Schriftelijke vragen : De aanval van een wolf op een hardloopster
Vragen van het lid Flach (SGP) aan de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en de Minister van Justitie en Veiligheid over de aanval van een wolf op een hardloopster (ingezonden 17 april 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een hardloopster in Nationaal Park De Hoge
Veluwe is aangevallen en gebeten door zeer waarschijnlijk een wolf?1
Vraag 2
Waarom zou het ook in noodgevallen meerdere weken of maanden moeten duren voor de
resultaten van een DNA-test, om vast te stellen of al dan niet sprake was van een
aanval door een wolf, bekend zijn? Gaat u bezien hoe dit kan worden versneld?
Vraag 3
Wordt op basis van beschikbare getuigenverklaringen en foto- en filmmateriaal al een
voorlopige vaststelling gedaan, zodat het bevoegd gezag daarop kan acteren?
Vraag 4
Hoe waardeert u deze aanval in het licht van onder meer de escalatieladder van wolvengedragsdeskundigen,
zoals Valerius Geist, in het geval inderdaad sprake was van een wolf?
Vraag 5
Deelt u de mening dat sprake is van een probleemwolf, zoals is gedefinieerd in de
Kamerbrief over de Vaststelling Landelijke Aanpak Wolven (Kamerstuk 33 576, nr. 405)?
Vraag 6
Welke maatregelen acht u nodig om een nieuwe aanval van deze wolf op mensen te voorkomen,
in het geval inderdaad sprake was van een wolf?
Vraag 7
Wanneer is in uw ogen de burgemeester de aangewezen persoon om op te treden, en wanneer
de provincie? Welke afspraken zijn hierover gemaakt?
Vraag 8
Erkent u dat burgemeesters en gedeputeerden in een spanningsveld zitten gezien het
feit dat zij enerzijds via noodbevelen en vergunningen bij wolvenaanvallen kunnen
optreden, mede als onderdeel van de Landelijke Aanpak Wolven, maar zij anderzijds
dan wel persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld mocht het later als milieudelict
worden gezien?
Vraag 9
Ziet u mogelijkheden om ervoor te zorgen dat burgemeesters en gedeputeerden gevrijwaard
blijven van persoonlijke aansprakelijkheid voor een milieudelict in het geval van
optreden met betrekking tot probleemwolven, gelet op de maatschappelijke noodzaak
hiervan in het kader van de Landelijke Aanpak Wolven?
Vraag 10
Bent u voornemens de voorgenomen wettelijke vastlegging van de definiëring van probleemsituaties
en probleemwolven en bijbehorende afspraken met provincies en andere betrokken partijen
op kortst mogelijke termijn, zoals genoemd in Kamerstuk 33 576 nr. 405, binnen enkele weken ofwel zo nodig via een spoedprocedure, door te voeren? Wat is
de stand van zaken en het beoogde tijdpad?
Vraag 11
Bent u bereid deze vragen, gelet op de urgentie, zo snel mogelijk te beantwoorden,
bij voorkeur binnen een week?
Indieners
-
Gericht aan
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Indiener
André Flach, Kamerlid