normaal vinden dat mensen op straat slapen. Als ik hier de deur uitloop, kom ik veel mensen tegen die op straat slapen. Ik vind het een schande dat wij dat in Nederland kennelijk normaal zijn gaan vinden. We moeten gaan bouwen aan een land waarin we eerlijk delen, een land waarin we de vermogensongelijkheid wél aanpakken, een land waarin we niet een Klimaatfonds hebben van 35 miljard waaruit ook subsidies worden gegeven aan grote vervuilende bedrijven maar waarin we mensen helpen bij het isoleren van hun huis, een land waarin we de hoge kosten aanpakken, een land waarin we ervoor zorgen dat mensen die werken minder belasting betalen dan grote bedrijven over hun gigantische winsten.
Voorzitter. Dat land kunnen we samen bouwen, maar dan zijn wel andere politieke keuzes nodig. De SP is er klaar voor. De SP is klaar voor nieuwe verkiezingen en de SP is klaar om aan dat land te bouwen. Ik doe een oproep. We gaan nu allemaal de verkiezingscampagnes in; daar is vandaag al veel over gesproken. Wij denken dat het belangrijk is om van die verkiezingscampagne een ideeënstrijd te maken. We gaan vast en zeker allemaal die uitnodigingen weer krijgen voor allerlei verkiezingsdebatten met stellingen en rode en groene knoppen en weet ik veel wat allemaal niet meer. We gaan misschien weer een geveinsde tweestrijd voeren. Misschien gaan we strategisch stemmen. Laten wij die bullshit misschien een keer achter ons laten. Laten we er een ideeënstrijd van maken, laten we ervoor zorgen dat er iets te kiezen valt. Die politieke ruimte is er nu, maar die oproep zou ik hier vandaag wel willen doen. De SP gaat daar heel graag in voorop.
Dank je wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Marijnissen. Ik stel voor dat wij tot 14.15 uur schorsen. Dan kijken we even of alle informatie binnen is en er ook tijd is om die te hebben kunnen lezen.
De vergadering wordt van 13.29 uur tot 14.15 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is het vervolg van het debat over de ontstane politieke situatie. Ik wil tegen de leden zeggen dat de gevraagde informatie nog niet binnen is. Het is veel en het duurt wat langer dan gepland.
De heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Ik zou toch een tijdsindicatie willen hebben. Het kabinet is gevallen over een pakket aan maatregelen. Dat zou eerst om 12.30 uur hier liggen. Het is nu al 14.15 uur. Kan in ieder geval het spul dat er lag hiernaartoe gestuurd worden? Anders krijgen we het na afloop van het debat, en dat is ook een beetje jammer.
De voorzitter:
Ik snap het helemaal. Ik heb ook gevraagd om een tijdsindicatie. Die kan nog niet worden afgegeven, maar zodra er meer bekend is, laat ik u dat meteen weten. Als uw trouwe verslaggever in deze zaal zal ik dat meteen bovenop het nieuws laten weten. Ik heb die vraag tien minuten geleden ook gesteld en toen was het nog niet mogelijk om een indicatie te geven.
Dan geef ik het woord aan de heer Heerma, CDA.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Dank u, voorzitter. De aankondiging van de premier is het einde van een tijdperk. Op een dag als deze verdient de premier ons respect. Ik wil daarbij de twee dingen benoemen die bij mij als eerste naar boven komen. Dat is als eerste de MH17-ramp, maar vooral ook de manier waarop de premier op de dag van nationale rouw de gevoelens die wij allemaal voelden bij deze ramp onder woorden bracht en ons allemaal raakte. Maar het is ook de wijze waarop hij voorop is gegaan, in Europa en in de wereld, na de inval van Rusland in Oekraïne en dat hij daarbij niet afgewacht heeft, maar vooruitging, op een moment waarop dat echt nodig was in de wereld.
Tegelijkertijd weet de premier ook dat ik in het verleden vaak kritiek heb gehad op zijn prat gaan op politiek bedrijven zonder visie, terwijl het mijn diepe, diepe overtuiging is dat we in deze tijd juist politiek met visie nodig hebben. Maar toen hij vanochtend zijn vertrek aankondigde, moest ik direct denken aan Theodore Roosevelt en aan een quote van hem die ik eerder, op het hoogtepunt van de coronacrisis, in de richting van Hugo de Jonge heb uitgesproken. Ik wil dat hier nu ook doen richting de premier. Het was een speech van Roosevelt in 1910 in Parijs. "Het is niet de criticus die telt, niet degene die erop wijst waarom de sterke man struikelt of wat de man van daad beter had kunnen doen. De eer komt toe aan de man die daadwerkelijk in de arena staat, zijn gezicht besmeurd met stof, zweet en bloed, die zich kranig weert, die fouten maakt en keer op keer tekortschiet, omdat dat nu eenmaal onvermijdelijk is, die desondanks toch probeert iets te bereiken, die groot enthousiasme en grote toewijding kent, die zich helemaal geeft voor de goede zaak." Aldus Theodore Roosevelt in 1910.
Voorzitter. Dit kabinet, Rutte IV, is gevallen over migratie. Ondanks maanden werk en hoewel er zicht was op overeenstemming over tal van punten op het terrein van zowel arbeidsmigratie als asielmigratie, is het toch niet gelukt om tot afspraken te komen die weer tot grip op migratie zouden leiden. Ik vind dit zonde en ik vind het onnodig. De verhouding tussen de punten waarover overeenstemming was en de punten waarover geen overeenstemming was te bereiken, rechtvaardigde wat mij betreft scherp onderhandelen, maar geen roekeloze politiek. Daarmee is de val van Rutte IV eigenlijk meer dan alleen een verschil van inzicht binnen de coalitie op migratie. Het is een teken des tijds, een kanarie in de kolenmijn, een pijnlijk inkijkje in de zorgelijke staat van onze parlementaire democratische traditie van samenwerking, consensus en bestuurlijke verantwoordelijkheid, over partijgrenzen heen, in dienst van het algemeen belang.
Dit kabinet stond voor de grote opdracht om scheidslijnen in de samenleving te overbruggen en een uitweg uit een groot aantal crises te vinden: het woningtekort, het onrecht aan de Groningers en de toeslagenouders, oplossingen vinden voor klimaat, stikstof en migratie. Al deze thema's vragen om visie en leiderschap, om bedachtzaamheid. Wie lef heeft, zoekt door en zoekt niet de uitgang. Rutte IV was verre van een droomcoalitie. De onderlinge verschillen waren groot, maar het was wel een coalitie van vier verantwoordelijke middenpartijen in een totaal verdeeld land en in een steeds guurder politiek klimaat.
De marges in het midden zijn zo smal dat het vinden van consensus steeds moeilijker wordt. Ieder besluit wordt op voorhand verdacht, beladen en tot een ramp voor het land benoemd. Elk debat loopt uit op een potje straatvechten, inclusief verbale beledigingen en inmiddels ook verdachtmakingen en zelfs bedreigingen. Dat hoort niet zo; dat moet anders.
Voorzitter. Het kabinet is gevallen. Het tijdperk-Rutte is ten einde en de kiezer is nu aan het woord. Ik ben blij dat de motie van wantrouwen die gisteren werd aangekondigd, van tafel is. Want een dergelijke motie om een demissionair premier naar huis te sturen, is eerder een onbesuisde politieke afrekening dan iets anders. Het getuigt niet van respect voor het ambt van premier en de persoon.
We gaan naar de stembus; het woord is aan kiezer. En zo hoort het in een democratie. Als CDA gaan we de campagne in met een nieuwe generatie, die doordrenkt is van christendemocratisch gedachtegoed en de energie om te knokken voor heel Nederland: voor gezinnen, voor middeninkomens, voor jonge boeren en tegen een technocratische overheid. We zijn tegen de kilte van het marktdenken en de verstikking van overheidsbureaucratie en voor een verantwoordelijke samenleving die met meer ruimte en meer vertrouwen betere antwoorden zal vinden dan wij hier in de politiek ooit kunnen doen.
We zijn op weg naar een tijd voorbij de individualisering, naar een tijdperk van minder ik en meer wij. Ik hoop, en ik hoorde mevrouw Marijnissen dat net ook zeggen, op een inhoudsvolle campagne met grote ideeën voor de toekomst. En als fractievoorzitter van het CDA die net bekendgemaakt heeft dat hij niet beschikbaar is voor de volgende periode, wil ik aangeven dat ik vol trots naar mijn fractie kijk, naar de nieuwe Kamerleden en de wijze waarop wij gezamenlijk de afgelopen maanden, soms tegen de klippen op, collegiaal hebben gewerkt aan een nieuwe inhoud voor het CDA. Ik vertrouw erop dat het CDA met al deze nieuwe mensen een campagne ingaat waar we iedereen nog zullen verrassen. Ik zal jullie daarbij steunen waar ik kan.
(Geroffel op de bankjes)
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Heerma. De heer Van der Staaij van de SGP.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ik heb een vraag aan de heer Heerma, omdat hij met nogal wat klem zei dat het onnodig was, dat we eruit hadden kunnen komen. Ik hoorde dat eerder ook van vicepremier De Jonge. Hoe moet dat ik rijmen met aan de andere kant het unanieme besluit: hier is helemaal niets meer in te herstellen? Daar heeft het CDA ook voor getekend.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Ik vind dat je in de politiek altijd moet blijven zoeken, ook als het makkelijker is om de uitgang te nemen. Ik denk dat wij het afgelopen jaar als CDA weleens wikkend en wegend zijn blijven zoeken, tegen adviezen van allerlei mensen in om de uitgang te kiezen. Als het gaat over het migratievraagstuk: de heer Paternotte heeft wat mij betreft terecht veel vragen over de stukken gesteld. Ik denk dat, als de stukken straks naar buiten komen, zal blijken dat er een omvangrijk pakket lag. Daarvan durf ik te zeggen dat er in de laatste twintig jaar in de politiek niet zo'n grote visie op migratie is geweest. Dat betreft zowel het terrein van arbeidsmigratie, waarvan terecht is gezegd dat dat veruit de grootste factor van migratie is, alsook asielmigratie. Als dat pakket er ligt, zal duidelijk zijn dat het deel waarover overeenstemming was, vele malen groter was dan het deel waar verschillen van mening over waren. Dat vind ik zonde, en ik denk dat het onnodig is. Tegelijkertijd is het het meest volwassen om het gezamenlijk vast te stellen als je niet tot consensus kunt komen.
De heer Van der Staaij (SGP):
Ja, ik begrijp wat de heer Heerma zegt: als je vast moet stellen dat er geen consensus is, dan loop je toch mee naar de uitgang. Maar ik wil puur begrijpen hoe het nu is gegaan. De heer Heerma maakt er ook een punt van en zegt: je zet ook heel wat op het spel. Waarom is er niet nagedacht over of gepleit voor een afkoelingsperiode, om te kijken of er wel nog een oplossing gevonden kon worden? Waarom was het CDA er zo van overtuigd dat het echt over en uit is en de enige weg de verkiezingen zijn? Nogmaals, dat is een puur informatieve vraag, om het te begrijpen.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Ik snap de vraag. Ik denk dat de heer Van der Staaij de verschillende reconstructies gelezen heeft. Daarbij wordt, tot aan de beeldspraak van het proberen te reanimeren van een dood paard toe, uiting gegeven aan de wijze waarop het CDA tot het laatst toe heeft geprobeerd om de wat ons betreft overbrugbare verschillen toch te overbruggen. Op het moment dat je moet constateren dat het niet mogelijk is en één partij zegt "dit gaat verder dan wat wij kunnen dragen" en de andere partij zegt "daarmee is het voor ons niet genoeg en eindigt het", dan stel je gezamenlijk vast dat het eindig is, hoe spijtig dat ook is.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Heerma. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen, Volt. Gaat uw gang.
De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Het is een bijzonder moment, een gewichtig moment ook. Ik wil er toch even bij stilstaan en iets tegen de premier zeggen. Ondanks dat er veel verschillen zijn, ook in de manier waarop zaken worden aangepakt, is het bijzonder om te beseffen dat een hele generatie is opgegroeid met Mark Rutte als minister-president van Nederland. Dat verdient respect. Ook het besluit van vandaag verdient zeker respect van mijn kant. Ik wil dan ook richting hem iets citeren van een persoon die hij erg waardeert: "Wat wij hebben gewonnen toen al onze mensen zich verenigden, mag nu niet verloren gaan door argwaan, wantrouwen, egoïsme en politiek tussen welke van onze mensen dan ook." Dat is een citaat van de Amerikaanse president Lyndon B. Johnson, toen hij zijn vertrek aankondigde. Daarnaast wil ik ook de heer Heerma danken voor het zijn van een bijzonder fijne collega. Dank daarvoor!
Voorzitter. Nu is het aan ons. Want deze verandering moeten wij nu ook omzetten in politieke verandering. Dat is niet vanzelfsprekend. Wij hebben nu de kans om in de campagnes te laten zien dat het anders kan, dat politiek kan veranderen. De kiezers zullen zich daar in november over uiten. Mijn analyse van de afgelopen dagen is eigenlijk in één zin samen te vatten, één hele simpele observatie die ik hier de afgelopen twee jaar, als Kamerlid, telkens terug heb zien komen: dat de problemen van morgen niet kunnen worden opgelost door de vertegenwoordigers van de politiek van gisteren. Daar is een nieuwe generatie leiders voor nodig.
Vandaag biedt de kans voor die generatie om op te staan en de nodige keuzes te maken, want we staan op een kruispunt. We voelen de aarde opwarmen. De stikstofaanpak ligt stil. Experts waarschuwen ons op dit moment voor een hele grote watercrisis die ons land nóg verder gaat stilleggen. Morgen is er een belangrijke NAVO-top over de oorlog die in Europa woedt. Dan helpt het niet als onze leiders zich laten vangen door extreemrechts en de angst tegenover vluchtelingen opzetten. In plaats daarvan moeten we ervoor zorgen dat we mensen verbinden met een visie voor een gezamenlijke toekomst.
De kabinetsval en het uitstel van zo veel broodnodige oplossingen lijkt in de eerste plaats dus ook een reden voor cynisme, maar voor mij is het juist een beginpunt van hoop. Die hoop baseer ik op één overtuiging die veel Nederlanders in de afgelopen twaalf jaar stilstand hebben losgelaten, maar die voor Volt iedere dag weer centraal staat, namelijk de overtuiging dat we alles in dit land kunnen veranderen als we dat willen, als we dat voor ons kunnen zien. Ik zie die verandering. Ik zie een nuluitstoot-Nederland voor ons, waarin onze kinderen opgroeien zonder de angst dat hun huis overstroomt. Ik zie de verandering van de groene en innovatieve bedrijven die in de toekomst gewoonweg bedrijven zijn. Ik zie dat we onze landen in Europa met elkaar verbinden met een spoornetwerk om ervoor te zorgen dat we geen vervuilende vluchten meer hebben. Ik zie een samenleving met de nadruk op "samen", waarin Europeanen belasting betalen aan Europa zodat we meer voor minder krijgen, waarin belastingontwijking door multinationals onmogelijk wordt gemaakt, waarin voedselbanken overbodig zijn, waarin de overheid de digitale revolutie omarmt, en waarin onze kleinkinderen ons met open mond aankijken als we spreken over "die oude toeslagen". Ik zie een nieuwe generatie in de politiek, een politiek van visie, die daadkrachtige en duidelijke keuzes durft te maken, die de samenleving vertrouwt en mensen via burgerberaden zelf controle geeft over de richting die we met Nederland op gaan. Ik zie een politiek waarin een van ons tegen de ander kan zeggen "je hebt me overtuigd", zonder dat je dan meteen wordt afgemaakt door je medemens of door de media.
Dit alles wil ik samen met u allen vormgeven. We moeten laten zien dat politiek ook kan verbinden. Laten we dus kijken of we stembusakkoorden kunnen sluiten, waarbij partijen vóór de verkiezingen een gezamenlijk standpunt innemen over een onderwerp, waar ze dan ook samen over kunnen gaan formeren. Laten we bijvoorbeeld met de heer Klaver, mevrouw Kuiken en de heer Paternotte kijken of we een stembusakkoord kunnen sluiten op migratie, om te laten zien dat het ook op een andere manier kan. Wellicht kunnen we met mevrouw Van der Plas een stembusakkoord sluiten over sociale zekerheid, om ervoor te zorgen dat er hoop is voor stad en land.
Het is de afgelopen tijd geheel gegaan over de angst voor 2030, maar ik zeg u vandaag: ik kan niet wachten op 2030, 2040 of 2050. Er is zo veel mogelijk en wij hebben zo veel kansen om met elkaar een prachtig Nederland en een prachtig Europa in 2050 vorm te geven. We staan op een kruispunt. Het kabinet is gevallen. Het is nu aan een nieuwe generatie leiders, die op moet staan, voorbij de partijpolitieke loopgraven stapt en met durf en optimisme naar de toekomst kijkt. Die generatie staat slechts op vanuit één overtuiging: dat we alles kunnen veranderen, als we dat maar willen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Ouwehand, Partij voor de Dieren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil namens de Partij voor de Dieren beginnen met woorden van waardering. Die zijn voor de ChristenUnie. Ik vind namelijk dat mevrouw Bikker, mevrouw Schouten en de heer Van Ooijen het fantastisch gedaan hebben. Ze bleven staan voor wat voor ons allemaal vanzelfsprekend zou moeten zijn: fundamentele rechten van kwetsbare mensen die vluchten uit oorlogsgebied. Ze hebben zich niet laten intimideren door powerplay van de VVD. Echt chapeau. Ik voelde me geïnspireerd en ik voelde weer hoop. Het kan dus wel degelijk anders. Dank jullie wel daarvoor.
Voorzitter. De minister-president heeft zijn vertrek aangekondigd. Iedereen heeft vandaag anekdotes. Ik weet dat zeker mevrouw De Koning van NRC altijd op zoek was naar de dynamiek rondom Rutte. Ik kan daar ook iets over zeggen. Mark Rutte zei een keer tegen mij: "Als je naar het spreekgestoelte loopt, ben je altijd heel aardig. Dan zeg je even gedag en zo. En dan ben je snoeihard, en dan loop je terug en ben je weer aardig." Ja, dat zei u over mij. Ik denk dat het goed is dat we dat met elkaar vasthouden. Kritiek geven waar die nodig is, ook als die hard is en ook als die snoeihard is, is onze rol. Op de persoon kun je altijd gewoon nog even een grapje maken. Ik heb veel waardering voor al die uren die Mark Rutte heeft gewerkt. Ik zou het hem niet nadoen. Hij heeft hard gewerkt. Het is een aimabele man. Je kunt met hem lachen. Daarover dus geen kwaad woord. Maar zijn rol als premier ... Ja, hallo! Daar is de Partij voor de Dieren natuurlijk kritisch op geweest. Dat zou iedereen moeten zijn, want voor een minister-president geldt dat je de wetten van ons kwetsbare bestel gewoon moet respecteren. Dat betekent dat je geen leugens vertelt aan de Kamer. Dat betekent dat je er alles aan doet om mensen die de overheid zwaar in de problemen heeft gebracht — denk aan het toeslagenschandaal — te helpen, en niet probeert om het nog verder toe te dekken en in de doofpot te stoppen. Dat is daarbij wel gebeurd. In onze democratische rechtsstaat betekent dit dat, als mensen in Groningen zijn vermalen voor de winsten van Exxon en Shell en er een heel kritisch rapport komt van een parlementaire enquêtecommissie, je aftreedt. Zo moet het gaan. Als je dat niet doet, is het aan ons allemaal, hier in de Tweede Kamer, om het kabinet daar heel kritisch op aan te spreken. Dat heeft niks te maken met de waardering voor de persoon die de minister-president is.
Voorzitter. Zo beoordelen wij dus de val van het kabinet. Die was onvermijdelijk en dit kabinet had al nooit moeten aantreden, omdat de heer Rutte niet voldeed aan die basisvoorwaarden voor het premierschap. Ons vertrouwen dat dat zou veranderen, was allang verdwenen.
Maar ik kijk ook nadrukkelijk naar de VVD-fractie, want het gaat niet alleen maar om de premier. De VVD heeft vandaag opnieuw geprobeerd ons allemaal wijs te maken dat ze er alles aan wilde doen om grip te krijgen op migratie. Dat is gewoon niet waar, want als je daar alles aan wilt doen, dan erken je ten eerste je eigen rol in het feit dat er nu problemen zijn met een tekort aan woningen. Wie had er ook alweer bezuinigd op de sociale woningbouw? Wie heeft die in de uitverkoop gezet? Wie houdt het oplossen van de wooncrisis jarenlang tegen door altijd maar de veehouderij ruim baan te geven, waardoor we nu ook een stikstof- en een natuurcrisis hebben? Dat moet je eerst erkennen. Vervolgens moet je ook erkennen dat het grootste aantal migranten naar Nederland wordt gehaald om het vuile werk op te knappen en om hier onder erbarmelijke omstandigheden te leven, gewoon voor de bv Nederland. Nou, dan doe je er dus niet alles aan om grip te krijgen op migratie. Dan gebruik je kwetsbare kinderen in een oorlogssituatie voor je eigen politieke doelen.
Dat het in de campagne straks over migratie gaat, dat de VVD daar weer een stoer verhaal over heeft: wij laten dat niet gebeuren. Iedereen heeft in de gaten dat het een verhaal is van niks. Want kwetsbare mensen zijn nooit het probleem. Kwetsbare waarden horen het uitgangspunt te zijn van onze politieke keuzes. Als je dat niet doet en niet goed zorgt voor mensenrechten, voor de rechten van dieren, voor de natuur en het klimaat, dan verworden we tot een samenleving die de problemen niet meer opgelost krijgt, in moreel opzicht niet, voor onze toekomst niet en voor hoe we met elkaar om willen gaan niet.
Voorzitter. Die toekomst is juist gediend bij het beschermen van alle kwetsbare belangen. Die moet je niet gebruiken zoals de VVD weer heel lelijk heeft gedaan in plat, cynisch politiek opportunisme om de volgende verkiezingen te winnen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas, BBB.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Voorzitter, beste inwoners van Nederland en speciaal de mensen die op de tribune dit debat hier live volgen. Ook ik wil enkele woorden wijden aan het vertrek dat de minister-president vanochtend heeft aangekondigd. Zoals u weet, heb ik gezegd dat BBB niet in een coalitie gaat zitten met de heer Rutte als minister-president. Dat besluit was gebaseerd op puur zakelijke en politiek-inhoudelijke redenen, onder meer vanwege het toeslagenschandaal, de tweedeling die onder leiding van dit kabinet in de samenleving is ontstaan, het Groningendossier en het gebrek aan actieve herinneringen op cruciale momenten. Mensen vinden het raar dat je zo zakelijk tegenover iemand kan staan, terwijl je op persoonlijk vlak anders over iemand kan denken. Ik vind dat niet raar. Ik vind het heel normaal om zakelijk en persoonlijk te kunnen scheiden. Afgelopen zaterdag bijvoorbeeld heb ik met de heer Wassenberg van de Partij voor de Dieren, een politiek tegenstander, op het Vrijthof een walsje gedaan. Ik noem hem nu ook de heer Walsenberg. Politiek staan wij lijnrecht tegenover elkaar, maar ik vind dat je dit op persoonlijk vlak best kunt doen. De beelden staan online, dus die kunt u gewoon opzoeken. We konden er trouwens niks van, van dat walsen, maar het was wel heel gezellig.
De voorzitter:
Er is een persoonlijk feit, denk ik, van mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voor de Handelingen wil ik even duidelijk maken dat dit niet van tevoren met mij is afgestemd.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Heel goed om te horen dat de heer Wassenberg gewoon zijn eigen ding mag doen zonder de knoet van mevrouw Ouwehand over zich heen te krijgen.
Voorzitter. Als er iets is wat je de heer Rutte niet kunt verwijten, is het dat hij geen harde werker is. Hij is een knetterharde werker. Je kunt hem niet verwijten dat hij niet alles opzij heeft gezet om dit land te besturen. Hij heeft grote offers gebracht op privégebied om minister-president te zijn. Hij heeft in Europa en wereldwijd groot aanzien opgebouwd en Nederland geopolitiek een belangrijke positie gegeven. Dit besluit moet voor de heer Rutte ook een persoonlijk drama zijn, mede omdat hij zo verbonden was met dit ambt. Ik wens de heer Rutte heel veel succes in zijn nieuwe leven. En ik wens hem sterkte in zijn laatste maanden als demissionair minister-president.
Voorzitter. Vandaag werden Nederlanders wakker, brachten zij hun kinderen naar de opvang, werkten ze hard in de eerlijke banen en doen ze naderhand even de boodschappen, als ze die kunnen betalen, want de portemonnee van miljoenen Nederlanders is krap. Ze halen hun kinderen op, gaan naar de voetbal, ploffen vanavond uitgeput op de bank. Maar ondertussen vertrouwen zij erop dat wij als politici het goede doen, dat wij staan voor hun belangen en ervoor zorgen dat Nederland veilig, welvarend en vooral verbonden blijft. Helaas is het kabinet-Rutte IV er niet in geslaagd. Het kabinet én de huidige Kamer hebben deze mensen in de steek gelaten. Dat moet anders. Gelukkig kunnen we het anders gaan doen nu er nieuwe verkiezingen komen.
Voorzitter. De mensen in Nederland vragen niet veel van de overheid, maar de overheid vraagt wel veel van mensen. Mensen lopen vast, zitten in de knel, voelen zich niet gezien en gehoord. Boeren zijn bang voor hun toekomst en vragen zich af of ze na generaties van boeren nog wel boer kunnen en mogen blijven, of hun kinderen ook boer kunnen worden, of ze kunnen blijven wonen waar ze al generaties lang wonen. Burgers worden overspoeld met regels op regels en verplichtingen. Burgers vragen niet veel van ons. Wij vragen veel van hen. De overheid is er voor de burgers, en niet andersom. Dat staat en zal bij ons bovenaan blijven staan. Dát moet het uitgangspunt zijn in nieuw beleid. Beleid op basis van vertrouwen en niet op basis van wantrouwen. Niks anders.
Voorzitter. Nogmaals, mensen vragen niet veel. Ze willen een huis, een baan, een gewoon inkomen waarmee ze hun rekeningen kunnen betalen, hun kind op een sport kunnen doen, barbecueën met de buren, een keer op vakantie, dat hun ouders de zorg krijgen die ze nodig hebben en een biertje drinken in de sportkantine. Mensen in Nederland zijn gewone mensen met heel gewone wensen. Maar helaas is Den Haag vaak met andere zaken bezig. We leggen ondernemers regels op die ze wel willen uitvoeren, maar niet kunnen uitvoeren. Wij verplichten ze bijvoorbeeld om elektrisch te gaan terwijl het energienet niet op orde is en straffen hen dan met extra energiebelasting. Ondernemers zijn zo de pinautomaat van de overheid.
Het is hoog tijd dat we ons weer richten op de behoeften en zorgen van mensen in Nederland. We moeten het vertrouwen in de overheid herstellen en de verbinding tussen Den Haag en de leefwereld van de mensen versterken. Daarvoor moeten we terug naar de waarden van de menselijke maat, zorgen voor elkaar en voor de wederopbouw van onze samenleving. Ook in Panningen, ook in Zoeterwoude, ook in Ootmarsum en ook in Amsterdam.
We moeten bouwen aan een noaberstaat. De overheid als een betrokken buur waar je op kunt rekenen, maar die ook gepaste afstand bewaart tot het persoonlijke erf. Een noaberstaat, waarin de overheid zich niet blindstaart op de waan van de dag, maar oog heeft voor wat echt belangrijk is, de basis in het leven. Het gaat om huizen waarin geleefd kan worden, om banen die zekerheid geven, gezondheidszorg die toegankelijk is, de bus die gewoon stopt in de straat, het zwembad dat open kan blijven, veilig over straat kunnen gaan, je rekeningen kunnen betalen. De noaberstaat brengt niet de theorie in de praktijk, maar brengt de praktijk in de theorie. Geen spreadsheetkabinet, maar een poten-in-de-kleikabinet. Niet vanuit de hoogte, maar vanuit het hart. BBB is daar klaar voor.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter. Nederland is weer vrij. Het coronakabinet is voor de tweede keer gevallen. Dit schijnhuwelijk tussen socialistische liberalen en religieuze marxisten is gelukkig geëindigd in een scheiding, nu hopelijk voorgoed. Daarnaast heeft onze premier terecht geconcludeerd dat het tijd was om te gaan. De geschiedenis zal oordelen over zijn erfenis, maar ook hier van mijn kant een paar persoonlijke woorden. Ik ben 38 jaar toegewijd lid geweest van de VVD. Ik heb Mark leren kennen als een zeer aimabel mens en een bevlogen en toegewijd politicus, altijd goedlachs en geïnteresseerd. Vanaf hier wil ik hem dan ook succes wensen met zijn laatste maanden als premier en hem bedanken voor het grootste politieke cadeau dat ik ooit heb gekregen, namelijk mijn gedwongen vertrek uit de VVD in 2019, want daarmee gaf je mij mijn politieke vrijheid terug. Mark, dank je wel voor alles.
Voorzitter. De val van het kabinet is een zegen voor Nederland. Geen collectivistische maatregelen meer. Geen gedwongen vaccinaties. Geen schadelijke lockdowns of zinloze avondklokken. Geen catastrofale schoolsluitingen meer. Geen angstporno en geen miljarden meer naar big pharma of handige oplichters en politieke vriendjes van ministers. Geen aanval meer op de boeren, de vissers, het mkb en alle andere hardwerkende Nederlanders. Geen miljarden belastinggeld meer naar het klimaat en asielzoekers, terwijl 200.000 Nederlanders naar de voedselbank moeten. Geen aanval op box 3-pensioenbeleggingen en geen totalitaire controlemaatschappij waarbij de almachtige Staat iedere betaling boven de €100 controleert. Wat een verademing! Nederland is bevrijd.
Voorzitter. Maar wat een politiek spelletje is de val van het kabinet op de eerste dag van het reces! Het is House of Cards pur sang. Waarschijnlijk is het drie maanden geleden bedacht door een perverse spindoctor van de VVD. Een klein beetje duiding: de VVD lijkt nu opeens een hard asielstandpunt te hebben, terwijl de VVD volledig verantwoordelijk is voor de totale asielchaos in de afgelopen dertien jaar. D66 implodeert, het CDA houdt op te bestaan, Pieter Omtzigt heeft nog geen partij en BBB is nog aan het bouwen. De VVD kan zonder besmette partijleider de verkiezingen in, en Mark Rutte kan rustig op sabbatical en wachten op de NAVO of de EU, waar ongetwijfeld al een baantje is geregeld. De campagnekassen van andere partijen zijn leeg. De energiecrisis, de woningcrisis, de stikstofdwaling, de klimaatpsychose, het kannibaliseren op Defensie en het opheffen van Nederland kleven niet meer aan de VVD. Maar ik geloof niet dat er een Nederlander is die dit nog gelooft.
List of bedrog of niet, BVNL is blij dat er over vier maanden verkiezingen zijn. Laten we daarna gaan bouwen aan een soeverein Nederland waarin werken loont, ambitie een deugd is en succes applaus krijgt, met lage belastingen, een lage energierekening en vrijheid voor ondernemers, en met betaalbare zorg, een menswaardige oude dag voor onze ouderen en gedegen onderwijs voor onze kinderen. Laten we de erf- en schenkbelasting afschaffen, zodat familiebedrijven in leven blijven en niet in handen vallen van Chinese staatsbedrijven of private equity. Laten we stoppen met de Brusselse dictaten en ons niet langer de Europese wet laten voorschrijven. Laten we de pandemiewet terugdraaien en de gezondheidsdictatuur in de kiem smoren. Laten we zo snel mogelijk een parlementaire enquête houden naar het coronaschandaal en de doofpot helemaal opengooien.
Laten we in het volgende kabinet competente mensen minister maken, ophouden met de baantjescarrousel en een zakenkabinet installeren met mensen die wél een relevante opleiding en relevante ervaring meenemen. Laten we de grondrechten niet meer inperken. Laten we een eind maken aan de doorgeslagen wokedoctrine, met alle onzin omtrent kansenongelijkheid, vermogensongelijkheid, genderfabeltjes, diversiteit, inclusiviteit en de diep racistische insteek van positieve discriminatie. Laten we na de verkiezingen met een asielstopcoalitie een algehele asielstop invoeren, zodat er weer rust komt op de woningmarkt, in de zorg en in het onderwijs. Laten we de spreidingswet per direct van tafel vegen. Kortom, laten we onze vrijheid en ons land weer terugpakken, in het belang van Nederland.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik het woord aan de heer Omtzigt.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Mark Rutte en ik hebben al een lange geschiedenis samen. Die begon toen hij in 2002 staatssecretaris van Sociale Zaken was en ik woordvoerder Pensioenen. We hebben hier dus twintig jaar lang de degens gekruist op meerdere terreinen. De afgelopen paar jaar hebben we elkaars leven niet gemakkelijk gemaakt. Ik kan me voorstellen dat hij me soms achter het behang wilde plakken. Nou, daar had ik ook weleens last van. Maar laat ik hem vanaf deze plek recht in de ogen kijken en oprecht bedanken voor alle energie en inzet voor het land. Hij heeft op zijn manier heel veel voor elkaar gekregen. Dat ging tot ongeveer twee jaar geleden best soepel. Ik wil hem het allerbeste toewensen voor zijn politieke toekomst, want ik zag al een klein haakje dat hij nu een tijd rust gaat nemen, wat ik me buitengewoon goed kan voorstellen. Ik ben zeer benieuwd wat er daarna komt. Ik ben ook zeer benieuwd wat er allemaal besproken wordt op de top in Vilnius komend weekend.
Toch denk ik dat het enigszins merkwaardig is dat het kabinet dat niet over Groningen mocht vallen omdat het oorlog was, valt over de kinderen die uit die oorlog komen. Ik snap ook waarom het kabinet tot de conclusie is gekomen dat het beter is om te stoppen. Ik vind het ook erg leuk om een aantal collega's te horen die graag wilden dat het kabinet doorging. Dat had ik van die collega's eigenlijk nog nooit gehoord. Het kabinet dat door niemand gewenst was, was dus ineens gewenst dit weekend. Het kabinet slaagde er helaas niet in om een aantal oplossingen voor grote problemen te vinden. Dan is het gewoon tijd voor een nieuwe start. Dat soort dingen gebeuren in de politiek. Daar moeten we ook gewoon open over zijn.
Voorzitter. De politieke context is echter ingewikkeld. De eerste vraag die ik heb, is de volgende. Het is namelijk nog steeds een debat met de minister-president. Ik hoor hem zeggen: dat is vraag nummer twee. De tweede zelfs! Dan zit ik er weer honderd procent naast.
Voorzitter. Ik vind het onwenselijk dat ik hier het pakket maatregelen niet heb. Ik had graag willen weten wat er aan arbeidsmigratie op tafel ligt. Dat is een groot probleem. Honderdduizenden mensen zitten in erbarmelijke omstandigheden, zoals mevrouw Marijnissen al zei. Ik zou graag willen weten wat die maatregelen waren en wat ze zouden doen. Dan ben ik ook heel benieuwd wat precies de asielmigratiemaateregel was waarover gestruikeld is. Ik heb het gevoel dat die vooral zeer symbolisch was, maar ik laat me graag anders overtuigen.
Voorzitter. Dan gaan wij naar een nieuwe regering toe. Dat betekent dat we met z'n allen naar de kiezers toe gaan. We zien daar vandaag al de voorbereidingen op. Ik zou aan de minister-president willen vragen wat hij voorstelt als ontbindingsbesluit en verkiezingsdatum. Dat is iets wat we normaal in gezamenlijkheid vaststellen. Iedereen zegt nu: begin november. Ik kan me dat voorstellen, hoewel het wel ver weg is, maar het lijkt me goed om dat vandaag met z'n allen te besluiten. Waarschijnlijk kan de minister-president daar zo een voorstel voor doen, zodat wij daar in tweede termijn op kunnen reageren.
Het nieuwe kabinet gaat een lege schatkist en een grote berg uitdagingen aantreffen. Met de val van het kabinet is namelijk geen enkele toeslagouder geholpen, is geen enkel huis in Groningen hersteld of verstevigd, is geen enkele arbeidsmigrant geholpen, is er geen enkel huis gebouwd en heeft geen enkele boer zekerheid gekregen. Dit kabinet zal, in de typisch Nederlandse traditie, nog negen maanden demissionair regeren. Ik vraag aan de regering of ze op deze zaken wél wil blijven doorpakken.
Ik vraag ook expliciet welk mandaat de regering zou willen hebben voor de augustusbesluitvorming. Zonder aanvullende maatregelen zal de armoede zeer sterk toenemen in Nederland. Zonder aanvullende maatregelen hebben die 10.000 gezinnen die onder bijstandsniveau zitten, nog steeds niet genoeg geld om zelfs de meest elementaire zaken als eten te betalen. Zonder aanvullende maatregelen, zonder aanvullend beleid, namelijk met het vastgestelde beleid, wordt bijvoorbeeld de benzineprijs €0,30 hoger dan die in Duitsland. Dat gaat dramatische gevolgen hebben voor mensen die het nodig hebben en pompstationhouders in de grensregio. Het is een hele lange lijst maatregelen. Ik zou zo graag vandaag of de komende twee of drie dagen een moment vinden om te besluiten wat het mandaat is van deze regering de komende negen maanden, want het feit dat wij er als politici niet in geslaagd zijn — ik zeg dat als "wij" — betekent niet dat de problemen in het land negen maanden kunnen wachten.
Voorzitter, u heeft mij een minuut extra spreektijd gegeven, dus ik weet eigenlijk helemaal niet wat ik ermee moet.
(Hilariteit)
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik ben het niet meer gewend.
De voorzitter:
Daar krijgt u applaus voor.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Nogmaals dank, ook aan de collega's die vandaag hun afscheid aangekondigd hebben. Het was goed om samen te werken met Pieter en met Wopke. Ik hoop dat we, als alle stof is neergedwarreld, met z'n allen de problemen kunnen aanpakken. Dat is wat er eigenlijk van ons verwacht wordt.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Toch net even over de tijd, zie ik. Dat is knap. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK.
Even een indicatie over de informatie. Het is circa 15.15 uur. Ik stel voor dat we na de eerste termijn even schorsen, zodat de leden de informatie tot zich kunnen nemen. Daarna starten we dan met de eerste termijn van het kabinet.
De heer Azarkan.
De heer Azarkan (DENK):
Dank, voorzitter. Mijn partij juicht de keuze van de minister-president om te stoppen van harte toe. Hij heeft zich keihard ingezet, maar de samenleving ook verdeeld. Daarmee heeft hij kunnen heersen, dertien jaar lang. Ik wens hem heel veel succes toe in z'n vrije tijd. Hij zal nog veel kunnen fietsen, appels kunnen eten en in z'n Saab 9-3 Sport kunnen rijden. Ik ben benieuwd hoe hij zijn tijd gaat doorbrengen.
Ik wil ook de heer Heerma bedanken. Daarvoor sluit ik me aan bij de collega's. Hij is een man die altijd op de inhoud politiek bedreef en ook een man met de nodige inhoud.
Voorzitter. Het kabinet is gevallen en Rutte stopt. Het is een merkwaardige dag. Een heleboel collega's zijn erdoor overvallen. De minister-president heeft in de afgelopen jaren voor een deel van de Nederlanders goed gezorgd, maar andere grote groepen in de steek gelaten. Ik wil het ook hebben over de aanleiding voor de val. Machiavelli zei het zo mooi: politiek is doen geloven. De VVD wil ons doen geloven dat alle problemen in Nederland veroorzaakt worden door vluchtelingen en asielzoekers, dat we dat niet eerder gezien hebben met z'n allen en dat al die problemen opgelost kunnen worden als we kinderen niet toelaten als hun ouders gevlucht zijn voor oorlog en geweld. We kennen dat patroon. Als er verkiezingen in zicht zijn, als de koek verdeeld moet worden, gaan cynische rechtse politici altijd meppen naar minderheden, moslims en de minderbedeelden. Het is gewoon racistische zondebokpolitiek, of in het geval van de VVD: een xenofobe bliksemafleider. Ik vind het schaamteloos. De pijlen worden gericht op de meest kwetsbaren, de kinderen.
Het is opzichtig — iedereen hier heeft het door; collega Ouwehand zei het al — hoe de VVD hiermee de aandacht probeert af te leiden van het eigen falen. Want onder leiding van de VVD zijn honderdduizenden sociale huurwoningen verkocht aan buitenlandse sprinkhaaninvesteerders, die onze burgers met toestemming van de VVD elke maand kaalplukken. En dan het lef hebben om te zeggen dat vluchtelingen de woningnood veroorzaken! Het is echt gebeurd deze week; het was tot twee keer toe op tv. De Nederlander betaalt de hoofdprijs voor benzine, gas en elektriciteit in Europa. 300.000 kinderen groeien op in armoede. Dat komt niet door asielzoekers, maar door het beleid van de VVD. Het waren niet de meest kwetsbare asielzoekers die op basis van racistische selectiemethoden honderdduizenden ouders en kinderen hebben vernederd, kapotgemaakt en gestript van hun waardigheid, maar dat was onze Belastingdienst, onder leiding van de VVD. Het waren niet de vluchtelingen die Groningers jarenlang hebben beduveld, bedrogen en belazerd, maar dat waren de mannetjes van de VVD. Ze verkondigen doembeelden en leugens over vluchtelingen voor politiek gewin. Het is xenofobe paniekzaaierij in de machtspolitieke strategie van de VVD. Het is het opkloppen van de aantallen en het nemen van niet-rechtsstatelijke en onwettige maatregelen, waardoor onze eigen rechter de partijen heeft moeten terugfluiten.
Voorzitter. Dit debat gaat niet over asielzoekers. Dit debat gaat over leiding geven aan Nederland. Dit gaat over het Nederland van morgen, het Nederland van over een jaar, het Nederland van de volgende tien jaar. Laten we leiderschap tonen, met z'n allen, en staan voor een Nederland waarin iedereen zichzelf kan zijn op basis van verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid binnen de kaders van de democratische rechtsstaat. Of je ouders nou uit Al Hoceima of Amsterdam, uit Purmerend of Paramaribo, uit Karaman of Kampen komen, je bent onderdeel van die samenleving. Samen zijn we Nederland. We krijgen, dankzij de keuze van de VVD, een nieuwe start, met verkiezingen. Veel mensen zitten thuis en zijn afgehaakt. Dat begrijp ik. Ik kom ze echt heel veel tegen, die mensen die gewoon niet meer stemmen. We hebben bij de gemeenteraadsverkiezingen gezien dat er wijken zijn waar 10% tot 20% van de mensen, juist degenen die in de steek gelaten zijn … Tegen al die mensen zou ik willen zeggen: sta op; ook van u vraag ik leiderschap; ga stemmen voor een ander Nederland. Het is de enige manier om verandering voor elkaar te krijgen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Azarkan. Dan geef ik het woord aan de heer Paternotte, D66.
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. "I shall not seek and I will not accept the nomination of my party for another term as your president." Excuses voor mijn Texaanse accent.
Voorzitter. De premier en ik zien allebei zeer uit naar een boek over het presidentschap van Lyndon Johnson dat nog moet verschijnen. Hij wist iedereen te verrassen met de aankondiging van zijn vertrek. Ik zag daar vanochtend wel iets van terug.
Over het premierschap van Mark Rutte zullen nog boeken worden volgeschreven. Ik wil hem bedanken voor zijn ongeëvenaarde inzet op momenten die ik in ieder geval niet zal vergeten, zoals tijdens de MH17-aanslag en alle verdriet dat ons land toen overheerste, en in de coronatijd, toen het land in onzekerheid zat, en voor de vele coronadebatten die wij mochten voeren, en voor het feit dat hij een leider werd op het Europese podium voor Nederland. Dat was heel belangrijk. Dank.
Voorzitter. Met Pieter Heerma vertrekt ook een collega die ik enorm waardeer. Hij voelt zich nergens te goed voor, als hij maar kan bijdragen om problemen op te lossen. Hij is de beste minister van Sociale Zaken die Nederland nooit heeft gehad. Met het plan "Voor heel Nederland" liet hij zien voor de inhoud te kiezen. Als ik 's ochtends om 7.30 uur wegreed bij de kinderopvang, wist ik dat er in ieder geval één iemand hier op zijn werkkamer in Den Haag zat, die altijd bereikbaar was om dan even de stand van het land door te nemen. Pieter, dank voor de samenwerking.
(Geroffel op de bankjes)
De heer Paternotte (D66):
Voorzitter. Ik noemde het vertrek van de premier vanochtend ook "onvermijdelijk", want we kennen in Nederland een traditie van samen praten tot je eruit komt: koppen bij elkaar, soms tegen elkaar, maar samen door de poort. Dat lukt eigenlijk bijna altijd, want voor de volle honderd procent je zin krijgen, is niet hoe het in Nederland werkt.
Voorzitter. Ik heb eerder in dit debat tegenover mevrouw Hermans ook de lijst genoemd van alle maatregelen die op tafel lagen en die wij echt niet bedacht hadden. Het weer invoeren van een tweestatussenstelsel met een kortere lengte van een verblijfsvergunning. Het aanpassen van de permanente verblijfsvergunning, die er niet meer automatisch zou komen. De leeftijd voor het nareizen van gezinnen terugbrengen van 25 naar 18 jaar. Het versoberen van de opvang voor kansarmen. Het harmoniseren van procedures met andere landen. Het aanpassen van de rechtsbijstand. Ik kan zo nog wel even doorgaan. Daarom zou ik de premier toch nog wel één vraag willen stellen. Was dit nu onvermijdelijk? Was het zonder die maatregel om 5.000 kinderen van oorlogsvluchtelingen toe te laten nou echt niet mogelijk om tot een akkoord te komen?
Voorzitter. De VVD heeft het land nu wel in onzekerheid gestort. Het belangrijkste werk komt stil te liggen. Dat komt het hardst aan bij gewone mensen, zoals jonge ouders die zich zorgen maken over de klimaatcrisis en de toekomst van hun kinderen en die snelle actie willen van de overheid, bij studenten die een normale en betaalbare kamer zoeken, bij mensen die hard werken en iets willen overhouden aan het einde van de maand en die eigenlijk niets groters vragen van de politiek dan een overheid die problemen oplost. Het klimaat wacht niet. Het onderwijs wacht niet. De economie wacht niet. Er zijn minstens 17 miljoen redenen om de grote thema's die nu om besluiten vragen, aan te pakken. De continuïteit in de inzet voor Oekraïne, toeslagen en Groningen is natuurlijk cruciaal, maar de grote opgaven zijn zo veel breder dan dat. We kunnen het ons niet veroorloven om op dit kritieke moment onze taak als politiek te verwaarlozen. De samenleving schreeuwt om actie. Ik zag de noodkreten van gemeenten in antwoord op de val van het kabinet: er is een enorm tekort aan betaalbare woningen en stilstand is onverantwoord. Ze wezen op het risico dat volgend jaar de armoede toeneemt. Burgemeester Van Zanen noemde dit een kwalijk voorbeeld van hoe het bestuurlijke Den Haag het echte Den Haag in de weg kan zitten. Corporaties en Bouwend Nederland zeiden: je bereikt niets met stilstand. Negen op de tien mensen maken zich zorgen dat er nu minder beslissingen worden genomen. Laten we de mensen die naar de politiek kijken voor oplossingen niet laten stikken. Laten wij in deze Kamer bewijzen dat je door samenwerking vooruitkomt, niet alleen na de verkiezingen, maar al deze zomer, om ervoor te zorgen dat de aanpak van de klimaatcrisis, het bouwen van betaalbare woningen en de aanpak van het stikstofvraagstuk doorgaan.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Paternotte. Dan geef ik het woord aan mevrouw Sylvana Simons, BIJ1.
Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dank u, voorzitter. Wat een dag! De heer Rutte kondigt zijn vertrek aan en ook de heer Heerma kondigt zijn vertrek aan. Tegen die laatste zou ik willen zeggen: dat vind ik oprecht jammer; ik respecteer u. Wat de minister-president betreft … Tja, die heeft ervoor gekozen om een kabinet te laten klappen over de rug van kinderen die vluchten voor oorlog en geweld. Hij vond het belangrijker om vast te houden aan de harteloze en onwettige wens om vluchtelingengezinnen uit elkaar te scheuren dan om verantwoordelijkheid te nemen voor het herstellen van de puinhoop die hij met zijn eerdere kabinetten heeft gemaakt. Hiermee is een heel land geofferd voor de valse belofte van één man aan zijn partij.
Voorzitter. Dit jaar herdenken we dat slavernij 150 jaar geleden werd afgeschaft. Zowel de minister-president als de Koning boden excuses aan. Dat waren beide historische en belangrijke momenten. Ik mag hopen dat in ieder geval een van hen het meende, want de ander zette, hoe zuur en hoe cynisch ook, niet veel later weer mensen in als handelswaar, als onderdeel van een politiek machtsspel. Wat blijft er nog over van de boodschap van de minister-president dat hij erkent hoe koloniaal verleden doorspeelt in het heden en dat racisme en uitsluiting hiervoor aan de orde van de dag zijn, als hij vervolgens met droge ogen zegt dat vluchtelingenkinderen — mind you, sommige vluchtelingenkinderen — niet welkom zijn, puur om zijn eigen hachje te redden? Het is tekenend en passend binnen de bestuurscultuur van de afgelopen kabinetten: wegkijken, vertragen, geen verantwoordelijkheid nemen. De opvangcrisis voor vluchtelingen was er nooit geweest als het kabinet eerdere beleidsadviezen over capaciteit en opvang had opgevolgd.
Ook zo veel andere, dringende problemen in Nederland hadden kunnen worden voorkomen of aangepakt: de groeiende armoede in Nederland, het toeslagenschandaal, de stikstofcrisis, de coronadoden, de problemen in de ggz, de woningnood, de crisis in de jeugdzorg, de verschraling van de ouderenzorg, de achtergestelde positie van het Caribisch deel van het Koninkrijk, de enorme druk op en het tekort aan zorgmedewerkers en onderwijzers, de onvoorstelbare stress waar jongeren mee opgroeien omdat ze nu al diep in de schulden zitten en geen toekomstperspectief zien of omdat ze zich terecht gigantisch zorgen maken over de klimaatcrisis, en van de Groningers tot de Limburgers die in onveilige huizen moeten leven.
Voorzitter. Ondertussen heeft zo'n beetje iedereen in Nederland last gehad van een van de kabinetten-Rutte en het falende beleid. We hebben hierdoor een erfenis van meerdere crises waarin financieel gewin of politieke belangen zwaarder wegen dan mensen, van loze beloftes en een totaal verziekte bestuurscultuur, van strijd en tegenstellingen. Het is tijd dat Nederland kleur bekent en onder ogen ziet dat het roekeloze, onbetrouwbare leiderschap van de VVD Nederland in chaos heeft achtergelaten. Nederland is stuk, kapot door twaalf jaar neoliberaal beleid. Maar Nederland kan gerepareerd worden. Dat kan echter alleen met een radicale koerswisseling.
Voorzitter. Dat betekent simpelweg dat de problemen die we nu hebben, bij de wortel dienen te worden aangepakt. Hiervoor moeten we mens, dier en planeet centraal stellen in plaats van eigenbelang en winstgroei. Hiervoor moeten we ons richten op eenieder die zich in het Nederlandse Koninkrijk bevindt, en niet alleen op de bovenste laag, de haves. We zien een enorme groei aan armoede tegenover een enorme groei aan miljonairs in dit land. Niet alleen die laatsten moeten zich bediend weten door de overheid. Religie, huidskleur, beperking, seksuele voorkeur en genderidentiteit zouden niet uit moeten maken voor hoe je behandeld wordt. Dat is het land dat we met z'n allen verdienen.
Voorzitter. We zetten vandaag symbolisch een punt achter het tijdperk-Rutte. Dat betekent wat BIJ1 betreft een komma voor al die Nederlanders die recht hebben op herstel, goed bestuur en een menswaardig bestaan. BIJ1 zal zich daar vanzelfsprekend nu en tijdens de verkiezingen voor blijven inzetten, maar BIJ1 rekent ook op een terugkeer in de Kamer. Dat zal het moment zijn waarop invulling gegeven kan worden aan al dat komt na de komma voor eenieder die zich in Nederland bevindt, voor eenieder die daar recht op heeft en voor eenieder die dat verdient.
Voorzitter, ik dank u.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Simons. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Baudet, Forum voor Democratie.
De heer Baudet (FVD):
Voorzitter. Vandaag beleven we het einde van het tijdperk-Rutte. Het was voor mij een tijd waarin ik politiek volwassen werd en de ware werkingen van de macht leerde kennen. Met vallen en opstaan, mag ik wel zeggen: pieken en dalen. Rutte was de premier die zelfs hoogstpersoonlijk verantwoordelijk was voor mijn beslissing om de politiek in te gaan, toen hij met een inlegvelletje de uitslag van het referendum over het EU-associatieverdrag met Oekraïne terzijde schoof. Het was zijn manier van regeren die mij deed besluiten om als het ware de Rubicon over te steken. Nadrukkelijk niet zijn persoon; ik heb het altijd een buitengewoon intelligente, ontwikkelde en ook zeer aardige man gevonden. Terwijl het liefdesleven van de premier altijd in nevelen gehuld is geweest, kan ik op dit moment openbaren dat we al jaren heimelijk dezelfde grote liefde delen en daarover besmuikte briefjes in de plenaire zaal wisselden, te weten de klassieke muziek.
Over de gemaakte politieke keuzes ben en blijf ik echter onverminderd kritisch. Daar moet ik op dit moment toch het een en ander over zeggen, niet om na trappen, maar om lessen te leren voor de toekomst. Wat begon in 2010 met een belofte van echte democratische vernieuwing met het gedoogkabinet met Wilders, waar ik een warm voorstander van was, mondde helaas uit in een vastgelopen kartelpolitiek, waarin het vertrouwen in democratische instituties door toedoen van opeenvolgende kabinetten-Rutte ernstig werd geschonden. Meteen al in 2012, na de val van de zeer democratische gedoogconstructie met Wilders, ging het mis. Rutte voerde campagne tegen Samsom van de PvdA, maar na de verkiezingen gingen zij tweeën uitgerekend samen regeren. Sterker, ze hadden al dezelfde avond van de verkiezingsuitslag een deal gemaakt. Zoiets schaadt het vertrouwen in de democratie.
Het was het begin van een lange lijst van loze beloftes en geschonden verkiezingsbeloftes. Campagne voeren over rechts, maar eenmaal aan de macht links beleid uitvoeren en de enige twee echte oppositiepartijen, te weten PVV en FVD, continu uitsluiten. Het negeren van meerdere referenda. Selectief verlies van geheugen. Gewiste sms'jes. Tijdens corona het discrimineren van ongevaccineerden. De volstrekt onzinnige lockdowns, waarvan ten tijde van de invoering al bekend was dat ze contra-effectief zouden werken.
Ik noem ook de ongebreidelde immigratie en het onderteken van het migratiepact van Marrakesh, de oplopende woningnood en de alsmaar stijgende belastingen. Ook de voortdurend verdergaande machtsoverdracht aan de EU heeft het vertrouwen in de democratische instituties van ons eigen land structureel ondermijnd. Maar ook het toeslagenschandaal en het nalaten de Groningers adequaat te compenseren. De cultuur van ontransparantie en de weggelakte Wob-documenten. Het laten versloffen van de Nederlandse cultuur. De schoffering van de Nederlandse geschiedenis. De excuses. De oikofobie. De miljarden naar klimaatbeleid. De windmolens; gehaktmolens voor vogels en insecten. Jaarlijks sterven immers meer dan 50.000 vogels door die malle dingen. Dat is 136 per dag. Maar dat terzijde.
De VVD van Rutte heeft eerst campagne gevoerd tegen zulke windmolens. Die draaiden immers niet op wind, aldus de VVD-verkiezingscampagneslogan, maar op subsidie. Wat ook klopt natuurlijk, maar opnieuw: de VVD in campagnetijd bleek telkens een heel andere partij dan de VVD na de verkiezingen. De lijst van voorbeelden is lang, heel lang, waardoor het vertrouwen in de politiek de afgelopen jaren ernstig is geschonden. Geen cent meer naar de Grieken! €1.000 voor iedereen! Ruim baan voor de automobilist! Enzovoort.
Voorzitter. Het is belangrijk om vooruit te kijken. Nederland heeft de kans om nu echt te kiezen voor verandering. We weten welke partijen de afgelopen jaren het beleid hebben gevoerd. Laten we nu gaan voor vernieuwing en verandering. Voor herstel van vertrouwen in de democratie. Voor een democratie die echt functioneert en die de wensen die leven onder de bevolking in beleid vertaalt. Een democratie, kortom, die soeverein is en zich niet door globalisten van het WEF, de EU of de NAVO laat piepelen. Forum voor Democratie is er klaar voor. We zijn bereid met iedereen te praten en samen te werken. Voor de democratie, voor de toekomst, voor Nederland.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Baudet. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de kant van de Kamer. Omdat de informatie zo binnenkomt, stel ik voor om te schorsen tot 16.00 uur. Dan heeft iedereen de tijd gehad om de stukken te lezen en dan gaan we verder met de eerste termijn van de kant van de regering en met de twee vragen die aan de minister-president zijn gesteld. Daarna hebben we de tweede termijn en de rest. Ik schors de vergadering tot 16.00 uur.
De vergadering wordt van 15.14 uur tot 16.00 uur geschorst.
De voorzitter:
Aan de orde is het vervolg van het debat over de ontstane politieke situatie, de eerste termijn aan de kant van het kabinet. Ik geef het woord aan de minister-president. Gaat uw gang.
Termijn antwoord
Minister Rutte:
Voorzitter, dank. Ik kom zo nog op de heer Heerma te spreken als hij weer in de zaal is. Tot die tijd begin ik met een paar inhoudelijke punten. Ik heb niet zo heel veel vragen gekregen. Hij is er! Hij is er. Er is inderdaad vandaag het vertrek aangekondigd van Wopke Hoekstra. Ik wil hem hier toch noemen, mijn zeer dierbare collega in het kabinet, die heeft gezegd: ik ga niet door als lijsttrekker van het CDA. Ik mag zeggen dat ik blij ben dat ik hem naast mij heb als minister van Buitenlandse Zaken, een man van groot statuur en internationaal groot aanzien. Ik zie zeer uit naar onze samenwerking de komende maanden, om te beginnen morgen in Vilnius, bij de NAVO-top, samen met Kajsa Ollongren.
Pieter Heerma: de reus van het CDA, als ik hem zo mag omschrijven. Een man met enorm gezag en enorme integriteit, die uit een familie komt waar hij heeft gezien wat politiek zowel positief als negatief met mensen kan doen. Die les heeft hij in zijn politieke bestaan, merk ik, altijd doorgetrokken. Ik waardeer de samenwerking enorm. Ik waardeer de persoon enorm. Ik respecteer zeer zijn besluit, maar ik wil hem wel zeggen: ik heb genoten van onze samenwerking. Heel veel dank daarvoor.
(Geroffel op de bankjes)
Minister Rutte:
Ik wil ook zeggen — de heer Wilders komt binnenlopen en anderen ook — dat ik het buitengewoon aardig vind wat er gezegd is. De kist staat nog boven de grond, ik ga pas weg als er een nieuw kabinet is. Het orgel speelt nog niet, maar ontzettend aardig wat er gezegd is. De heer Wilders ging voorop. Ik mag het toch wel een vriendschap noemen. Af en toe was er ook wat verwijdering, maar dat is omdat we elkaar minder zien en omdat we politiek minder samenwerken en elkaar iets meer tegenwerken. Maar altijd is er dat enorme gevoel voor stijl.
Ik wil ook zeggen dat het bijzonder is dat ik met iedereen hier — van Lilian Marijnissen tot en met Geert Wilders en iedereen daartussenin — buitengewoon plezierige persoonlijke verhoudingen heb. Volgens mij hebben de meesten hier dat ook onderling. Dat is de kracht van het Nederlandse parlement. Mensen buiten de Tweede Kamer zeggen nog weleens: ja, maar zijn die verschillen van inzicht dan spel? Staan jullie daar een toneelstuk op te voeren? Nou, wij weten hier: dat is niet zo, want wij vinden op de top van onze longen dat de ander verkeerde ideeën heeft. Dat is ook de ideeënstrijd die we hier moeten voeren, maar die geldt de inhoud en mag nooit ten koste gaan van goede persoonlijke verhoudingen.
Hier zitten 150 mensen en in het kabinet zijn er 29 mensen, die inderdaad soms 70, 80, 90 uur per week werken om dit land vooruit te helpen. Dat is een waarde. Het is een waarde omdat het beschaving laat zien, omdat het laat zien hoe je met elkaar kunt omgaan, ook al ben je het oneens. Het is ook een waarde dat, mocht er een keer iets echt verschrikkelijks gebeuren … MH17 was zoiets in 2014, maar je kunt je ook andere dingen voorstellen. Ik ga niet proberen ze hier te benoemen, maar er kunnen vreselijke dingen gebeuren en dan moet de hele politiek samenkomen. Dan moet je er toch niet aan denken dat je op dat moment eerst allemaal kopjes thee en koffie moet gaan drinken om het bij te leggen? Dan moet je meteen met 20 fracties — of hoeveel zijn het er tegenwoordig? Ja, 20 fracties — en 29 kabinetsleden als één man of vrouw er kunnen staan, en dat kan in Nederland. Ik vind dat een grote waarde.
Mag ik daaraan toevoegen: laten we ook steeds zicht houden — dat zal ik ook blijven proberen te doen, binnen mijn partij en erbuiten — op de mensen waar het even wat minder mee gaat, die misschien moeten stoppen of die tot iets anders besluiten dan de politiek, of die ziek zijn. Het is ook onze kracht dat we mensen dan niet laten vallen, maar ook dan geïnteresseerd blijven en mensen blijven contacteren en erbij blijven houden. Ook dat is onderdeel van ons politieke systeem.
Voorzitter. Dan naar de vragen. Het waren er dus niet zo heel veel. Het is voor mij natuurlijk ontzettend lastig om de achtergrond van de discussie over migratie in het kabinet objectief te beschrijven. Ik ga mijn uiterste best doen en probeer iedere keer al die verschillende standpunten recht te doen, want dat vind ik mijn taak hier als premier. Als ik zeg dat die discussie zich afspeelt tegen de achtergrond van de volgelopen grasvelden van vorig jaar, het feit dat er enorme druk staat op het onderwijs, op de woningmarkt, op de hele asielketen zelf en dat het doel is om mensen die hiernaartoe komen, vluchtend voor oorlog en geweld, ook echt een plek in deze samenleving te kunnen geven, dan denk ik dat ik ongeveer formuleer wat alle vier de partijen voelen bij het begrip "grip op migratie".
Ik vond het heel goed dat we vanaf november vorig jaar zijn begonnen dat te verbreden, om niet alleen naar asielmigratie te kijken maar ook naar arbeidsmigratie en naar kennismigratie. Daar is nog huwelijksmigratie bij gekomen, maar uiteindelijk is het zich vooral gaan concentreren op kennismigratie, arbeidsmigratie en asielmigratie. Er lag geen conclusie. Er is dus geen eindstuk. Wat u toegestuurd krijgt, zijn alle ambtelijke stukken, alle ambtelijke notities. Alles wat ook bij de Woo naar buiten zou komen, is nu naar de Kamer gestuurd. De andere stukken zijn partijpolitieke stukken. Die zouden de partijen zelf moeten verstrekken; dat kan ik niet doen. Maar alle ambtelijke notities — het is ook al zo'n stapel — zijn als het goed is nu bij de Kamer. Het is vreselijk veel. Die laten zien wat alle adviezen waren, alle ideeën, concepten et cetera. Er is dus geen einddocument, want we zijn het niet eens geworden. Ik denk dat we een heel eind waren gekomen als we het probleem van nareis en nareis op nareis hadden kunnen oplossen. Maar nareis, en zeker nareis op nareis, was nog niet opgelost; dat zeg ik wel tegen de heer Paternotte, gezien zijn discussie met mevrouw Hermans. Ik ga er zo nader op in. Dat mag ik dan vinden en misschien zegt hij er wat anders over. In ieder geval denk ik dat, als we dat wél hadden kunnen oplossen, we misschien wel ergens waren gekomen. Maar het was zeker nog niet af. Ook in de rest van het pakket zaten echt nog hele lastige punten die we moesten oplossen.
Een van de zaken die in de discussies aan de orde kwamen — en dan wordt het al gevoeliger of ik helemaal namens vier partijen spreek, maar ik ga het proberen — is de volgende vraag die we ons stelden. Als een vluchteling naar Europa komt, dan wil je de levensgevaarlijke overtocht, bijvoorbeeld met bootjes, voorkomen. Daarom zijn we met Tunesië in gesprek. We hopen binnenkort te komen tot afspraken met Tunesië; eerder maakten we ze met Turkije en andere plekken. Dat zijn allemaal afspraken. Ik noem ook de betere grensbewaking tussen Bulgarije en Turkije, en tussen Roemenië en Servië. Denk ook aan de Westelijke Balkan. Ik was vorige week nog bij Aleksandar Vučić van Servië op bezoek om te kijken hoe we nog meer de visumpolitiek van Servië kunnen gelijkschakelen met de rest van de Europese Unie, zodat niet mensen via een Westelijk Balkanland makkelijk de westelijke Unie in kunnen. Je ziet dat ook in Oostenrijk. Dat zijn allemaal dingen die zich buiten of aan de grenzen van Europa afspelen. Ze zijn niet vreselijk controversieel, in ieder geval niet in de coalitie. Daarover bestond geen controverse.
Dus de discussie ging echt over de vraag: hoe kun je voorkomen dat, als vluchtelingen eenmaal in Europa zijn, waar bescherming wordt geboden, mensen kunnen besluiten om naar Nederland te gaan omdat dat misschien aantrekkelijker is dan een ander land? Kun je dat allemaal vreselijk hardmaken? Dat is natuurlijk altijd lastig. Kijk naar de cijfers van 2015 en 2016. Toen hadden wij zo'n 50.000 Syrische vluchtelingen en andere vluchtelingen; Duitsland had er toen zo'n 800.000. Duitsland zit nu grofweg op de helft en Nederland heeft prognoses tussen de 60.000 en de 70.000. Dus je ziet wel degelijk dat Nederland relatief gezien veel hoger staat met het aantal asielzoekers dat hiernaartoe komt. In normale jaren zijn het er 15.000, of 20.000. Als er heel veel zijn, gaat het om 25.000. Als het er heel, héél veel zijn, zijn het er 30.000, maar geen 60.000. Dus dat is echt wel een heel fors aantal en dat leidt tot die beelden in Ter Apel en een vastlopende asielketen. Dat maakt ook dat je vluchtelingen hier heel moeilijk een goede start kunt bieden.
Wat we toen in de discussie besproken hebben, is het zogenaamde tweestatusstelsel: dat je een onderscheid maakt tussen oorlogsvluchtelingen en verdragsvluchtelingen. Dat doen heel veel landen. Op zichzelf was het nog niet eens zo vreselijk ingewikkeld om daaruit te komen. Dat past ook volledig in het Europese stelsel met alle waarborgen en ook het recht op gezinsleven. Op die manier kun je nadere voorwaarden stellen aan nareis en bij oorlogsvluchtelingen. Dat is om twee redenen belangrijk, zo vonden twee partijen in de discussie, namelijk CDA en VVD. Dat betekent dat een vluchteling die naar Europa komt en nadenkt over de vraag waar hij naartoe zal gaan, weet dat in Nederland de discussie heel ver gaande is over het beperken van de nareis voor zogenaamde oorlogsvluchtelingen. Het tweede is dat de oorlogsvluchtelingen in aantal aanzienlijk zijn. Ik heb de cijfers er nog even bij gepakt. Vorig jaar waren het er 7.600. Dit jaar waren het er tot en met maart al 6.200. Het gaat dus echt om forse aantallen. Het is niet zo dat je zegt: u mag niet komen. Je stelt nadere voorwaarden. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat je moet wachten. Of je stelt voorwaarden wat betreft inkomen. Het kan ook allebei. De discussie daarover was gaande.
Een tweede punt dat net opkwam, ging over de kinderen, alsof het CDA of de VVD ervoor zouden pleiten om kinderen uit oorlogsgebieden tegen te houden. Dat is natuurlijk niet aan de orde. Om te voorkomen dat gezinnen die kwetsbaar zijn, niet iemand naar Europa kunnen sturen, is er natuurlijk artikel 8 EVRM. Ten tweede zat in de hele discussie steeds dat er een extra vangnet moet zijn voor mensen, gezinnen en kinderen die extra kwetsbaar zijn.
Je moet je wel voorstellen dat de meeste vluchtelingen die op dit moment naar Nederland komen op titel van "oorlogsvluchteling", uit landen komen waar het op zich veilig is. Dat geldt niet voor iedereen, maar de meesten zijn al naar een land gegaan waar het minder gevaarlijk is, bijvoorbeeld Turkije voor Syriërs. Die komen hiernaartoe. Dan komt er een discussie, en daarin zat in de kern eigenlijk het probleem. Het zijn twee waarden die ik hier niet ga … Ja, ik vind er natuurlijk iets van, maar anderen zullen aan de andere kant hangen. De ChristenUnie zei bijvoorbeeld: "Wij vinden dat het ook voor oorlogsvluchtelingen altijd mogelijk moet zijn om nareis mogelijk te maken. We mogen dus geen onderscheid maken tussen verdragsvluchtelingen, bijvoorbeeld politieke vluchtelingen, aan de ene kant en oorlogsvluchtelingen aan de andere kant. Wij vinden die waarde zo essentieel dat we dat onderscheid niet kunnen maken." Aan de andere kant zeiden partijen als CDA en VVD: "Dat snappen we. Maar als de zaak zo vastloopt, dan vinden wij toch dat je bereid moet zijn om dat onderscheid wel te maken." Ik zie een interruptie, voorzitter, maar ik maak dit punt even af, als dat goed is.
De voorzitter:
Heel graag. Eerst afmaken.
Minister Rutte:
Dat zijn twee waarden. Ik herinner mij nog een mooie discussie met Carola Schouten. We zeiden: het is niet zo dat de een een beter of moreel superieur standpunt heeft ten opzichte van de ander. Het zijn twee botsende opvattingen. Als opvattingen botsen, ga je zoeken naar hoe je eruit kunt komen. En om het nog maar eens een keer te zeggen: volgens mij rende geen van de partijen weg naar de uitgang. Op donderdagavond is op een gegeven moment gezegd: zou je de wens van een nareisbeperking voor oorlogsvluchtelingen kunnen vormgeven als een noodknop? Dan zeg je: we doen het niet algemeen, wat een wens was van het CDA en de VVD, maar zouden we kunnen afspreken dat je het alleen doet in het geval dat de druk op de asielketen zodanig hoog wordt dat je eigenlijk aan een soort noodrem moet rekken? Ik zeg maar even heel eerlijk dat ik wel bezorgd was of mijn eigen partij dat nog wel genoeg vond. De hoofdonderhandelaar aan de VVD-kant, Dilan Yeşilgöz — zij is iets rechtser dan ik in de VVD — hield contact met de fractie. Ik vroeg ieder uur: is de VVD nog aan boord? "Ja, de VVD is nog aan boord." Uiteindelijk lag er op vrijdag om 16.00 uur een stuk over een noodrem. Dat was nog niet af. Dat moest nog verder worden uitgewerkt. Maar uiteindelijk konden we het daar met de vier partijen — en dat is volkomen te respecteren van alle partijen; ik verwijt dat helemaal niemand — helaas niet over eens worden.
Tot slot, voorzitter, de nareis op de nareis, het andere punt dat eerder in het debat naar voren kwam. Daarvoor geldt dat we daar niet uit waren. We waren erover uit dat je kunt zeggen: je geeft de reguliere migrantenstatus aan nareizigers op nareizigers. Dat betekent dat je extra voorwaarden kunt stellen aan die nareizigers. Maar zo simpel is het niet, want die nareizigers op nareizigers kunnen vervolgens ook weer asiel aanvragen. We liepen er dus ook nog op vast — maar die discussie hadden we nog verder moeten uitboren — dat je in dat geval, dus om alsnog beperkingen op te leggen in gevallen waarin dat nodig was, inmiddels dus in de vorm van een noodknop, alsnog had moeten zeggen: is dit een oorlogsvluchteling of een verdragsvluchteling? Ik denk dat die noodknop zich ook daarnaar zou hebben uitgestrekt, maar zover waren we nog niet in de discussie. Dan was je dus opnieuw beland in de veel principiëlere discussie dat dat onderscheid in ieder geval voor één partij, en misschien zelfs twee partijen, niet te dragen was. Ik denk dat dat bij de noodknopvariant nog maar één partij was, maar aanvankelijk, bij de bredere variant, gold dat voor twee partijen, dus ChristenUnie en D66.
Dan is natuurlijk de vraag, tot slot: ja, maar er lag al zo veel. Dat is waar. Er lagen best een hele hoop afspraken waar je waarschijnlijk uit had kunnen komen als je door had gepraat, denk ik. Maar dat zijn allemaal inschattingen. Het is ook een feit dat in ieder geval de partij waar ik mij het meest verbonden mee voel — ik probeer zo objectief mogelijk te praten — zei: de impact van het beperken van de nareizen, en trouwens ook de nareis op de nareis, zeker waar het gaat om oorlogsvluchtelingen, in aantallen en in betekenis, is zodanig groot, zeker in het geval waar we nu over spreken, dus waarin je een noodknop hebt voor als het stelsel overbelast dreigt te raken, dat het pakket als geheel niet betekenisvol genoeg is als je die niet hebt. Daarover kun je van mening verschillen, maar dat waren in ieder geval de opvattingen die er lagen. Dat is de reden geweest waarom we die vrijdag uiteindelijk hebben gezegd, na goede discussies en een goede sfeer ... En even over mijn eigen rol: die woensdag heb ik inderdaad gezegd "voor de VVD is de nareismaatregel heel essentieel; dat klopt, en ik kan me niet voorstellen hoe we hieruit gaan komen zonder die maatregel". Daarop kreeg ik nogal stevig de feedback, vooral van de collega's van het CDA in het kabinet, dat ik dat te lomp deed. Ik heb donderdag ook gezegd: dat had ik ook wel iets rustiger kunnen doen. Toen zijn we gaan werken aan compromissen. Er lag inmiddels ook een voorstel van ChristenUnie en D66 om een aantal andere dingen goed te regelen. Toen zijn we die donderdagavond gekomen op die noodknop, maar nogmaals: die liep vrijdag vast.
Dat is dus eigenlijk in een nutshell wat er speelde. Geen van de partijen is op weg geweest naar een uitgang, ook de VVD niet. Er is ook niet één partij geweest die de stekker eruit trok, geen enkele partij. Vrijdagmiddag is de conclusie getrokken: we komen er niet uit. Toen hebben we ook nog bekeken of we in het weekend zouden pauzeren en maandag het besluit zouden nemen, dus we hebben gekeken naar reflectietijd in het weekend. Ook dat hebben we met vier partijen rustig besproken. Uiteindelijk zijn we na wat heen en weer praten tot de conclusie gekomen dat het het beste was om het die vrijdag af te ronden. Dat is, in mijn beleving, wat er gebeurd is. Nogmaals — ik zie nog niemand boos opstaan — het is natuurlijk altijd iets gekleurd naar de VVD. Dat is onvermijdelijk, omdat ik daar natuurlijk namens die partij sprak. Ik denk dat ik geprobeerd heb om zo objectief mogelijk weer te geven wat alle posities waren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dit ga ik dus niet missen: luchtigjes een soort college geven. "Ja, dan zitten we daar met z'n vieren. De een heeft deze waarden en de ander heeft die waarden en daar heb je dan een gesprek over." Luchtigjes. Niks aan de hand. Er was verdorie wel wat aan de hand. Het is mevrouw Bikker en de collega's van de ChristenUnie ook gevraagd: begreep Rutte eigenlijk al heel vroeg dat dit voor jullie een rode lijn was? Daar zegt de minister-president even niks over. Hij schetst een beetje luchtigjes hoe dit gegaan is, terwijl het na de kop koffie die mevrouw Bikker na haar aantreden met de minister-president heeft gedronken, volgens mij volstrekt duidelijk was dat dit voor de ChristenUnie niet bespreekbaar was. We begrijpen uit de reconstructie dat er heel veel voorstellen op tafel hebben gelegen en dat de ChristenUnie bereid was om heel veel te doen — er waren negen opties — maar dit even niet. Dat was niet een geheim of zo. Dat was toch duidelijk? Dat wil ik graag weten van de minister-president.
Minister Rutte:
Ik heb inderdaad koffie gedronken met mevrouw Bikker. Het is waar dat zij zei: die maatregel van het beperken van het nareizen voor oorlogsvluchtelingen ligt bij ons buitengewoon moeilijk, en ik denk niet dat wij dat gaan doen. Ik heb gezegd: ik denk dat het voor de VVD onmogelijk is om tot een pakket te komen als dat er niet in zit, maar we puzzelen door. Daarna is er ook nog uitvoerig overleg geweest tussen onder anderen Dilan Yeşilgöz van de VVD en Maarten van Ooijen van de ChristenUnie. Die hebben nog een hele zaterdagochtend bij elkaar gezeten om te zoeken naar varianten. Een van de varianten die daarna nog bedacht is, was een initiatiefwetsontwerp over dit element, te schrijven door de fracties van het CDA en de VVD. Om redenen die ik accepteer, was dat niet acceptabel voor D66 en de ChristenUnie. Maar het is natuurlijk niet zo dat als een van de voorlieden van de coalitiefracties zegt dat iets wat een andere partij wil niet kan, daarmee die andere partij zegt: o, nee, dan doen we het niet. Waarom was dit nou zo'n moeilijke discussie? Omdat het waar is dat het pakket uit meer bestaat, maar dit naar de overtuiging van in ieder geval één fractie zeer bepalend is voor het succes van het hele pakket, omdat dit ook de grote aantallen betreft, zowel direct — kijk naar de 6.200 dit jaar — als indirect, waar het gaat om het aankondigingseffect.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Als er twee verhalen zijn, dan zal de minister-president, nu hij demissionair is en zijn vertrek heeft aangekondigd, begrijpen dat het voordeel van de twijfel naar de ChristenUnie gaat. Zij zijn daar glashelder over geweest. Ze hebben gezegd: dit is voor ons een rode lijn.
Minister Rutte:
Dat zeg ik toch ook?
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Nee, dat zegt u niet. U zegt dat mevrouw Bikker bij die kop koffie gezegd zou hebben: ik denk niet dat wij dat gaan doen. Ik denk niet dat ze een slag om de arm heeft gehouden. Ik was er niet bij, maar ik denk dat zij heeft gezegd ...
Minister Rutte:
Ik kan daar heel ...
De voorzitter:
Wacht even. Maakt u uw zin af, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, laat me anders even uitpraten! De minister-president, die er inderdaad goed aan doet om zo snel mogelijk te vertrekken, suggereert hier zo eventjes dat daar nog ruimte zat, terwijl wij de ChristenUnie kennen zoals mevrouw Bikker het ook heeft verwoord: kinderen groeien op bij hun ouders, en zeker kinderen uit oorlogssituaties; wij gaan die gezinnen niet uit elkaar trekken. Dat was helder. En dan zijn er allerlei manieren waarop je grip kan krijgen op migratie. Van een aantal van die manieren die ik heb gelezen, kreeg ik echt buikpijn, maar ik zag dat de ChristenUnie daar zelfs in meeging. Een andere grote component waar de VVD nooit aan wilde, was de arbeidsmigratie, want de bv Nederland moet door; het maakt niet uit dat die mensen hier onder erbarmelijke omstandigheden moeten wonen in huizen die er niet eens zijn. Wat de minister-president heeft gedaan, met steun van z'n VVD-fractie, is die nucleaire optie inbrengen om de ChristenUnie maximaal onder druk te zetten. Dat is toch gewoon hoe het is gegaan? Maak dat niet kleiner dan het is.
Minister Rutte:
Mevrouw Ouwehand, het is toch niet zo dat als een van de voorlieden van de coalitiepartijen zegt "die maatregel is voor ons niet te dragen", ik dan zeg: oké, als het voor een andere partij essentieel is, dan stoppen we? Dan is toch de enige conclusie: we puzzelen verder om te kijken of er toch iets te vinden is? Zo is het gegaan. Wat is daar nou raar aan?
En waarom is dat zo belangrijk? Omdat deze maatregel naar de overtuiging van de fractie van de VVD leidt tot een behoorlijk impact. Als je die eruit haalt, dan zou het pakket te licht worden. Dat is een opvatting. Waarom is die minder waard dan een opvatting van een partij die zegt: wij willen die nareis ook voor gezinnen niet beperken? Dat vind ik ook een waarde die voor mij heel belangrijk is, maar het gaat uiteindelijk om een weging van waarden. Daar waren we het dus over oneens. Dan ga je zoeken naar een oplossing. Dat heeft onder andere geleid tot nog een gesprek van vier uur op een zaterdagochtend tussen Van Ooijen en Yeşilgöz, de staatssecretaris van VWS en de minister van Justitie, de twee personen in het kabinet die voor de ChristenUnie en de VVD in de onderhandelingen voorgingen. Die zijn toen een heel eind gekomen, maar ze zijn er niet uit gekomen. Het is dus weer teruggegaan naar het geheel. Dit speelt al sinds februari. Het idee dat we dat als VVD die week voor het eerst op tafel legden, klopt ook niet. Die discussie speelde al maanden. Maar het is ook waar dat de ChristenUnie zei: voor ons is dit niet mogelijk. Dus moet je zoeken naar een oplossing.
Waarom dacht ik dat die oplossing misschien nog te vinden was? Het is niet zo gegaan, maar ik had nog wel hoop. Waarom? Omdat de maatregel in augustus om de toen grote problemen in de asielketen op te lossen wel degelijk ook de vraag betrof: hoe kun je uiteindelijk de nareis voor oorlogsvluchtelingen beperken? Dat is door de rechter afgewezen omdat je daarvoor dat tweestatussenstelsel nodig hebt. Zonder dat tweestatussenstelsel kun je de nareis van oorlogsvluchtelingen niet beperken. Nu zouden we — daar waren we het politiek op zich over eens kunnen worden, denk ik — wel de nareis van oorlogsvluchtelingen kunnen beperken. Ik dacht: dat hebben we al een keer gedaan en dat moet dan misschien nog een keer mogelijk zijn. Uiteindelijk dacht ik, op die donderdag met die noodknop, dat het heel dicht bij augustus zou zitten. Maar ik respecteer het volledig als een van de fracties zegt: voor ons kan het niet.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Ouwehand.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, maar dan moet de minister-president gewoon even eerlijk zijn. Hij maakte het net kleiner, alsof de ChristenUnie gedaan zou hebben alsof er ruimte zat bij die befaamde kop koffie. Het is aan alle ChristenUniemensen gevraagd. Die zeggen steeds: dat moet je aan Rutte zelf vragen. Was dat nou duidelijk of niet? Wat is daar gezegd?
Minister Rutte:
Daar is letterlijk gezegd door de ChristenUnie: "We hebben er uitvoerig over gesproken. Wij denken dat een tweestatussenstelsel misschien kan, maar het beperken van de nareis kan voor ons niet." We hebben toen ook tegen elkaar gezegd: dat kan dus betekenen dat het kabinet hier niet uit gaat komen. Dat hebben we ook tegen elkaar uitgesproken. Toen hebben we ook gezegd dat we zouden gaan doorpuzzelen: we gaan kijken of er toch op de een of andere manier iets te vinden is. Zo is het gegaan.
De voorzitter:
De minister-president vervolgt zijn betoog.
Minister Rutte:
Voorzitter. Dan kom ik bij nog een paar andere vragen.
De voorzitter:
Nee, mevrouw Ouwehand, we doen de interrupties in maximaal drie keer. We kijken daarna of er nog vragen over zijn. Ja?
Minister Rutte:
Mag ik door? Oké. Er lag ook de vraag welke pakketten er lagen op arbeid en asiel. Nou, er was geen pakket, want er is pas een pakket als je het over alles eens bent. Daar zijn we dus niet toe gekomen.
Dan was er nog de vraag: wat kan een demissionair kabinet nog? Ik zei al dat het kabinet zelf heeft besloten om zichzelf mentaal missionair te achten waar het gaat om de oorlog in Oekraïne na de Russische agressie, de uitvoering van de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie gaswinning Groningen en de uitvoering van het beleid naar aanleiding van het parlementaire onderzoek inzake de kinderopvangtoeslag. En — voeg ik daar thans aan toe — ik denk dat er totale, Kamerbrede steun is om, als het gaat om MH17 en de verdere afwikkeling daarvan, te zeggen: wees alsjeblieft missionair. Op Prinsjesdag wordt de begroting ingediend. Die zal qua beleidsvorming een ander karakter hebben dan wanneer je een missionair kabinet bent. Verder geldt in algemene zin het adagium van oud-fractievoorzitter van de Staatkundig Gereformeerde Partij Bas van der Vlies, die zei dat een demissionair kabinet niet beperkt is in zijn bevoegdheden, maar wel in zijn mogelijkheden. Die mogelijkheden vinden hun grenzen voor een belangrijk deel in de rubricering "controversieel" die de Tweede Kamer toekent — dat is een interne werkwijze van de Tweede Kamer — aan onderwerpen op de parlementaire agenda.
Toen vroeg de heer Omtzigt … Hij staat hier, en ook aan hem dank voor zijn vriendelijke woorden. Ik hoop dat ik ooit nog de kans krijg, meneer Omtzigt, om toch een keer de Saab naar Enschede te sturen en u uit te leggen hoe het echt zit met die 1 april, althans de dagen daarvoor. Maar goed. De heer Omtzigt vraagt welk mandaat de regering zou willen voor de augustusbesluitvorming. Het kabinet heeft ook in een demissionaire status de verantwoordelijkheid om het koopkrachtbeleid en het koopkrachtbeeld voor 2024 op te stellen en daar op de derde dinsdag de voorstellen voor te doen. Dat is vastgelegd in de Grondwetsartikelen 65 en 105. Dat betekent dat het kabinet, zodra de macro-economische ramingen en het koopkrachtbeeld van het Centraal Planbureau er zijn, een besluit neemt over de koopkracht voor 2024. Dat hebben we ook in de Voorjaarsnota aangekondigd. Het kabinet zal daarbij doen wat het noodzakelijk acht en daarbij uiteraard rekening houden met eventueel door de Kamer breder vastgesteld controversieel beleid. Uiteraard is wel het doel om dat koopkrachtbeeld zo goed mogelijk te krijgen. Het kabinet heeft immers ook de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de voorstellen voor het begrotingsjaar 2024 op een meerderheid kunnen rekenen in het parlement. Ook dat is voorgelegd en vastgelegd in die grondwetsartikelen. Dat betekent dat het tijdpad voor het begrotingsproces niet anders is dan in andere jaren.
Voorzitter. Daarmee heb ik alle vragen beantwoord.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik heb zo meteen nog één vraag die ik gemist heb, maar ik kom even terug op arbeidsmigratie.
Minister Rutte:
O nee, er komen nog twee vragen. Sorry.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Over de datum van de verkiezingen.
Minister Rutte:
Ja, die komt nog. U hebt gelijk.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik kreeg de stellige indruk dat de regeringspartijen wel tot een overeenkomst gekomen waren op het punt van arbeidsmigratie. Ik zou graag zien hoever men daarbij gekomen was, omdat er in de Kamer vrij brede overeenstemming over is om daar iets aan te doen. Ik zou de regering eigenlijk willen uitnodigen om dat pakket te laten zien en, als dat een beetje redelijk is, ook gewoon verder uit te werken. Want ik vrees dat er een enorme hoeveelheid dossiers op de komende regering afkomt. Is de regering dus bereid om waar overeenstemming over was gewoon verder uit te werken en dat ook aan de Kamer voor te leggen? Als de Kamer dan zegt "dit vinden we niks", dan wordt het wel controversieel verklaard, maar dan zou je toch weer een jaar niet verloren laten gaan.
Minister Rutte:
Wat zo meteen verspreid wordt — dat is ook conform de Woo — zijn alle ambtelijke stukken. Ik kan niet de politieke stukken verspreiden. Er is geen akkoord bereikt over wat dan ook. Je had wel zicht. Je wist gewoon: daar is waarschijnlijk uit te komen. Maar ook op het gebied van arbeid is er geen pakket vastgesteld. Ik zou de vraag van de heer Omtzigt zo kunnen interpreteren dat hij zegt: joh, als het nou waar is dat jullie heel ver waren op het gebied van arbeid, is het dan misschien niet slim om toch nog te kijken of je het er helemaal over eens kan worden? Dat kan ik nu niet inschatten. Dat moet ik dan echt mee terug nemen naar het kabinet om te zien waar we precies stonden en hoe zich dat politiek verhield tot die andere onderwerpen, want dat weet ik gewoon niet zeker.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Dat zou ik wel zeer wenselijk vinden. Overigens, de bijzin dat stukken conform de Woo aan de Kamer verschaft worden … Dat blijft kriebelen, zeg ik tegen de minister-president. Het gaat hier om artikel 68. Ik snap dat niet elke politieke partij haar bottomline die er in de onderhandelingen is prijs wil geven, want dat kan bij een volgend kabinet weer inzet zijn. Ik heb er dus begrip voor dat ik die stukken niet krijg. Echt waar. Maar als die overeenkomst er is, dan zie ik die wel graag.
Minister Rutte:
Die is er niet.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik zou wel graag zien welke samenhangende pakketten er mogelijk zijn. Ik moet zeggen dat ik de sheets die ik in twintig minuten heb kunnen zien, wel zeer informatief waren. Dus daarvoor wel dank.
Minister Rutte:
Dat zijn dus alle ambtelijke stukken, maar er is geen pakket op arbeid. Ik moet dit dan zo interpreteren dat de heer Omtzigt zegt: zou je dat dan toch niet kunnen afronden? Alleen, het lastige is dat ik nu niet politiek kan inschatten of tussen de vier partijen die dit kabinet vormen, de overeenstemming op het gebied van arbeid lastiger wordt als er niet ook overeenstemming is over de andere elementen van het migratiepakket. Dat weet ik gewoon niet, dus daar kan ik nu geen antwoord op geven. Dat moet ik even mee terugnemen naar het kabinet.
De voorzitter:
Tot slot, de heer Omtzigt. Voldoende? De vraag wanneer de verkiezingen zijn, moet nog beantwoord worden.
Minister Rutte:
Ja, daar kom ik nog op terug. Ik heb nog twee vragen, waaronder de vraag over de spreidingswet. Daar geldt voor dat het aan de Kamer is.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Nee, voorzitter. Ik hoop dat die overeenstemming er komt, maar daar kom ik zo in mijn tweede termijn even op terug.
De heer Pieter Heerma (CDA):
De premier heeft zojuist geprobeerd om vanuit het perspectief van zijn eigen partij zo neutraal mogelijk weer te geven hoe de verhoudingen liggen op het gebied van asielmigratie. Mijn indruk is dat op het gebied van arbeidsmigratie wel degelijk, conform de vraag die de heer Omtzigt net stelde, in grote lijnen stappen zijn afgesproken of dat er consensus was over vrij fundamentele dingen waarbij het zonde is om ze laten liggen. Is de minister-president bereid om inderdaad te gaan checken of daarover in het kabinet consensus is?
Minister Rutte:
Ja.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Kunnen wij daar dan op korte termijn een brief over krijgen waaruit blijkt waar het kabinet dan aan denkt? Als blijkt dat dat hier te gevoelig ligt, kan de Kamer altijd alsnog besluiten om het controversieel te verklaren.
Minister Rutte:
Dat is slim.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Maar ik kan mij in ieder geval niet aan de indruk onttrekken dat er op dit punt wel degelijk grote consensus was.
Minister Rutte:
Dan praten we over arbeidsmigratie, hè? We verstaan elkaar goed, toch?
De heer Pieter Heerma (CDA):
Ja.
Minister Rutte:
Ik weet het gewoon niet zeker. Naar mijn informatie waren we een heel eind, maar er is pas een pakket als je het over alle onderdelen eens bent. Er is nooit een klap op gegeven. Dan moet ik dus kijken of er bij een of meerdere coalitiepartijen vanwege de politieke balans bezwaar tegen is om alleen arbeid te doen zonder de twee andere elementen, dus of er dan een probleem ontstaat, of dat iedereen zegt: joh, onzin, je kunt arbeid ook geïsoleerd doen. Dat weet ik gewoon niet, dus dat moeten we uitzoeken. Dat is dan dus hetzelfde antwoord als op de vraag van de heer Omtzigt: daar gaan we naar kijken.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Het kan ook zo zijn dat er een of twee onderdelen in zitten waar één partij of één smaldeel bezwaar tegen heeft, wat nog steeds geen reden hoeft te zijn om de andere dingen niet te doen. Kan de minister-president toezeggen om, indien er in het demissionaire kabinet onderdelen zijn die waardevol kunnen zijn om de onwenselijke vormen van arbeidsmigratie tegen te gaan, die onderdelen voor het einde van het reces, dus in het reces, naar de Kamer toe te sturen, zodat ze meegenomen kunnen worden in de controversieelverklaring, die dan intussen heeft plaatsgevonden?
Minister Rutte:
Of juist niet.
De heer Pieter Heerma (CDA):
Of juist niet.
Minister Rutte:
Precies. Ik zeg toe dat wij in het kabinet diepgaand bekijken of dat kan, ja.
De heer Paternotte (D66):
Ik had gevraagd of dit nou eigenlijk onvermijdelijk was. Ik heb niet het gevoel dat ik daar al een antwoord op heb, want de minister-president schetst de discussie over asiel en waarom het voor de VVD zo belangrijk was dat er een beperking kwam op de nareis van de kinderen van oorlogsvluchtelingen. Alleen gaat mijn vraag toch meer over hemzelf. Als minister-president heb je dan toch een bredere verantwoordelijkheid, ook naar jonge boeren die zitten te wachten op duidelijkheid en op toekomstperspectief, en naar mensen die een betaalbaar huis zoeken, al die onderwerpen, al die grote dossiers. Je ziet het in de noodroepen vanuit de gemeenten, vanuit de vakbonden, vanuit de werkgevers en vanuit de ondernemers, die zeggen: wij zijn zo bevreesd dat door de val van dit kabinet nu allerlei dingen op de lange baan komen. De chaos die dat veroorzaakt ... Is dat niet iets wat je als minister-president moet meewegen op het moment dat je op zo'n tegenstelling van overtuigingen komt, dus of dat een val van een kabinet waard is?
Minister Rutte:
Allereerst vind ik dat de heer Paternotte zich echt schuldig maakt aan spelverruwing. Hij is vanaf vrijdagavond consequent bezig om de indruk te wekken dat de VVD kinderen uit oorlogsgebieden zou willen tegenhouden. Ik heb net uitvoerig toegelicht dat dat de grootst mogelijke nonsens is. Waar praten we hier over? We praten hier over vluchtelingen die in de meeste gevallen al naar transitlanden zijn gevlucht, die vanuit daar naar Nederland komen en waarvan de gezinnen op dat moment dus niet in gevaar zijn. Als gezinnen wél in gevaar zijn, zijn er twee heel belangrijke waarden in de afspraken die we aan het maken waren. Uiteraard is dat artikel 8 EVRM; daar is geen discussie over. Twee. We zouden komen tot een extra vangnet — dat heb ik net ook gezegd — juist om die gevallen op te pakken en ervoor te zorgen dat je kinderen niet in de steek laat. Dat frame alsof de VVD zou hebben gezegd dat we die kinderen in de steek laten, is dus echt nonsens. Ik werp dat verre van me en ik vind dat beneden het niveau van de heer Paternotte. Ik zeg dat met alle scherpte.
De voorzitter:
Sst! Niet roffelen in de zaal.
Minister Rutte:
En nu naar zijn vraag.
De voorzitter:
Wacht, wacht, wacht. Het is niet de bedoeling dat u in de zaal mee gaat doen aan het debat, echt niet. U heeft nu te vaak geklapt op de tafeltjes. U moet daar nu echt mee stoppen.
Minister Rutte:
Het zit mij eerlijk gezegd enorm dwars dat dat al sinds vrijdag het frame is dat D66 neerzet. Nu ga ik naar de inhoud van zijn vraag, want dat is een relevante vraag. Ik ga eerst de hele vraag beantwoorden als dat goed is, voorzitter. De vraag van de heer Paternotte was ... Ik ben de vraag nog aan het beantwoorden.
De voorzitter:
Nee, wacht, meneer Paternotte. De heer Rutte is bezig met het beantwoorden van uw vraag.
Minister Rutte:
De vraag van de heer Paternotte was: moet je niet de bredere afweging maken? Daar heeft hij volkomen gelijk in. Daar heeft hij volkomen gelijk in. Als er een politiek probleem ontstaat, heb je je a af te vragen of dat politieke probleem op te lossen is. Ik dacht woensdag van niet, donderdagavond van wel. Vrijdagavond bleek een route waarvan we dachten dat die er zou kunnen zijn, toch niet te lukken. Dan moet je uiteindelijk vaststellen dat het politieke probleem niet is op te lossen. Vervolgens is het natuurlijk altijd de vraag hoe je dat weegt in het bredere geheel. Ook ik als minister-president heb dat te doen, vanzelfsprekend. We doen dat ook met het hele team. Maar laten we wel vaststellen dat het grote vraagstuk van de asielmigratie ... Ik herinner mij dat ik — en ik had nog het minste werk daaraan — en de topambtenaren van Justitie, de andere ambtenaren van Justitie en de mensen in Ter Apel vorig jaar vanaf eind augustus iedere avond uren aan het bellen waren om ervoor te zorgen dat de asielzoekers niet in het gras hoefden te slapen. Ik vond het verschrikkelijk dat dat gebeurde, dat mensen buiten sliepen, dat mensen niet een normaal onderkomen hadden. Ik vind het ook verschrikkelijk dat we een asielketen hebben waarin we zeggen "we bieden je bescherming", en dat je vervolgens in die keten ronddweilt, je van Assen naar Ter Apel, terug naar Assen en weer naar Ter Apel moet. Dan mag je blij zijn dat je asielaanvraag uiteindelijk een keer wordt behandeld, vanwege allemaal problemen met de capaciteit, ook vanwege die hele grote aantallen. Als je daar dan doorheen komt, dan mag je blij zijn als je ooit een huis vindt. En als je een huis vindt, is het waarschijnlijk een containerwoning.
Dus dat is niet de manier om hiermee om te gaan. Het is voor mij belangrijk dat we dat op een fatsoenlijke manier doen en daarmee ook het draagvlak in Nederland onder het asielbeleid behouden. Het is belangrijk om het op een fatsoenlijke manier te doen, met inachtneming van alle internationale verdragen, alle juridische randvoorwaarden en alle uitvoerbaarheidsrandvoorwaarden. Die waren allemaal leidend in deze hele discussie voor alle vier de partijen. Als het dan niet lukt op zo'n groot punt, dan kan het zijn dat een kabinet zegt: het lukt niet; het loop hier politiek vast. Dat is overigens zonder ruzie. Dat is in een fatsoenlijke sfeer gegaan, omdat er respect was voor de verschillende opvattingen.
De heer Paternotte (D66):
Dat zijn grote woorden. We hebben echter allemaal de stukken gekregen en ook wat de minister-president zelf woensdagavond op tafel heeft gelegd. Dat is simpelweg een beperking op de nareis voor subsidiair beschermden, oftewel oorlogsvluchtelingen. Dat is ook letterlijk het enige wat ik steeds heb gezegd, dus ik weet niet waarom hij het nodig vond om daar allerlei verwijten over frames en dergelijke op te plakken. Als je wil dat er in Ter Apel geen mensen in het gras liggen, dan zou bijvoorbeeld de spreidingswet iets zijn wat enorm helpt. Ik stelde hem een vraag. Hij zegt "ja, natuurlijk heb je een breder belang" en dan komt hij toch weer terug op asiel. Ik heb het juist over al die andere vraagstukken die er liggen. Ik noem de burgemeester, die zegt: het ene Den Haag zit het andere Den Haag zo in de weg. Een val van een kabinet is toch niet iets wat je alleen maar kunt terugbrengen tot dat ene vraagstuk? Hoe je het noemt, noem je het, maar het gaat om die ene maatregel die boven op een heel pakket komt dat er al lag. We zien nu ook allemaal in de stukken dat het pakket dat er lag, het grootste migratiepakket zou zijn dat onder alle kabinetten-Rutte gerealiseerd had kunnen zijn. Waarom zou je dat niet nemen als je ondertussen enorme stappen vooruit kunt zetten, terwijl er zo veel urgente vraagstukken in Nederland liggen waar nu heel veel stilstand dreigt?
Minister Rutte:
Er was op twee cruciale onderdelen geen overeenstemming. Dat is het beperken van de nareis voor oorlogsvluchtelingen. Dat is een betekenisvolle maatregel die gaat om grote aantallen, zowel direct als indirect. Het tweede waar geen overeenstemming over was, zeg ik tegen de heer Paternotte, ondanks zijn eerdere interruptie op mevrouw Hermans, is de nareis op nareis. Ik heb geschetst waarom. Dat is ook een belangrijke maatregel om eruit te komen. Als je niet uit de nareis komt vanwege het feit dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen oorlogsvluchtelingen en verdragsvluchtelingen, dan kom je er zeer waarschijnlijk ook niet uit als het gaat om de nareis op nareis. Er was dus helemaal geen overeenstemming over de nareis op nareis. Er lagen goede maatregelen klaar, waarvan een aantal uiteindelijk ook vanwege afspraken in Europa en het voldoen aan de Europese regelgeving sowieso noodzakelijk was. Ik loop er niet voor weg. Er lag een goed pakket. Maar in de optelsom was dat naar mijn overtuiging echt volstrekt onvoldoende om er betekenisvol voor te zorgen dat je in staat was om de asielstroom deze zomer en de komende zomers onder controle te krijgen op een manier dat er in Nederland draagvlak blijft voor ons asielbeleid, maar je ook zorgt dat mensen die hiernaartoe komen uiteindelijk op een fatsoenlijke manier worden opgevangen en dat je ze naar een startplek in de samenleving brengt waardoor ze ook een reële kans hebben in dit land om vooruit te komen.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Paternotte.
De heer Paternotte (D66):
Ik vind het toch jammer. Ik heb steeds gezegd: kijk ook breder naar alles wat er in Nederland speelt. Ik noem de zorgen over armoede die kan toenemen, de zorgen over een economie die niet hard genoeg groeit, de zorgen over de woningbouw, de stikstofcrisis, dingen die vastlopen. Ik krijg steeds een antwoord dat gaat over de spanningen op asiel. Ik vraag ernaar omdat het besluit dat vrijdag door het kabinet is genomen om te constateren dat men daar niet uit komt, enorme gevolgen zal hebben voor heel veel mensen in Nederland, die nu ook uiten dat ze zich zorgen maken dat er besluiten vooruit worden geschoven en niet worden genomen. Je verwacht dan juist van een minister-president die al dertien jaar in staat is om compromissen te bereiken iets van reflectie op hoe het nou kan dat op één onderwerp, en dan ook nog op een specifiek punt van dat onderwerp, de moeite waard was om een kabinet te laten vallen.
Minister Rutte:
Dat is niet de moeite waard, maar ik zou D66 wel willen voorhouden dat migratie na de Russische agressieoorlog in Oekraïne het nummer één onderwerp in deze samenleving is. Dat is om een goede reden, omdat mensen zich om allerlei verschillende invalshoeken grote zorgen maken op dit punt, echt grote zorgen. Dat zien we gewoon iedere dag terug, ook in de praktijk. Ik heb het genoemd: de overvolle asielzoekerscentra, het feit dat mensen uiteindelijk geen onderdak kunnen krijgen, het feit dat het in het onderwijs vastloopt, dat het op de woningmarkt vastloopt, dat het overal vastloopt. Dit is een serieus groot probleem. Als het kabinet na zo lang praten niet in staat is … Ik verwijt dat niemand, want we hebben dat in goede sfeer gedaan. Er waren uiteindelijk botsende waarden. Dat kan soms gebeuren in de politiek. Dat op zichzelf is niet het ergste. Maar dan kan het ook zijn dat je met elkaar moet vaststellen: dit is zo'n groot onderwerp; het is onvermijdelijk dat we nu naar de kiezer gaan. Dat was de conclusie van vrijdag.
Voorzitter. Dan kom ik bij de kiezer. Ik heb in mijn verklaring toegezegd dat het kabinet geen besluit neemt inzake de verkiezingen zonder dat de Kamer in de gelegenheid is gesteld zich hierover uit te spreken. Op grond van de inbreng van de voorzitters van de verschillende fracties in dit debat — luistert u goed of ik u goed citeer, of althans, goed interpreteer — concludeer ik dat er in de Kamer geen bezwaar bestaat tegen een besluit tot ontbinding van de Kamer en verkiezingen. Dat is punt één. Dat moet ik bekijken. Als er nu iemand boos naar de microfoon zou lopen en een meerderheid van de Kamer zou vertegenwoordigen, heb ik daar natuurlijk rekening mee te houden, want het kabinet neemt zo'n besluit gehoord het parlement. Het is niet ín overleg, maar ná overleg. Dat weegt uiteraard heel zwaar.
Twee. Voor de verkiezingsdatum, dus de ontbinding van het parlement, geldt dat dat op zichzelf geen nadrukkelijke afstemming met de Kamer vraagt, maar ik denk dat het toch goed is dat we het doen. We hebben gekeken. Ik heb net Hanke Bruins Slot, de minister van Binnenlandse Zaken, aan de lijn gehad. Zij staat in contact met de Kiesraad, de VNG, enfin, met alle deskundigen op dit terrein. Het kabinet wil graag de ruimte vragen om de precieze datum van de verkiezingen nu nog niet vast te leggen, maar om wel met elkaar te zeggen dat de ballpark, dus de landingsgrond, rond half november zal zijn. Dat is waar we nu op uitkomen als we luisteren naar alle adviezen van de Kiesraad, de VNG, et cetera.
Dan ben ik klaar, voorzitter.
Er was nog een vraag van de heer Eerdmans over de spreidingswet, maar dat is aan het parlement.
De voorzitter:
Wij hebben die informatie over medio november trouwens gekregen van de Kiesraad.
Minister Rutte:
Mooi.
De voorzitter:
Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de eerste termijn van de kant van het kabinet. Ik kijk of er nog behoefte is aan een tweede termijn. Het is natuurlijk een beetje een ander debat dan anders, dus wellicht kan er ook in dezen terughoudendheid zijn. De heer Wilders ziet af van zijn tweede termijn, evenals de heer Klaver, mevrouw Kuiken, mevrouw Hermans, mevrouw Bikker en de heer Van der Staaij. Wie durft nog? De heer Eerdmans ziet denk ik ook af van zijn tweede termijn. Mevrouw Marijnissen heeft wel behoefte aan een tweede termijn.
Termijn inbreng
Mevrouw Marijnissen (SP):
Dank, voorzitter. Het kan kort, hoor. Gezien de prognoses die er liggen, namelijk dat een miljoen mensen het komende jaar in armoede dreigt te moeten leven in wat Mark Rutte "het rijkste land ter wereld" noemt, is het voor ons belangrijk dat we als Tweede Kamer uitspreken dat dat in ieder geval niet mag gebeuren en dat die mensen zeker niet de dupe mogen worden van de val van dit kabinet-Rutte. Daarom heb ik samen met mevrouw Van der Plas de volgende motie opgesteld.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een miljoen mensen in armoede dreigt te belanden als de regering geen aanvullende maatregelen treft;
van mening dat dit onacceptabel is en koste wat het kost voorkomen moet worden;
verzoekt de regering te voorkomen dat de armoede in Nederland toeneemt door de val van het kabinet-Rutte IV,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Marijnissen en Van der Plas.
Zij krijgt nr. 3 (36392).
De heer Dassen ziet af van zijn tweede termijn. Mevrouw Ouwehand ziet af van haar tweede termijn. Mevrouw Van der Plas wil wel gebruikmaken van haar tweede termijn.
Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Ik kan het kort houden. We krijgen nieuwe verkiezingen; zoveel is in ieder geval zeker. We hebben in de vorige campagne, voor de verkiezingen van de Provinciale Staten, gezien dat partijen onderling elkaar kapot probeerden te maken. Ik wil hier naar de toekomst kijken. Met het oog op de campagne wil ik alle partijen in de Kamer oproepen om hun eigen verhaal met hun eigen focus te vertellen en elkaar niet kapot te maken, want Nederland is dat helemaal zat. Nederland wil een nieuwe toekomst, met nieuw vertrouwen in de politiek. Daar spelen we allemaal een rol in. U moet natuurlijk zelf weten wat u doet — ik kan u er niet toe verplichten — maar dat zou wel mijn oproep voor de toekomst zijn. Voor de rest wens ik de heer Rutte nogmaals heel veel sterkte en succes met zijn nieuwe toekomst. Dat geldt ook voor de heer Heerma en de heer Hoekstra.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Ik kijk even naar de heer Van Haga. Hij wil wel gebruikmaken van zijn tweede termijn.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter. Ik kan het ook heel kort houden. Het is goed dat er een frisse wind door Nederland gaat waaien. Mooi dat het gebroken is op asiel, want dat is een heikel punt. Mooi ook dat we ons op half november richten. Dat geeft ons genoeg tijd.
Ik heb één motie. Die gaat over de spreidingswet.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het kabinet gevallen is over het feit dat de regeringspartijen geen overeenstemming konden bereiken over het beperken van de asielinstroom;
overwegende dat de voorliggende spreidingswet politiek dermate gevoelig ligt dat behandeling in de Tweede Kamer ervan onwenselijk is;
spreekt uit dat de spreidingswet niet in behandeling genomen wordt,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.
Zij krijgt nr. 4 (36392).
De heer Klaver (GroenLinks):
Ik heb hier een probleem mee. Dat zit 'm niet in het onderwerp; daar ga ik me niet over uitspreken. Maar we hebben als Kamer gewoon een procedure afgesproken voor de wijze waarop we al die verschillende wetten en alle voorstellen die er liggen controversieel gaan verklaren. Ik zou de heer Van Haga in overweging willen geven deze motie aan te houden. Mocht er na dat proces een uitkomst zijn die hem niet bevalt, dan kan hij de motie alsnog indienen en een stemming afdwingen, maar dit, om heel eerlijk te zijn, slaat nergens op.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ja, ga lekker roffelen, zeg ik tegen de collega's. Kijk, het probleem is dat afsplitsers geen stemrecht hebben in de commissies. Ik heb dus niets te zoeken in die commissies. Ik kan wel mee gaan doen aan die vergaderingen, maar daar gaan jullie bepalen. Jullie hebben eerst bepaald dat ik geen stemrecht heb. Ik kan op dit moment dus een heikel punt in stemming brengen, en daar niet meer.
De heer Klaver (GroenLinks):
Dit klopt niet. Ik zal u een kopie van het Reglement van Orde doen toekomen. De Kamer stemt hier in haar geheel over, dus ook u, meneer Van Haga. Dat is democratisch. Dat is precies zoals we het hier doen. U kunt 'm in stemming brengen. Ik hoop dat we 'm met z'n allen verwerpen. Dat is ook op geen enkele wijze een uiting van wat we van die wet vinden of niet, maar zo doen we het niet. We gaan een hele spannende tijd in. We hebben afgesproken hoe we omgaan met de honderden voorstellen die hier liggen. Laat ik u collegiaal vragen om dit niet te doen. Dit komt gewoon nog. U kunt hierover stemmen. Uw stem weegt dan even zwaar als die van ieder ander. Ik zou u echt in overweging willen geven om 'm aan te houden. Als het dan alsnog misgaat, brengt u 'm in stemming.
De voorzitter:
Het klopt dat wij plenair gaan stemmen over wat wel en niet controversieel is. Dat doen we in deze zaal, met elkaar.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ik begrijp dat we daar plenair over gaan stemmen, maar het wordt eerst afgekaart in de commissievergadering, in de procedurevergadering. Daar heb ik niets te zoeken, want daar hebben Pieter Omtzigt, Nilüfer Gündoğan, Olaf Ephraim, Hans Smolders en ik geen stemrecht. We kunnen daar allerlei doekjes om winden, maar … Ik snap dat ik mag stemmen over wat jullie dan uiteindelijk besluiten, maar ik wil dat graag hier doen.
De heer Pieter Heerma (CDA):
We hebben hele nette procedures met elkaar rondom controversieel verklaren. Dat is ook een continu proces. Iets kan elke keer opnieuw ter discussie gesteld worden. Deze motie die de heer Van Haga indient, is echt buiten de orde. Ik zou dus toch een klemmend beroep op hem willen doen: laten we iets van de werkwijze die we hier met elkaar hebben in stand houden en die motie aanhouden. Aan het einde van het reces, als duidelijk is wat controversieel verklaard is, kan meneer Van Haga in elk debat waarin hij dat wil moties indienen. Laten we hier een beetje op een fatsoenlijke manier ons werk blijven doen.
De voorzitter:
Ik zie dat mevrouw Hermans zich daarbij aansluit. Dan nog mevrouw Bikker en dan krijgt u het woord, meneer Van Haga.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter, wij hebben hier een debat over de val van het kabinet. Ik kan me ook nog voorstellen dat u deze motie buiten de orde verklaart tot we gewoon het normale proces over controversieel verklaren hebben doorlopen.
De voorzitter:
Meneer Van Haga, ik doe een beroep op u om de motie aan te houden, ook gezien de reacties van de collega's.
De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ik hoop dat jullie allemaal na de verkiezingen het Reglement van Orde zo wijzigen dat afsplitsers gewoon normaal kunnen functioneren en niet als b-categorie Kamerleden meedoen, dus ik handhaaf de motie gewoon.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan kijk ik naar de heer Omtzigt of hij gebruik wil maken van zijn tweede termijn.
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
U dacht "compensatie, 25 seconden", voorzitter!
Dank aan de premier voor de heldere beantwoording. Ik heb nog één motie en een aantal opmerkingen. De motie is als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat aanpak van de problemen die gepaard gaan met arbeidsmigratie gewenst is en uitstel niet kan wachten;
verzoekt de regering de voorbereide maatregelen verder uit te werken en in het vroege najaar voor te leggen aan de Kamer,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Omtzigt.
Zij krijgt nr. 5 (36392).
De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Ik steun de motie die door collega Marijnissen is ingediend van harte. Armoede is een groot probleem en alle tijdelijke koopkrachtmaatregelen lopen af. Dat betekent dat het voor een aantal gezinnen, die volgens het Nibud al €500 per maand tekortkomen voor de basale noodzakelijkheden, nog erger kan gaan worden het komend jaar. Ik verwacht gewoon van het kabinet dat er een oplossing gevonden wordt voor die 10.000 gezinnen die al jaren onder het bijstandsniveau zitten.
Voorzitter. Ik heb begrip voor wat de premier zegt over de verkiezingsdatum. Het is wat aan de late kant, maar ik begrijp waarom het allemaal niet heel veel eerder kan.
Ik wil toch even wat tegen mijn collega's zeggen. Het heeft anderhalf jaar à twee jaar geduurd voordat we konden spreken over de rechten van afsplitsers. Wat de heer Van Haga hier net zei, klopt: zelfs als wij op basis van de 150-regel per e-mailprocedure besluiten, hebben de afsplitsers geen recht. Dan staat er een sterretje bij je naam. Dan heb je geen stemrecht en telt je stem niet mee. Er worden hier lijsten voorgelegd van 30-40 onderwerpen die gewoon afgekaart worden in de procedurevergadering. Het is niet netjes, zeg ik hier, en niet gepast in een democratie als de Nederlandse dat dit parlement het zo gedaan heeft dat een aantal Kamerleden tweeënhalf jaar lang geen stemrecht in commissies gehad heeft. Ik ken geen enkel ander land waar dat zo is. Ik zou het fijn vinden als er bij de controversieelverklaringen in ieder geval voor gezorgd wordt dat er een passende oplossing voor gevonden is, want dat past gewoon. Over spreektijden kun je echt praten — dat snap ik — maar over stemrecht valt niet te onderhandelen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Omtzigt. Dan kijk ik even naar de heer Azarkan om te zien of hij gebruik wil maken van zijn tweede termijn. Dat is niet het geval. Dan de heer Paternotte. Voor hem is dat ook niet het geval. Mevrouw Simons zie ik niet zitten en de heer Baudet ziet ook af van zijn tweede termijn.
Dan stel ik voor dat we tien minuten schorsen en daarna gaan stemmen. Of wacht, er komt ook nog een reactie van de minister-president op de moties. Vrij snel daarna gaan we stemmen. Dan schors ik even voor vijf minuten. Is dat voldoende? Ja.
De vergadering wordt van 16.50 uur tot 17.09 uur geschorst.
De voorzitter:
De minister-president heeft iets meer tijd genomen. Er zaten dus wat lastige moties bij, begrijp ik. Het woord is aan de minister-president voor zijn tweede termijn.
Termijn antwoord
Minister Rutte:
Voorzitter. Ik ontraad de motie op stuk nr. 3, omdat die vooruitloopt op de augustusbesluitvorming.
De motie op stuk nr. 4 vraagt niet om een oordeel, want het is een spreekt-uitmotie.
De motie op stuk nr. 5 ontraad ik. Ik heb toegezegd hierover in het kabinet te spreken, maar ik wil niet op de uitkomst daarvan vooruitlopen. Dat kan ik nu nog niet doen, omdat ik gewoon niet weet hoe het zit. Dus voorlopig wil ik de motie ontraden, maar anders kan de heer Omtzigt 'm misschien aanhouden totdat ik weet wat we gaan doen.
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Omtzigt de motie niet gaat aanhouden. Dat betekent dat die wordt ontraden.
Mevrouw Marijnissen (SP):
Kort over de eerste motie. De minister-president zegt: ik ontraad 'm, want hij loopt vooruit op de augustusbesluitvorming. Nou is dat op zichzelf waar, maar dat is natuurlijk ook de bedoeling van deze motie, aangezien wij hier als Tweede Kamer vandaag in het zomerreces voor het laatst bijeen zijn, het kabinet inmiddels demissionair is en het ons er gewoon simpelweg om gaat dat we niet die 1 miljoen mensen in armoede krijgen. Dus in die zin loopt het wat ons betreft niet vooruit, maar is dit exact het moment om er in ieder geval als Tweede Kamer een uitspraak over te doen.
Minister Rutte:
Dat is dan aan de Kamer, maar ik ontraad de motie, want ik vind het vooruitlopen.
De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging. Ik dank de minister-president.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Voordat u weggaat, wil ik even een paar conclusies trekken en iets zeggen over de procedure. Wellicht geeft dat ook wat rust in het reces. De minister-president gaf al aan dat gebleken is dat er brede steun in de Kamer is voor ontbinding van de Kamer en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Dat betekent dat een koninklijk besluit tot ontbinding kan worden geslagen. Ik heb begrepen dat tussen het koninklijk besluit en de eerste vergadering van de nieuwe Kamer maximaal drie maanden mogen zitten. De datum voor de nieuwe verkiezingen — dat heeft de minister-president ook aangegeven — moet nog worden bepaald, maar de Kiesraad geeft aan dat in verband met alle voorbereidingen verkiezingen voor half november niet haalbaar blijken te zijn. Het Presidium zal voeling houden met de minister van Binnenlandse Zaken over de vaststelling van de exacte datum van de verkiezingen. Als deze bekend is, zal ik u dat natuurlijk laten weten.
Ik stel ook vast dat er brede acceptatie is voor voortgang van het huidige kabinet in demissionaire status, totdat er na de verkiezingen een nieuw kabinet is geformeerd. De Kamer heeft thans geen behoefte aan beraadslaging over een kabinetsformatie voordat er verkiezingen hebben plaatsgevonden.
Dan over het volgende proces, als het gaat om wat we in het reces wel en niet gaan doen voor wat betreft de onderwerpen. Ik heb eerder een voorstel gedaan, op basis van de vragen, over hoe we snel kunnen komen tot formele besluitvorming over de onderwerpen die deze Kamer nog wil behandelen. Ik heb een inventarisatie gedaan in het weekend, want de eerdere datum zou 27 juli zijn als we dat zo snel mogelijk zouden doen. Uit de inventarisatie blijkt dat de Kamer er de voorkeur aan geeft om het formele besluitvormingsproces na het reces te doen. Dat betekent dat in augustus alles ambtelijk zal worden voorbereid. In de eerste week na het reces zijn dan de procedurevergaderingen van de commissies, tenzij een commissie afspreekt dat het eerder moet zijn of dat er specifieke dossiers zijn. Dat gaat de commissie dan doen; de voorzitter en de griffier. Zij zorgen ervoor dat de leden goed zijn aangehaakt. In de week van 12 september vindt dan besluitvorming plaats tijdens de plenaire vergadering.
Dan zijn er nog wat vragen binnengekomen over wanneer het verkiezingsreces is. Op het moment dat de verkiezingsdatum is vastgesteld, zal het Presidium u zo snel mogelijk laten weten wanneer het verkiezingsreces is.
Wij kregen ook een vraag binnen over Prinsjesdag: gaat die door? Ja, vanzelfsprekend, wil ik bijna zeggen. Maar toch, geen vraag is gek in deze situatie. Dus Prinsjesdag gaat gewoon door. We komen nog op de lijn als het gaat over de Algemene Politieke Beschouwingen. Dat is ook een besluit van de Kamer. Ik zal u als Voorzitter daarover een voorstel doen toekomen.
Dat zijn even de belangrijkste antwoorden op de vragen die gesteld zijn. Dan schors ik de vergadering voor een kort moment, zodat we de verkiezingslijst ...
(Hilariteit)
De voorzitter:
Ik zit nog helemaal niet in de verkiezingsmodus. Ik bedoel: zodat we de stemmingslijst kunnen vaststellen.
Verder zal ik de Koning informeren over de uitkomst van dit plenaire debat.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Aan de orde is een korte regeling van werkzaamheden.
Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in:
- de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid de leden Erkens en Peter de Groot tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacatures;
- de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Rahimi tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.
Op verzoek van de fractie van D66 benoem ik in:
- de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Hans Teunissen tot lid in plaats van het lid Sahla en het lid Sahla tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Boulakjar;
- de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken het lid Hans Teunissen tot lid in plaats van het lid Dekker-Abdulaziz;
- de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Hans Teunissen tot lid in de bestaande vacature;
- de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het lid Hans Teunissen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;
- de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Hans Teunissen tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature.
Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze korte regeling van werkzaamheden.
Stemmingen
Stemmingen
Stemmingen moties Ontstane politieke situatie
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de ontstane politieke situatie,
te weten:
- de motie-Marijnissen/Van der Plas over voorkomen dat armoede toeneemt door de val van het kabinet (36392, nr. 3);
- de motie-Van Haga over uitspreken dat de spreidingswet niet in behandeling wordt genomen (36392, nr. 4);
- de motie-Omtzigt over de voorbereide maatregelen ten aanzien van arbeidsmigratie verder uitwerken en in het vroege najaar voorleggen aan de Kamer (36392, nr. 5).
(Zie vergadering van heden.)
In stemming komt de motie-Marijnissen/Van der Plas (36392, nr. 3).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.
Mevrouw Bikker, ChristenUnie.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Nu deze motie unaniem is aangenomen …
De voorzitter:
Niet unaniem.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
O, bijna unaniem, maar wel met brede steun. Dank voor uw correctie. Ik zou het kabinet willen vragen om de fiches uit te werken die passen bij de uitwerking van deze motie, zodat de Kamer bij Prinsjesdag voldoende geïnformeerd is om naar bevind van zaken te kunnen handelen.
De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden richting het kabinet.
In stemming komt de motie-Van Haga (36392, nr. 4).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de motie-Omtzigt (36392, nr. 5).
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, BBB, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de fractie van BIJ1 ertegen, zodat zij is aangenomen.
Ik hoor dat er behoefte is aan een lange speech, en dan ook nog van de heer Wilders … Zo zie je maar: er groeien mooie dingen in die laatste uren.
Ik wil de minister-president danken, ook voor zijn aanwezigheid bij de stemmingen, en hem veel succes wensen. En ook de heer Heerma. Nogmaals, ook van mijn kant respect voor de bijdrage aan de Tweede Kamer.
Daarmee zijn we aan het einde van deze vergadering gekomen. Ik wens u allemaal een heel mooi reces toe. Ik hoop dat de planning wat meer rust heeft gegeven en ik zie u begin september weer.
Sluiting
Sluiting 17.19 uur.