Schriftelijke vragen : Het onterecht moeten inleveren van pompeblêdspeldjes door een Friese delegatie bij de Tweede Kamer.
Vragen van de leden Soepboer (Nieuw Sociaal Contract) en De Hoop (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het onterecht moeten inleveren van pompeblêdspeldjes door een Friese delegatie bij de Tweede Kamer (ingezonden 11 april 2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat een Friese delegatie hun pompeblêdspeldjes
moest afstaan om de Tweede Kamer binnen te mogen en bent u ervan op de hoogte dat
de stafdienst van de Tweede Kamer intussen heeft gezegd dat dit onterecht was?1
2
3
Vraag 2
Deelt u de mening dat het dragen van pompeblêdspeldjes geen politieke uiting is, maar
dat het dragen van zo’n speldje alleen een symbool is van Friesland en de Friese identiteit?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat rondom het dragen van een pompeblêdspeldjes geen enkele
politieke discussie bestaat? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het publiekelijk afstand moeten doen van een uiting van iemands
identiteit, zoals een pompeblêdspeldje, een ernstige aantasting vormt van de identiteit
van de leden van de delegatie?
Vraag 5
Welke maatregelen zullen worden genomen om te voorkomen dat symbolen zoals het pompeblêdspeldje
in de toekomst onterecht worden aangemerkt als een (al dan niet collectieve) demonstratieve
uiting?
Vraag 6
Welke richtlijnen gelden op dit moment voor ambassadeurs of groepen vertegenwoordigers
van bevriende landen of regio’s binnen en buiten het Koninkrijk die nationale of regionale
symbolen dragen om hun identiteit te tonen (zoals bijvoorbeeld een Ierse vertegenwoordiging
die een shamrock draagt, een delegatie met Brabantse stropdassen, of een bezoek van
gasten uit Caribisch Nederland die met een speldje laten zien van welk eiland zij
afkomstig zijn)?
Vraag 7
Heeft u kennisgenomen van de excuses van de stafdienst van de Tweede Kamer waaruit
blijkt dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen het dragen van een pompeblêdspeldje
door mensen die op bezoek zijn in de Tweede Kamer en mensen die plaatsnemen op de
publieke tribune? Onderschrijft u dat in beide gevallen er geen sprake is van het
belemmeren van Kamerleden in hun werk of van het maken van een statement (zoals opgenomen
in de Kamerregels), en dat het dragen van een dergelijk symbool in beide gevallen
dus zou moeten kunnen?
Vraag 8
Ziet u mogelijkheden om, samen met het presidium, te komen tot een verduidelijking
of wijziging van bijvoorbeeld het reglement of de procedures om dergelijke misverstanden
in de toekomst te voorkomen?
Vraag 9
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Indiener
Aant Jelle Soepboer, Kamerlid -
Medeindiener
Habtamu de Hoop, Kamerlid