Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Slagt-Tichelman over het bericht dat de genderpoli van het Amsterdam UMC voorlopig geen nieuwe volwassenen in behandeling neemt vanwege overbelasting
Vragen van de leden Westerveld en Slagt-Tichelman (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de genderpoli van het Amsterdam UMC voorlopig geen nieuwe volwassenen in behandeling neemt vanwege overbelasting (ingezonden 28 januari 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 7 maart 2025). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2024–2025, nr. 1301.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de genderpoli van het Amsterdam UMC voorlopig geen
nieuwe volwassenen in behandeling neemt vanwege overbelasting?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de wachttijd voor een intakegesprek bij volwassenen inmiddels
is opgelopen tot ruim 4,5 jaar?
Antwoord 2
Het Kennis & Zorgcentrum Genderdysforie (KZcG) van het Amsterdam UMC heeft geen patiëntenstop.
Cliënten kunnen nog steeds naar het KZcG worden doorverwezen. Wel staan de wachttijden
onder druk, waardoor er is besloten om tijdelijk geen nieuwe volwassen cliënten van
de wachtlijst op te roepen voor een intake. Kinderen en adolescenten worden nog wel
opgeroepen. Het KZcG heeft net als in heel Nederland te maken met een tekort aan psychologen.
Door dit tekort staat de doorstroom van cliënten momenteel onder druk. Daarom is de
keuze gemaakt om minder mensen in te laten stromen, om zo de interne wachtlijst zo
veel mogelijk te beperken.
Het is niet mogelijk om een uitspraak te doen over de algehele duur van de wachttijd.
Het zorgtraject verschilt per individu en daardoor ook de wachttijd. Bovendien staan
veel mensen bij verschillende zorgaanbieders op de wachtlijst. Het komt ook voor dat
wachtenden op het moment van oproepen geen zorgvraag meer hebben, omdat ze inmiddels
elders al in behandeling zijn. Door al deze factoren is het moeilijk te voorspellen
wat de precieze duur van de wachttijd is. Momenteel is de genderkliniek van Amsterdam
UMC bezig de zorgvraag van alle wachtenden uit te vragen. Op dit moment ziet het Amsterdam
UMC in de praktijk dat ruim de helft van de volwassenen die gebeld is, al elders een
vorm van zorg te hebben gehad.
Vraag 3
Welke concrete stappen heeft u de afgelopen jaren ondernomen om de structurele tekorten
in de genderzorg – zoals het tekort aan psychologen – aan te pakken?
Antwoord 3
Helaas zijn de wachttijden niet alleen in de psychologische transgenderzorg, maar
ook in de bredere ggz op dit moment lang: met een groeiende zorgvraag aan de ene kant
en groeiende personele schaarste aan de andere kant staat de sector onder druk. Het
terugdringen van de wachttijden in de ggz is één van de doelen uit het Integraal Zorgakkoord
(IZA). Zo zijn afspraken gemaakt over het vergroten van behandelcapaciteit en het
borgen van voldoende (zeer) complexe psychische zorg (cruciale ggz). De Staatssecretaris
Jeugd, Preventie en Sport is voornemens om aanvullende maatregelen te treffen om de
toegankelijkheid van de ggz te vergroten.2 In het voorjaar van 2025 zal de Staatssecretaris de Kamer uitgebreider informeren
over zijn inzet. Daarnaast wordt een coördinerend platform transgenderzorg ingericht.
Het platform zal zich onder andere bezighouden met het bevorderen van de uitbreiding
van het zorgaanbod, onder andere door de samenwerking te versterken en de zorg daar
waar mogelijk efficiënter in te richten.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat er tijdens het overleg tussen het Ministerie van VWS, zorgverzekeraars,
ziekenhuizen, ggz-instellingen en patiëntenorganisaties is besproken en welke oplossingen
hiervoor op korte en lange termijn in uitvoering zijn of komen?
Antwoord 4
Ik verwijs hiervoor naar het antwoord op vraag 3. Binnenkort gaat het landelijk platform
transgenderzorg van start. Het is de bedoeling dat dit platform ook gaat zorgen voor
meer samenwerking en spreiding van zorg.
Vraag 5
Bent u bereid om op korte termijn aanvullende financiële middelen beschikbaar te stellen
om de capaciteit van genderzorg (psychologen) te verhogen, bijvoorbeeld door de samenwerking
tussen ziekenhuizen, ggz-instellingen en huisartsen te versterken? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Voor 2025 en 2026 is 30 miljoen toegevoegd aan het macrokader ggz ten behoeve van
het terugdringen van de wachttijden in de ggz als geheel. Van deze middelen kan extra
zorg geleverd worden.
Vraag 6
Erkent u dat de (lange) wachttijden bij het Amsterdam UMC en andere genderpoli’s vaak
schadelijke gevolgen hebben voor de mentale gezondheid van mensen op de wachtlijsten?
Antwoord 6
Ja. Het wachten op medische zorg bij een uitgebreide zorgvraag kan leiden tot levensjaren
die verloren gaan en gevolgen voor de mentale gezondheid. Transvisie besteedt hier
op haar website aandacht aan. Eerder hebben de UMC’s aangegeven dat er meer klinieken
voor genderzorg nodig zijn in Nederland. Het is aan zorgverzekeraars om, daar waar
goede zorg beschikbaar is, deze ook in te kopen voor haar verzekerden. Uiteraard moet
er dan wel personeel beschikbaar zijn om deze zorg te leveren.
Vraag 7 en 8
Hoe waarborgt u dat mensen die vanwege de zeer beperkte capaciteit in Nederland geen
zorg kunnen krijgen, niet worden gedwongen om ongewenst en mogelijk risicovol uit
te wijken naar alternatieven (in het buitenland)?
Deelt u de stelling dat hier niet wordt voldaan aan de wettelijke zorgplicht? Zo ja,
hoe gaat u de zorgverzekeraars hierop aanspreken?
Antwoord 7 en 8
Zorgverzekeraars hebben zorgplicht. Daardoor zijn zorgverzekeraars verplicht om voldoende
zorg in te kopen dan wel te vergoeden. Als er sprake is van een wachttijd die langer
is dan de Treeknorm dan kan de verzekerde om zorgbemiddeling vragen bij de zorgverzekeraar.
De zorgverzekeraar bekijkt dan waar de verzekerde snel(ler) terecht kan. Als dat niet
lukt, kan de zorgverzekeraar ook de zorg van (bepaalde) niet-gecontracteerde aanbieders
(in Nederland of een ander EU-land) vergoeden alsof er een contract is, om aan zijn
zorgplicht te voldoen. Uiteraard is het een keuze van de betrokkene zelf of de zorgaanvraag
in andere EU-lidstaten zich voor deze specifieke medische behandelingen leent.
Vraag 9
Bent u van mening dat het schrappen van de vereiste psychologische diagnose als voorwaarde
voor toegang tot somatische transgenderzorg kan bijdragen aan het verlagen van de
werkdruk onder psychologen en daarmee de wachttijden in de genderzorg kan verminderen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zorgverleners gaan over de manier waarop zij zorg verlenen voor zover het medisch
inhoudelijke overwegingen betreft. Het is aan veldpartijen om hier gezamenlijk, in
professionele standaarden en richtlijnen, invulling aan te geven. Op dit moment is
de herziening van de Kwaliteitsstandaard in gang gezet. Hierbij wordt ook gekeken
naar de module organisatie van zorg. De uiterste opleverdatum voor de herziene Kwaliteitsstandaard
staat gepland voor september 20253.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.