Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Podt en Paulusma over regulering van bestrijdingsmiddelen
Vragen van de leden Podt en Paulusma (beiden D66) aan de Ministers van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over regulering van bestrijdingsmiddelen (ingezonden 24 februari 2025).
Mededeling van Minister Wiersma (Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) (ontvangen
27 februari 2025).
Vraag 1
Kunt u toelichten wat het verschil is tussen laag- en hoog-risicomiddelen en waarom
hoog-risicomiddelen, ondanks de naam, toch als veilig bestempeld kunnen worden?
Vraag 2
Hoe hoog is het risico dat boeren lopen bij het gebruik van hoog-risicomiddelen?
Vraag 3
Welke risico’s zitten er vast aan hoog-risicomiddelen? Zijn dat gezondheidsrisico’s?
Zo ja, welke?
Vraag 4
Lopen boeren een hoger risico op Parkinson, COPD en kanker bij het gebruik van hoog-risicomiddelen?
Vraag 5
Welke wetenschappelijke onderzoeken vinden een correlatie, verband of relatie tussen
het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het voorkomen van Parkinson?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat 1 op de 12 kinderen in Nederland wordt blootgesteld aan hoge
concentraties bestrijdingsmiddelen? Zo ja, kunt u zich herkennen in de zorgen van
Unicef dat dit het risico vergroot op ADHD, ASD en cognitieve beperkingen voor deze
kinderen? Zo nee, op welke wetenschappelijke inzichten baseert u zich?1
Vraag 7
Klopt het dat het minder veilig is voor baby’s en jonge kinderen om een niet-biologische
groenteprak te eten dan de kant-en-klare biologische groenteprak, zoals de keuringsdienst
van waarde onderzocht?2
Vraag 8
Hoe kan het dat er wel normen voor bestrijdingsmiddelen op groente en fruit zit maar
niet op andere routes waarmee bestrijdingsmiddelen ons lichaam betreden, zoals via
huisstof?
Vraag 9
Wat is er bekend van de concentraties bestrijdingsmiddelen in huisstof, zijn deze
concentraties lager dan op groente en fruit, en kan er met zekerheid gezegd worden
dat deze concentraties geen gevaar zijn voor de gezondheid van kinderen en hun ouders?
Vraag 10
Kunt u bevestigen «dat de concentraties bestrijdingsmiddelen in lucht en stof bij
woningen binnen een straal van 250 meter van een bespoten perceel maar weinig van
elkaar verschillen»?3
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat het verschil in blootstelling groter en duidelijk is als concentraties
van omwonenden van alle omwonenden binnen een straal van 250 meter van bespoten bollenvelden
worden vergeleken met de concentraties bij woningen op meer dan 500 meter van agrarische
velden?4
Vraag 12
Bent u het met de indieners eens dat het wenselijk zou zijn als kwetsbare groepen,
zoals jonge kinderen en omwonenden, niet blootgesteld worden aan hoge concentraties
bestrijdingsmiddelen? Zo ja, welke maatregelen raadt u aan?
Vraag 13
Spreekt u met lokale overheden over het reguleren van bestrijdingsmiddelen binnen
gemeentegrenzen? Zo ja, welke hindernissen ervaren gemeenten bij het reguleren van
bestrijdingsmiddelen? Zo nee, bent u bereid dit met de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG) te bespreken?
Vraag 14
Herkent u de zorg dat veel gemeentes niet de capaciteit dan wel expertise in huis
hebben om bestrijdingsmiddelen effectief te reguleren? Zo ja, hoe ondersteunt u gemeentes
hierin?
Vraag 15
Deelt u de mening dat gemeentes meer handvatten zouden moeten krijgen om bestrijdingsmiddelen
te reguleren, als dat in het belang van hun inwoners of hun wens is? Zo ja, aan welke
handvatten denkt u?
Vraag 16
Deelt u de mening dat een spuitvrije zone een effectieve maatregel is om de blootstelling
aan hoge concentraties pesticiden te verminderen? Zo nee, op welke wetenschappelijke
inzichten baseert u zich?
Vraag 17
Welke hindernissen ervaren gemeenten bij het instellen van spuitvrije zones?
Vraag 18
Kunt u toelichten waarom er in de omgevingswet instructieregels staan voor bijvoorbeeld
externe veiligheid, luchtkwaliteit en geluid maar geen instructieregels voor het reguleren
van bestrijdingsmiddelen?
Vraag 19
Deelt u de mening dat een breed ingestoken instructieregel voor spuitvrije zones,
die genoeg ruimte laat voor gemeentes om invulling te geven aan hun specifieke situatie,
gemeentes kan helpen bij het reguleren van bestrijdingsmiddelen? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, kunt u toezeggen een dergelijke instructieregel op te stellen?
Vraag 20
Kunt u tevens toezeggen gemeentes een handleiding, zoals die van Natuur en Milieu
en Urgenda5, te sturen waarmee inzichtelijk wordt hoe zij bestrijdingsmiddelen kunnen
reguleren mochten ze dat wensen?
Vraag 21
Kunt u deze vragen afzonderlijk en voor 1 april beantwoorden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de aan mij gestelde vragen van de leden Podt en Paulusma
(D66) van 24 februari 2025 over de regulering van bestrijdingsmiddelen, met kenmerk
2025Z03476, niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Het streven is om
de beantwoording in de loop van april te versturen, ruimschoots voor het commissiedebat
gewasbeschermingsmiddelen van 28 mei 2025.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.