Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Meijeren over het Israëlische plan om inwoners van Gaza te laten emigreren naar o.a. Westerse landen
Vragen van het lid Van Meijeren (FVD) aan de Minister van Asiel en Migratie over het Israëlische plan om inwoners van Gaza te laten emigreren naar o.a. Westerse landen (ingezonden 7 februari 2025).
Antwoord van Minister Faber – Van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 19 maart
2025).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de Israëlische overheid een plan voorbereidt
om inwoners van Gaza die dat willen, te laten vertrekken naar andere landen?1
Antwoord 1
Ja.
Ik ga niet in op de gevolgen van een speculatief plan. Uw vragen heb ik – waar mogelijk
– daarom in algemene zin beantwoord.
Vraag 2
Erkent u dat Gazanen die op de vlucht zijn voor oorlog of geweld, het meest gebaat
zijn bij opvang in de eigen regio?
Antwoord 2
Opvang in de regio heeft altijd de voorkeur van het Nederlandse kabinet. Dit om de
instroom in Nederland te beperken en ervoor te zorgen dat mensen makkelijker terug
kunnen naar hun eigen land wanneer het daar weer veilig is. De Nederlandse overheid
zet dan ook in op versterking van opvang in de regio.
Dit geldt ook voor Gazaanse asielzoekers die Gaza verlaten.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de mogelijkheid dat een aanzienlijk deel van de Gazanen zich naar
Europa, en mogelijk ook naar Nederland, zal begeven?
Antwoord 3
Zie het antwoord onder 1.
Vraag 4
Welke sociaal-economische gevolgen verwacht u van een eventuele instroom van Gazanen
in Nederland, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, zorg, onderwijs en sociale
voorzieningen?
Antwoord 4
Het kabinet is van mening dat de huidige toestroom van hoge aantallen asielzoekers
en nareizende gezinsleden een te grote druk legt op de voorzieningen, waaronder huisvesting,
het onderwijs en de zorg. Het kabinet streeft naar een meer beheersbare situatie en
treft daarom maatregelen om de asielinstroom en het aantal nareizigers in Nederland
te verlagen. Deze maatregelen zijn aangekondigd in het regeerprogramma2 en nader uitgewerkt in de brief aan uw Kamer van 25 oktober 2024.3
Vraag 5
Welke sociaal-culturele gevolgen verwacht u van een eventuele instroom van Gazanen
in Nederland, gelet op de culturele verschillen tussen Gaza en Nederland en de reeds
bestaande spanningen in ons land tussen verschillende bevolkingsgroepen?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 6
Deelt u de mening dat koste wat kost voorkomen moet worden dat Nederland wordt geconfronteerd
met een instroom van asielzoekers uit Gaza, vanwege de zeer nadelige sociaal-economische
en sociaal-culturele gevolgen voor ons land? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zie de antwoorden op vraag 1 en vraag 4.
Vraag 7
Kunt u bevestigen of ontkennen dat Nederland juridisch verplicht is om inwoners van
Gaza die naar Nederland willen komen om hier asiel aan te vragen, toe te laten op
ons grondgebied?
Antwoord 7
Het is afhankelijk van de situatie of Nederland verplicht is om een asielzoeker toegang
te verlenen tot Nederland. Wanneer iemand asiel aanvraagt in de lucht- of zeehaven
waar iemand Nederland binnenkomt, dan behandelt de IND de aanvraag in de zogeheten
grensprocedure. Iemand verblijft dan in een gesloten opvanglocatie in de buurt van
luchthaven Schiphol en heeft geen formele toegang tot Nederland, tenzij er een positieve
beslissing volgt, of de rechter een beroep op een afwijzende beslissing gegrond verklaart.
Nederland is verder niet verplicht om personen te faciliteren naar Nederland te komen
om hier asiel aan te kunnen vragen.
Vraag 8
Kunt u bevestigen of ontkennen of Gazanen die in Nederland asiel aanvragen, daar in
beginsel recht op hebben?
Antwoord 8
De IND beoordeelt elke asielaanvraag individueel en aan de hand van het geldende asielbeleid
en de actuele informatie over de situatie in een betreffend land.
Voor Gaza geldt dat bij de beoordeling van een asielaanvraag van een (staatloze) Palestijn
die stelt onder het mandaat van de UNRWA4 te vallen, de IND altijd eerst toetst aan de uitsluitingsgrond artikel 1D van het
Vluchtelingenverdrag. Wanneer de vreemdeling onder de reikwijdte van artikel 1D valt,
is relevant of UNRWA daadwerkelijke bescherming en bijstand kan bieden. Zoals gemeld
in de Kamerbrief van 26 juni 20245 wordt voor Gaza aangenomen dat dat niet langer zo is. Dit heeft tot gevolg dat aan
«UNRWA-Palestijnen» uit Gaza de uitsluitingsgrond artikel 1D niet kan worden tegengeworpen,
en dat de vluchtelingenstatus moet worden toegekend. In bijlage bij de genoemde Kamerbrief
is meer informatie over artikel 1D te vinden.
Voor de beoordeling van overige asielaanvragen van personen uit Gaza, geldt dat voor
Gaza een uitzonderlijke situatie zoals bedoeld in artikel 15c van de Kwalificatierichtlijn
wordt aangenomen.
Vanzelfsprekend is de IND alert op signalen die wijzen op handelingen zoals bedoeld
in artikel 1F van het Vluchtelingverdrag of die wijzen op een risico voor de nationale
veiligheid.
Vraag 9
Bent u bereid om zo spoedig mogelijk een krachtig signaal af te geven dat Nederland
onder geen beding bereid is om Gazanen op te vangen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zie het antwoord onder 1.
Vraag 10
Welke maatregelen treft u om te voorkomen dat asielzoekers uit Gaza, via welke route
dan ook, naar Nederland kunnen komen?
Antwoord 10
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 4, treft het kabinet de nodige maatregelen om
de instroom van asielzoekers te beperken en om opvang in de regio te stimuleren.
Vraag 11
Bent u bereid om er bij uw ambtsgenoten in andere Europese landen op aan te dringen
dat zij ook aansturen op opvang van vluchtelingen uit Gaza in de eigen regio, en maatregelen
treffen om te voorkomen dat zij in die desbetreffende landen worden opgevangen?
Antwoord 11
Nederland werkt samen met de EU om vluchtelingenstromen naar Europa te beperken en
te beheersen.
Vraag 12
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk en afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Antwoord 12
Ja
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.