Schriftelijke vragen : Nieuwe onnodige regels voor ondernemers.
Vragen van het lid Aukje de Vries (VVD) aan de Minister van Financiën over nieuwe onnodige regels voor ondernemers (ingezonden 11 april 2025).
Vraag 1
Hoe rijmt u het Wijzigingsbesluit financiële markten 20261, waarin wordt gesteld dat financiële dienstverleners in een register moeten noteren
als zij een deel van hun werkzaamheden uitbesteden en hiervoor een schriftelijke overeenkomst
verplicht stelt, met de afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord om te komen tot minder
regels voor ondernemers?
Vraag 2
Hoe past het voornemen van deze uitbestedingsregels bij de afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord
om geen nationale regels bovenop Europese regels in te voeren, aangezien er nu regels
gaan gelden voor kleine financiële dienstverleners die juist buiten de Digital Operational Resilience Act (DORA) van de Europese Unie zijn gehouden?
Vraag 3
Bent u van mening dat het wijzigingsbesluit daadwerkelijk over «kleinere wijzigingen»
gaat, zoals beschreven in de Nota van Toelichting, mede gelet op de zeer kritische
bevindingen van het Adviescollege Toetsing Regeldruk en belangenorganisaties?
Vraag 4
Welke alternatieven voor de uitbestedingsregels heeft u overwogen en waarom heeft
u niet voor deze alternatieven gekozen?
Vraag 5
Wat is uw reactie op onderstaande kritiekpunten van het Adviescollege Toetsing Regeldruk?
Kan de Minister op basis van elk van de onderstaande punten een korte reflectie geven?
– Noodzaak van het voorstel is niet goed onderbouwd, omdat niet duidelijk is waarom
de bestaande regels onvoldoende bescherming bieden aan klanten van financiële dienstverleners.
– Nut van het voorstel is niet goed onderbouwd, omdat niet duidelijk is in hoeverre
deze specifieke nieuwe regels financiële instellingen zouden aanzetten tot een betere
omgang met hun klanten.
– Een deel van de verplichtingen zijn niet werkbaar, bijvoorbeeld omdat veel kleine
dienstverleners niet in staat zullen zijn om contracten met grote IT-dienstverleners
in lijn te brengen met de nieuwe verplichtingen (zij missen daarvoor de marktmacht).
– De regeldrukgevolgen zijn niet goed in beeld gebracht, bijvoorbeeld omdat niet is
stilgestaan bij de regeldrukgevolgen van het invullen en bijhouden van een uitbestedingsregister.
Vraag 6
Deelt u de mening van het Adviescollege Toetsing Regeldruk dat de regeldrukkosten
als gevolg van de uitbestedingsregels «niet verwaarloosbaar» zijn? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 7
Welke aanleiding heeft u om te geloven dat er momenteel te hoge hypotheken worden
verschaft, gelet op de onderbouwing van het voorstel om de waarde van een hypotheek
voortaan niet meer te berekenen op basis van de WOZ-waarde, maar op basis van een
«modelmatige waardebepaling»?
Vraag 8
Heeft u in kaart gebracht wat de effecten zijn van het gebruik van de «modelmatige
waardebepaling» op het verstrekken van hypotheken aan starters en middengroepen?
Vraag 9
Klopt het dat mensen die een woning kopen door dit systeem gedwongen worden een taxatierapport
te laten maken? Zo ja, wat zijn de financiële gevolgen voor deze woningzoekenden?
Vraag 10
Waarom bent u in het bijzonder van mening dat de huidige verlening van hypotheken
op basis van de WOZ-waarde leidt tot te hoge hypotheken die worden verschaft, zeker
gelet op de leennorm van maximaal 90% van de gebruikte WOZ-waarde en de stijgende
huizenprijzen?
Vraag 11
Bent u van mening dat een modelmatige waardebepaling grotendeels zal plaatsvinden
aan de hand van de criteria die nu ook gelden voor waardebepaling op basis van WOZ-waarde?
Zo ja, levert een modelmatige waardebepaling dan niet ongeveer hetzelfde bedrag aan
hypotheek voor de consument op waardoor te hoge hypotheken nog steeds niet worden
voorkomen? Zo nee, op basis van welke criteria denkt u dat modelmatige waardebepaling
vormgegeven gaan worden?
Indieners
-
Gericht aan
E. Heinen, minister van Financiën -
Indiener
Aukje de Vries, Kamerlid