Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op van het lid Vijlbrief over 'de verhouding tussen KLM (en Transavia) en pilotenvakbond VNV'
Vragen van het lid Vijlbrief (D66) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over de verhouding tussen KLM (en Transavia) en pilotenvakbond VNV (ingezonden 7 maart 2025).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 1 april
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Geen extra geld voor de koffersjouwers van de KLM,
terwijl piloten miljoenen extra krijgen» van 5 februari 2025?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Heeft de staat, als aandeelhouder van KLM waarin publiek geld omgaat, deze tegenstrijdigheid
aangekaart in de aandeelhoudersvergadering van KLM?
Welke acties heeft u ondernomen naar aanleiding van de conclusies van de staatsagent
in zijn vijfde periodieke rapportage over naleving van de voorwaarden van het steunpakket
KLM, waarin hij rapporteert dat KLM voor veel operationele besluiten goedkeuring nodig
heeft van de pilotenbond VNV en dat dit het vermogen ondermijnt van de leiding van
het bedrijf om het bedrijf te leiden, structurele hervormingen door te voeren en externe
beloftes na te komen, zoals is gedaan in ruil voor steun van de Nederlandse overheid?
Indien u geen acties heeft ondernomen, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
De directie van KLM is verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van de organisatie.
De onderhandelingen met de verschillende bonden over een aanpassing in de arbeidsvoorwaarden
van piloten, loonsverhogingen en reorganisaties zijn dus een verantwoordelijkheid
van de directie van KLM.
De Minister van Financiën vindt het in zijn rol als aandeelhouder belangrijk dat er
bij deelnemingen sprake is van goed werkgeverschap. Ook de continuïteit van een deelneming
en een gezonde bedrijfsvoering zijn van belang. Vanwege stijgende kosten van materieel
en personeel en omvangrijke investeringen door vlootvernieuwing staat de bedrijfsvoering
bij KLM onder druk. In oktober 2024 heeft KLM het kostenbesparingsprogramma «Back
on Track» aangekondigd, waarmee KLM € 450 miljoen wil besparen om de financiële en
operationele positie te verbeteren.2
Het is aan de directie van KLM om een verstandige afweging te maken tussen de verschillende
belangen. De Minister van Financiën laat zich als aandeelhouder van KLM informeren
over de voortgang van de verschillende initiatieven van KLM en zal hierover ook periodiek
in gesprek blijven.
Vraag 4
Bent u ervan op de hoogte dat Transavia in de eigen cao heeft afgesproken dat de leden
van pilotenvakbond VNV een veel grotere uitkering krijgen bij brevetverlies, dan piloten
die geen lid zijn van een vakbond of van een andere vakbond en dat dit verschil kan
oplopen tot 125.000 euro?3
Antwoord 4
Nee, zoals in het vorige antwoord is aangegeven zijn de onderhandelingen rondom arbeidsvoorwaarden
een verantwoordelijkheid van de directie van KLM.
Wel heeft het Ministerie van Financiën, als aandeelhouder van KLM, namens de Nederlandse
staat bij de algemene vergadering van aandeelhouders van 2024 van KLM haar teleurstelling
uitgesproken over het onvoldoende naleven van de voorwaarden uit het steunpakket door
KLM. Bovendien heeft het Ministerie van Financiën KLM opgeroepen om tot concrete acties
over te gaan om structurele kostenreducties te realiseren, waarbij ook rekening wordt
gehouden met het maatschappelijke en politieke sentiment.
Vraag 5
Constaterende dat een werkgever niet kan bepalen van welke vakbond zijn medewerkers
al dan niet lid moeten zijn omdat dit in strijd is met het recht op vakbondsvrijheid,4 en dat dit recht, vastgelegd in verschillende wetteksten en internationale verdragen,
stelt dat werkenden de vrijheid hebben om een vakbond te kiezen die bij ze past, hoe
beoordeelt u de huidige gang van zaken bij KLM en Transavia omtrent vakbonden gezien
het recht op vakbondsvrijheid?
Antwoord 5
Zoals in de beantwoording van vraag 2 en vraag 3 is aangegeven, is de directie van
KLM verantwoordelijk voor onderhandelingen met de vertegenwoordigers van werknemers
over arbeidsvoorwaarden. Wel benadrukt de Minister van Financiën het belang van een
gezonde financiële positie van KLM. Hiervoor is het noodzakelijk dat de directie voldoende
mogelijkheden heeft om adequate hervormingen door te voeren. Met het programma «Back
on Track» meent KLM de operationele en financiële prestaties structureel te verbeteren.
Vraag 6
Heeft de staat, als aandeelhouder van KLM waarin publiek geld omgaat, deze conclusies
uit de rapportage van de staatsagent aangekaart in de aandeelhoudersvergadering van
KLM? Zo ja, wanneer is dit gebeurt en wat kwam daaruit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
In de beantwoording van vraag 4 is aangegeven wat de inbreng van het Ministerie van
Financiën namens de Nederlandse staat was bij de algemene vergadering van aandeelhouders
van KLM in 2024.
Vraag 7
Bent u ervan op de hoogte dat KLM in de eigen collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
heeft afgesproken om uitsluitend aan de leden van pilotenvakbond VNV een uitkering
van 220.000 te geven als zij vanwege arbeidsongeschiktheid hun vliegbrevet verliezen,
terwijl piloten die geen lid zijn van een vakbond of van een andere vakbond in zo’n
geval niets krijgen?5
6
Antwoord 7
Op de website van Stichting Loss of License Fonds staat dat de Stichting uitvoering
geeft aan de in de cao KLM Vliegers gemaakte afspraken over het verstrekken van een
eenmalige uitkering aan VNV-leden ingeval zij om medische redenen worden afgekeurd
en hun werk als vlieger niet meer kunnen uitoefenen. De laatste cao KLM Vliegers op
vleugelvliegtuigen die bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is
aangemeld, betreft de cao met een looptijd van 2 maart 2023 tot en met 28 februari
2025. Daarin zijn geen expliciete afspraken opgenomen over een Brevetverliesregeling.
Vraag 8
Bent u ervan op de hoogte dat Transavia in de eigen cao heeft afgesproken dat de leden
van pilotenvakbond VNV een veel grotere uitkering krijgen bij brevetverlies, dan piloten
die geen lid zijn van een vakbond of van een andere vakbond en dat dit verschil kan
oplopen tot 125.000 euro?7
Antwoord 8
De laatste cao Transavia Vliegers die bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
is aangemeld, betreft de cao met een looptijd van 1 maart 2023 tot en met 14 oktober
2023. Deze cao is na einde looptijd stilzwijgend verlengd. In deze cao is inderdaad
een bepaling opgenomen over de Brevetverliesregeling, waarin een onderscheid wordt
gemaakt tussen leden en niet-leden van de VNV.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de wijze waarop KLM en Transavia de piloten van één vakbond bevoordelen
ten opzichte van piloten die geen vakbondslid lid zijn, of lid zijn van een andere
vakbond? Hoe verhoudt dat zich tot bestaande wet- en regelgeving op dit vlak?
Antwoord 9
De inhoud van cao-afspraken behoort tot de verantwoordelijkheid van de betrokken cao-partijen.
Zij weten ook het beste wat in hun sector speelt. De overheid spreekt geen oordeel
uit over de inhoud van cao-afspraken. Afspraken die strijdig zijn met wet- en regelgeving,
zijn evenwel niet geldig (en dus nietig).
Op grond van de Wet op de Cao is het mogelijk om cao-bepalingen op te nemen die leden
van werknemersorganisaties binnen zekere grenzen bevoordelen ten opzichte van niet
georganiseerde werknemers. Daarbij geldt het algemeen erkende rechtsbeginsel dat gelijke
arbeid in gelijke omstandigheden op gelijke wijze moet worden beloond, tenzij een
objectieve rechtvaardigingsgrond een ongelijke beloning toelaat. De vraag of sprake
is van een ongeoorloofd onderscheid moet worden beantwoord aan de hand van de eisen
van goed werkgeverschap, de algemene eisen van redelijkheid en billijkheid en de omstandigheden
van het geval. Of sprake is van een voldoende objectieve rechtvaardiging, zal moeten
worden bezien in de concrete situatie waarin het onderscheid wordt gemaakt. Bij een
geschil over de rechtsgeldigheid van een cao-bepaling, kunnen partijen de rechter
om een oordeel vragen. Dat is in het verleden ook gebeurd.
Zo heeft de rechter in een specifieke casus geoordeeld dat het enkel aan vakbondsleden
toekennen van een extra periodesalaris in verband met de door hen betaalde vakbondscontributie,
niet in strijd was met het beginsel van goed werkgeverschap.8 Daarentegen heeft de rechter in een andere casus geoordeeld dat het op grond van
een sociaal plan toekennen van een hogere beëindigingsvergoeding aan werknemers die
wel lid waren van een specifieke vakbond dan aan werknemers die geen lid waren, wel
in strijd was met het beginsel van goed werkgeverschap.9
Ik heb begrepen dat vakbond AVV onlangs een dagvaarding heeft uitgebracht aan Transavia
in verband met voornoemde cao-bepaling over de brevetverlies regeling. Het is nu aan
de rechter om daar een oordeel over te geven. Ik kan daar niet op vooruitlopen.
Vraag 10
Bent u bekend met de uitspraak van de rechter op 3 april 2014 over FNV Formaat, waarbij
de rechter stelt dat het onderscheid tussen leden en niet-leden van de desbetreffende
vakbond onrechtmatig is, en dat deze vakbond handelt in strijd met het gelijkheidsbeginsel:
gelijke arbeid dient gelijk te worden beloond, tenzij een objectieve rechtvaardigingsgrond
een ongelijke beloning toelaat?10 Hoe ziet u dit in vergelijking met de casus van KLM en Transavia?
Antwoord 10
Ja, ik ben bekend met deze uitspraak. Zoals gezegd zal per concrete situatie moeten
worden bezien of sprake is van onderscheid en of daar een voldoende objectieve rechtvaardiging
voor bestaat. Zie ook mijn antwoord op vraag 9.
Vraag 11
Constaterende dat een werkgever niet kan bepalen van welke vakbond zijn medewerkers
al dan niet lid moeten zijn omdat dit in strijd is met het recht op vakbondsvrijheid,11 en dat dit recht, vastgelegd in verschillende wetteksten en internationale verdragen,
stelt dat werkenden de vrijheid hebben om een vakbond te kiezen die bij ze past, hoe
beoordeelt u de huidige gang van zaken bij KLM en Transavia omtrent vakbonden gezien
het recht op vakbondsvrijheid?
Antwoord 11
In Nederland geldt het principe van vrijheid van vereniging. Werknemers zijn vrij
om te kiezen of en zo ja van welke vakbond zij lid worden. Het recht op vrijheid van
vereniging is in verschillende nationale en internationale regelgeving verankerd,
waaronder in artikel 8 van de Grondwet en artikel 2 van ILO-verdrag nr. 87. Nederland
hecht hier vanzelfsprekend veel waarde aan.
Het is voorstelbaar dat bij de keuze om lid te worden van een bepaalde vakbond de
daaraan gekoppelde financiële gevolgen meewegen.
Vraag 12
Bent u, indien u tot de conclusie komt dat de bevoordeling van één specifieke vakbond
ongewenst is of ingaat tegen wet- en regelgeving, bereid in gesprek te gaan met de
leiding van KLM over dit feit?
Antwoord 12
Het is ter beoordeling van een rechter of in een specifiek geval sprake is van een
onrechtmatige bevoordeling van werknemers die lid zijn van een specifieke vakbond
ten opzichte van werknemers die dat niet zijn. Mocht een rechter in een specifiek
geval tot dat oordeel komen, dan is dat inderdaad onwenselijk en zal ik KLM hierop
aanspreken. Het onderwerp heeft onze aandacht.
De Minister van Financiën verwacht als aandeelhouder dat deelnemingen zich aan de
geldende wet- en regelgeving houden en spreekt deelnemingen erop aan als dat niet
zo is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.