Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koops en Bruyning over de rijdende rechter
Vragen van de leden Koops en Bruyning (beiden Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de rijdende rechter (ingezonden 25 februari 2025).
Antwoord van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 21 maart
2025). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1665.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zeeuwse rijdende rechter dreigt te verdwijnen door
stoppen subsidie: «Het is heel wrang»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom is besloten de subsidie aan de stichting «samen recht vinden»
(SRV) voor de pilot «Zeeuwse rijdende rechter» stop te zetten?
Antwoord 2
Er is geen sprake geweest van het stopzetten van een subsidie voor Samen Recht Vinden.
De organisatie heeft in het kader van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand
tweemaal een incidentele projectsubsidie ontvangen, de eerste keer tijdens de pilotfase
van het programma (2021–2022) voor het ontwikkelen van een nieuwe aanpak voor het
versterken van de laagdrempelige toegang tot het recht en de tweede keer (2023–2024)
voor onderzoek naar mogelijke lokale borging en implementatie van de aanpak. Niet
alleen het Ministerie van JenV maar ook het Ministerie van BZK heeft bijgedragen met
de Rijk-regiodeal. Ook de Zeeuwse gemeenten waren betrokken. Het was vooraf bekend
bij de organisatie dat dit incidentele bijdragen zouden zijn en dat permanente financiering
vanuit het budget voor het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand niet een mogelijkheid
was. Conclusie is dat het ingewikkeld blijkt om de aanpak structureel te borgen of
in te bedden.
Tegelijkertijd constateer ik dat er in Zeeland een beperkt aanbod is voor eerstelijns
rechtshulp en dat ieder goed werkend initiatief dat verdwijnt er een teveel is.
Momenteel ben ik in afwachting van een subsidieaanvraag van Samen Recht Vinden naar
aanleiding waarvan ik welwillend zal bezien of ik in 2025 nog éénmaal een overbruggingsbijdrage
toe zal kennen, zodat de bemiddeling voor burgers overeind blijft en tijd gewonnen
wordt om te zoeken naar een structurele inbedding en financiering van de aanpak.
Vraag 3
Welke criteria en evaluaties zijn gehanteerd bij het besluit om de financiering van
deze pilot te beëindigen?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Het is bij het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand nooit de bedoeling geweest
om lokaal ontwikkelde aanpakken en initiatieven structureel financieel te ondersteunen.
Het ging erom lessen en werkzame elementen op te halen die bij konden dragen en richting
zouden kunnen geven aan de stelselvernieuwing ofwel aan het versterken van de toegang
tot het recht in den brede.
Vraag 4
Hoe verhoudt het stopzetten van deze pilot zich tot de doelstelling om de werkdruk
en wachttijden binnen de rechtspraak te verminderen?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
De aanpak van Samen Recht Vinden is geen rechtspraak en hoort thuis in de brede basis
van de eerstelijns rechtshulp. Samen Recht Vinden is een laagdrempelige toegankelijk
initiatief, gericht op het vinden van vroegtijdige oplossingen voor geschillen. Er
wordt door Samen Recht Vinden wel samengewerkt met de Zeeuwse Regelrechter, die in
een aantal conflicten heeft moeten beslissen.
Vraag 5
Bent u het eens dat laagdrempelige en toegankelijke rechtspraak, zoals geboden door
de stichting samen recht vinden met hun pilot, bijdraagt aan het ontlasten van het
traditionele rechtssysteem? Zo ja, hoe denkt u deze toegankelijkheid te waarborgen
nu deze pilot wordt beëindigd?
Antwoord 5
Alhoewel Samen Recht Vinden geen rechtspraak betreft, draagt het met een vroegtijdige
en oplossingsgerichte aanpak naar verwachting bij aan het ontlasten van het traditionele
rechtssysteem en kan het mede daarom een waardevolle aanvulling op het rechtssysteem
zijn.
Om de toegang tot het recht te waarborgen investeer ik vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid
in het versterken van de laagdrempelige eerstelijns rechtshulp. Ook zet ik in op het
verbeteren van de samenwerking tussen het juridisch en sociaal domein.
De vraag hoe deze toegankelijkheid in de regio Zeeland, maar ook in andere regio’s
waar dit nog onvoldoende het geval is, kan worden geborgd, zal bij de uitvoering van
de motie Van Nispen/Palmen2 worden opgepakt. Ter uitvoering van deze motie heb ik uw Kamer op 13 december 20243 bericht dat ik zal laten verkennen hoe het netwerk van sociaaljuridische dienstverlening
het best vormgegeven kan worden. Mijn streven is om daarvoor voor de zomer van 2025
een kwartiermaker benoemd te hebben.
Vraag 6
Zijn er alternatieve plannen of initiatieven om in de behoefte aan snelle en lokale
geschilbeslechting te voorzien in Zeeland, nu deze pilot stopt?
Antwoord 6
Het Juridisch Loket is de landelijke organisatie voor eerstelijns rechtshulp. Zij
heeft ruim 50 vestigingen en servicepunten verspreid door het land, een website en
een (gratis) landelijk telefoonnummer. In Zeeland zit een vestiging van het Juridisch
Loket in Middelburg en in Goes en Terneuzen zijn servicepunten aanwezig. Er wordt
door het Juridisch Loket in de regio samengewerkt met lokale partijen om de (toegang
tot) hulp aan mensen met een juridische hulpvraag te verbeteren. De nieuwe regioregisseur
van het Juridisch Loket heeft daarin een belangrijke spilfunctie.
Zie verder het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Hoe wordt de effectiviteit van dergelijke pilots gemeten en welke rol spelen de uitkomsten
bij beslissingen over voortzetting of beëindiging van de financiering?
Antwoord 7
Dit heeft hier geen rol gespeeld omdat voortzetting van financiering nooit een uitgangspunt
was bij de subsidieverstrekking. Zie ook mijn antwoord op vraag 2.
De 34 pilots die in het kader van het programma hebben plaatsgevonden, zijn door het
WODC geanalyseerd en geclassificeerd op basis van werkzame elementen. De inzichten
en lessen uit de pilots waren bedoeld om bij te dragen en richting te geven aan de
stelselvernieuwing. De analyse van het WODC was hier dan ook niet op gericht.
Vraag 8
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de betrokken gemeenten, de stichting samen
recht vinden en instanties om te onderzoeken of voortzetting van de pilot van de stichting
«samen recht vinden» onder de noemer «Zeeuwse rijdende rechter» mogelijk is, eventueel
in aangepaste vorm of met gedeelde financiering?
Antwoord 8
Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid zet ik in op het toewerken naar een landelijk
netwerk aan sociaaljuridische hulp in samenwerking met andere departementen, Het Juridisch
Loket, de gemeenten en andere betrokken partijen. Onderdeel van de opdracht aan de
kwartiermaker, genoemd in het antwoord op vraag 5, is het in gesprek gaan met regio’s
over de vraag hoe daar een goed netwerk voor eerstelijns sociaaljuridische dienstverlening
tot stand kan komen.
Het streven is om de kwartiermaker voor de zomer van 2025 te laten starten. De kwartiermaker
wordt gevraagd met prioriteit te kijken naar de regio’s met een beperkt aanbod aan
eerstelijns rechtshulp maar waar naar verwachting wel sociaaljuridische problematiek
is. Naar verwachting is Zeeland één van deze regio’s.
Het zou in dat kader niet wenselijk zijn om de dienstverlening van Samen Recht Vinden
te laten verdwijnen voordat het sociaaljuridische netwerk in de regio structureel
tot stand is gebracht. Momenteel ben ik in afwachting van een subsidieaanvraag van
Samen Recht Vinden naar aanleiding waarvan ik welwillend zal bezien of ik in 2025
nog éénmaal een overbruggingsbijdrage toe zal kennen, om daarmee gericht te kunnen
onderzoeken wat een realistische en haalbare vorm zou zijn om de aanpak te behouden
voor Zeeland.
Vraag 9 en 10
Welke stappen onderneemt u om te voorkomen dat succesvolle initiatieven ter verbetering
van de rechtspraak voortijdig worden beëindigd door het stopzetten van subsidies?
Kunt u toezeggen dat toekomstige pilots en projecten gericht op het verbeteren van
de toegankelijkheid en efficiëntie van de rechtspraak voldoende tijd en middelen krijgen
om hun meerwaarde te bewijzen?
Antwoord 9 en 10
Samen Recht Vinden is zoals eerder opgemerkt geen initiatief ter verbetering van de
Rechtspraak (zie mijn antwoord op vraag4.
Onder de noemer van Maatschappelijk Effectieve Rechtspraak (MER) zijn bij de meeste
gerechten pilots en projecten gestart om de toegankelijkheid en de maatschappelijke
effectiviteit van rechtspraak te vergroten5 Zowel voor de MER- pilots en -projecten als de landelijke uitrol daarvan wordt aan
de Rechtspraak structureel budget beschikbaar gesteld.
Ik vind het belangrijk om succesvolle initiatieven zo breed mogelijk in te zetten.
Dit moet wel zorgvuldig gebeuren. De Rechtspraak neemt de uiteindelijke beslissing
tot uitrol, aan de hand van evaluaties. De regie over de pilots en projecten is binnen
de Rechtspraak neergelegd bij de regiegroep Innovatie. De regiegroep heeft als doel
de vernieuwende initiatieven binnen de Rechtspraak te coördineren en de samenhang
tussen de verschillende initiatieven te vergroten, zodat gerechten van elkaar kunnen
leren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.