Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Piri en Tseggai over de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over het feit dat het Nederlands sanctiebeleid bij niet tijdig halen van het inburgeringsexamen in strijd is met het Europees recht
Vragen van de leden Piri en Tseggai (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Asiel en Migratie en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over het feit dat het Nederlands sanctiebeleid bij niet tijdig halen van het inburgeringsexamen in strijd is met het Europees recht (ingezonden 5 februari 2025).
Mededeling van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 februari
2025).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van het Europese Hof van Justitie waarin wordt gesteld
dat de Nederlandse overheid statushouders niet mag beboeten wanneer ze niet op tijd
slagen voor hun inburgeringsexamen?1
Vraag 2
Welke consequenties verbindt u aan deze uitspraak?
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van de boetemomenten in de Wet inburgering 2013 en de Wet
inburgering 2021? Klopt het dat deze momenten als gevolg van de uitspraak van het
Europese Hof van Justitie uit de wetten moeten worden gehaald? Zo ja, op welk termijn
bent u voornemens dit te doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Kunt u aangeven hoeveel statushouders een boete hebben gehad of de lening terug hebben
moeten betalen onder de wet inburgering 2013 en onder de Wet inburgering 2021, omdat
zij niet tijdig voldeden aan de inburgeringeis? Wat betekent de uitspraak voor deze
mensen?
Vraag 5
Klopt het dat in afwachting van deze uitspraak in de zomer van 2024 is besloten de
boetes en de terugbetaling van leningen op te schorten? Zo ja, is bekend wat het effect
daarvan is geweest om de inburgeringsaantallen?
Vraag 6
Klopt het dat Nederland een van weinige landen is waarbij inburgeraars worden beboet
als zij niet voldoen aan de inburgeringseisen? Kunt u aangeven door middel van welke
(positieve) maatregelen andere Europese landen statushouders stimuleren om aan de
inburgeringeis te voldoen?
Vraag 7
Kunt u aangegeven op welke wijze statushouders kunnen aantonen dat zij al geïntegreerd
zijn en dus vrijgesteld moeten worden van het verplichte examen?
Vraag 8
Kunt u nader toelichten wat u bedoelt met uw reactie op de uitspraak, waarbij u stelt
dat «het nog te vroeg» is om conclusies te verbinden aan de uitspraak van het Hof?
Klopt het dat de regering eerder is gewezen op de tegenstrijdigheid van de beide wetten
inburgering met Europese regelgeving specifiek op dit punt?
Vraag 9
Herinnert u zich dat er, mede naar aanleiding van de toeslagenaffaire en de hardheden
in de Wet inburgering 2013, is besloten om het mogelijk te maken dat een lening bij
een verwijtbare termijnoverschrijding (gedeeltelijk) kwijtgescholden konden worden?2 Zo ja, hoe verklaart u dat bij dit bij deze zaak niet is toegepast?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Piri en Tseggai (beiden
GroenLinks-PvdA), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
over de uitspraak van het Europese Hof van Justitie over het feit dat het Nederlands
sanctiebeleid bij niet tijdig halen van het inburgeringsexamen in strijd is met het
Europees recht (ingezonden 5 februari 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen
worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.