Schriftelijke vragen : De internationale component van de investeringen in ons stroomnet
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister van Klimaat en Groene Groei over de internationale component van de investeringen in ons stroomnet (ingezonden 7 april 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het investeringsplan van TenneT en de regionale netbeheerders waarin
de komende jaren tot 195 miljard euro aan netuitgaven wordt voorzien, waarvan naar
schatting 88 miljard euro op zee? Kunt u bevestigen dat deze investeringen deels samenhangen
met de realisatie van interconnecties en mogelijke doorvoer van stroom naar Duitsland
en België?
Vraag 2
Hoeveel van deze investeringen zijn volgens u direct of indirect bedoeld voor exportcapaciteit,
interconnecties, of faciliteren de stroomafname door het buitenland? Is er een analyse
beschikbaar van het kabinet of van TenneT die deze verdeling inzichtelijk maakt?
Vraag 3
Als deze analyse niet beschikbaar is, zou deze niet zeer wenselijk zijn gezien de
enorme bedragen die geïnvesteerd gaan worden?
Vraag 4
In hoeverre wordt bij de aanleg van windparken op zee en de stopcontacten op zee expliciet
rekening gehouden met buitenlandse afname van elektriciteit, bijvoorbeeld vanuit Duitsland
waar de industriële elektrificatie snel toeneemt maar de opwekcapaciteit achterblijft?
Vraag 5
Is een aandeel van offshore windcapaciteit, bijvoorbeeld via de 12 GW aanlanding genoemd
in een recente studie van CE Delft1, primair bedoeld voor doorvoer naar buurlanden? Wordt dit meegenomen in de netontwerpen
en investeringsbesluiten van TenneT?
Vraag 6
Kunt u een overzicht geven van de concrete infrastructuurprojecten die de komende
jaren worden ontwikkeld met als doel of neveneffect het verbeteren van de exportcapaciteit
van elektriciteit naar het buitenland, en zijn deze projecten volledig voor rekening
voor de Nederlandse energiegebruiker?
Vraag 7
In hoeverre leidt de snelle uitrol van offshore wind, gecombineerd met hernieuwbaar
op land, netcongestie en beperkte vraag, tot frequente negatieve elektriciteitsprijzen
in Nederland? Is de verwachting dat dit de komende jaren toeneemt?
Vraag 8
Klopt het dat Nederland in toenemende mate te maken heeft met situaties waarin het
via export bij negatieve prijzen moet betalen aan Duitsland of België om stroom kwijt
te kunnen? Zo ja, hoe vaak is dit de afgelopen jaren voorgekomen en wat zijn de kosten
geweest? Wat zijn de inschattingen voor de komende jaren? Wanneer gaan die kosten
fors stijgen?
Vraag 9
Vindt u het wenselijk dat Nederlandse huishoudens en bedrijven in zulke situaties
in feite betalen om duurzame stroom te exporteren, en hoe voorkomt u dat dit een steeds
grotere hoeveelheid wordt? Vindt u het wenselijk dat de omvang van dit probleem groter
wordt door de keuze om internationaal meer verbonden te zijn en ook door over te programmeren
op wind-op-zee?
Vraag 10
Acht u het mogelijk dat TenneT als netbeheerder met belangen in zowel Nederland als
Duitsland keuzes maakt in investeringen die optimaal zijn voor het totale concern,
maar niet noodzakelijk voor Nederland?
Vraag 11
Hoe wordt binnen TenneT gewaarborgd dat investeringskeuzes ten bate van het Duitse
net niet leiden tot hogere kosten voor Nederlandse gebruikers, gezien de gedeelde
governance?
Vraag 12
In hoeverre acht u het toezicht door het Rijk en de Autoriteit Consument & Markt (ACM)
op netbeheerders, in het bijzonder TenneT, voldoende effectief om te waarborgen dat
investeringsbeslissingen in lijn zijn met het Nederlandse publieke belang? In hoeverre
is dat toezicht sterk genoeg om te voorkomen dat in de investeringsplannen keuzes
gemaakt worden die ten bate zijn van de Duitse energietransitie en die juist op conto
van de Nederlandse belastingbetaler komen?
Vraag 13
Welke maatregelen zijn er genomen om te verzekeren dat de investeringsbeslissingen
van TenneT, zowel in Nederland als in Duitsland, transparant zijn en primair het Nederlandse
publieke belang dienen? Kunt u hierbij ingaan op de genomen maatregelen sinds de aankoop
van het Duitse hoogspanningsnet «Transpower» circa 10 jaar geleden? Hoe is hierbij
omgegaan met de kritiek van de Algemene Rekenkamer in 2015 op het feit dat deze overname
risico’s voor de belastingbetaler bevatte doordat de scheiding tussen het Nederlandse
en Duitse belang van Tennet onvoldoende was afgebakend?
Vraag 14
Welke concrete afspraken zijn er met Duitsland en België over kostendeling bij grensoverschrijdende
infrastructuur? Worden bijvoorbeeld de kosten van nieuwe verbindingen en converterstations
evenredig verdeeld?
Vraag 15
Klopt het dat de kosten van de uitbreiding van het net grotendeels uit Nederlandse
nettarieven worden gefinancierd, terwijl de opbrengsten van grensoverschrijdend gebruik
(export) niet of beperkt terugvloeien naar Nederlandse gebruikers?
Vraag 16
Wordt overwogen om een buurlandentarief of ander mechanisme in te voeren waarmee ook
buitenlandse afnemers meebetalen aan de kosten van het Nederlandse net, zoals eerder
gesuggereerd is door onder meer netbeheerders?
Vraag 17
Hoe transparant zijn de investeringsplannen van TenneT, Enexis, Stedin en Liander
over het aandeel internationale componenten? Bent u bereid hen te verplichten om toekomstige
plannen explicieter te onderbouwen met betrekking tot buitenlandse doorvoer of interconnectie?
Vraag 18
Bent u bereid om het aandeel van de geraamde 195 miljard euro aan investeringen dat
bedoeld is voor buitenlandse afname of doorvoer van elektriciteit expliciet in kaart
te laten brengen aangezien dit in het IBO (Kamerstuk 29 023, nr. 553) niet voldoende onderzocht is?
Vraag 19
Acht u aanvullende stappen nodig om te voorkomen dat Nederlandse huishoudens en bedrijven
onevenredig opdraaien voor de energie-infrastructuur van anderen? Zo ja, welke? Overweegt
u hierbij ook om projecten voor hernieuwbare opwek en de aanleg van bijbehorende infrastructuur
die specifiek ten bate is van het buitenland on hold te zetten totdat er afspraken zijn gemaakt over kostendeling?
Indieners
-
Gericht aan
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei -
Indiener
Silvio Erkens, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.