Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Vijlbrief over de uitspraak van de Raad van State om een bouwplan voor jongerenwoningen te schrappen vanwege een afrondingsverschil in de parkeerbehoefte
Vragen van het lid Vijlbrief (D66) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de uitspraak van de Raad van State om een bouwplan voor jongerenwoningen te schrappen vanwege een afrondingsverschil in de parkeerbehoefte (ingezonden 6 maart 2025).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
7 april 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de recente uitspraak van de Raad van State waarin het plan 1828 voor jongerenwoningen in Haarlem is geschrapt vanwege het ontbreken van voldoende
parkeerplaatsen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het voornaamste of het enige punt waarom dit belangrijke woningbouwplan
geen doorgang kan vinden, het naar beneden afronden van 36,1 parkeerplaatsen betreft?
Antwoord 2
Nee, dit klopt niet. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna:
Afdeling) heeft geoordeeld dat in totaal op meerdere punten gebreken kleven aan het
besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. De Afdeling constateert onder meer
dat de gemeenteraad bij de parkeernormen is uitgegaan van nieuw parkeerbeleid, terwijl
in het bestemmingsplan de raad het nieuwe parkeerbeleid niet van toepassing heeft
verklaard op dit plan. De Afdeling constateert daarbij ook dat op een aantal punten
het besluit niet goed is onderbouwd.
Vraag 3
Vindt u dit voorbeeld een uitzondering, of zijn er bij u meerdere voorbeelden bekend
van belangrijke woningbouwprojecten die geen doorgang hebben kunnen vinden of sterk
vertraagd zijn als gevolg van een relatieve kleine afwijking van gemeentelijke beleidsplannen?
Antwoord 3
Vaak spelen meerdere punten een rol bij een oordeel van de Afdeling. In dit geval
speelde ook de bovengenoemde afronding mee. Gezien de grote diversiteit aan achterliggende
factoren die een rol spelen bij oordelen van de Afdeling, beschouw ik dit specifieke
geval niet als voorbeeld.
Vraag 4
Zonder om commentaar op een rechterlijke uitspraak te vragen, wat vindt u ervan dat
in een tijd van woningnood jongeren geen woning kunnen krijgen vanwege een afrondingsverschil
in de parkeernorm?
Antwoord 4
Ik betreur dat in dit geval de woningbouw vertraagd is; dat is geen goed nieuws voor
de woningzoekenden. Ik voel de urgentie om zo snel mogelijk zo veel mogelijk woningen
te bouwen om het woningtekort terug te dringen. Het is alle hens aan dek. Gezien het
enorme woningtekort is het versnellen van de procedures in de woningbouw essentieel.
Daarvoor is het van belang dat procedures met grote zorgvuldigheid worden doorlopen
om de kans te verkleinen dat dat een belemmering vormt voor de woningbouw. De gemeenteraad
heeft afwegingsruimte om in het parkeerbeleid te voorzien in maatwerk. Zoals ik in
het antwoord op vraag 2 heb vermeld, heeft de Afdeling geoordeeld dat er meerdere
gebreken kleven aan het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het oordeel of een specifiek bestemmingsplan voldoende parkeerplaatsen
bevat in eerste instantie aan de gemeenteraad is en de lat dus hoog moet liggen om
een bestemmingsplan of ander besluit van de gemeenteraad te vernietigen? Zo ja, welke
wetgeving of andere acties bent u voornemens voor te stellen om dit uitgangspunt beter
in de praktijk te brengen?
Antwoord 5
Ja, het is aan de gemeenteraad om een eigen afweging te maken over het parkeerbeleid
in de gemeente en daarover een besluit te nemen. In de uitspraak wordt deze bevoegdheid
niet ter discussie gesteld. Vervolgens is het aan de bestuursrechter om bij beroep
te oordelen of de raad dit besluit zorgvuldig heeft voorbereid en deugdelijk heeft
onderbouwd.
Vraag 6
Heeft u contact gehad met de gemeente Haarlem over dit voorbeeld of bent u bereid
dit te doen, om lessen te trekken hoe in de toekomst kan worden voorkomen dat belangrijke
woningbouwprojecten disproportioneel vertraagd worden of stuk kunnen lopen als gevolg
van minieme afwijkingen van eerdere beleidsplannen?
Antwoord 6
Lessen of best practices uit projecten worden bij lokale en/of regionale versnellingstafels
besproken. Op die manier wordt geleerd van eerder opgedane ervaringen, positief en
negatief. Daarnaast ben ik met veel medeoverheden in contact over het versnellen van
de woningbouw. Een voorbeeld van dat contact is het bestuurlijk overleg in het kader
van de woondeals; waarbij in dit geval ook de verantwoordelijk wethouder aan tafel
zit.
Vraag 7
Bent u van mening dat de Wet versterking regie volkshuisvesting voldoet in de belofte
om de doorlooptijden van woningbouwplannen als deze te verkorten en zo ja, op welke
manier had de wet in dit geval voorkomen dat het woningbouwplan sterk vertraagd of
geschrapt zou worden?
Antwoord 7
In het wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting wordt ingegaan op versnellingen
waarmee eerder duidelijkheid komt of een woningbouwproject doorgang kan vinden, wanneer
er beroep is ingesteld. Hiermee kan de beroepsprocedure met een jaar worden verkort.
Een besluit moet echter vervolgens wel goed worden gemotiveerd.
Vraag 8
Had een situatie als deze niet voorkomen kunnen worden indien een zaak als deze al
eerder was afgevangen door een bezwaarprocedure, gelijkend op de Huurcommissie?
Antwoord 8
Het is niet mogelijk om bezwaar te maken tegen een bestemmingsplan, maar de wet voorziet
wel in de mogelijkheid een zienswijze in te dienen over het ontwerp. Een zienswijzeprocedure
biedt een mogelijkheid aan de raad om een ontwerpplan aan te passen voordat het wordt
vastgesteld. Overigens heeft de gemeenteraad in deze zaak hangende de procedure nog
een herstelbesluit genomen, welke ook is vernietigd.
Vraag 9
Bent u bereid te onderzoeken hoe gemeenten sneller door kunnen met een vernietigd
bestemmingsplan of ander besluit, bijvoorbeeld indien de vernietiging slechts op een
relatief klein aspect is gebaseerd?
Antwoord 9
Het zo snel mogelijk doorlopen van de procedures is belangrijk voor het versnellen
van de woningbouw. Er bestaat reeds een mogelijkheid door gebruik te maken van de
bestuurlijke lus.
De rechter kan deze bestuurlijke lus in een (hoger) beroepsprocedure toepassen. Daarmee
wordt het bestuursorgaan de gelegenheid gegeven om een gebrek tijdens de beroepsprocedure
te herstellen.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat Ruimtelijke Ordening van 13 maart
a.s.?
Antwoord 10
Vanwege het belang van een zorgvuldige beantwoording heeft de beantwoording langer
dan de gevraagde week gekost.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.