Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hil en Tielen over de uitzending van De Oranjezondag van 9 maart 2025
Vragen van de leden Van den Hil en Tielen (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitzending van de Oranjezondag van 9 maart 2025 (ingezonden 19 maart 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
3 april 2025).
Vraag 1
Heeft u de uitzending van de Oranjezondag van 9 maart 2025 gezien met daarin het verhaal
van een Nederlandse bodybuilder over anabolengebruik?1
Antwoord 1
Ja, die uitzending heb ik gezien.
Vraag 2
Had u ook de indruk dat werd gesuggereerd dat anabolengebruik genormaliseerd is in
deze sportsector? Zo ja, weet u in hoeverre dit daadwerkelijk zo is bij wedstrijden
in Nederland? Kunt u betrouwbare cijfers geven van de mate van anabolengebruik door
sportbodybuilders en door amateurbodybuilders? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik kreeg ook de indruk dat anabolengebruik voor bodybuilders in wedstrijdverband genormaliseerd
is. Of dat ook daadwerkelijk zo is, kan ik niet met zekerheid zeggen. Er is niet één,
maar er zijn drie sportbonden voor bodybuilding in Nederland (waaronder één die zich
toelegt op naturel bodybuilding, dat wil zeggen beoefening van de sport zonder prestatie
bevorderende middelen). Deze organisaties vallen geen van allen onder sportkoepel
NOC*NSF. Ook heeft geen van deze organisaties het Nationaal Dopingreglement, dat leidend
is voor de Dopingautoriteit voor de uitvoering van het antidopingbeleid, opgenomen
in de eigen reglementen.
Overigens wordt in de volksmond gesproken over anabolengebruik, maar in de praktijk
gaat het over een palet aan middelen die de prestatie en het uiterlijk kunnen verbeteren.
Daaronder horen onder andere androgene anabole steroïden, groeihormonen, schildklierhormonen,
insuline, stimulantia en diuretica, die elk hun eigen effecten kunnen hebben op de
gezondheid van de sporter.
Er is onderzoek gedaan naar middelengebruik in de kracht- en vechtsport in bredere
zin; mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer daar in de loop van 2022 en 2023 over geïnformeerd.2 Er waren bodybuilders onder de respondenten van dit onderzoek, maar dat aantal was
niet groot. Specifieke cijfers over het middelengebruik in bodybuilding heb ik daarom
niet ter beschikking. De betrokken bonden herkennen echter de dynamiek die in deze
onderzoeksrapporten werd geschetst als aanleiding voor sporters om middelen te gaan
gebruiken: de natuurlijke progressie die met trainen geboekt wordt vlakt af, de sporter
wil wèl progressie blijven boeken en anabole steroïden bieden op dat moment die mogelijkheid.
Ik vermoed daarom dat het middelengebruik binnen het bodybuilden niet veel afwijkt
van de mate van middelengebruik dat voor de kracht- en vechtsport in brede zin in
de onderzoeken in 2022 en 2023 is gevonden. Als die aanname klopt, ligt het gebruik
van prestatie bevorderende middelen in het bodybuilden hoog.
Vraag 3
Klopt het dat anabolengebruik illegaal is, ook bij bodybuilding? Zo ja, wat vindt
u ervan dat werd gesuggereerd dat het legaal en normaal is om anabole steroïden te
gebruiken in deze vorm van sport?
Antwoord 3
Nee, dat klopt niet. De stelling dat het gebruik van anabole steroïden niet verboden
is, is feitelijk juist. En dat het gebruik ervan in het bodybuilden genormaliseerd
lijkt, lijkt mij helaas eveneens juist.
Voor een volledig beeld moet ik daarbij melden dat, vanwege de aanwezigheid van farmacologische
stoffen, de meeste dopinggeduide middelen ook aan te merken zijn als geneesmiddelen
en dus onder de Geneesmiddelenwet vallen. Daarin is, in tegenstelling tot het gebruik,
onder meer de fabricage en de handel in geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning
is afgegeven wèl verboden.
In de Wet op de economische delicten is het zonder vergunning produceren en afleveren
van geneesmiddelen gekwalificeerd als economisch delict, net als het bereiden, verkopen,
afleveren, invoeren, verhandelen of ter aflevering in voorraad hebben van ongeregistreerde
geneesmiddelen.
Vraag 4 en 5
Bent u van mening dat de controle en het toezicht op anabolengebruik bij bodybuildingcompetities
in Nederland voldoende zijn? Zo ja, kunt u toelichten hoe en waarom?
Welke instantie is verantwoordelijk voor de integriteit van bodybuildingcompetities
in Nederland? In hoeverre is deze instantie in staat en actief om deze integriteit
te waarborgen?
Antwoord 4 en 5
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 aangaf, is geen sprake van één sportbond in bodybuilding
maar er zijn drie organisaties actief. Deze hebben allen het Nationaal Dopingreglement
niet onderschreven, waardoor geen sprake is van voorlichting en/of toezicht door de
Dopingautoriteit. Er is geen sprake van een gecoördineerde inzet op integriteit of
toezicht op middelengebruik, omdat deze organisaties ieder zelf wedstrijden en competities
organiseren. Er zou bij elk van de organisaties sprake zijn van tenminste enig toezicht,
maar in welke mate is mij niet in detail bekend, al profileert één organisatie zich
zoals gezegd op naturel bodybuilding.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het van belang is om te voorkomen dat bodybuilders anabole steroïden
gebruiken en gebruik krachtig te ontmoedigen? Deelt u de mening dat de sportscholen
hierbij een belangrijke rol en verantwoordelijkheid hebben? Zo ja, wat bent u bereid
te doen om sportscholen hierop aan te spreken?
Antwoord 6
De dopingregels worden in Nederland gezien als onderdeel van het tuchtrecht in de
sport, en het is daarmee aan de sport zelf om die regels te stellen. In het bodybuilden
is dat punt nog niet of nauwelijks bereikt. Ik vind het belangrijk dat sportorganisaties
zich inzetten voor een «schone» beoefening van hun sport, maar vind het ook belangrijk
dat daar draagvlak voor is. Om die reden moedig ik het stellen van dopingregels aan,
maar dwing ik dat niet af.
Met dat als gegeven vind ik het van belang dat sporters weten wat de gezondheidseffecten
van het gebruik van prestatie bevorderende middelen als anabole steroïden kunnen zijn
wanneer zij overwegen die te gaan gebruiken. Daar wordt door de Dopingautoriteit,
naar aanleiding van de eerder genoemde onderzoeken en met mijn financiële steun, op
ingezet. De Dopingautoriteit heeft een programma3 waarin wetenschappelijk onderbouwde informatie over de gezondheidseffecten van het
gebruik van prestatie bevorderende middelen wordt ontwikkeld, die vervolgens zowel
via sportscholen als rechtstreeks de sporter moet gaan bereiken. Zo kunnen deze sporters,
ook al zijn zij misschien niet aan dopingregels gebonden, in ieder geval een goed
geïnformeerd besluit nemen over het gebruik van prestatie bevorderende middelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.